 |
|
 |
| |
|
 |
| 14-01-2023 |
'Nacht op een kale Berg'. |
|
Weinigen lezen me maar ik blijf schrijven mijn halsstarrigheid een eigenschap zijnde of een ziekte, ik houd me geketend aan wat ik, nu al meer dan eigenlijk nodig, aan het doen ben. Je zou er kunnen bij duizelen maar toch het gebeurt en wat meer is ik ben niet zinnens er van af te zien, in de zin het achterwege te laten.
Zelfs al is het geen simpel gedoe maar een kwestie meer van moed en doorzetting dan van kunnen, maar het sterkt me, het geeft me levensvreugde en die heb ik meer dan nodig. Vooral nu als kleine voorwerpen die ik vind herinneringen oproepen die me neerhalen en me slaan met een droefheid, moeilijk om dragen zonder vochtige ogen, opwellingen van een kind dat zijn moeder zoekt.
Zo besta ik in deze dagen en het zal wellicht nog een eind duren vooraleer het een normaal gesprek zal worden met jullie en dan ook met anderen die me niet lezen, omdat ze er de tijd niet voor nemen, of simpelweg omdat het hen helemaal niet interesseert te weten hoe ik bepaalde momenten van mijn leven doorbreng, wat natuurlijk hun volste recht is, ik ook ga niet kijken in wat anderen om me heen te vertellen hebben, ik heb genoeg aan mezelf.
Ik wil me dan ook niet opdringen, ik schrijf mijn ‘ding’ en laat het tijdig los, het goede reis wensend en, of het wordt opgemerkt of niet, het belet me niet elke dag te herbeginnen en zeker niet ‘met de moed der wanhoop’ die ken ik niet, eerder als een van de geplogenheden om mijn dag door te brengen op een met gedachten gevulde wijze, wars van elke luiheid of gemakzucht.
Ik situeer me aldus op de voorplecht van het leven, vooruitziend op wat op mij afkomt met grote snelheid, want we schuiven het jaar binnen, een halve maand zit er bijna op, but not largely wasted, er rest iets van het nauwelijks voorbije van het jaar. Het staat geacteerd, al is het niet in de boeken van de wereld het is dan toch in die van mij. En dit volstaat me want het zal er nog zijn na mij en zelfs indien niet, ik heb dan toch bij leven de vreugde gekend een inspanning geleverd te hebben, en de inspanning volstaat, want ‘for us there is only the trying’ wist mijn ‘vriend’ T. S. Eliot – hij was wel niet ‘mijn vriend’ maar ik zag hem als een vriend.
En als je weten wilt hoe ik eindigen wil vandaag?
Wel het is ‘Nacht op een kale Berg’, een symfonisch gedicht van Modest Moessorgski, uitgebeeld zoals ik het in mijn geheugen nog houd door Walt Disney in zijn ‘Fantasia’, zonder hem had ik dit muzikaal gedicht misschien nimmer gekend.
Het loont de moeite of je hem nu kent of niet, de ‘berg’ eens op te zoeken om een afdruk te hebben van de Russische ziel in andere, betere tijden. En dan vooral herkenbaar in de laatste noten: de componist terug in zijn vertrouwde woning, zittend voor zijn klavier, zoals ik voor dit van mij.
‘Klara’ natuurlijk die me verraste met de oud-bekende Moessorgski.
Wat zou ik zijn zonder ‘Klara’.
14-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
|
 |
| 13-01-2023 |
Thee. |
|
Hij drinkt nu thee in plaats van koffie en hij vraagt zich af waarom, na bijna de negen tienden van een eeuw wat een mooi pak tijd uitmaakt, hij de koffie op zij heeft gezet?.
Ogenschijnlijk is er geen reden voor is het meer een kwestie van gevoelens dan van smaak. Hij wil niet van snobisme spreken maar het lijkt erop, thee schijnt hem plechtmatiger toe, vergt meer aandacht en brengt hem nader tot het Oosten waar hij, nu sedert enkele maanden al meer thuishoort, en zelfs is het zo niet, hij beeldt zich in dat het zo is.
Dat hi j erover schrijft heeft ook zijn reden, het brengt hem in een andere wereld, de wereld van het dagelijkse, het simpele, het gewone. Hij ontloopt hiermede de diepte die hij dag na dag opzoekt voor zijn geschriften, nu stelt hij zich op als mens onder de mensen, niet er boven, niet er buiten maar in alle stilte en in alle nederigheid.
Want wat is er verkeerd aan begaan te zijn met de kleine dingen des levens en de grote, de ingewikkelde, de bevreemdende te laten voor de geschoolden, die hoog van de toren blazen. hij is het wellicht ook geweest en als hij nadenkt over al wat hij ooit al heeft rondgestuurd dan is het zo ook.
Zo vandaag daalt hij af tot de gewone sfeer van het zijn, hij heeft zich een thee klaar gezet niet naar de Chinese gewoontes, waar hij van hoorde en las, maar hij heeft er toch een plechtig ogenblik van gemaakt en hij voelt er zich goed bij als hij bijna kokend water giet over het builtje in het glas. Hij weet, en wilt het zo, dat dit een plechtig moment is en hij wilt het verlengen, hij wil het zo lang mogelijk houden, het is nog geen middag, hij weet nog niet wat hij eten zal en of hij iets eten zal, maar nu zit hij neer in het tijdloze ogenblik van het zijn dat even goed het niet-zijn kan zijn, de tijd van thee.
Er zijn weinige ogenblikken in de dag van dergelijke aard en hij wilt ze zo lang mogelijk houden zichzelf vergetend en vooral al zijn plannen vergetend. Er zittend met de kop thee in de hand wachtend nog even tot de thee is afgekoeld om te proeven want het is een totaal nieuwe thee die hij uitgekozen heeft, een groene thee, hierbij denkend aan een ouderling – jonger dan hij nu – die vers geplukte blaadjes aan het drogen was, roerend in een soort houten vat dat verwarmd werd en hij en het gezelschap vergast werden op een kopje thee, kokend water gegoten op een snuifje blaadjes in een tas, waarvan hij zich nu nog, zo meent hij, de smaak herinnert al is het eerder het beeld van de dames boven de theeplanten uitstekend, de jonge blaadjes plukkend in het zuiver groene landschap.
Ongewone ogenblikken in het leven, een momentopname die hem is bijgebleven zoals zovele andere, maar hier teruggenomen als een enig moment waarvan hij ooit getuige was.
Misschien is dit ook een van de redenen waarom hij thee verkiest boven koffie, al herinnert hij zich ook wat er gebeurde met een koffieboon die hij raapte onder een koffieplant op een van de Gentse Floraliën, een boon die hij geplant had en die uitgroeide tot een plant die hij in april bij ons, te vroeg had buiten gezet.
Eigenlijk, kleine maar toch opvallende gebeurtenissen die bijgebleven zijn, levendig zelfs alsof je ze terug beleefde tot in de minste details, wat niet kan natuurlijk, maar toch heel duidelijk nog.
Allemaal overwegingen bij het zetten van een kop thee die je nu, licht afgekoeld drinken gaat, terwijl de tijd verschuift naar de middag toe.
PS.
Als je me niet bereiken kunt via mijn blog, bereikt je me easily via karellmortier@skynet.be
13-01-2023, 03:53 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
|
 |
| 12-01-2023 |
Het ' verdriet' van Stefan Hertmans. |
|
Een droefheid die ik niet stoppen kon en me bij is gebleven de ganse voormiddag bij het lezen van Hertmans’ essay ‘Milieu zonder centrum’ in zijn ‘Verschuivingen’[1].
Hij legt o, zo duidelijk de vinger op de wonde. In enkele schitterende pagina’s literatuur schets hij een opsomming van wat er nog was in zijn jeugd, vijftig jaar geleden – bij mij zestig jaar geleden – aan vogels en bijen en vlinders en insecten en bloemen, en toch nog onvolledig.
Hij schrijft hierover:
‘Wij kennen niet langer de duizelingwekkende geur van ongerepte natuur in onze eigen habitat. Uitlaatgassen doden meer dan negentig procent van de fragiele natuurlijke geuren – daarom is ’ongerepte natuur’ in dicht bewoonde regio’s als Vlaanderen en Nederland niet veel meer dan een geheugenloze fantasie. We doen wel aan natuurbescherming, maar de geurige betovering van het oude landschap zoals die nog in mijn kinderjaren bestond, is definitief verloren.’’
En dit is maar een vleugje van zijn betoog. Maar, zegt hij nog, en ik denk aan mijn achterkleinkinderen, ‘wat je nooit gekend hebt, kan ook niet als verlies worden ervaren.’
Ik dacht aan wat ik ooit geschreven heb, dat de evolutie van de mens van Neanderthaler tot Homo Sapiens niet het werk is van de mens zelf maar van de Kosmos - zoals de eikel niet het werk van de eik, maar eik en eikel het werk van de Kosmos – mag ik dan ook niet verwachten dat de Kosmos ingrijpen zal om wat ik noemen wil ‘het verdriet van Hertmans’, de negatieve beweging waar Hertmans het over heeft, te neutraliseren om ons terug op het goede ecologisch spoor te brengen. Ik reken er niet op, de onzichtbare beweging naar meer inzicht in het leven, die plaats vond in de geest van de mens dankzij de Kosmos, heeft niets te maken met de ‘verdrietige’ beweging in de natuur het is dus geen zaak van de Kosmos.
Ik zal het niet meemaken of niemand van ons, maar het kan en ik hoop het, dat het negatieve dat optrad de laatste vijftig jaar opgeslorpt zal worden de volgende vijftig, door toedoen van de mens zelf die nu, zoals we vaststellen kunnen, aan het reageren is op een nog steeds kleine schaal die misschien op een bepaald ogenblik exponentieel gaat toenemen.
Er is dus geen rechtstreekse tussenkomst van de Kosmos vereist, deze zal lopen via de mens zelf die ‘wijzer’ wordt onder de invloed van de Kosmos.
Is dit wishful thinking of, is er geen verbetering meer mogelijk van de huidige situatie die krachtdadig genoeg zal zijn om het tij te doen keren?
Wie zal het mij zeggen?
Maar ik, ik wil de hoop op beterschap niet opgeven. Ik meen dat er, ondanks het zwarte gat waarin we zijn terecht gekomen, een kans bestaat – zelfs een grote kans – dat we mettertijd eruit ontsnappen zullen.
Ik wil trouwens mijn laatste dagen, maanden misschien, niet doorbrengen met het doembeeld, het ‘verdriet van Hertmans’, voor ogen.
Het mag niet het ‘verdriet’ van mijn achterkleinkinderen worden hoewel zij er weinig zullen van merken.
[1] Hertmans Stefan: ‘Vers-chuiv-ingen’, De Bezige Bij, 2022.
12-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
|
 |
| 11-01-2023 |
Het lot dat er over waakte. |
|
Ik schrijf maar, de woorden hopen zich op, er komt geen einde aan. Begrijpe wie het kan, maar ik, ik begrijp het niet noch wil ik het begrijpen want het zou kunnen dat indien ik het wist de woorden niet meer komen zouden en dan wat, hoe zou ik verder leven na al de jaren die ik heb mee-en doorgemaakt met hen?
Maar wik ik en weeg ik genoeg de woorden die ik schrijf in een dag, soms weinig, soms eindeloos, al naar gelang, ja ‘al naar gelang’ wat?
Ik weet het niet, het is van de dag zelf van die van mij en niet van die van jou, die van jou dat is jouw zaak, dat is hoe jij je dag doorbrengt, alsof het niet je laatste kon zijn of de eerste van een nieuwe periode, van een periode die je vruchtbaar doorbrengen wilt, gezeten op een wit paard en de velden doorkruist, gelaarsd en gespoord, opgetogen, jong en vrolijk, denkend aan de Negende van Beethoven, daar waar de tenor invalt, in volle galop de wereld in, eindeloos ver.
Iets waar je van droomt, omdat je een dromer bent, geworden of altijd geweest, echter niet zakelijk genoeg om in de wereld te staan, je geest te veel gericht naar de poëzie - ‘qui comme chez Francis Jammes gâta ta vie’ - je ertegen geen verhaal had, want zo waart je ontstaan in de schoot van je moeder. Je hebt er dus weinig of geen schuld aan, zo geen spijt erover, eerder dankbaar zijn dat je zo hebt geleefd, de blik naar binnen meer dan naar buiten, alsof binnen in de dingen alles te vinden was en weinig of niets er buiten. Trouwens spijt hebben is geen oplossing, hoogstens een zelfvergeving als je er nood aan zou hebben en je nog kiezen kunt om een ander leven te gaan leiden om er misschien onder te lijden.
Maar in je leven is er zoveel geweest, het kan dat het Strawinski was en zijn ‘Sacre du Printemps’, of Beethoven en zijn ‘Pastorale’ of Mozart en zijn ‘Requiem’, of Bach en zijn ‘Mattheus Passie’, of Mahler en zijn ‘Lied von der Erde’ of, en nu raak ik de wortels, ‘Fantasia’ de film van Walt Disney als ik 75 jaar terug ga, en ook zovele anderen.
Of als je denkt dat het boeken zijn geweest: Gilliams en zijn ‘Elias’, of Knut Hamsun en zijn ’Benoni’ of Ernest Claes en zijn ‘Jeugd’ of Marnix Gysen en zijn ‘Vadertje, hij was rechtvaardigheid’, of zovele anderen.
Maar je hebt van iemand, misschien zelfs van je moeder meer dan van je vader, al twijfel je, al twijfel je, want je vader zou je moeder niet bemind hebben ware hij of zij niet geweest zoals ze waren, en enkel zo zijnde ze elkaar hebben ontmoet en er een flits is geweest die binnen is gedrongen in hun geest als in alle cellen van hun lichaam en ze in elkaar zijn opgegaan.
Ze hebben het je nooit verteld maar het kan dat het zo is gebeurd omdat jij eruit tevoorschijn bent gekomen met een neiging naar het schrijven en wie schrijven zegt, zegt poëzie, dit is nu eenmaal de regel waar je niet aan ontsnapt, vooral als je weet dat ook de sterren en de planeten, je zodiac, ervoor hebben gezorgd en je aan hen niet kunt of moogt weerstaan.
Alles samengenomen kon je niet anders, kon je onmogelijk anders dan worden en zijn wie je bent.
Het was je lot dat erover waakte.
11-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
|
 |
| 10-01-2023 |
Als je niets weet te schrijven (tweede versie). |
|
Je hebt altijd iets te vertellen zelfs als je niets te vertellen hebt want op het ogenblik dat je dit schrijft komt er Bach, Bach die je beroert met zijn ‘Mache dich, mein Herze, rein’ en je bent vertrokken, hoe vroeg het ook is, vroeger dan vroeg, zoals Bach doordringt tot je geest verder dan ver, hij je openscheurt tot waar hij nooit geweest is.
Je wist het niet waarom je zo vroeg bent opgestaan, maar je weet het nu, er was de roep van Bach en jij, jij die dacht dat je helemaal niets te vertellen had deze morgen van 9 januari 2023. En eigenlijk heb je nooit met Bach, zoals vandaag, een morgen gekend in je leven, zo plots, zo totaal onverwacht, dat je het vermelden moet, het uitroepen moet omdat het Bach is , de enige, de uitzonderlijke zoals hij optreedt in zijn Mattheus Passie. En je erover schrijven wilt hoewel je eerst niets te vertellen had, vertel je nu wat Bach is voor jou in deze ogenblikken die je normaal niet zou gekend hebben ware je blijven liggen waar je lag en, daarenboven om te schrijven wat je nog nooit geschreven hebt over een Bach in de morgen en wat wellicht nooit meer gebeuren zal zoals het gebeurde en dan nog met Schubert in zijn spoor, maar dan in een andere wereld, gelukkig hij in zijn ‘Forellen kwartet’ denk ik, ook dat hij gelukkig was toen hij het componeerde.
Maar hoe heb ik ooit durven verkondigen dat ik niets te zeggen heb als er Bach en Schubert is die spreken tot mij en ik die het vertel aan jullie.
Het is voldoende voor deze morgen. Zoals ik het stel is het een rijkdom aan noten. ‘Music is notes, nothing but notes’, wist Bernstein, maar de noten van hen dragen de eeuwigheid want als er iets eeuwig is dan is het hun muziek.
Schubert is het, Bach is het, mijn kleine wereld is overvol van hen en het is pas vijf uur, ik moet mijn dag nog beginnen. Ik neem hen mee in mijn petieterige wereld van elke dag, in een blog, juist voldoende om gerust te zijn over het verder verloop van mijn dag, zelfs over wat me tegemoet gaat komen uit de tijd die voor mij ligt, die ik nog niet ken, helemaal niets ervan, alleen het raden er naar als ik maar weet hoe oneindig ik bevoorrecht ben ten overstaan van mijn voorganger uit de middeleeuwen, hij had geen Bach, geen Schubert om zijn dag te beginnen en ik, besef ik het wel? Ik zwem erin, ik duik er in onder en ze overwelmen me, uitzonderlijk deze morgen zoals ze het nog nimmer gedaan hebben.
Eigenlijk ligt het niet bij hen het ligt bij mij die het geluk heeft hen te ontmoeten zo vroeg in de dag want ware ik niet opgestaan ik zou hun levensgezangen niet gehoord hebben.
Zo wie zorgde ervoor, welke voorzienigheid stond erop dat ik hen ontmoeten zou? Ik kan gissen, meer niet, en het heeft geen belang als ik maar danken kan, wie ook, dat ik Bach en Schubert heb beleefd en dat ze me geraakt hebben precies daar waar ze me konden raken in de woorden die ik te schrijven had.
Of hoe alles zich uiteindelijk oplost als je helemaal niets weet te schrijven.
10-01-2023, 08:47 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
|
 |
| 09-01-2023 |
Het onverwachte, einde. |
|
Heel vroeg in de morgen van 8 januari schreef ik een blog met de pen, de tekst ziet er mooi uit, regelmatig en vlot geschreven maar, nu ik ermee geconfronteerd word, kan ik hem niet meer ontcijferen, ik kan mijn eigen geschrift niet meer lezen zoals ik het willen zou. Ik dacht nochtans dat het een goede blog zou geweest zijn maar het zal gemakkelijker zijn een nieuwe te beginnen dan te pogen wat geschreven werd in de nacht, over te nemen.
Is het erg, ja en neen, het is een les in nederigheid en me voortaan tevreden te stellen met mijn klavier en niet te denken en te hopen op het einde van de rit, een mooi maar onleesbaar dagboek achter te laten als een soort relikwie, want ik begin meer en meer te denken op welke wijze ik na mijn dood nog in leven kan blijven zoals een Gilliams of een Bernanos, niet als Mozart of Beethoven dus, of Proust, maar gematigd, mijn naam nu en dan nog eens vernoemd en een van mijn geschriften herlezen. Misschien is dit ijdele hoop, en eigenlijk verandert het niets aan het heengaan, maar in volle leven nog kun je niet anders dan hopen dat je niet helemaal dood en vergeten zult zijn na je overlijden. Ik heb trouwens nu voldoende ondervinding om te weten dat de dode leven blijft, zelfs soms in volle ornaat, zoals je ze de laatste maal zag verschijnen, statig als dame met de glimlach nog op de lippen.
Uiteindelijk is dit niet de reden waarom ik schrijf, het is het misschien voor 5 %, maar zeker voor 95 % omdat het mijn leven is, mijn zijn, mijn bestaan. Neem het weg en ik verdor tot een geraamte, een nutteloos stukje mens dat daar maar ronddolen blijft en eigenlijk zen last is voor velen.
Maar de 95% houden me groot levend en geven me nog een zekere betekenis die me kroont, zoals de kleine Rachelle hier een paar dagen in huis rondliep met een verjaardag kroontje op haar hoofd – een kroontje dat ik terugvond na haar vertrek – mijn kroon is wel niet zichtbaar als ik erover schrijf dan betekent dit dat ik me dat kroontje toe-eigen. ’I do need it.’
Ik ben nu een totaal andere weg opgegaan als de voorbije nacht want ik slaagde er dan toch in enkele passages eruit te kunnen lezen, onder andere waar ik het had – en dat zal gisteren het geval geweest zijn - dat ik niet bereik wat ik bereiken wil, dat het schrijven stokt, dat ik schrijf met lange tanden zoals een maaltijd die je absoluut niet lust. En toch begin ik elke dag opnieuw en opnieuw en als ik begin weet ik zelden hoe ik eindigen zal. Zo kan het dat er uit een gevoelloos begin een einde opduikt dat een vreugde is. Dit is dan het mirakel van het schrijven En soms gebeurt het, totaal onverwacht.
Zoals het hoort.
09-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
|
 |
|
 |
| E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
| E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
| Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
| E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |