 |
|
 |
|
|
 |
02-09-2012 |
Tussentaal |
Eerst dit. Ik heb
gisteren eens te meer een te lange blog laten verschijnen. Maar je zult me
begrijpen dat ik, na de vele contacten die ik met Kamal Salibi heb gehad, niet
minder kon dan hem, als is het maar even, terug te brengen onder de mensen en
hem via mijn blog mijn vriendschap en respect te betuigen voor het werk
verrassend en baanbrekend dat hij presteerde. Het is, zoals van velen hier op
deze aarde, het werk van een leven.
En, een tweede maar.
Een om bij te wenen en de politiek voor eeuwig te vervloeken. Ze wil nu haar
integratie programma uitbreiden en de moeilijkheidsgraad van ons Nederlands
verlagen omdat ze tegemoetkomend wil zijn, en niet wenst dat mensen Nederlands
onkundigen dus - die hier zijn binnengevallen in het land van melk en honig uit
de boot zouden vallen. Ze, de politiek, wil dus een tussentaal Nederlands
onderwijzen, een tussentaal voor een tussenvolk, zegt Stefan Hertmans in de
Standaard van 31 augustus een artikel dat we allen tweemaal zouden moeten
lezen - en hij noemt deze tussentaal, Onzin,
onzinnig en onzindelijk. Ik noem het een smerige boel.
Ik dacht dat
integratie betekende aanpassing aan de cultuur van een land, aan de taal, aan
de geplogenheden, aan de wijze van leven van een land. Hier binnekomen met zijn
eigen cultuur en deze cultuur blijven beleven zoals van oudsher, is geen
integratie en zeker niet als ze de bevolking van hier - zoals het regelmatig
gebeurt door de ingewijden die het, onder de geïmmigreerden, voor het zeggen
hebben verwijten en behandelen als ongelovigen. Als wij voor hen
ongelovigen zijn zullen ze zich nooit ofte nimmer hier integreren, zijn ze hier
gekomen met oneerlijke bedoelingen, zijn ze hier gekomen om ons vroeg of laat
te overrompelen. Ik let op mijn woorden wat al een begin is van overrompeling.
Wel ik wens niet
dat mijn taal, mijn Vlaams Nederlands gedesintegreerd wordt voor de integratie
van zij die me als ongelovige bestempelen, het is me trouwens heel duidelijk
wat ze hier komen doen in dit land van ongelovigen, wat er in hun achterhoofd
leeft of wat ze verbergen in hun baard verzwijgen ze niet.
Ik las over lAlgérie de la France in Le Monde. Als
ik verneem wat er zich afspeelt in la
France van nu dan wordt er, binnen afzienbare tijd, geschreven over la France de lAlgérie.
02-09-2012, 00:14 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-09-2012 |
Kamal Salibi |
Ik kon ik niet onopgemerkt
voorbij 31 augustus ik kan ook niet voorbij 1 september omdat het op die dag
is, precies een jaar geleden, dat in Beirout, Kamal Salibi overleed. Weinigen
in het westen hebben Salibi gekend of gelezen. Hij was de auteur van diverse
boeken over het land en het volk van de Bijbel, en van een ontstellend, bijna
provocerend boek over Jezus.
Ik hoorde voor het
eerst van Salibi in 1986, de dag van mijn verjaardag in Al Tawila aan de Rode
Zee in Noord-Yemen, toen ik zijn boek ten geschenke kreeg van vrienden uit
Parijs.
Ik herinner me dat
ik het een eerste maal, maar dan vluchtig, gelezen heb op het vliegtuig dat ons
van Sanaa terugbracht naar Parijs en dat het voor mij een revelatie was die me
ettelijke jaren zou bezig houden en leiden zou tot een correspondentie met de
auteur, en veel later tot een uitwisseling van e-mails. In den beginne over het
gebeuren, gekend als de uittocht uit Egypte en de veertigjarige tocht van Mozes
door de Sinaï woestijn en later over de veroveringstocht van Thutmosis IV ofwel
in Palestina, ofwel in de Asir.
Nu, Salibi lezen is
één zaak, de verhalen van de Bijbel lezen en er geloof aan hechten is een
andere zaak. Absolute zekerheid, wat de plaatsnamen in het Oude Testament betreft ik spreek niet over de rest - is er
niet. Wat Salibi me wel leerde, en wat ik van hem aanvaardde is dan hij op
basis van de plaatsnamen die nog steeds bestaan in Saudi Arabië, de tocht van
Mozes en de Israëlieten wist te situeren en dat ik de overtuiging opdeed dat ik
met mijn vrienden, bij onze tocht door Yemen, in het spoor van Mozes had
gelopen. Wat me een zeer ongewoon gevoel gaf en aan onze reis een kleur en een
diepte gaf die ik op andere plaatsen nimmer heb gekend.
Ik ga hier niet
verder op in, maar voor zij die het wagen zouden Salibi te gaan lezen - maar
het is best dat je er een goede reden voor hebt hierna de lijst van de werken
van Salibi:
Zijn eerste boek Die Bibel kam aus dem Lande Asir, verscheen
eerst in Der Spiegel en pas daarna in boekvorm in 1985 bij Rowohlt Verlag
GmbH Reinbek bei Hamburg. In hetzelfde jaar gevolgd door The Bible came from Arabia, bij Cape ed. London en, Het ware Land van Abraham, Een nieuwe
theorie over de oorsprong van het volk van Israël, bij Elsevier.
In 1986 kwam de
Franse vertaling uit: La Bible est née
en Arabie, bij Grasset. Het is deze vertaling die ik ten geschenke kreeg.
In 1988 verschenen The Secrets of the Bible People bij
Saqi Books, London, en Conspiracy in
Jerusalem, The hidden origins of Jesus, bij I.B.Tauris & Co London.
IK heb altijd
getracht de werken van Salibi te vergelijken met de herziening van de
Egyptische geschiedenis door Velikovsky. Ik ben er niet in geslaagd, in het
werk van Salibi enige bevestiging te vinden van wat bij Velikovsky centraal
staat, namelijk dat Thutmosis IV leefde in de -Xde eeuw en niet in de -XIVde,
zoals algemeen aanvaard.
Ik kan hier ooit op
terugkomen maar het is een essay dat ik dan zou moeten schrijven, wat ik niet
zinnens ben. Eigenlijk heb ik er al genoeg tijd in gestoken, én in Velikovsky,
én in Salibi.
Wat ik wel nog
kwijt wil is het volgende:
Zijn de
fundamentalisten in Israël er wel zo zeker van dat het graf van Abraham zich
bevindt in Hebron, waar ze gemeend hebben het te moeten situeren, samen met een
nog meer twijfelachtig oord, het Kyriat Arba uit Genesis 23: 1 en 2?
Ze hebben het graf
gelokaliseerd binnen hun grenzen van nu, en hebben er een pelgrimsoord van
gemaakt. Echter van de grotten van Maqfellah wordt niet meer gesproken.
Misschien hadden ze
vooraf Kamal Salibi moeten lezen over het nog steeds bestaan van een Hebron in
Saudi Arabië, met aldaar vier (arba)
dorpen (kyriat) en van een plaats
Maqfellah en ook lezen al wat Salibi
wist over het Beloofde Land van Abra(ha)m.
Maar zoals de
fundamentalisten, de moordenaar van Uriah zijn bevelhebber, namelijk Koning
David die met Bethsabee, de vrouw van Uriah, in bed wilde een verhaal, breed
uitgesponnen in hoofdstuk 11 van Samuel II hoog in het vaandel voeren, zo
zullen ze, er mogen nog tien Salibis opduiken, geen duimbreed toegeven wat het
graf van hun aartsvader betreft.
Het weze dan maar
zo.
01-09-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
31-08-2012 |
De Tijd |
31 augustus is voor mij een dag om zo maar niet voorbij te schrijven.
Het is een dag die ruikt naar een begin van herfst met de eerste tekenen van de
natuur die stilvalt, die omgebogen wordt naar de aftakeling: de hortensias die
hun kleur verliezen, de eerste bladeren op het gras en de wind steviger in de
bomen. De aftakeling ook in mijn lichaam met ongekende opstoten van pijn en
stijfheid in hals en schouders.
Een dag om niet te koesteren want ik weet dat de voor mij nog komende dagen
van 31 augustus, zeldzamer en zeldzamer zullen worden. Maar dit is dan ook een
reden om deze dag maximaal te beleven; om geen ogenblik ongemerkt of onbewust
te laten voorbijgaan. Me toe te spitsen op al wat ik doe, wat ik lees of
schrijf. Te leven à 100% van mijn mogelijkheden; me in te schakelen in het
leven van de natuur, me voor te bereiden op de positieve kant van de herfst die
eens te meer me overvalt, zoals een zin me overvalt, een beeld, een herinnering,
en ondanks alles, met een aangenaam gevoel, september, de herfst, de winter
tegemoet te gaan.
Ik zal die ook nog wel doormaken. Zal de nieuwe lente binnengaan,
herboren, zoals de natuur heropgestaan, zoals het zovele malen vroeger al is
gebeurd en aldus een volgende 31 augustus bereiken en op die dag te hernieuwen
wat ik vandaag heb opgetekend.
Ik kijk dus, gelaten, maar ook vol vertrouwen de kleuren, de luchten, de
regen, de vroege avonden van de herfst tegemoet. Het vooruitzicht van wat de
natuur me brengen zal, vermengt zich met het vele werk dat ik voor ogen heb:
mijn blog, nog voor een tijdje tot ik totaal leeg geschreven ben; mijn boek
waaraan ik werken zal, waaraan ik een structuur geven moet wil ik er ooit iets
leesbaars van maken. En, zoals augustus is voorbijgegaan, zal september zo
voorbij zijn, opgelost in oktober en oktober in november.
De tijd stopt hier nooit.
31-08-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-08-2012 |
Werken aan een boek |
Zocht vandaag tussen de
rekken boeken, naar Disjecta van Samuel Beckett, omdat ik dacht dat het bij
Beckett was dat ik gelezen had dat schrijven een kosmische aangelegenheid was.
Ooit hebben de boeken
alfabetisch op naam van de schrijver geklasseerd gestaan, nu is dit niet meer
het geval maar, de rug van de
boeken overlopend stelde ik me de vraag, welk verschil het zou
maken indien er één enkel boek van mij zou staan tussen de vele die ik heb, of
tussen de vele boeken in de stadsbibliotheek
bijvoorbeeld. En ik kwam tot het besluit dat dit geen verschil zou maken, dat
het beter is, zoals nu, te werken aan een boek, want pogen een boek te
schrijven, er mee bezig zijn op alle uren van de dag en de nacht soms, zoals
voor mijn blog, nadenken over hoe het verder moet, is oneindig meer dan een geschreven boek te
koesteren en te denken dat je aangekomen bent.
Neen, ik voel me heel goed
als ik er in slaag enkele paginas verder te schrijven, alhoewel ik er soms lang
mee bezig ben hoe het vervolg zal zijn. Tot ik dan, zoals het ergens werd
voorzien, een postkaart vind met een foto van Akhnaton en een gedicht van Sandhurst.
30-08-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-08-2012 |
Bekentenis |
Ik weet, wil ik mijn positieve ingesteldheid van nu bewaren, dat de weg
die ik nog te bewandelen heb even creatief moet zijn als de weg die ik al
bewandeld heb. Creatief zijn is mijn binding met de eeuwigheid. En de roep naar
dit eeuwige draag ik in mij. Dragen we allen in ons onder de ene of de andere
vorm, zelfs al weten we niet wat het eeuwige is, het is onze diepere
voedingsbodem, het is de hoop dat de geest die ons bewoont nooit sterven zal.
Creatief zijn is een kosmische eigenschap. Schrijven is een kosmische
aangelegenheid, is een zich inschakelen op een zeer minimale wijze weliswaar
de wijze die ons eigen is in de onverzadigbare creatieve eigenheid van het
Universum dat ons omkleedt. Het is functioneren zoals het Universum.
Als Wildiers het heeft over een werkzame aanwezigheid, dan heeft hij
het, volgens mij, over én het Universum, én over die aanwezigheid, maar het kan
ook, en dit is mijn gedachte, dat die aanwezigheid het Universum IS, dat het Universum
zijn materiële vorm is en dat al wat is, ook de mens een vorm is van die
aanwezigheid.
Ik zit hiermee op een ongekend, onverwacht, gevaarlijk want te ver
reikend domein. Maar uiteindelijk is het daarover dat ik dacht een boek te
schrijven, handelend over het leven. En in een leven gebeurt niet zo heel veel
dat verschillend zou zijn van het leven van iemand anders. Een boek dus met een
minimum aan gebeuren, maar dan vooral een boek over iemand die zoekt, die zoekt
in het ijle naar wat niet te bepalen, niet te noemen is.
Ik tracht dit ook te doen onder de vorm van
gedichten, eerder filosofische dan poëtische ik geloof niet dat ik poëzie
schrijf al zou ik wel willen Ik schrijf over de geest in ons, dit is mijn
Leitmotiv.
Het is een droom die zich wil los wrikken, die zich
projecteren wil op het nog witte doek van de dagen voor mij. Die een projectie wil
zijn van de levende geest. Die een elegie van de geest wil zijn.
Tot vandaag beperkt zich
deze droom tot het schrijven van mijn dagelijkse tot nu dagelijkse blog.
Het is een begin. Of het ooit verder uitlopen
zal in de richting van een boek, weet ik niet, maar de hoop blijft, de droom
zeker.
29-08-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Droom en Realiteit |
Ik weet, wil ik mijn positieve ingesteldheid van nu bewaren, dat de weg
die ik nog te bewandelen heb even creatief moet zijn als deze van de weg die ik
al bewandeld heb. Creatief zijn is mijn binding met de eeuwigheid. En de roep
naar dit eeuwige draag ik in mij. Dragen we allen in ons onder de ene of de
andere vorm, zelfs al weten we niet wat het eeuwige is, het is onze diepere
voedingsbodem, het is de hoop dat de geest die ons bewoont nooit sterven zal.
Creatief zijn is een kosmische eigenschap. Schrijven is een kosmische
aangelegenheid, is een zich inschakelen op een zeer minimale wijze weliswaar
de wijze die ons eigen is in de onverzadigbare creatieve eigenheid van het
Universum dat ons omkleedt. Is functioneren zoals het Universum werkt en
beweegt.
Dit heb ik ooit gelezen, ergens, was het bij hij die wachtte op Godot?
Zelf zal ik het niet hebben durven denken.
Als Wildiers het heeft over een werkzame aanwezigheid, dan heeft hij
het, volgens mij, over én het Universum, én over die aanwezigheid, maar het kan
ook, en dit is mijn gedachte, dat die aanwezigheid het Universum IS, dat het
zijn materiële vorm is en dat al wat is, ook de mens een vorm is van die
aanwezigheid.
Ik zit hiermee op een ongekend, onverwacht, gevaarlijk want te ver
reikend domein. Maar uiteindelijk is het daarover dat ik dacht een boek te
schrijven, handelend over het leven. En in een leven gebeurt niet zo heel veel
dat verschillend zou zijn van het leven van iemand anders, een boek dus met een
minimum aan gebeuren, maar dan vooral een boek over iemand die zoekt, die zoekt
in het ijle naar wat niet te bepalen, niet te noemen is.
Ik tracht dit ook te doen onder de vorm van
gedichten, eerder filosofische dan poëtische ik geloof niet dat ik poëzie
schrijf al zou ik wel willen Ik schrijf over de geest in ons, dit is mijn
Leitmotiv.
Het is een droom die zich wil los wrikken, die zich projecteren
wil op het nog witte doek van de dagen voor mij. Die een projectie wil zijn van
de levende geest. Een elegie van de geest wil zijn.
Tot vandaag beperkt zich
deze droom tot het schrijven van mijn dagelijkse tot nu dagelijkse blog.
Het is een begin. Of het ooit verder uitlopen zal in een resultaat, weet ik
niet, maar de hoop blijft, de droom zeker.
29-08-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-08-2012 |
Het Herderstasje |
Onooglijk
bloem te zijn in dorre
aarde,
of het grote wonder
dat
we nimmer zagen omdat we
de wereld blind zijn
ingegaan,
ongeduldig,
onvermogend om
een ogenblik bloem te zijn.
Zo de
winden niet gevoeld, de regen
niet
gesmaakt en evenmin gehoord,
geroken
van de wieren, het klotsen
van
de golven op de rotsen:
deeltjes
elektronen die onzichtbaar
bleven,
maar Capra wel gelezen.
Bloem
te zijn en niet te dromen,
niet
woorden moeten schrijven,
niet
tijd te kennen maar te bloeien
en
bevrucht te worden,
door
God weet wie of wat,
en
met de wenteling der sterren
zaad
geoogst om in de wind
gezaaid
te worden.
Herderstasje
is mijn naam,
la bolsa a pastor alhier,
het
water uitgekomen, of uit de luchten
levend
hier op aarde neer,
in
een of andere vorm
de
tijdloosheid van eeuwen ingegaan.
Wie
weet het nog, wie heeft gezien
hoe
plant geworden, hoe gegroeid
hoe
een gerokken lijn: mutatie in mutatie
die
evolutie wordt genoemd,
survival
of the fittest.
Vanwaar
die groei, die drang tot
voortbestaan,
komt het van binnenin
of is
het, beademd door de liefde
waarvan
Dante dacht dat zij het is die zon
en
andere sterren in beweging houdt?
Perplext
te staan hoe zo iets
worden
kon tot wat het is,
wat
wortel en wat stengel
een
vinger lang, uit resten rots gerezen
om
dan te bloeien in het teerste wit
en
zaad te geven, zoals het staat
geschreven
in het boek dat van het leven is,
te
dik, te onbegrijpelijk.
Maar
wie leest het nog, wie neemt
er
nog de tijd om dichterbij te komen :
het
herderstasje, het minst van al
dat
hier bekeken wordt.
Zo deze woorden.
28-08-2012, 00:05 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-08-2012 |
Max Wildiers |
Wie
we ook zijn, wat wij ook mogen denken, allen worden wij geconfronteerd met het
grote mysterie van het universum en voeren op onze manier een nooit eindigend
gesprek met deze ondoordringbare wereld. In deze confrontatie met het universum
heeft alle mystiek zijn oorsprong en vertrekpunt. Want de religieuze mens is
hij die achter deze zintuigelijk waarneembare wereld een hogere geestelijke
realiteit, een werkzame aanwezigheid vermoedt, die hij zal trachten te
begrijpen, ook al weet hij dat hij haar nooit volkomen zal omvatten, en met wie
hij zich verenigen wil, al blijft hij zich bewust van zijn onmacht en
begrenzing.
Over Cervantes gesproken en over de melancholie van
het oud worden die hem aanzette, na zijn Don Quichotte, verder te blijven
schrijven, is het deze zin, en weinig is er aan toe te voegen, door Gérard
Bodifé gehaald
uit het werk van Max Wildiers, die niet alleen centraal staat in al wat ik
schrijf, maar hoofdzakelijk de reden is waarom ik schrijf.
Ik schrijf omdat ik zoek, gans mijn leven ben ik
een zoeker geweest. Als Elias Maurice Gilliams - een grassprietje uit de
grond haalt en zich vragen stelt bij het tere van de worteling ervan, dan ben
ik het die zich vragen stelt over het grote wonder van het leven.
Als ik in een van mijn gedichten over het
herderstasje, uit mijn, een paar dagen geleden aangehaalde dichtbundel, dan is
het omwille van de levende kracht erin aanwezig, de ganse structuur ervan, de
bloei en de vorming van het zaad en vooral het ingehaakt zijn in het grote,
immense kosmisch gebeuren dat het Universum is: telkens stil te vallen in de
herfst en opnieuw te ontwaken in de lente, keer op keer op keer.
En als ik in dit nieuw beginnen, zoals Wildiers het
noemt, een werkzame aanwezigheid ontwaar die maakt of maakte dat het
herderstasje er is, en als het er is, dat er een tijd was dat het er niet was,
en dat die aanwezigheid er voor gezorgd heeft dat het geworden is wat het is,
dat in de diepste elektronen ervan, die aanwezigheid, werkende is, zoekende
is, zoals ik, naar een betere wijze om beter de negatieve krachten omheen zich
te neutraliseren, dan is het niet alleen een struggle for live, maar tevens en dit is het blijvende wonder
een zoeken naar een verbetering van deze struggle.
Het is dit allemaal dat mijn reden is, voor mijn
schrijven. Er is er geen andere dan die werkzame aanwezigheid. En het is
aldus dat ik, én Gérard Bodifé, én Max Wildiers, én een ganse wereld van
zoekers, vervoeg in hun zoektocht.
Het is dit zoeken dat me levend houdt.
Gérard Bodifé: Kerngedachten uit
Zo vrij is de Mens van Max Wildiers, Uitgeverij Pelckmans, 1996
27-08-2012, 02:13 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |