Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    30-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Volendam

     

    Queen’s Day (Holiday Netherlands)

    zie ik bovenaan de dag van 30 april in mijn Dagboek van The Economist. En ik denk aan die jonge man, bedolven onder de sneeuwlawine, roerloos nu in een ziekenhuis in Londen. Ik denk aan de moeder die zal lachen en lachend handen drukken.

    Ik denk ook aan Volendam. Het was in 1947 dat we, Luc De Landsheer (+) en ik, van uit ons dorp aan de Schelde met de fiets, Nederland zijn binnengereden, om na zoveel dagen aan te komen in Volendam, vraag me niet waarom we Volendam hadden uitgekozen. Maar we waren er, we kampeerder er ergens op een boerenhof denk ik. Het was daar dat ik Miet – ik meen dat het Miet was – kennen leerde, dat er tussen ons beide iets had kunnen groeien dat zich achteraf beperkte tot wat over en weer geschrijf, een uitwisseling van gedachten, van dromen. Hoe het stil gevallen is weet ik niet meer, wellicht zoals alle briefwisseling stil valt. Weet ook niet meer of we elkaar gekust hebben, ooit, geloof van niet, in die tijd was dit nog een ernstige bezigheid.

    Maar ik dacht eraan, stel dat het nu gebeuren zou. Stel dat ze ook een blog zou bijhouden waarin ze elke dag iets zou schrijven over haar, stel dat jij haar blog lezen zou en zij dat van jou. Stel het maar.

    Een gevaarlijke business zou het worden, jij 20, zij 20 en elke dag iets vernemen van elkaar, wat woorden, wat gevoelens. Vast stellen aan een  woord, een zin dat zij je leest; zij, bemerken dat jij haar leest, maar twijfelen nog.

    Dangerous, hoogst gevaarlijk. Een ondergronds gevoel dat groeien zou, waarvan de groei niet meer te stoppen is. Een beeld dat zich vormt, verbazing over wat je dag aan dag te weten komt, kleine dingen, kleine misschien zelfs uitgekozen gebeurtenissen die je verneemt en die je gaat uitschrijven in gedachten. Die je gaat ver-dromen tot realiteit. Beiden weten hoe ze elkaar kunnen benaderen, onschuldig - als blogger smeekt  je erom dat iemand je zou zeggen dat je blog gelezen wordt – het voelt aan als een dagelijks rendez-vous in het woord, dat je niet meer kunt missen, het prille begin van een amoureus parfum, het meest heerlijke parfum dat er is en elk woord dat je leest dat je, zelfs al is het uit het dagelijkse leven, zelfs al is het uit een andere wereld, een aanraking is, een aai, een blik die je vertedert, die je openbreekt, zoals je een bolster breekt. En je bent twintig of tweeëntwintig, of welke ouderdom ook: het wonder dat internet is biedt vele mogelijkheden.

    Veertig, vijftig jaar, een leven later, je bent nog altijd samen en iemand vraagt je, zo maar, waar je elkaar hebt leren kennen.

    Vroeger zou je gezegd hebben, in Volendam, tijdens het verlof. Nu, wel ons blog, Vrouwe Fortuna, bracht ons samen, we waren elke dag benieuwd elkaars blog te lezen. Tot er een e-mail kwam, tot er een ontmoeting kwam, zij komende uit Volendam, hij uit een boerendorp in Vlaanderen. Wat ze gemeen hadden buiten hun verliefdheid, waren de klompen die ze droegen in hun kinderjaren.

     

     

    30-04-2012, 01:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inspanning

     

     

    Ik vroeg gisteren een lange inspanning aan mijn lezer, het was een nog langere voor mij om te schrijven wat ik schreef.

    Gaf het me enige vreugde bij het inloggen, en eens ingelogd, keek ik er met vertrouwen op neer?

    Twijfel is mijn deel, twijfel mijn gegoochel met de naam van God, twijfel mijn gestamel, want meer is het niet. En jij, je vraagt me of het wel nodig was dergelijke zaken te verwoorden/verwerken.

    Zijnde wie ik geworden ben, was het nodig en blijft het nodig, want er is droefheid om wat me werd aangeleerd in mijn jeugd en nu grote twijfel genereert dat het, hoe mooi en geruststellend het ook moge geweest zijn, niets te maken had met het grote enigma dat de naam van de Onnoembare omkleedt.

    Er is ook grote kommer, omdat de jeugd geen nood meer heeft aan wat van vroeger was, de teloorgang van wat gekend staat als de christelijke beschaving is aan de gang, de Kerk houdt schijnbaar de ogen gesloten voor wat zich aan het afspelen is, alsof alles, door gebed en door de tussenkomst van de Heer, terug in zijn plooi zal vallen.

    Waar ik niet in geloof. Maar men zou kunnen beginnen met de nadruk te leggen op die meer diepgaande woorden van een totaal andere gerichtheid die Jezus sprak: ‘Het rijk Gods zoek je niet, het bevindt zich binnen in jou’.

    Waaruit we, om te beginnen, leren konden te leven zoals het hoort te leven: open voor het grote mysterie dat het leven is; bewust dat je lichaam stof van de sterren is en je geest, even onsterfelijk als de geest die van de kosmos is.

    Maar of we hier ver zullen mee komen, weet ik niet, misschien brengen de tijden ons zes eeuwen terug.

     

    Ondertussen vergat ik dat gisteren, 28 april, in Hong Kong, de geboorte van Buddha werd gevierd. Heb er hier niets over gelezen.

     

    29-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (33)

     

     

    En deze morgen heeft hij Proust  gelezen waar deze het heeft over het evangelie van Lucas, wanneer de ‘dubbelpunten’ gelezen worden die de tekst onderbreken. En, schrijft Proust, : 

    Avant chacun des morceaux presque en forme de cantiques dont il (het evangelie) est parsemé heb ik de stilte beluisterd van de gelovige die deze teksten luidop las en bij elk ‘dubbelpunt’ de lezing even onderbrak om het volgende vers aan te vatten; alsof het een psalm was die hem herinnerde aan de vroegere psalmen uit de Bijbel, et plus d’une fois, tandis que je lisais, il m’apporta le parfum d’une rose que la brise entrant par une porte ouverte avait répandu dans la salle haute où se tenait l’assemblée et qui ne s’était pas évaporé depuis dix-sept siècles.

    En meer dan eens, terwijl ik las, bracht hij me de geur van een roos die de wind, langs een open deur had binnengebracht, in de hoge ruimte van de zaal waar de vergadering zich ophield, een geur die na zeventien eeuwen (!) nog niet verdampt was.

    Hij leest dit en voelt de grote poëtische kracht van Proust, schuilend meer in de klank van het woord dan in de betekenis ervan en groter nog is het gevoel dat hij onrecht heeft aangedaan aan het Boek der boeken, dat hij nemen moet en lezen, traag, heel traag zoals Wittgenstein wenst dat zijn zinnen gelezen worden.

    Het goddelijke in de Bijbel is ontstaan uit de innige verbondenheid van de mens met zijn God en handelend over deze verbondenheid. Maar waarheden van toen zijn symbolen geworden en dogma’s fossielen. En de groei gaat verder. Nieuwe elementen sluipen binnen en slingeren zich omheen de oude en niets kan de groei van het nieuwe tegenhouden. De zoektocht van de mens, in zijn hunker naar het Allesomvattende, geïnspireerd door de beelden van het Universum die hem thans bereiken, situeert zich voorbij de dimensie van de God van de bijbel.

    En het is hem duidelijk, de oude banden zijn afgelegd, hij wenst zich niet meer te begeven in het spoor van de theologen die vertrekken van gegevens waarvan het stramien opgetekend ligt in boeken waaraan niet mag getornd worden.

    Want de mens wil zich losrukken uit deze bolster van waarheden op vergeelde bladen; wil voor zich de oneindigheid waarvan hij, dankzij de geest in hem, een immens deel is, en de geest, de zuivere essentie zijnde van het Universum, hij deel is van deze essentie. Het is zijn vrijheid te zijn tussen hemel en aarde en hoe verder hij de hemel binnendrijft hoe rijker, hoe voller, hoe meer geïntegreerd hij zich voelt en ook hoe inniger zijn band is met al degenen die denken zoals hij. 

    Het is een leven vullende harmonie van het kleine in het sublieme en het sublieme dat het kleine vult en kleurt.

    En zo kan hij ook met de pastoor van Crécy uit le Journal d’un Curé de Campagne van Bernanos beamen : Les petites choses n’ont l’air de rien mais elles donnent la paix.

    En kan hij eraan toevoegen dat de kleine dingen van het leven niet alleen rust brengen in ons maar dat het ook vingerwijzigingen zijn naar het oneindige. Dit te zien, dit aan te voelen brengt ons in het spoor van de mens die wordende is.

    En dan is er de vraag, vanwaar deze ingesteldheid; ontstaat ze uit hemzelf, is ze inherent aan ons mens-zijn en volstaat het buiten het alledaagse te treden opdat we terecht zouden komen in een inspiratiebron die onze wereld van gedachten en gevoelens bevloeit?

    Het is dit magische gevoel van creativiteit dat een uitwerking zoekt in al degenen die werken aan een boek, een schilderij, een symfonie, die werken aan om het even welk kunstwerk. We zijn gelukkig hiermee; het is het doel van ons mens-zijn. Het is het openrukken van ons mens-zijn op het kosmische, het verhevene, dat de creativiteit in zich draagt.

    Als Schillebeeckx die hij destijds las, dan schrijft dat God een evolutieve kosmos heeft gewild om daarin de mogelijkheid voor te bereiden voor een menselijke vrijheid en dus van liefhebben, dan zijn dit maar wat woorden. En had hij liever in plaats van lief te hebben, gelezen en gehoopt te zullen lezen: ‘en dus van creatief te zijn’. 

    Het  creatieve dat aanwezig is in een kosmos in volle evolutie, en het is in dit creatief-zijn dat onze toekomst ligt. dit is het spoor dat voor ons open ligt.

    Trouwens welke kosmos zou de God die we aanroepen anders kunnen gewild hebben, een statische?

    28-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe het vergaat

     

    Hoe het vergaat met woorden.

     

    Woorden zijn wispelturig, elke dag vergaat het verschillend met de woorden. Soms staan ze er, klaar om genomen te worden, soms zitten ze verborgen en weigeren ze zich te tonen zodat ik er hulpeloos bijzit, want woorden zijn mijn adem.

    Ook vandaag is het geen feestdag wat woorden betreft, gisteren ook aarzelden ze, maar dan vond ik Pessoa die me ter hulp kwam.

    Zo blijft de spanning tot het ogenblik dat ik mijn tekst goed genoeg acht om hem in te loggen. En het is ook zo dat het belangrijkste deel van de dag gericht is op mijn blog en dit nu al sedert half 2010. Het is begrijpelijk dat ik eens op een muur stuit waarachter de woorden zich verbergen.

     

    In meer wil ik ook werk  maken van dat ‘fameuze’ boek van mij. Waarin ik me op het ogenblik op een dwaalspoor bevind – dit is de indruk die ik heb – ik schrijf in het ijle weg. Ik ben bezig met zaken die ik kwijt wil, omdat ze te lang al in mijn rondslingeren. Ik vraag dus nog wat geduld vooraleer ik aan mijn verhaal – als er tenminste een verhaal gevonden wordt -  kan beginnen.

    Trouwens ik ben onkundig in het vak wat roman schrijven aangaat. Ik heb immers de indruk dat de lezer verwacht dat ik iets te vertellen heb. Dat ik bijvoorbeeld schrijf dat Ugo, een ‘Four Roses’ is gaan drinken in een bar in de stad, een literair café, typisch voor Europa, zegt George Steiner, dat hij er een jonge vrouw ontmoet met wie hij een spel schaak begint, sippend aan zijn bourbon, dat hij er haar ook een aanbied en dat ze daarna, ja, wat doet men na schaak te hebben gespeeld, als je je laat gaan als schrijver, zonder enige belemmering, à la Brusselmans, schrijven tot onder de lakens, met de nasmaak nog de volgende morgen.

    Ik zou dat wel kunnen. Wat Ugo betreft is mijn vrijheid totaal, maar het schijnt me toe dat het er  zo aan toegaat in alle romans, dat elkeen dit uitschrijven kan of met veel sprekende details, of met een zekere soberheid in de beschrijving van bepaalde handelingen, wat me dan doet denken aan de wijze waarop Jacques Prévert dit probleem, als het er een zou zijn, oploste:

     

    Ta robe sur le tapis, une orange sur la table

    et toi dans mon lit. Doux présent du présent,

    fraîcheur dans la nuit, chaleur de ma vie.

     

    Terwijl ik, voor het ogenblik, Ugo nog iets meer wil laten vertellen over het Boek der Boeken – zo lang het in Europa nog zal mogelijk zijn – jij, als lezer, hoeft het maar over te slaan als het je geen zier interesseert. Maar voor mij is het belangrijker dat het schaken met een jonge vrouw en het drinken van een ‘Four Roses’.

     

    Later misschien.

     

    27-04-2012, 00:53 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fernando Pessoa

     

    Over Fernando Pessoa schrijft Saramago: dat het een man was die talen kende en verzen maakte. Hij verdiende zijn brood en wijn met het aanbrengen van woorden op de plaats van woorden, hij maakte verzen zoals verzen gemaakt worden, alsof het voor het eerst zou zijn dat verzen werden gemaakt.

     

    Hij schrijft ook dat Pessoa een fenomeen was, nooit voorheen gezien in Portugal, dat hij een nog grotere was dan Camões en, als hij zich bekeek in de spiegel, hij dacht dat hij Ricardo Reis was, dat hij Alberto Caeiro was, dat hij Alveiro de Campos was, dat hij Serrando Soarres was en nog enkele namen in meer, om uiteindelijk te besluiten dat het thans tijd werd om Fernando Pessoa te zijn, ‘el ridículo[1] Fernando’ te zijn en de meest ridicule liefdesbrieven van de wereld te schrijven. Aldus Saramago.

     

    En la flor de l’edad, op 47-jarige ouderdom stierf Pessoa. Van hem is geweten dat zijn laatste woorden waren: ‘dadme mis gafas’, geef me mijn bril.

     

    Volgens Saramago heeft niemand zich ooit de vraag gesteld – wat ik betwijfel – waarom hij zijn bril verlangde. Het was niet om zichzelf te bekijken, er was trouwens, zegt Saramago, geen spiegel in de kamer. En ook, ‘no le dio el tiempo la parca’, de schrikgodin liet hem de tijd niet.

     

    Persoonlijk, maar wie ben ik, wist Pessoa wel wie er aan het sterven was, maar denkend aan wat ik las van hem, waag ik het vooruit te schuiven dat hij, in een laatste helder ogenblik ons een afdruk van zijn schalksheid heeft willen achterlaten door naar zijn bril te vragen.

    Wat ik niet denk is dat hij naar zijn bril vroeg om die mee te nemen in het andere leven om er als een gebrilde man te verschijnen. Maar je weet maar nooit met hem.

     

    Ik denk ook aan ‘dadme mis gaffas’, alsof voor een schrijver als Pessoa, sterven de meest doodgewone zaak was.

     

    Maar van Fernando Pessoa vergeet ik niet dat ik een koffie dronk in het café waar hij regelmatig kwam, en dat ik neerzat in de stoel, naast het beeld van hem geplaatst ter hoogte van het café, in het midden van de rua Garrett in Lisboa,  en dit met zijn boek[2] in de hand dat nu gesloten voor mij ligt.

     



    [1] Ik las Saramago in Spaanse vertaling.

    [2] Fernando Pessoa : ‘le Livre de l’Intranquilité’, Christian Bourgeois, éditeur 1992, vol II, traduit par Françoise Laye

     

    26-04-2012, 00:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    25-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (32)

     

      Zo is het eerste grote boek, tenminste wat hem betreft, de Bijbel gebleven. Hij gaf reeds zijn idee over de schepping en wenst er niet op terug te komen. Hij heeft ook zijn oordeel over de bevrijding van Israël uit Egypte en wat deze wel zou kunnen geweest zijn. In een woord het is voor hem onmogelijk niet geïnteresseerd te zijn in alles wat de Bijbel betreft, het boek dat de fundering is van onze westerse beschaving – de Getuigen van Jehovah lopen er mee rond in hun binnenzak - en ook omdat de Kerk dit boek heeft gebruikt om haar stempel te drukken op zijn jeugd en zijn jonge jaren.

      Maar zijn visie op de inhoud ervan heeft zich met de jaren sterk gewijzigd. Het is begrepen geweest (en vertaald) van uit de optiek dat de aarde het centrale punt was van het Universum en dat de zon rond de aarde draaide. Het Universum bestond toen uit hemel en aarde en men kon alsdan aanvaarden dat de, in zijn zetel rustende God, toekeek, noteerde en desnoods zou tussenkomen op wat zich hier op aarde aan het afspelen was.

     

      Als we vandaag het scheppingsverhaal hernemen weten we dat het Heelal in expansie is en dat de schepping, of wat aanving de ‘zevende’ dag, nog immer doorloopt; weten we dat na miljarden jaren de mens is opgedoken als geïntegreerd deel van dit Heelal en dat, met het Universum, ook de mens ‘in wording’ is.

       En waren we gebleven bij Elohim dan ware er een opening geweest naar het kosmische, maar zodra Elohim herleid werd tot Yahwe en Yahwe tot God en die God, die in zijn zetel rustende God, zich zo gezegd is gaan bezighouden met Abraham en dezes nageslacht, intervenieert in Sodoma en Gomorra, tien plagen afstuurt op een even religieus en hoogstaand volk en dan nog, jaren later, zon en maan – een maan die hij niet nodig had - laat stil houden om Josua te plezieren, dan staan we voor een toeziende, een actieve God.

       Hij wil zich niet verder laten gaan. Hij ziet genoeg de obsederende kracht die uitgaat van de Bijbel en de Evangeliën en, van het nieuwe boek, de Koran dat zich aankondigt in het westen.

       Maar hij wenst vooral zijn geloof in een kosmische God te behouden, in een God die geen nood heeft aan woorden, geen nood aan daden, geen behoefte heeft aan offergaven.

     

       En dan dat andere verhaal, het verhaal  van Paulus die in zijn Brief aan de Romeinen schrijft dat door één mens de zonde in de wereld is gekomen en de Osty-Bijbel die er in een voetnoot aan toevoegt dat het met deze zin is dat de leer van de erfzonde haar intrede doet in de christelijke gedachte : c’est une date dans l’histoire de l’humanité.

       Geïntrigeerd gaat hij zoeken in de ‘Dictionnaire théologique’ van de abbé Bergier, uitgegeven in 1792, in acht, in leder gebonden delen, om er te lezen onder ‘Péché originel’ dat het dogma van de zonde van Adam en het dogma van de Verlossing nooit te scheiden zijn en dat het ene innig verbonden is met het andere.

       Paulus kan zijn zin over de zonde van Adam niet gehaald hebben bij Christus, - heeft Jezus wel ooit Adam vernoemd? – hij Ugo, heeft genoeg aan de verklaring van Teilhard de Chardin die stelde, meer dan een halve eeuw geleden, dat de bestaande dogma’s fossielen geworden waren.

    25-04-2012, 00:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom Dante?

     

    Waarom duikt Dante zo dikwijls op in mijn geschriften; waarom neem ik hem als voorbeeld, citeer ik hem als het past en misschien ook als het minder past? Is het omdat hij de grootste was – want dat was hij – omdat hij met zijn verhaal over zijn tocht door Hel, Vagevuur en Paradijs het meest fantastische literair werk heeft voortgebracht,.

    Wel ik las zijn Divina Commedia. Gedurende jaren was hij mijn gezel, las ik hem zoals Jorge Louis Borges hem las, in het Italiaans van Dante – hij werd trouwens de vader van de Italiaanse taal genoemd – IN zijn Italiaans dat ik begrijpen kon dankzij niet alleen een Italiaans woordenboek, maar eveneens dankzij vertalingen in het Nederlands, het Frans, het Engels. Aldus kwam ik er toe telkens en telkens beter zijn woorden te begrijpen en binnen te dringen in zijn visionaire beelden en gedachten.

    Ik werd er zo door getroffen dat ik op een dag besloten heb, er de tijd aan te wijden die ik dacht nog te leven te hebben, en te gaan schrijven over zijn werk en dit in een weinig conventionele vorm, alsof ik samen was met hem toen hij, bij zijn terugkeer op aarde,  zijn tocht doorheen Hel, Vagevuur en Paradijs begon te schrijven. Ik beeldde me in naast hem te staan terwijl hij schreef, toe te kijken over zijn gebogen rug, zoals hij thans toekijkt hoe ik aan het schrijven ben over hem.

    Het is een groot pak tijd geworden. Ettelijke jaren waren er nodig om mijn ingebeelde gesprekken met hem uit te schrijven, te verbeteren, te herschrijven en nogmaals te hernemen wat al drie of viermaal was geschreven. Om uiteindelijk, moe geschreven en voelende dat er geen einde aan kwam, ik, halfweg zijn Purgatorio, af te haken. Van zijn ‘Inferno’ bestaat er een gebundelde versie: ‘Mijn dagen met Dante’.

    Er nu terug over schrijvend, overvalt me de gedachte, nog een laatste maal  te herbeginnen, ook zou ik zijn Purgatorio willen afwerken en zijn Paradiso. Maar ik heb nu mijn blog en heb mijn fameus boek te schrijven, ik kan het er niet meer bijnemen, en er zijn nog andere dingen die ik zou willen doen.

    Soms denk ik - en de moeheid overvalt me veel vlugger dan enkele jaren terug – dat ik mijn beste tijd heb gehad. En dat die beste tijd, mijn tijd met Dante was,

    24-04-2012, 00:40 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boek

     

    Over mijn boek : De Adem van de Dagen

     

    Ik schrijf omdat ik schrijven moet, omdat ik niets anders meer ken of kan. Maar is dit wel correct. Schrijf ik ook niet opdat ik zou gelezen worden?

     

    Heb meer dan dertig jaar lang elke dag mijn pagina geschreven, altijd met dezelfde pen zodat deze nu haar hars- of verflaag heeft verloren en het koper van de huls vrijgekomen is.

    Ik aanzag mijn dagboek en de beradenheid waarmee ik schreef niet als een doel op zich zelf maar als een aanloop naar het boek dat ik ooit schrijven zou. Een boek dat  gepubliceerd zou worden en uitgestald zou liggen in de boekenwinkels. In de loop der jaren zijn er enkele manuscripten naar de uitgever gestuurd, maar, en eigenlijk tot mijn groot geluk, zijn alle pogingen gestrand.

    Een nieuwe poging is nu aan gang, maar mijn doel is verschillend. IK ben niet meer uit op een publicatie, het boek zit ingeschakeld in en loopt mee met mijn blog, en dit volstaat me en het geeft daarenboven, althans voor mij, een bijzondere meerwaarde aan mijn dagelijkse geschriften omdat het tezelfdertijd de genese betekent van ‘De Adem van de Dagen’.

    Een vreemd gebeuren, de bladzijden van een boek die nu en dan, onregelmatig in elk geval, worden uitgezet, in de vorm van een feuilleton. Ik bereik aldus wat ik altijd gedroomd heb te verwezenlijken, schrijven en gelezen worden, zelfs al is het maar gelezen door een beperkt, maar dan toch een gewaardeerd publiek, dat ik misschien ruimer wou, maar een publiek dat ik in de hand heb en waarvan de kritiek uiterst beperkt is

    Ik realiseer aldus, in mijn late dagen wat ik droomde op jonge leeftijd toen ik aan mijn eerste proefstuk begon en vader dacht dat ik schoolstraf aan het schrijven was.

     

    Ik ben thans aangekomen aan passage 32. Ik noem dit deze passages geen canti zoals Dante Alighieri, die er in totaal 1+33+33+33 schreef, maar ik ook wil er 100 schrijven. En ik vermoed dat Dante, aangekomen bij canto XXXII, niet wist hoe hij ooit tot driemaal drieëndertig canti komen zou. Ik weet het evenmin, en evenmin als hij, weet ik niet hoe het verder moet, wat ik er nog in meer kan aan toevoegen en welk verhaal – als er ooit een verhaal zou zijn – eruit voortvloeien zal. Maar zoals Hertmans schreef in zijn meer dan schitterend essay over Adorno[1], reken ik ook, zoals Dante, zoals zovelen, op het enigma van de intuïtie.


    [1] Stefan Hertmans: ‘Het putje van Milete’, Meulenhoff Editie, 2002.

    23-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    22-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (31)

     

    Maar je bent geen wetenschapper denkt hij, je waagt je op een terrein dat je niet betreden mag, evenmin als je het gebied van het landgoed betreden mocht, maar je doet het en zult het je ganse leven blijven doen. Dus, je luistert niet als de Ecclesiasticus je zegt: Hou je niet onledig met wat je niet begrijpen kunt.

    Je blijft geloven dat de waarheid moet liggen in wat ongrijpbaar en onzichtbaar is, dat het aftasten ervan een goede stap is in de richting van wat je intuïtief vermoedt erin aanwezig te zijn en dat het precies dit aftasten is, dit zoeken naar, dat het doel is van je bestaan.

    En hij wordt hierbij geholpen door die ene zin uit het evangelie van Lucas, zijnde het antwoord van Jezus op de vraag waar het Koninkrijk Gods te vinden is:

    De komst van het Rijk Gods kun je niet waarnemen, men kan niet zeggen: kijk hier is het of daar is het, want het Rijk Gods is binnen in jou.

     

    De vertalingen van de Willibrordus-Bijbel en van la Bible Osty spreken van ‘midden onder u’. Terwijl Bruckberger in zijn ‘l’Evangile’[1], categoriek kiest voor het ‘au-dedans de vous’, (het ‘within you’ van de King James’ versie).

    De Osty-Bijbel die aanvoelt dat dit een belangrijke passage is voegt erin een voetnoot aan toe: La traduction ‘au-dedans de vous’, qui exprime une idée juste, semble déconseillée par le contexte.

    Wat een probleem creëert want waar anders dan binnen in ons, binnen in onze geest, kan het Rijk Gods zich bevinden.

     

    Jacques Monod[2] kan dan schrijven dat de mens een product is van het toeval: ‘un numéro sorti au jeu de Monte Carlo’, om zich aldus te ontdoen van alle transcendente gevoelens. En een man van nu, die furore maakt als schrijver, Michel Onfray, wiens Tratado de Ateologìa[3] hem in Spaanse versie in de handen viel, bij gebrek aan de oorsponkelijke Franse versie, richt zich tot zijn lezers met het verzoek, zo verstandig te zijn, ‘de mytische verhalen en deze voor kinderen’ te mijden want voegt hij er aan toe ‘el intelecto, ateo a priori, impide el pensamiento màgico’! Ons intellect, a priori atheïstisch, verbied ons elke magische gedachte. Wat betekent: geen dromen meer, geen speculaties, geen transcendente gedachten en zeker geen zoeken naar wat achter de dingen schuil zou kunnen gaan, het paradigma dus van de atheïst.

    Het doet hem pijn dit te lezen, het doet hem pijn vast te stellen dat Michel Onfray, samen met zovele anderen zich nog steeds wentelt en keert in  la época pregalileana.

     

    Ondertussen proclameert Alain de Botton[4], dat we het waardevolle uit de religie moeten halen zonder noodzakelijk weer gelovig te worden. Wat er in feite op neerkomt dat de mens behoefte heeft aan een vorm van religieus denken en dat het leven en het omringende moet gezien worden als sacraal.

    En dit is ook wat hij, Ugo, proclameert. Hij zal alles blijven zetten op dit religieuze, deze verbondenheid met het Onnoembare dat over alles en in alles tegenwoordig is en ons voortstuwt in de voor ons nog onbekende richting, die de enige bestaande richting is, deze naar het Omega-punt toe, zelfs al hebben we maar een klein besef wat dit punt zou kunnen zijn.

    Leven in die geest is een vorm van religie, een vorm van verbondenheid met al wat is, het aardse als het kosmische. Dit plaatst hem radicaal aan de overzijde van Jacques Monod voor wie alles toeval is, en ook in oppositie met Michel Onfray die hem zijn transcendente gevoelens ontnemen wil.

    Trouwens indien hij Onfray volgen zou, indien hij Monod aankleven zou, indien hij geloven zou, dat ‘de mens alleen staat in de oneindige onverschilligheid van het Universum waaruit hij toevallig is ontstaan’, zoals Monod dat ergens met zijn woorden schrijft, dan is de rol die hij hier op aarde meent te vervullen te hebben, namelijk te leven naar de geest in dit Universum, uitgespeeld.

    Hij begrijpt zelfs niet hoe Monod er kan toekomen te spreken over toeval als alles met elkaar verweven ligt. Het plots opduiken van iets, uit deze in elkaar verweven massa, maakt er niet een uitzonderlijk iets van, maar wordt en is  een facet van het geheel.

     

    Op trage ogenblikken als de tijd zich stolt omheen de dingen, is het alsof hij plots op het punt staat het beeld te grijpen dat alles uitklaren zal, datgene wat niet te verwoorden is en toch, lijk het geruis van de wind in de bomen, aanwezig is, ons begin en ons einde verstrengeld.

    Hij leeft in de onbegrensde ruimte van de geest waar alles mogelijk is, droom die realiteit is en realiteit die droom kan zijn. Waarin hij zijn herinneren vervormen kan en aanvullen tot een nieuw herinneren, waar hij wegwandelen kan in het landschap van schijnbaar onbenullige gebeurtenissen, die toch hun belang hebben of zullen hebben vroeg of laat.

    Zoals onze primitieve(!) schilders op de achtergrond van hun doeken, droom-landschappen wisten te schilderen om meer intensiteit te geven aan hun onderwerp, om aan te tonen dat in hun verbeelden er ook een totaal andere wereld aanwezig was, zo ook wenst hij de aanwezigheid van het niet te verwoorden Andere, te benadrukken.

     

    Hij wil dus dit zeer conformistisch, kleinburgerlijk leven dat hij gekend heeft en in al zijn dagelijkse gebeuren nog kent, bemeubelen met de dingen die hij niet bezat, herbeleven wat geweest is en dit herbeleven schuiven in en over wat hij gewenst heeft dat het zou geweest zijn.

    Hij wil dat de muren van de woning die hij betrekt doordrongen zouden zijn van alle huizen die hij heeft bewoond, van alle plaatsen waar hij is geweest en van alle tijden die hij heeft gekend. Zo wil hij thans alle blanke vlekken kunnen invullen, nu hij heel goed weet dat in zijn lichaam de krachten aan het minderen zijn, en dat deze afname enkel gecompenseerd kan worden door een grotere aanwezigheid van geest.

    De tijd van ledigheid is voorbij. Hij heeft nu een gevecht te leveren tegen die andere persoon in hem die hem ontmoedigen wil, die hem voortdurend wijst op het nutteloze van zijn denkpatroon.

     

    Maar de Ugo in hem die verder wil, houdt vol. Onderaan de titel van het tijdschrift Le troisième Millénaire - waarop hij van het eerste nummer af geabonneerd is geweest, tot jaren erna – heeft hij gelezen, gedrukt in kleine letters: ‘de l‘homme en devenir’, van de mens in wording. En zo is het ook, de schepping is amper begonnen, ze loopt dwars door de mens heen. Hij wordt verder geschapen, wat hem immer verder moet voeren op de weg naar het meer zijn, de enige weg die er is.

     

    En dan komt de vraag: is dit ingeschakeld zijn in de evolutie van het Universum een deel van de waarheid?

    Is dit doordringen tot een verinnerlijking van het zijn, de weg die voor de mens is weggelegd en dit na het overschrijden van de drempel, duizenden eeuwen terug, tot een zelfbewustzijn; en wacht ons een verder doordringen, ditmaal tot voorbij dit zelfbewustzijn, tot het punt waar dit van de mens samenvalt met het zelfbewustzijn van het Universum, is het dit, het Omega-punt?

    Kan dit geen nieuwe dimensie betekenen voor de mens-in-wording?

     

    For us there is only the trying, zegt T.S. Eliot en hij voegt er nog aan toe, the rest is not our business.

     

    We kunnen enkel betrachten, en dit is onze opdracht of een deel ervan, namelijk in de voetsporen van een Universum in evolutie, naderbij te komen. Begrijpen dat we ingeschakeld zijn in het evolutief karakter van dit Universum - het zichtbare imago van de God die we zoeken. Is dit dan niet de opdracht die ingebakken is in onze genen?

     

    En Leo Apostel[5], die hij onlangs nog doorbladerde, na een gesprek met een oude vriend van Apostel, die beweerde dat de mens dit Andere, dit au-delà nimmer bereiken zal en – misschien had Apostel ook Eliot gelezen - dat hij zich tevreden moest stellen met het streven naar dit onbereikbare Andere.

     

    Zo, streef mens, en heb er geen zorg mee waar je uitkomen zult. Op een dag zul je, zonder het te beseffen een nieuwe drempel overschrijden en binnentreden in het grote verblindend Licht om te bereiken wat vandaag nog een wereld verwijderd is.

     

    En hij leest ook die prachtige zin van de vrijdenker die Apostel was:

     

    Indien ik slechts zinloosheid aantref dan nog zal ik pogen woestijnen tot vruchtbaar land te maken ... ook al is er geen objectief vaststelbaar doel dan toch werk ik van uit de objectieve gegevenheid van zin.

     

    Een objectief vaststelbaar doel is er niet, of is nog niet zichtbaar. Maar het is niet het zichtbare dat het leven is, het is het onzichtbare dat zin en inhoud heeft. En Apostel vermoedde duidelijk de aanwezigheid van zin erin.


    [1] Bruckberger:’ L’Evangile’, Albin Michel, 1976

    [2] Jacques Monod: ‘Le Hasard et la Nécessité’

    [3] Michel Onfray: ‘Tratado de Ateologìa, Editorial Anagrama, 2006.

    [4] Alain de Botton, Religie voor Atheïsten (Religion for atheists) vertaald door Jelle Noorman, Atlas, 2011.

    [5] Leo Apostel: ‘Gebroken Orde’, Uitgeverij Kritak, 1992.

    22-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (30)

     

     

    Schrijvend in zijn dagboek, voelt hij hoe goed en hoe gemakkelijk de woorden, die o zo vreemde tekens, uit zijn pen vloeien en hij denkt, in een opwelling van vreugde: ik dank je Adonaï, Heer, of hoe je ook wensen zou dat we je noemen.

    Terwijl hij beseft dat hij niet meer zovele overgangen van winter naar lente beleven zal; dat hij niet meer so often getuige zal zijn van het stijgen van de sappen in de bomen en het openbarsten van de botten, en dat er in zijn geest, blijvend nieuwe gedachten zullen opduiken, vertrekkende van uit de bronnen van zijn jeugd.

    Zoals vandaag, de beelden die staan te dringen, die hij niet meer houden kan.

    De knaap die over de weide rent, onder de ruisende canadabomen naar het wondere bos van zijn jeugd - Adonaï zorge ervoor dat elk kind een bos moge leren kennen -  bedwelmd door de geur van varens, van mossen, van paddenstoelen, van aarde en rottende blaren. Verhit ook door het plotse jagen van zijn bloed dat hij niet immer bedwingen kan. Het wilde bloed van de geslachten die elkaar bezaten, tussen de varens en de struiken op zwoele zomernachten als de roep er was van de uilen in de eiken.

    Hij ziet in zijn lang verbeelden, de spiegelvijver in het bos met lisdodden en waterlelies - en met Van Eeden heeft hij de waterlelie lief - met vlekken eendenkroos en libellen boven de biezen en de bomen die toekijken, wachtend op de plons van zijn naakt lichaam dat de spiegel breekt in duizend kringen en hij lijk een grote witte vis onder het watervlak drijft, tussen de watertorren die naar de diepte duiken, tussen de stekelbaarsjes en de salamanders, drijvend onder het eendenkroos door, langs de roodgroene stengels van de waterlelie, en daarna als hij zich aankleedt, het water effen terug en de wind even zacht in de bomen.

    Het was hier dat hij eens gestaan had met vader op een koude novembernacht en hij een deel van de sterrenhemel weerspiegeld had gezien een voldoende ogenblik, waaraan hij later terugdenken zou toen hij las dat Solomon een soort ‘zee’ had laten plaatsen naast zijn tempel, misschien om in de weerspiegeling, het verschuiven van de sterren op te volgen. Misschien, want waarom de inkervingen in de rand van die ‘zee’ die rustte op de rug van vier maal twee ossen of runderen, hij wist het niet meer zo precies, maar het zal wel een enorme kuip geweest zijn.

    Nu, niet zo lang geleden, was hij teruggegaan naar het ouderhuis en de plaatsen van zijn jeugd. De vijver was, net als hij, oud geworden. De put, want meer was het niet, was bijna vol gegroeid met struiken en biezen, met het wrak van een auto, met matrassen, met repen behangpapier en nog wat brak water dat rook naar roest en modder. De prijs van een op hol geslagen beschaving die voor haar afval geen sluitende oplossing heeft en dit stukje ongerepte natuur had ingepalmd om er een ‘kunstwerk’ van te maken in deze voor velen schijnbaar, als hij hun kunst voor ogen krijgt,  zo troosteloze wereld.

    Hij hoopte dat hiermee het punt was bereikt waarop de mens, dankzij de kracht van de geest, de weg terug zou vinden opdat de komende geslachten, zijn kleinkinderen en hun kinderen en kleinkinderen, bootjes zouden kunnen maken al was het met de bladen gescheurd uit zijn dagboeken, om deze uit te zetten in de grachten zoals hij zo dikwijls had gedaan.

    Hij zag in zijn verbeelden de vergeelde papieren bootjes wegdrijven over het water, de inkt van het geschrevene zich vermengend met water, de betekenis ervan uitwissend om aldus de tijd die alles in de vergeethoek duwt, voor te zijn.

     

    Als hij dan herneemt dat precies vóór de Big Bang, de ganse evolutie van kosmos, naar aarde, naar mens, naar homo sapiens, in potentie reeds aanwezig was, dan was ook het negatieve van nu, de vervuiling die we kennen, hierin opgenomen en dus ook de oplossing die eraan zal gegeven worden.

    Of misschien ook niet, en dan zal de Heer van het Heelal, zoals Hij het misschien voorzien had  herbeginnen met  een ‘nieuwe mens’ op een van de ontelbare planeten dat zijn Universum rijk is.

     

     

     

     

     

    21-04-2012, 00:02 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elegie

     

     

     

      

    Een dag

    was ook de tijd niet meer,

    het licht was uit en eeuwigheid

    het ogenblik.

     

    Herinneren we ons, Marc, mijn vriend,

    we waren zonder ouderdom,

    bewust van binnen en van buiten

    doordrenkt, en dronken van het leven.

     

    Wisten we de Leie verderop,

    meanderend,  met meerkoeten,

    met aalscholvers, de beemden langs,

    de huizen en de dorpen.

     

    Wisten we in die  vrij gelaten tuin van jou,

    de meesjes ondersteboven.

     

    Herinneren we ons

    die zomers, de zon, de wolken, de wind,

    de regen, de bramen en de varens

    en er boven uit de kreet:

    die het Universum was

    in totale totaliteit, kerend, draaiend

    in en over ons en wij, wij ingetogen.

     

    En nu de greep in de keel

    die dichtgesnoerd, de tijd die niet meer is

    en niet meer komen zal.

     

    Hoe zullen we het noemen

    het gevoel van samenzijn,

    gedachten, niet meer nodig te verwoorden,

    wijsheid die ons handen waren toen.

     

    En zij die bleven,

    de late wijn religieus geschonken

    en in de flonkering ervan

    de beeltenis gezocht, gevonden

    van wie ging en van wie nog na zal komen.

     

    Elegie,

    uit ons hart gevloeid, je vastgehouden,

    toen de tijd niet meer vast te houden was.

     

     

     

     

     

    20-04-2012, 23:50 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Old men



     

    Ik ben altijd een ‘explorer’ geweest, een zoeker, een vinder soms. Heb altijd getracht binnen te dringen in die vierde dimensie, in een dieper beleven van mijn dagen, zoals het bij T.S. Eliot[1] geschreven staat:

     

    Old men ought to be explorers

    Here and there does not matter

    We must be still and still moving

    Into another intensity

    For a further union, a deeper communion…

     

    Dit is mijn leven geweest, ben er zelden van afgeweken al wist ik dat wat ik vinden zou niet noodzakelijk de waarheid was, dat die waarheid misschien zelfs niet bestond of als ze bestond niet te begrijpen was, noch door mij, noch door iemand anders.

    Ik ben een ‘duiker’ geweest naar wat binnen de dingen leeft. Niet wetende waar ik beginnen moest, niet wetende waar ik aankomen zou. En hoe dieper ik dook hoe verder ik me verwijderde van wat er te vinden was. Ik zit gewrongen in een kafkaiaans gevoel dat me overhoop gooit. Maar alles wel overwogen weet ik, en dit is belangrijk, weet ik dat ik onderweg ben, niet heb gestopt onder een of andere boom, wachtend, maar uitkijkend naar wat op mij afkomt,  in vertrouwen, of het nu hier is of daar, het positieve dat ik beleef is mijn onderweg zijn naar een grotere levensintensiteit, gedragen en gevoed door een diepere vereniging met wat IS, met wat verborgen is. Dit is niet altijd zo, integendeel dergelijke ogenblikken zijn eerder zeldzaam maar ze zijn opvallend omdat ze er torenhoog boven uitsteken.

     

    *

     

    Ooit schreef hij aan zee – zijn plaats op de rots is er leeg nu, al is hij er nog in gedachten, al hoort hij nog de zang van de golven en de wind - een gedicht over het herderstasje, la bolsa a pastor, een onooglijk plantje vast geankerd  in de dorre aarde. Een klein wit dingetje, wat bloem, bevrucht door de wind misschien en tot zaad gekomen zich uitzaaien zal om te overleven, de manifestatie van het grote leven in het kleine. Een onopgemerkt gebeuren dat tekenend is voor het onopgemerkt zijn van vele dingen. Op het niveau van het herderstasje is de bevruchting het summum dat het overkomen kan. Maar wie denkt er aan bevruchting bij zo een klein nietig ding.

     

    En hij beseft dat ook zijn leven zich ontrolt en dat zijn gebeuren niet veel meer is dan wat gebeurt met het herderstasje, opgemerkt alleen misschien door enkelen.

    Zijn dag komt dat zijn bevruchting – deze van de geest - zal stil vallen, op het einde van een regel misschien, of afgebroken middenin een woord, maar het zaad, het woord dat hij naliet zal zich uitzaaien, zoals dit van het herderstasje, in een tijd die voor hem geen tijd meer is, maar het met-l’ineffable-gevulde is, dat het ‘wat-binnen-in-de-dingen’ is. Datgene wat we niet wagen een naam te geven. Soms.

     



    [1] T.S.Eliot: The Four Quartets, East Coker, V, 202

    19-04-2012, 00:01 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ooit

     

     

    Boeken en de nachten lang, en wegdromen terwijl je woorden leest en je dromend het boek verlaat: een lichaam naast jou, warm en slank, dat je omknellen kunt als je wandelt met haar omheen de vijver met de eenden die erop neerstreken, in de herfst of in de lente. Of een dag dat je waart met haar op het verlaten strand met de meeuwen en de schelpen en het water rollend tot aan hun voeten, en de strakke wind, onbewust van wat komen kon en kwam. 

    Hij kan er evenmin van los als hij ‘s namiddags neerligt op het bed, het venster open, de meesjes en de merels en de mussen, en het in gedachten zomer is en ze beiden diep in het korenveld zijn binnengedrongen en zijn hand geschoven onder haar half open bloes, een kleine godin die ze toen was. En omdat ze niet wachten konden, omdat het leven zo overrompelend was, zo tintelend, zo bruisend, het gouden stuifmeel dwarrelend over hen en zich mengend als om hen te bevruchten.

    Terwijl de leeuwerik opsteeg die ze volgen konden en de leeuwerik hen zien kon : het golvend korenveld een vlek midden de akkers en de weiden en zij beiden, klein en beweegloos, tussen het rood van de papavers en het blauw van de korenbloemen, ademend met het koren, ademend met de aarde.  

    Zovele kleine, herinneringen die hem bestormen terwijl hij ze neerschrijft en andere die staan te dringen om opgenomen te worden. Hij het medium zijnde langs waar de essentie ervan, de sappen ervan, de zaadcellen ervan, zich opnieuw openbaren kunnen.

    Hij denkt, als ik dit alles neerschrijf dan blijft dit behouden voor de eeuwigheid en kan er niets in min aan gewijzigd worden maar wel veel in meer als het ooit herlezen wordt.

     

    Dan die andere dag. Hij denkt, het gaat goed met mij. Ik voel dat ik leef, heb me nimmer in mijn ganse leven zo goed gevoeld. Ik voel dat de geest leeft in mij, dat de wereld zich buigt over mij, dat het Absolute zwelt omheen mij en dat ik me erin wegschrijven kan, dat ik opgezogen word samen met al wat geweest is en al wat nog komen zal. Het gaat heel goed, er is een opening in de cirkel licht over mij, hier in deze kamer waar ik schrijf.

     

    Maar dit moet ik al eens gezegd hebben, ooit.

     

    Ugo

     

    18-04-2012, 03:59 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Schreeuw van Munch

    ‘De Schreeuw’ van Edvard Munch.

     

    Ik las in ‘El País’ van 13 april, dat de derde van de vier versies – twee werden ooit gestolen, maar nog niet zo lang geleden teruggevonden - die er bestaan van ‘De Schreeuw’ van Edvard Munch (1863-1944), op 2 mei bij Sotheby New York, onder de hamer komt, samen met andere werken van Munch en werken van Picasso, Miró, Bacon, Liechtenstein, Warhol, onder vele anderen.

    Maar het hoogtepunt, de ster van de openbare verkoop, wordt zeker ‘El Grito’ van Munch, de derde versie, de enige die in private handen is, die verkocht zal worden. Een prijs van 80 miljoen dollars ligt in de lijn van de verwachtingen.

    Deze derde versie werd in 1895 geschilderd. De kleuren van dit doek zijn veel levendiger, in de luchten overheersen het bloed rode en het gele, in mindere mate het blauwe. Het is het enige doek waarin een van de twee personages, links, achteraan in het schilderij, voorovergebogen naar de stad kijkt in de verte. Het is ook het enige doek dat een gedicht draagt van de hand van Munch, een gedicht dat vertaald naar het Spaans, als volgt werd overgenomen in El País:

     

    ‘Estaba  yo caminando por la carretera con dos amigos / a la puesta del sol – El cielo se tornó rojo sangré / Y sentí  un aroma de melancolía – Me quedé parado / muerto de cansancio – por encima del negro-azulado / de la leguas de sangre y de fuego del Fiordo y la Ciudad – Me quedé atras / temblando de Ansiedad y sentí el gran grito de la Naturaleza’.

     

    Ik veronderstel dat de correspondent van El País in Londen, Walter Oppenheimer, de tekst van het gedicht gevonden heeft, vertaald uit het Noors naar het Engels en dat het werd vertaald uit het Engels naar het Spaans. Ik kan het nu overbrengen naar het Nederlands maar wat rest er dan nog van de originele woorden/gedachten van Edvard Munch?

    Een poging van vertaling toch, omwille van Munch’s schilderij:

     

    Ik wandelde langs de weg met twee vrienden / bij zonsondergang – de hemel kleurde bloedrood / ik voelde er een smaak van melancholie in – ik bleef onthutst, dood van vermoeidheid – bovenop was er blauwachtig-zwart / mijlen van bloed en vuur van de fjord en de stad – ik bleef achter / bevend van angst en ik hoorde de grote schreeuw van de Natuur.

     

    Het is slechts een verre benadering van de gedachten van Munch, maar als het doek 80 miljoen dollars waard is als enige van de vier, dan zal het niet alleen zijn omwille van de persoon die gebogen naar de stad kijkt, maar eerder omwille van het gedicht. En dan denk ik dat het een van de duurste gedichten wordt, ooit geschreven.                 

    17-04-2012, 04:58 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laatste woorden hier.



    Sàbado 14 de abril de 2012:

    Het is koud vandaag, heb het hier zelden zo koud geweten.

     

    Gevlucht naar  Alicante. In de boekenafdeling van ‘Cortès Inglès’ val ik - onder heel wat meer, zelfs een whisky 1946, van 3.650 € - op de werken van José Saramago, hij die de oorzaak is van mijn Blog, maar dit is een andere geschiedenis, op zijn ‘Caïn’ maar zal het zeker niet kopen, de broedermoord schrikt me af. Trouwens, ik ben er bijna zeker van dat Saramago[1], in Steinbeck’s ‘East of Eden’, niet heeft gelezen wat hierover kan gezegd worden. En bepaald niet zijn passages over de vertaling van het Hebreeuwse woord ‘timshel’ uit Hoofdstuk 4, vers 7 van Genesis.

     

    In het appartement zoek ik de zin met het timshel-woord op in mijn King James’ versie van de Bijbel die ik ooit voor quinientas pesetas heb gekocht op de oude-boekenmarkt vóór de ayuntamiento, het stadhuis van Alicante.

     

    Het is the Lord die spreekt tot Caïn:

     

    If thou doest well, shalt thou not be accepted? And if thou doest not well, sin lieth at the door. And unto thee shall be his desire, and thou shalt rule over him.

     

    Ik zal dan toch Steinbeck moeten gaan opzoeken om me precies te herinneren waarom hij de vertaling van timshel, zo belangrijk vond. Als ik me goed herinner ging het erover te weten of de ‘thou shalt rule over him’ wel de correcte vertaling was.

    Maar wat het boek ‘Caïn’ van Saramago betreft, vrees ik dat hij, na zijn ‘Evangelie volgens Jezus-Christus’ zijn vete tegenover de Kerk hier even scherp heeft gesteld. Om deze reden onthoud  ik me liever.

     

    *

     

    Heb hier meer geschreven - het positieve in mij - dan gelezen en wat ik schreef ging meestal over de wereld van de geest wentelend over de oneindigheid van water tot voorbij de horizon, de enige werkelijkheid, enkel zichtbaar met de geest in ons, of het nu veel is of weinig, maar in die mate slechts.

     

    Dit is wat ik hier verkondigen wou en ook dat ik dacht van de bergen te zijn maar ik ben van de oneindigheid van zeeën en luchten. Ik dacht van het sterven te zijn maar ik ben van het grote leven. En dus schrijf ik eeuwigheid, omdat ik de eeuwigheid heb aangeraakt met de vingertoppen, het grote moment van de geest.

     

    Een laatste schrijven hier alvorens, na mijn bakens te hebben geplaatst voor de (vele) dagen dat ik hier niet meer zal zijn, plaats te ruimen. De zee zal ik laten en of ik hier nog ooit keren zal moet je vragen aan Vrouwe Fortuna, zij alleen kan het weten.

    Het was een lang verblijf van weinig dagen, gevuld met woorden, van laat in de nacht of van vroeg in de morgen. Ik heb het zo gewild, het heeft zich zo voltrokken.

    We – alle Karels en Ugo’s in mij - beginnen het te kennen, de dagen die verschuiven, de aarde kerend tussen sterren en planeten, bewogen door wat Dante in de laatste regel die hij schreef, ’Amor’ wist te noemen. Of hij hiermee heeft bedoeld, de totaliteit aan Energie - waar de vriend waarvan je hoorde sprak –, kunnen we niet weten, wel vermoeden.

    Of misschien dacht hij aan die borrelende bron die enkel God kan wezen, hoe je Hem ook noemen wilt, want dichter dan de naam zal je nooit komen. Tenware, tenware je Hem zocht in de kleinste bloem, hier ingesloten in de dorste rotsen of in het kleinste zaad hier opgesprongen. We weten het pas later als het te laat zal zijn.

    Maar bewonderenswaardig is an old proverb van lang geleden:

    Any fool can count the seeds in an apple; but only God can count the apples in a seed.

    Het is maar dat we hier, meer spiegelbeeld dan ooit, uit de zee zijn opgestaan, herboren.                                                                                                   

     



    [1] Telkens ik Saramago  intyp krijg ik het woord gewijzigd in Schraag op mijn scherm en moet ik herbeginnen!

    16-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het laatste Gedicht

     

     

                     Schrijf weg van jou, de ouderdom,

    geborgen en gebogen, lijn op lijn

    van lucht en water, groot en onherkenbaar,

    leeggehaald de jaren, om

    één ogenblik, te zijn van alle tijden.

     

    Of je laatste stem in golven

    keer op keer  hier meegenomen

    of wat immer orde is geweest

    en orde blijven zal, wat nimmer of te nimmer

    chaos is geweest al staat het zo geschreven.

    Maar van het Zijn bezeten

    al wat IS, is voortgekomen,

    zoals dit laatste schrijven hier.

     

    Herhalen we, dat uit wat

    in den beginne een potentie was,
    de mens geboren

    en uit de mens

    zijn boeken en zijn schilderwerken,

    zijn symfonieën en zijn kathedralen,

    door de geest gewatermerkt.

     

    Zo schrijf maar blad na blad

    van je aanwezigheid, het boek hier vol,

    het zoveelste dat geschreven wordt,

    in een paar luttele dagen, je luttele

    woorden met wind en golf
    de wereld ingewaaid,

    alsof het boten waren
    onder blanke zeilen en de woorden

    er te lezen stonden

    op bakboord en op boeg,
    voor eeuwig.

    15-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik hoef hier niets te lezen

     

    Ik hoef hier niets te lezen gen romans, geen filosofische geschriften, geen gedichten ook. De zee is hier mijn toeverlaat, mijn intimiteit. Ik kan ze horen en ik kan ze spreken in akkoord of tegenstelling.

    Hoe bruisend ook ze is, hoe losgeslagen met strakke winden, opgewekt, verlucht, verlicht, met zilveren randen van ver gekomen en hier weergekeerd.

    Golven van mijn hart, olas de mi corazon

    En zit ik hier waar ik altijd zat, de plaatsen die geheiligd zijn om over te vertellen van verrukking, te bewenen als om lief te kozen.

    Ik dacht eraan toen ik in de beemden dwaalde, de knotwilgen gesnoeid. Ik dacht eraan er alles van te weten niet meer nodig hier te zijn. Nu weet ik wat er is van het herboren tot wat zee, wat wind, wat glinsterlicht op water.

    Veel meer is het niet, veel meer het niet worden zal, behalve deze woorden, of ze zijn van mij of van de zee in mij.

    Hoe lang nog zal ik schrijven, wanneer ook ben ik leeg gedacht. De hoop hier opgegeven als niemand je wat zegt, je wat toegesproken.

    Geen dagboek bijgehouden, geen avondgebed geschreven, evenmin de morgen in gebed onthaald.

    Hier enkel opgestaan om te zijn, te lopen en te verkennen, om te weten wat het is om hier te zijn op rotsen met een bloem die bloeit, mijn haren vol stuifmeel zijn, bevrucht met woorden, rijker dan ik ooit was.

    Als ik geroerd kan kijken hoe de zee er anders is dan juist zo-even.

    Wat is er van de mens, schrijvend aan de zee gezeten en niets te moeten lezen.

    Morgen zal het anders zijn.

     

     

    14-04-2012, 10:26 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zee en de vriend in eeuwigheid

     

     

    Je wordt hier dronken van de zee hoog op de rots gezeten, de wind je dagblad losgeslagen, losgewaaid je haren, maar toch gelezen al wat vreemd gaat in de wereld. Alsof het nodig was te weten.

    Alsof van vele zaken, zo irreëel het weten is, omdat zo ver af, zo onmachtig op je afgekomen, gedachten en gevoelens je splijtend keer op keer, terwijl je niets wou horen waar je op de hoogste rots gezeten, de zee kunt lezen en dit toereikend is om je dag te vullen, goed te maken wat je nog overkomen kan.

    En wat je overkomt op de hoogste top:

     

    een sms die je vertelt dat een vriend is heengegaan, je ogen die gaan zwellen, een stem tot jou gekomen uit de diepste zeeën onder jou als uit de hoogste luchten waar de sterren staan.

     

    A collapsing world:

     

    Ik heb contact met de zoon. Hij stuurt me zijn laatste woorden, op zijn doodsprentje afgedrukt. Duidelijk, overduidelijk, hij was mijn broeder in de geest.

    Druk zijn woorden op de voorpagina van alle dagbladen, in alle talen, van alle gekende en ongekende continenten:

     

    'De schepping, hoe men die ook bekijkt, is voor mij uitsluitend energie. Energie bij het ontstaan, energie in het zijn en energie in de ruimte. Dit brengt mede dat de eeuwigheid iets vanzelfsprekend is. Dood gaan bestaat dan ook niet, wel het verlaten van ons lichaam om in nieuwe energie te herleven'.

    Marc Herbert,1932-2012.

     

     

     

    13-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te hoog de Zee

     

    Te hoog de Zee
     

    Te hoog de zee:

    te hoog de winden, te hoog de golven,

    de eerste zin die maar niet komt vandaag.

     

    Dan maar wat schelpen tussen losgeslagen

    wieren opgezocht, dan maar wat resten

    van wortels, van verdorde bloemen,

    atomen om in te kaderen, later.

     

    Of ik te oud geworden, te doorzichtig

    de dingen om me heen, al ben ik, lijk zovelen,

    blind geboren, niet geweten, golven electronen

    dwars door ons geraasd

    en golven wilde zeeën, rakelings.

     

    Te hoog de zee, te hoog de wind.

     

    Zo, waarover is het dat ik het hebben zal

    als het niet zou zijn over wat onzichtbaar is

    en onzichtbaar blijven zal.

    Of,

    heeft het nog wel zin in andere woorden

    te herschrijven al wat reeds geschreven staat? 

     

    Maar gezeten op mijn promontorium,

    de golven die hun woorden zijn,

    gehoord alhier, de stem van zij die gingen,

    van moeder en van vader, van broer en allen

    die ik herdenken kan. En luisteren

    wat ze me te zeggen hebben,

    alsof hun woorden boten waren,

    witte zeilen met in filigraan hun naam erop 

    me tegemoet gevaren om in te schepen hier.

     

    Dit mijn promontorium

    naar het ‘ganz Andere’, Horckheimer wist,

    dat we kennen zullen,

    als we de luchten binnenduiken,

    opgezogen, meegevoerd op vleugels

    zoals Dedalus, om niet meer te keren hier.

     

    Ik, wie verlost me van mijn ik.

    Niet meer zoveel leven dat ik ben.

     

    Hier gekomen om te gedenken zij die gingen

    en ook om hen wier plaats hier leeg gebleven

    al zijn ze er, al is hun woord gestold te horen,

    ik kan hun leemte raken.

     

    Hopende, hopende hier morgen weer te komen

    met nieuwe woorden om nogmaals te beginnen

    wat niet meer nodig is omdat zo dikwijls al,

    zo veelvuldig dikwijls al gezegd,

    geschreven, uitgebazuind:

    de geest is leven.

     

    Maar van de zee, haar zang met mij genomen,

    in mij gebrand.

     

    En zee,

    heb je mij vandaag verrast omdat

    zo lang reeds, want bijna vergeten.

    Al kwam maar niet die eerste zin

    die in potentie toch gedicht al is,

    maar ook nog niet geschreven.

     

    Als ik weg zal gaan van hier,

    o God van alle goden,

    o, oude boom hier achter mij,

    uit het oudste veld ter lande opgegraven

    en neer geplant alhier in een tuin onwaardig.

     

    En bid ik de God van de olijven

    die ook die van mij moet zijn,

    dat hij bloeien moge, de boom,

    ik een deel van hem.

     

    Maar te hoog de zee vandaag,

    te vreemd mijn woorden

    uitgekomen.

    12-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cabo de las Huertas

     

    Cabo de las Huertas/San Juan/Alicante

     

    De sterren staan hier strakker, steviger uitgestald. Hier heb ik de nacht die niet faalt ze te tonen in al hun statigheid, rakend zelfs de zeeën hier, waar de maan en de planeten hun baan beschrijven.

    Hier heb ik het hart dat hoog gekeken zijn plaats er zoekt om er te gaan de tijd gekomen.

     

    En van de palmen hier. Zo voor het raam dat ik ze raken kan, ze ruiken kan, betasten kan. En denk ik – voor mij is dit onvermijdelijk - aan een versregel, aangehaald door Jorge Luis Borges, in zijn verhalenbundel ‘ El Aleph’[1], waarin hij het heeft over het heimwee van een Afrikaanse palmboom, overgeplant naar  de tuinen van Ruzafa (een oord in Valencia?).

     

    Aldus - en het is Averroës die spreekt: ‘sedert jaren gekweld in Marrakech omwille van mijn verlangen naar Cordoba troostte het me een apostrof te herhalen die Abdurrahma – een naar het Oosten verlangende koning - richtte tot een palmboom in de tuinen van Ruzafa[2]:

     

    Tú también eres! oh palma!

    En este suelo extranjera…

     

    Ook jij, oh palmboom, bent

     in de grond die je vreemd is …

     

    Eigenaardige gunst van de poëzie, zegt Averroës: woorden geschreven door een naar het Oosten verlangende koning, die mij, ontheemd in Afrika, nuttig waren voor mijn nostalgie naar Spanje[3].

     

    Zo, van de luchthaven van Alicante tot hier mijn verblijf, ‘Cabo de las Huertas’ (De Kaap der Tuinen), zijn er, in de allereerste plaats, de woorden van de Geest, overalaanwezig, and sempiternal

     



    [1] Jorge Luis Borges, El Aleph, Biblioteca Borges, Alianza Editorial, 2001, ‘La busca de Averroes’,  pag 115.

    [2]Así, atormentado hace años en Marrakech por memorias de Córdoba, me complacÍa en repetir el apóstrofe que Abdurrahman dirigió en los jardines de Ruzafa a una palma africana.

    [3] Singular benefÍcio de la poesÍa ; palabras redactadas por un rey que anhelaba el Oriente me sirvieron a mÍ, desterrado en Africa, para mi nostalgia de España.

    11-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aeropuerto de Alicante

     

    Op de muren van de luchthaven – de nieuwe, deze van nu schijnt er geen plaats voor te hebben – stond volgende tekst gebeiteld in een bas-reliëf met een bijna kosmisch landschap dat een zekere mystiek aan de woorden meegaf:

     

                Lo que se ve es un vision de lo invisible.

     

    Letterlijk vertaald: ‘wat je ziet is een visioen van het onzichtbare’. Benaderend vertaald: wat je ziet is een beeld van wat onzichtbaar is of, wat je ziet is een afdruk van het binnenste ervan.

     

    Het is in elk geval een zin die ik sedert ik hem de eerste maal las, elke maal heb opgezocht en niet alleen heb meegedragen in mijn herinneren maar ook keer op keer heb gezocht naar de precieze interpretatie die ik er kon aangeven.

    In een zelfde gedachtegang herinner ik me een graffiti op de witte, pas geschilderde muren van de universiteit van Coimbra:

                        

                           A universidade so illuminara o povo,

                           no dia em que lhe puserem fogo.

     

    Ik vond dit toen zo verrassend dat ik er een gedicht over maakte waarvan de eerste strofe:

     

    Heb je ook gelezen, God, wat op Coimbra's

    muur in graffiti geschreven staat,

    dat de universiteit pas als ze in brand

    gestoken wordt het volk verlichten zal.

     

    De tekst zou van Antero de Quental – een Portugees poëet die leefde in de XIXde eeuw - geweest zijn. Hier ook heb ik het raden naar de juiste betekenis. Maar wat mij betreft, hebben beide zinnen te maken met de zoektocht van de mens naar God. Kijkt of leert aan wat binnen in de dingen verborgen ligt en je zult er God ontmoeten.

     

    En in verband met deze zoektocht, een column uit de Standaard van 6 april waarin Bas Heyns, de schrijver J.L.Hendring bewierookt, en terecht, die na een wekelijkse column gedurende 52 jaar, in het NRC dagblad, op 94 jaar, zijn laatste column heeft geschreven.

     

    Het was Heldring die Sarte’s zin: ‘het dilemma van de mens die weet dat er geen god is, maar niet zonder god kan’, heel tragisch vond voor de mens, en zo voel ik het ook.

     

    Moet ik nu van alle boeken ‘L’Existentialisme est un humanisme’ gaan lezen, ‘waarin Sartre beweert dat met het wegvallen van God de mens  geen toetssteen voor zijn waarden of stelregels meer heeft’, zoals Beyns aanhaalt?

    (verbeterde tekst)

    10-04-2012, 20:24 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (29)

     

    Hij loopt door de straten van de stad die een stad is naar zijn hart. Ongeveer telkens hetzelfde parcours, dezelfde boekenwinkels, hopende soms, al is het een ijdele hoop, dat er ooit een dag komen zal dat tussen al die boeken, met lokkende omslagen en veelzeggende titels, eens zijn boek zal liggen, met op het kaft een foto van de Orionnevel die evengoed, zoals zovele foto’s van nevels, een foto van God kan genoemd worden.

    En als hij terugrijdt naar zijn dorp, met Haydn op de radio, is er, lijk een zonnestraal die door de wolken scheurt, de plotse zekerheid dat er immer iemand bestaan zal die denken en voelen zal zoals hij thans denkt en voelt. Het perfecte evenbeeld van zijn innerlijkheid. Iemand geënt op hem zoals hij geënt werd op die iemand voor hem. En dat hij aldus een belangrijke rol te vervullen heeft: er voor te zorgen dat de ‘vader’ die hij is voor die onbekende, zo breed mogelijk zijn wortels vertakt, zo hoog mogelijk groeit naar de echo toe van Hij die niet te noemen is. En deze echo is er vooral in de vele simpele dingen van het leven. Maar de idee van vanochtend laat hem niet los: hij, geënt op zijn voorbije evenbeeld en op hem geënt, hij die komt na hem.

    Hij ziet dit evenbeeld zitten schrijven en het eigene aan de geest die hij nu is of zijn binding met het eeuwige, het kosmische, zal ook bij de nieuwgekomene en normaliter zelfs in een hogere mate, aanwezig zijn. En kan dit dan niet gezien worden als een hergeboorte, een soort van verder spiritueel actief zijn, op een niveau dat hoger liggen zal, dan het niveau dat hij, Ugo, in zijn leven bereikte?

    Enkel de naam zal verschillen, maar zijn geest zal verder leven in de geest van zijn opvolger. Waagt hij het dan te beweren dat de voedingsbodem van zijn gedachten reeds bestond in de persoon waarop hij, Ugo, werd geënt, zoals de boom reeds potentieel aanwezig is in het zaad en in die potentiële boom ook reeds het nieuwe zaad aanwezig is, van een nieuwe boom en met het nieuwe zaad, telkens en telkens opnieuw, tot in het verre oneindige.

    Hij maakt zich weinig illusie over de originaliteit van deze gedachte en al wat er nog uit voortvloeien zal, hij is er immer van overtuigd geweest dat hergeboorte een droombeeld was van de hoop op onsterfelijkheid. Maar zwevend, zoals hij bezig was in de tuin, weet hij met Rudolf Steiner dat het de kracht van de geest is die de materie voortdurend in beweging houdt – zoals ook Dante dit wist in de allerlaatste zin van zijn Commedia - en dat ook deze kracht, zoals de jaarringen in de boom, laag na laag blijft toenemen.

    Als hij op zijn tafel een door de bergstroom bijna rond geslepen kei heeft gelegd, dan is dit een kei die hem rust geeft. Hij kan de gladheid ervan voelen, de koelte ook en weten vooral, dat ondanks de schijnbare inertie ervan, er binnenin en er omheen, meer dan een wondere wereld aanwezig is die hij, als oningewijde niet omschrijven kan. Maar het is bij momenten alsof de kei kijkt naar hem, alsof de kei denkt met hem, verheugd is met hem.

    Het is dit wonder, aanwezig in het schijnbaar levenloze, meer en duidelijker in de bomen omheen het huis, en in de mens met een reflectie op zichzelf én, op wat God zou kunnen zijn, dat zijn rode draad zal zijn.

    Gedachten die zich loswikkelen in tekens als hij heel vroeg deze ochtend broodkruimels was gaan strooien voor de vogels in de tuin en in het zuiden de schittering van Orion heeft gezien met Sirius laag tussen de bomen, en hij hoopte dat de ets van enkele dagen terug, die hij nog steeds niet had afgedrukt, zoals Sirius in de verlenging ligt van de Gordel van Orion, ook liggen zal in de verlenging van zijn leven en dat de betekenis ervan, het wondere spel van de lijnen, eveneens zal worden opgemerkt, en zoals hij in de schittering van Sirius het teken van God heeft gezien, de wereld in zijn ets het voortbestaan van Ugo zal zien, of minstens het teken van zijn aanwezigheid ooit hier op aarde.

     

    09-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    08-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poëzie en Filosofie

     

     

    In zijn ‘The Sacred Wood’, een bundel essays ‘On poetry and criticism’, heeft T.S.Eliot[1] het over een essay van Paul Valéry waarin deze stelt – in ‘1920’ – dat de tijd van filosofische poëzie voorbij is en dat nu ‘le poète moderne essaie de produire en nous un état et de porter cet état exceptionnel au point d’une jouissance parfaite’.

     

    Deze zin viel niet in goede aarde bij T.S.Eliot – doordrongen zoals ik altijd ben geweest van de poëzie van Eliot, bij mij evenmin - Eliot repliceerde hierop dat ‘the philosophy is essential to the structure and that the structure is essential to the poetic beauty of the parts’.

     

    In het gezelschap van Valéry en Eliot heb ik heel weinig in de pap te brokken, maar ik ook vind het maar mager als zou poëzie enkel als doel mogen hebben, ‘un état’, ‘a state’, een toestand te produceren.

    Eliot valt terug op de Divina Commedia, om na een lange omweg - te lang en te ingewikkeld om er hier over uit te weiden - er op uit te komen dat het filosofisch element bij Dante er niet  op gericht is een filosofie op te bouwen en te verkondigen maar dat het filosofisch element moet gezien worden as part of the ordered world. Dus niet als commentaar of reflexie maar als iets dat waargenomen als deel van een geordende wereld.

     

    Wat mijn gedicht ‘Op een avond’ betreft, verdedig ik mijn filosofische inslag, zoals Eliot de filosofische achtergrond van Dante verdedigt, in terms of something perceived en niet als een theorie die ik verkondigen wil.

    Het ‘dode leven’ in mijn gedicht dat ik van mij wil afzetten, is gericht naar de mens die niet nadenkt over wat leven en ‘het’ leven is en er maar op los leeft. Een staat van bestaan die ik doorbreken wil om voluit in het leven te stappen en als mens te zijn, waarvoor ik denk hier rond te lopen, zelfs al weet ik maar al te goed, dat er hier heel wat zijn voor wie het leven niet veel meer is dan het uitkijken naar een dagelijkse homp brood. Voor hen is het lezen of bedrijven van poëzie geen noodzaak, integendeel.

     

    Is dan de poëzie die ik bedrijven wil en die doorspekt is met flarden filosofie, minderwaardig ten overstaan van de poëzie die ik vandaag ontmoet en heb ik het - Eliot volgend in de mate van mijn mogelijkheden - helemaal verkeerd voor, en moet de poëzie van vandaag louter een spel van woorden zijn met de bedoeling een sfeer, een toestand op te roepen, waarbij de betekenis van het woord veronachtzaamd mag worden?



    [1] T.S.Eliot: ‘The Sacred Wood’, Methuen, London, 1928, herdruk 1960.

    08-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op een avond

     

     

    Op een avond neer gaan zitten

    en in gedachten en in woorden de bolster

    laten barsten die ons lichaam is en op te stijgen

    ongedwongen om achter ons te laten

     

    lijk de slang haar vel afschuift, het dode leven

    dat ons omwikkeld hield en de oneindigheid bezeten.

     

    We hebben het zo zelden toch geweten

    maar op een nacht de meidoorn wit gebloemd

    als met late sneeuw bedekt, of Eliot herlezen

    en verbaasd gekeken dat het mogelijk was.

     

    En blank van alle ogenblikken uitverkoren,

    omslingerend lijk het elektron de nucleus, dit nu

    van wat is en was en van wat nog komen zal

    in dit ons zo gevulde leven.

     

    Terwijl in droom het bloed zich samentrekt

    om wie we hebben bemind, in de grensloosheid

    van schoot in schoot ineengevlochten en

    verschroeid tot pulver van smaragden en robijnen.

     

    En niet nodig te begrijpen omdat het zo ruim is

    en zo doordringend, de siddering

    van het verbonden zijn van al wat is, gekend

    of niet gekend, het zijnde of het wordende

    of hoe we het ook noemen mogen.

     

    De nachten zijn koel hier in dit land.

     

    07-04-2012, 00:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Insijpeling

     

    Gewaagd wat ik schrijven ga.

     

    Een kort bericht in de Standaard: ‘Arabische les voor Letse douaniers’ stemt me tot nadenken. Volgens een woordvoerder van de Letse grenspolitie is dat noodzakelijk wegens het groeiend aantal asielzoekers uit Arabische landen die Engels-onkundig zijn.

    Het houdt me de ganse voormiddag bezig en het gebeurt wat me zelden is overkomen, ik was totaal vergeten dat het donderdag was. Hoe zo iets mogelijk is weet ik niet maar ik wijt het aan mijn blog. Het was nochtans een donderdag om de vergaderring in mijn club niet te vergeten.

     

    Ik vond het vreemd dat de asielzoekers ineens Letland hadden uitgekozen om hun geluk te beproeven. Waren er voldoende inwijkelingen in de landen van West-Europa of, werd de inwijking in West-Europa de laatste tijd te sterk bemoeilijk of, werd het tijd andere landen op te zoeken om er de Islam in te planten?

    Ik vrees het, ik vrees dat er een hoger plan bestaat om het Westen op een zeer vreedzame, maar zeer succesrijke wijze te islamiseren.

     

    Voor mij wijzen heel wat zaken in deze richting, hopende dat mijn vrees totaal ongegrond is. Deze is niet zo zeer de Islam op zich zelf, maar wel het feit dat er terzelfdertijd, een ondergrondse, fundamentalistische  beweging op gang zal komen – ze is er reeds  in West-Europa - die doorslaggevend wordt mettertijd en een dwang zal uitoefenen op de gematigde inwijkelingen, aanhangers van de Islam.

    Ik ben geen racist, ik ben een cultuur-ist, het is mijn cultureel erfgoed dat ik niet graag in de handen zou zien vallen van de fundamentalisten.

    Nu kan ik nog altijd schrijven wat ik wil, en wanneer ik wil; kan ik de muziek beluisteren die ik beluisteren wil, Bach en zijn Johannes Passie. Kan ik me onderdompelen in de sfeer van Pasen en de betekenis die ik geven wil aan de Verrijzenis van de Geest. Dit alles, maakt deel van mijn vrijheid te zijn wie ik ben, en ben ik te oud om de dreiging die er van uit gaat nog zelf te ondergaan, voor mijn kinderen en hun nakomelingen is deze dreiging niet irreëel. Integendeel ze komt dichter en dichter. De Arabische wereld ledigt zich in Europa. Het is een tsunami, en onze politiekers kijken toe, ze laten grootmoedig begaan want ze vrezen als racist bestempeld te worden.

    De insijpeling is al lang een feit, is niet meer te stoppen, de integratie is niet wat ze zou moeten zijn. Ik heb niet de indruk dat ze hier komen om Belg te worden of Europeaan en dat de stroming die op gang gekomen is louter een wegvluchten uit is geweest. Neen, ik zie het als een stille veroveringstocht van het Westen, dat een gemakkelijk binnen te dringen prooi is. De tijd helpende, kan het een overrompeling worden van onze westerse, op een christelijke basis gestoelde, cultuur. En de overrompeling zal niet geschieden door de gematigden, zij ook zullen worden overrompeld door het fundamentalisme dat inherent is aan de leer van Mohammed, zoals het fundamentalisme bij ons bestond toen we uit de middeleeuwen kwamen.

    Ik hoor nu al dat hier gekken rondlopen, die de Hoogdagen van de Kerk schrappen willen en deze vervangen door feestdagen die niet de minste binding hebben met onze traditie. En wie de traditie opzegt, zegt de cultuur op, de geschiedenis op.

    Ik vrees dus voor Bach; ik vrees dus voor mijn vrijheid te zeggen en te schrijven wat ik wil; ik vrees voor de groot levende God van het Universum die ik zal moeten afstaan aan de God van de Kaaba die vijfmaal daags moet aanbeden worden; ik vrees de Vermeersch-en van deze aarde die luidop hun atheïst-zijn prediken - zelfs al begrijp ik niet wat het nu nog betekent atheïst te zijn –dat ze zullen gehalsrecht worden.

     

    Ik vrees van de kaart geveegd te worden, onze eeuwenoude cultuur opgeslorpt met nog wat resten hier en daar, zoals het was met de Egyptenaren, de Grieken, de Romeinen, de Kelten enzoverder.

     

    Laat maar begaan, politiekers van Europa, de Barroso’s, de Verhofstadts, de Van Rompuys, binnen enkele generaties - die er in potentie al staan - zijn je Euro-problemen van de kaart geveegd. De insijpeling in West-Europa is al voltrokken, de finishing touch komt er aan.

    Politiekers in dit land, ga me niet vertellen dat je het niet hebt zien aankomen.

     

    06-04-2012, 01:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    05-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (28)

     

     De vlugheid waarmee de dagen en de nachten zich opvolgen is ontzettend, de vlugheid waarmee de seizoenen in elkaar verdwijnen, elkaar opslorpen is nimmer te begrijpen. De aarde stopt niet, ze slingert zich, wat er ook moge gebeuren, als een tol omheen de zon,  terwijl de zon zich wentelt in de greep van haar sterrenstelsel, meegezogen op zijn beurt met een enorme snelheid met de massa's sterrenstelsels. En de totaliteit van alle beweging,  gegrepen, omgezet in die ene beweging van de slinger van Foucault, opgehangen, zegt Umberto Eco, in een punt van het Universum, het ene stille punt.

     

    Het is het holistisch beeld van het Universum, dat uiteindelijk afstevenen zou, volgens Teilhard de Chardin, op het Omega-punt dat op het ogenblik waar we ons thans bevinden, elke verbeelding tart.

    Als God, om hem te noemen met de naam van de Septuaginta-vertalers - en dit gebeurde om de Grieken te behagen - de avond van de ’zesde’ dag, in gedachten de balans heeft gemaakt van al wat Hij gepland had te doen dan was zijn visie onmogelijk beperkt tot de aarde, Hij zag de aarde zelfs niet. Integendeel, het was de totaliteit van de Kosmos die Hij zag, ingekleed, gestapeld en geborgen, ineen verweven, uitgezet en gedragen in natuurwetten en evolutie-impulsen. Stephen Hawking noemt deze wetten: the mind of God.

    En het is uit de mind of God dat het levenszaad zal neerdwarrelen waaruit de mens zal opstaan, onvermijdelijk als deel van de mind of God. Of God geïntegreerd in het Universum, of misschien, het Universum zijnde het materieel aspect van God, zodat Hij duidelijk, ongelooflijk, overtroffen zichtbaar is voor zij die Hem willen zien. Het nieuwe paradigma dus waar Alain de Botton[1] op zoek naar is maar het niet zal vinden omdat hij de waarheid al in pacht heeft, zo lijkt het toch.

    In deze kosmisch-religieuze context zou hij het Genesis-verhaal kunnen herschrijven, ditmaal echter niet met de visie van een filosoof en schrijver die Elohim heeft gezien, de blik gecentreerd op de aarde, deze engheid van verbeelden wordt overboord gegooid, maar hij zou het verhaal – als er een verhaal nodig is - willen en kunnen herschrijven met de visie, komende uit de geest van God, de ‘God’ die een splinter van zijn geest overbracht in de mens opdat Hij zichzelf, hoe minimaal ook, gereflecteerd zou zien in de geest van de mens en waarvan Hij gezorgd heeft dat deze weerspiegeling zich beter en beter zou preciseren naarmate de tijd vorderen zou. Als hij dan God vervangt door het Ego van het Universum dan is het dit Ego dat, via zijn weerspiegeling in de mens, zijn eenzaamheid wil doorbreken.

    Dan is de positie van de aarde de plaats geweest en ook noodzakelijk geweest opdat de mens, die nu nog steeds ‘wordende’ is, er zicht zou hebben op die God en Hij of ‘Zijn Ego in zijn Universum’ niet sterven zou van verlatenheid.
     

    God is what mind becomes when it has passed beyond the scale of our comprehension.

    God is wat geest gewordt als deze het niveau van ons begrijpen overstijgt. Het zijn de woorden van Freeman Dyson[2].

    God is de uitdaging van de mens, is het doel van de mens, is de queeste van de mens. Hij daagt ons uit op zoek te gaan naar Hem, opdat het beeld, het absoluut allesomvattende beeld van zijn grootheid, groeien zou, zich preciseren zou in de mens.

    Het boek van Dyson dat hij nog maar eens uit zijn rek heeft gehaald - er moeten duizenden zulke boeken bestaan - is als het beluisteren van een cantate van Bach bij het buitengaan uit de kathedraal na een Gregoriaanse mis.

    Steven Weinberg daarentegen houdt er een andere mening op na, hij aarzelt niet te schrijven:

    The more the universe seems comprehensible, the more it seems pointless.

    Hoe begrijpelijker het Universum wordt des te duidelijker het ons toeschijnt als zinloos.

    Hij vermoedt dat Weinberg reeds spijt moet hebben over deze harde regel tekst. Want Weinberg ook heeft de nachtelijke vlucht gevolgd van Bede’s sparrow, komende vanuit de duisternis, doorheen de verlichte en verwarmde banketzaal van King Edwin om dan weer te verdwijnen in de nacht, en Weinberg vindt dat de verleiding te gaan geloven almost irresistible is.

    Als Weinberg evenwel religie gelijk stelt aan wat Bede vertelt, over de leer van de Kerk aan koning Edwin - wat voor hem in wezen niet zoveel kan afwijken van de God uit de tijd die Enrico Miret Magdalena noemt la época pregalileana - dan had hij toch van hem een ruimer idee verwacht.

    Trouwens waarom zou Weinberg zich inlaten met de kleine huismus van Bede als hij enkele pagina’s ervoor akkoord gaat met de verklaring van Phillip Johnson, namelijk:

     

    Naturalistic evolution is consisting with the existence of God only if by that term we mean no more than a first cause which retires from further activity after establishing the laws of nature and setting the natural mechanism in motion.

     

    Hij vindt dat de idee van Phillip Johnson, die hij ontmoet bij Weinberg, nu precies de idee is die hij heeft verwoord en die hij ook, wat vers 2, 2 uit Genesis betreft, gevonden heeft in de vertaling van Fabre-d’Olivet, waarin het beeld verschijnt van de Elohim die rusten gaat.

    Wat betekent, dat we nimmer meer hopen moeten op om het even welke interventie van Hem. Hij is rustende, Zijn werk wat, én het Universum én de mens betreft, is af, de finaliteit ervan is wordende, is komende.

    En om in te zien hoe de finaliteit komende is, hebben de laatste berichten over het bestaan d’innombrables planètes, die eventueel aardes zouden kunnen zijn, ons in grote verwarring gebracht.

     

    Echter, wij weten niet hoe ‘af’ het is. En weten evenmin of het dichten van het gat in de ozonlaag erin begrepen is, weten evenmin of de mens geen poging wordt zoals de mier er misschien een was, de bij, de dolfijn, het wat-weet-ik-nog er een was, en moet er nog gewacht worden, hier of elders in de Kosmos, op een ander fenomeen dat beter dan de mens op aarde, beantwoorden zal aan het prototype dat God, als spiegelbeeld van Hemzelf, zou kunnen beoogd hebben.

     

    Maar voor hem, Ugo, betekent het Universum het resultaat van Zijn optreden op de zevende dag. En het is in de echo ervan dat de kleur, de klank, de verwevenheid, de hoop van zijn Ugo-zijn, getekend ligt.

    Het is in die regio, in die zuivere verhelderende dimensie dat hij zoeken moet. Al weet hij dat hij die dimensie pas in zijn allerlaatste ogenblikken betreden zal en dat hem nu enkel, de verhullende smaak ervan aangeboden wordt. En dan schrijft Eliot:

     

    I said to my soul, be still,

    and let the dark come upon you

    wich shall be the darkness of God…

     

    Het is in die ‘duisternis van God’, de duisternis om de banketzaal van King Edwin, waar omheen the storms of winter rain and snow are raging, dat voor zij die zoeken blijven, het Licht zal schijnen.

     

    *

     



    [1] Alain de Botton: Religie voor atheïsten (Religion for Atheists) vertaald door

    Jelle Noorman, Atlas, 2011)

                     [2] Freeman Dyson: Infinite in all Directions

    05-04-2012, 00:10 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gianbattista Tiepolo

     

    Stefan Hertmans in zijn ‘Arcadia’ verwijst me naar Google om kennis te maken met het werk van Gianbattista Tiepolo, een Veneziaanse schilder uit de XVIII de eeuw die me voorheen totaal onbekend was. Zonder al te veel inspanning of verplaatsingen te moeten doen heb ik nu enig idee over zijn werk en persoon en heb ik beter het essay van Hertmans[1]:  ‘Roberto Calasso’s meesterlijke restitutie van Tiepolo’ kunnen herlezen.
    Tiepolo ‘de grote laatste schilder van de geheimen van een voor altijd verloren Arcadia’, zoals hij door Hertmans wordt genoemd. En het was 
    deze zin die bij mij was blijven hangen en naar een uitweg zocht.

    Ik vond dat ik schrijven mocht, dat Tiepolo schilderde, gezeten op een wolk, zoals het me maar al te dikwijls overkomt. Ik zeg dit niet omdat ik een even grote ‘Arcadische’ schrijver zou zijn als Tiepolo een schilder, verre van, maar we hebben iets gemeen, een soort van vierde dimensie, de dimensie van Le Thoronet, ( zie mijn vorige blogs) en ik begrijp waarom Calasso, die ik enkel ken via  het essay van Hertmans, Tiepolo’s werk omschrijft als doordrongen van ‘de oude metafysica van het offer’. Of er een dergelijke metafysica bestaat weet ik niet, maar het zal wel, maar voor mij,  is Tiepolo duidelijk een metafysicus en, als dusdanig een poëet. Hij zegt iets in meer dan het verhaal dat hij uitbeeldt, een verbondenheid, een verder reikende religiositeit. Hij situeert zich absoluut niet in ‘punt 1’ van het alles weten, maar zijn verbondenheid met de totaliteit van het zijn, houdt hij verborgen zodat hij onbegrepen overkomt.

     

    Ik begrijp, voor het eerst misschien, wat kunst wel is, nederigheid – en we weten wat Eliot zegt over humility - een uitzien naar een onbekende, een ver reikende, vermoede waarheid, waar dichters en schrijvers en filosofen en wetenschappers, rondwandelend in het Arcadia van Hertmans - het Voorgeborchte van Dantes Inferno, (canto IV) - over spraken met elkaar, namelijk dat kunst ‘iets’ in meer is, zijnde de binding met het onbekende, het onnoembare, het onuitspreekbare. 

    Als ik de goeroes van vandaag hoor dan is kunst vooral iets in min, heel wat in min. Om deze reden zijn de doeken van Tiepolo, van een ‘onaanraakbare mystiek’, de mystiek eigen aan de tekening van mossen en lichen op de stenen van romaanse kerken en abdijen en vergeef me als ik denk aan Le Thoronet, waarin verweven ligt het wondere van tijd en van zijn.

    Roland Barthes in een van mijn voorgaande blogs sprak over de wereld van een Japanse tuin en in zijn beschrijving verwees hij met een simpel vraagteken naar de denkende, creërende mens die de tuin had geconcipieerd, de mens verbonden met de natuur en met wat die natuur betekent. In het

    werk van Tiepolo ontmoet ik diezelfde mens, de mens die weet dat er iets hoger is, iets dat niet te bereiken is, iets dat we enkel aftasten kunnen met de voelhorens van de geest. 

    Ik ontmoet in zijn doeken de innerlijk fulgurerende spirit van de mens die tevoorschijn komt in de wijze waarop hij zijn onderwerp inleidt en verkondigt. Begrijpelijk dat hij in zijn eeuw, ongemoeid gelaten werd, even afgezonderd als onbegrepen om wat hij, verdoken, te vertellen had.

     

    Zeggen, dat ik Tiepolo gisteren niet kende, dat ik hem vandaag ook nog niet ken, maar ik weet nu dat zijn doeken bestaan, zoals ik weet dat de kwantum fysica bestaat. Het mooie, het sublieme ervan is dat ik, noch het werk van Tiepolo, noch de kwantum fysica kan binnendringen omdat beide een beeld zijn van het ongrijpbare, het onaanraakbare.

    Maar dit is dan mijn visie en niet noodzakelijk deze van Calosso en Hertmans.

     

    *

     

    Ik voeg er voor mezelf aan toe, dat wat ik in woorden geschilderd heb, namelijk dat het werk van Tiepolo me in de eerste plaats als metafysisch overkomt, geschreven werd vóór de muezzin van mijn tijd in Yemen, vóór het licht opkwam, vóór  het gekweel van de vogels te horen was, in een moment dat ik nu ervaar als een moment van bijna-genade.



    [1] Het boek van Stefan Hertmans ‘De mobilisatie van Arcadia’( De Bezige Bij, Amsterdam, 2011) is het weinige dat ik de tijd heb te lezen, het verlaat me amper. Ik weet nu wat ik erin vinden kan en het inspireert me. Nu en dan komen er flitsen terug, zo dingen die ik begrijp als andere die ik minder begrijp, of meen begrepen te hebben. Wat hij schrijft over Tiepolo, meen ik ook op mijn manier begrepen te hebben.

    04-04-2012, 03:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opgejaagd (2)

     

    Mijn blog van 2 april was de tekst die ik met de pen, in een moeilijk te lezen handschrift, heb neergezet in mijn dagboek. Opgejaagd door één woord in mijn hoofd, ‘begoocheling’.  Het gebeurde vroeg in de morgen, in de gonzende stilte van de kamer, in het krassen van de pen op het blad, en uit mijn pen vloeide, wat ik een fractie van tijd ervoor nog niet had gedacht. Dit is wat ik gisteren als blog heb overgenomen. Vandaag kom ik erop terug, om er nu aan toe te voegen:

     

    Is het geen begoocheling te denken dat wij het zijn die ons eigen leven volledig in de hand hebben, dat wij het zijn die beslissen dit te doen of dat te doen, of ook niet?

    Of kan het dat het helemaal omgekeerd zou zijn en, dat we worden geleefd van bij onze geboorte door de omstandigheden – en zelfs van ver vóór onze geboorte – dat alles al voorzien is en dat we beslissen wat beslist moet worden om uit te komen waar we uitgekomen zijn en nergens anders. Ons leven aldus niet veel meer zijnde dan een massa dromen van morgen tot avond, tot ver in de nacht?

    Dit is uiterst gewaagd dit, zelfs met een vraagteken, voorop te stellen, maar alles vloeide voort uit het woord begoocheling of de begoochelaars die we zijn, als we (cynisch) spreken – alsof het ons niet in het minst deren zou - over dood en leven en lichaam. Met de nadruk op het lichaam, alsof dit lichaam de zin van het leven zou zijn of het leven, levend naar een ‘rottend’ lichaam, of een lichaam vol ‘wormen’  toe; en we ons helemaal niet begoochelen als we denken het leven te leiden dat wij zelf, en niets of niemand anders dan wij, gewild hebben.

     

    Vandaag denk ik het anders. Veel is begoocheling als zou alles van ons en enkel van ons afhangen en het alleen de dromen zijn, die ons losbandig overvallen in de slaap, die van elders komen. Maar het is

    Vrouwe Fortuna (van Dante), die de touwtjes in de handen heeft, Zij beslist in grote mate over wat kan en niet kan zodat we  gerust besluiten mogen dat we geleefd worden, geleefd tot binnen onze cellen, tot binnen de atomen van ons lichaam.

     

    Het is, opgejaagd door het woord, een dronken beeld van de mens dat ik heb opgevoerd vandaag. Een uitvloeisel van wat ik hoorde hoe lichtzinnig gesproken wordt door de filosofie over leven en dood. Mijn lichtpunt is dat ik, in het artikel, ‘Van de eerste tot de laatste ademtocht’, over het boek van de Standaard-redacteur Joël De Ceulaer[1], dankbaar gelezen heb wat Spinoza, uitgestoten uit de Amsterdamse Joodse gemeenschap, voorhield – en wat ik altijd heb vooropgesteld - onszelf te zien als deel van de natuur. En, een man naar mijn hart, Herman De Dijn zegt erover, en ik neem het essentiële:

     

    ‘Als je je ziet als deel van de natuur, dan ben je een deel van iets groots, van iets allesomvattend, dan heb je een compleet nieuwe kijk op jezelf die tot een vorm van verrukking leidt. Tot het inzicht, ik ben een proces, ik maak deel uit van de natuur, van God, maar dat is prachtig’.

     

    Eindelijk las ik nog iets zinnigs in de Standaard der Letteren.

     



    [1] Joël De Ceulaer: ‘Denken als ambacht. De levenswijsheid van tien Vlaamse filosofen’, De Bezige Bij, Antwerpen, 272 blz.

    03-04-2012, 01:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opgejaagd

     

    Opgejaagd door mijn blog.

     

    Opgejaagd door het woord, zijnde mijn blog, vroeg wakker en gelezen van Sarah Vankersschaever[1],  wat ze vond van Gruwez’ dichtbundel ‘Wijvenheide’:

     

    ‘Het werk van een getalenteerd acteur die flexibel wipt van personage naar personage’ en, ‘een nietigheidsgedachte die zich een weg baant door zowat elk gedicht in de bundel’.

     

    Ze leert me ook dat de worm nog maar eens opduikt – er is ondertussen ook de crematie – als een variatie op ‘tot stof en as zult je wederkeren’.

    En dit is niet alles,  Vankersschaever gaat veel verder nog, maar het is aan u als je het wilt ontdekken om de bundel te lezen. Ik vind in elk geval dat wat ze geschreven heeft als recensent, even poëtisch is als het woord van Gruwez. En ook, na haar gelezen te hebben dat het me  duidelijk is dat ik maar blijf schrijven als iemand van halfweg de XXste eeuw, wat ook niet ideaal is. Maar wat de wormen betreft  verdedig ik me met te verwijzen naar mijn astronoom Lyttleton van gisteren, Velen zijn er die plaats genomen hebben in punt 1, ‘truth’, en er blijven wonen voor de rest van hun dagen.

     

    Maar, ik zou niet graag mijn werk, waar ik al mijn krachten heb aan opgeofferd, betiteld zien als ‘De mens in mineur’, of als ‘kwinkslagpoëzie’, al ben ik Gruwez niet. Toch zal ik de bundel opzoeken en lezen, omdat die van Luuk Gruwez komt en omdat ik weet hoe schitterend en accuraat hij weet te schrijven over de poëzie van sommige  van zijn collegae.

     

    Ben uit die recensie gestapt. Heb nog even hoger in het blad gekeken en even nog gelezen over ‘Tien filosofen en tien conclusies’ – het artikel ligt weg voor morgen of overmorgen - om eruit te halen dat het godsbegrip van Spinoza dicht aanleunt bij dat van de Chinezen en, van Ulbricht Libbrecht: God is gelijk aan de natuur. Wat ik beamen en verdedigen wil. Om dan verder te vallen op een zin uit die tekst waar (glimlachend) gezegd wordt: ‘wat je ook doet of presteert of onderneemt na je dood ben je een rottend lijk’.

     

    Cru gezegd is dit een crue waarheid, die hier, als variant op de worm, eveneens op de snede van het punt 1 geschoven ligt, waarmede ik dus niet akkoord ga, al mijn teksten staan hier lijnrecht  tegenover, want het is niet mijn ‘ik’ dat daar ligt, maar het omhulsel van mijn ‘ik’, en het is niet het rottend lijk dat de producten van de geest, die je eventueel achterlaten zou, gepresteerd heeft.

     

    Het is in dit punt, met deze gedachte, met dit paradigma, dat ik me situeer in deze wereld voor het ogenblik.

     



    [1] De Standaard der Letteren van 31 maart 2012.

    02-04-2012, 07:02 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moedeloosheid

     

    Moedeloosheid overvalt me. Het leven is plots een grote onzekerheid, een open vlakte zonder horizon, een woestijn, een dorheid.

    Vanwaar deze gedachten, terwijl ik gisteren nog aan het dromen was; terwijl ik de vorige dagen nog een eeuwigheid voor mij had; terwijl ik dacht mijn vijfde maand te beginnen, met nog zeven voor de boeg; terwijl ik dacht canto 34 van mijn A.vd.D. in te loggen met als laatste zin de laatste versregel van Dantes Hel?

    Vanwaar deze gevoelens, alles te laten voor wat het is, die moeë lichaam, deze moeë geest, zijn rust te gunnen. Geen woorden meer, geen gedachten meer, een totale leegheid van hart en ziel.

    Ademen om nog wat dagen in leven te blijven. Terwijl ik buiten loop, de zon voel in mijn hals, in mij witte haren, zie hoe alles in kleur komt, hoe een spinnen ei is opengebarsten met honderden minuscule spinnen tegen het raam, valt alles stil in mij, opgelost, vergeten, verlaten.

    Mijn boeken waardeloos, alle dingen die ik schreef of tekende, of de stukjes steen en wortels die ik samen kleefde onder glas, waardeloos, uitingen van de laatste stuiptrekkingen. En dan, wat me overviel toen ik neer zat om deze woorden te schrijven, begoocheling te denken dat mijn blog de remedie was die alles oplossen zou.

    De dag die naar zijn einde neigt: in het minivijvertje één rode vis nog opgedoken, een vergetelheid van de reiger, en als ik voor mijn klavier zit, een vage schaduw, een laatste ekster neergestreken op de tafel in de tuin waar ik een hoopje kaassnippers had neergelegd.

    Zeg ik, dat het al wat beter gaat?

     

    01-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aprilvis?

     

     

    We zijn geen uitverkorenen meer (dit geldt ook voor bepaalde volkeren die nog die mening zijn toegedaan) nu ik gehoord heb dat er in ons melkwegstelsel duizend en meer planeten zijn, ik durf het cijfer niet herhalen maar er zouden er meer zijn in het totale Universum, dan zandkorrels op het strand van Oostende, planeten waarop leven zou mogelijk zijn.

    Wat ik in een vorige blog reeds vertelde over een hadith van de profeet als over een paar versregels van Dante, als zou de godheid het Universum geschapen hebben opdat hij zich weerspiegeld  zou kunnen zien in de mens, is dus geen beslissing geweest toegespitst enkel en alleen op de aarde, maar ook toegespitst op alle planeten van de miljarden melkwegstelsels. Wat neerkomt op een enorme, massale, steeds maar toenemende schepping met toenemende mpogelijkheden om zichzelf te ervaren in de geest van zijn schepsels, in het bijzonder de mens.

    Waaruit dan blijken zou dat het materieel aspect van het Universum, met zijn negatieve als positieve kanten, slechts bijzaak is – zoals ons lichaam slechts bijzaak is – een hulpmiddel om te bereiken wat bereikt moet worden.

     

    Maar, beste lezer, hier tegenover  plaats ik wat ik terugvond in een dagboek, komende uit the Economist van lang geleden. Het zijn woorden van een Britse astronoom, professor Raymond Lyttleton die verklaarde dat:

    ‘a hypothesis is as a bead on a length of wire, one end being marked 0 (falsehood) and the other end 1 (truth). Never let your bead quite reach 0 or 1, or it will fall off the wire and out of the domain of rationality. Move it along the wire, this way or that, in the light of new evidence’.

     

    Ik anker me zeker niet vast in wat ik schreef over planeten en leven en reflectie. Alles is beweging, ook de kennis, ook de bewijsvoering. Maar mijn (soort) paradigma plaats ik toch op punt 0,55, en alhoewel ik zou willen gaan tot 0,65, zal ik toch maar wijselijk blijven bij mijn eerste notering.

     

    01-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs