|
|
|
|
|
|
19-05-2019 |
Ken Follett en Notre Dame |
Eigenlijk zat ik
vandaag nergens. Dacht ik aan het voorbije. Dacht ik aan de vier essays van een
twintigtal paginas die ik in het verleden geschreven heb en die verscholen
liggen in bijna tien volle jaren blogs. Dacht ik er ernstig aan deze te gaan herschrijven
en ze in vier blogs te laten gaan. Dit is een van de beloften die ik me doe,
zoals ik er zovele al heb gedaan en niet heb volbracht, waarom zou ik er thans niet
in slagen, nu de tijd begint te dringen.
Maar, wenst er wel iemand
te weten wat ik denk over Poëzie, wat ik denk over de mens in de kosmos, over
de bouwers van kathedralen, weet ik er iets meer over dan al wat er reeds
opgetekend staat in duizend boeken verspreid over de wereld?
En toch, ik las in de Standaard
(17.05) over Ken Follett (°1949) de
Britse bestsellers-schrijver dat op 13 juni van hem een onuitgegeven werk verschijnt
ten voordele van de wederopbouw van de Notre-Dame in Parijs. Hij schreef ook, meldt
de Standaard: in de voorbije weken een
tekst over de geschiedenis van de Notre-Dame en over zijn invloed op de
literatuur.
Ik citeer wat ik letterlijk overneem
van Google:
Our Lady of
Paris embodies our relationship with the Story, confided Ken Follett to the
AFP the day after the fire. The construction of Notre-Dame started in 1163, it
was almost 1000 years. When one sees such a building be destroyed, it is as if
someone died. Today, the writer is about to publish a short story in which he
sends passion of the cathedrals and the strong link and the ancestral
between Notre Dame and us, explains Cécile Boyer-Runge, director of Editions
Robert Laffont. A publication that would tell the emotion of Ken Follett and
which will be especially on the history of this masterpiece of gothic art, from
its construction to its influence on literature, his own as that of Victor
Hugo.
If the
people were weeping on 15 April, in Paris as everywhere in the world, explains
Ken Follett in the press release of the publishing house, it is because
something very important and intimate was in the process of being destroyed
before their eyes. We are the heirs of the builders of cathedrals, and I want
to participate in the reconstruction of Notre-Dame. The profits of the book
and its copyrights will be donated to the Heritage Foundation, entitled since
April 16, to receive donations for Our Lady.
*
Heel klaar is het me niet
wat het boek en de nieuwe tekst betreft, maar één zin hieruit frappeert me: We are the heirs of the builders of cathedrals.
En één besluit dat ik trek hieruit, ik zal Ken Folletts, The pillars of the Earth moeten
lezen.
Ik heb er in zijn tijd - de
jaren negentig - een essay over geschreven met als besluit dat de gotische
kathedraal, althans zeker de eerste, kosmische bouwwerken waren, gebaseerd op wat
Stonehenge moet geweest zijn, wat misschien ver gezocht is, maar dan toch een benadering.
Anderzijds, of
(kitchkoning) Jeff Koons[1]
met zijn konijn - het is me zelfs geen hoofdletter waard - het bewijst levert
een erfgenaam te zijn van de kathedraalbouwers, betwijfel ik ten stelligste,
wat eveneens gezegd kan worden van de bieder-kopers die de prijs van dat
bewuste konijn opjoegen tot de waarde van bijna 200 villas elk van 500.000 US
dollars, of, van waarden gesproken.
Gekker, immoreler, kan niet.
[1] Koons houdt ons een cynische spiegel voor. Hij laat
zien hoe gemakkelijk we te vertederen zijn, hoe we ons laten manipuleren door oppervlakkigheid.
Geert van der Speeten in de Standaard van 17 mei.
19-05-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
18-05-2019 |
Er is geen keren aan. |
Aan een vriend die me belde uit de nevelen van de
tijd en wat ik hem achteraf mailde:
Er is geen keren aan.
Mijn vriend, wat was, er
is geen keren aan,
het nu van toen, zelfs nog
zo intens beleefd,
is nimmer meer het nu van
nu,
wat voorbij is, is
voorbij, er is geen keren aan.
De dagen van de Highlands,
waar ons hart lang
achterbleef, herinner je :
Glen Coe waar we waren,
de berg die we er beklommen, de distelvink
op tafel die uit je hand
kwam eten, en dan
Fort William in de
winkel we een identieke pull gekocht
die enkel nog op foto kan gezocht.
Herinner je, mijn
vriend : Tiroran waar we waren
In het rood gemerkt in
onze Guide Michelin.
Het licht dat daar gouden
op het water was,
de
luchten en de wolken,
door hoge winden
opgejaagd, en dan, mijn vriend:
the holy isle, Iona en niets dat ons kon
deren.
Je weet het wel in de kathedraal hoe getemperd
er het licht van ouds, toen we binnen waren,
hebben we er gebeden toen?
De zee-en er rondom als losgelaten,
het zout ervan dat op de
lippen kleeft
en hoog de meeuwen waar ze
hangen bleven
een korte tijd, je weet
het wel hoe wijd
die geest van ons er boven op de heuvel,
hoe grillig fijn het
verdorde bosje heide,
tot nu bewaard.
Op andere momenten komende
van St John oGroats:
de dame toen, zo oud als
wij nu zijn,
haar huis in eenzaamheid
verloren, herinner je,
de geur van turf, de regen
ook:
and do you know why
Scotland is so beautiful?
Hoe vol van jeugd we toen
nog waren en hoe ver
we zijn afgedwaald,
dooreen gehaald, vervreemd.
Neen, neen, er is geen
keren aan.
Maar, mijn vriend, wat
keert zovele malen,
Zijn de herinneringen en deze
binden ons,
en woorden hoeven niet, en
fotos evenmin,
voldoende is, te weten we houden het al,
zelfs, als er van wat
was, niets keren zal.
18-05-2019, 06:58 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
17-05-2019 |
Half-mei |
Je meent dat er iets is in jou dat niet te
beschrijven valt, zelfs niet te tekenen. Iets dat vormloos is, dat er al een
tijd is, dat tracht zich los te wrikken uit de massa als een geheel, maar het
lukt niet. Het lukt maar niet wat je ook betracht, je bent niet vindingrijk
genoeg, schijnbaar.
Het ding, die wolk, die cluster is er, je weet het
en toch kom je er niet toe te zeggen wat het precies is noch hoe het er is als een
een deel, maar je weet niet welk, van een landschap, een deel klanken, eerder
de kleur ervan, van een symfonie, een deel van het innerlijke, de geest van een
woud, eeuwenoud, van alle bomen als één boom genomen. Het kan allemaal, maar je
aarzelt.
Het is bij momenten - want het houdt je bezig -
alsof jijzelf er niet meer bent, alsof je er staat zonder er te staan, doorzichtig
als water, alsof jij dat iets ware en
dat iets jou. Een wisselwerking, een verbondenheid die leidt tot een
vereenzelviging.
Zoals je, je gisteren zag rondlopen in het bos,
zonder er te zijn en toch het dalkruid zag - uiterst zeldzaam geworden - en de
geuren rook, de zerpe geur van rottende bladeren die opsteeg en je bedwelmde,
zonder je te bedwelmen. Maar het had gekund, had je er reëel geweest.
Dit is of dit zou het zijn als je dat iets ware,
een geest onder een stolp die uitkijkt op wat is rondom hem, maar onmachtig is
om wat ook anders te doen dan toe te zien, te weten al wat er is, maar geen
woorden om het vast te leggen voor later, de stolp geopend en je er terug zult
zijn.
Vertel het maar aan allen die je lezen en er zijn
om je op te zoeken, zelfs als je er niet bent vinden ze je, in het vreemde dat
je schrijft, het enige dat er is van de persoon die je waart toen het
opgetekend werd . Maar dit hier is van het iets dat er is en niet te vatten is noch als boom, noch als
lelietje van dalen..
Al kan het - wat je
nu denkt - dat het iets is van de geest in de boom of van alle bomen
samen of de geest in alle bloemen samen, waarom niet van in planten samen. De
essentie aan geest die is van het vormen van de knoppen eerst, van het
openbarsten ervan en van het bevrucht worden tot het zaad dat vallen zal. En op
zijn beurt dat plant zal worden, en van enkele ervan, il en naîtra des arbres pour lébénisterie.
Het was geen avontuur waarin je verwikkeld waart,
het was een echo van wat is en van wat nog komen zal. Het meest bevreemdende
dat je overkomt in de morgen, het punt van half-mei dat je maar al te dikwijls
al hebt overschreden opdat het blijven gebeuren zou.
Hoe eigenaardig ook je gesprek met
het woord was vanmorgen, het staat geacteerd.
17-05-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
16-05-2019 |
Hoe een blog tot stand komt. |
Ik ga maar verder. Ik dring steeds maar verder en
verder het bos van woorden binnen. Ik houd er geen tekening aan over, hoogstens
een vage schets, omdat het ook niet mijn bedoeling is. Al wat ik overbreng is
een uitvloeisel van het Essay dat ik schreef in 2015 en hier als blog
verscheen. Vier jaar terug in de tijd dus. Alsof er van 2015 tot vandaag,
weinig gebeurde dat niet zou geschreven zijn in de geest van toen. Er zijn wel
een groot pak woorden aan toegevoegd, want elke dag is een nieuw beginnen, volgend
op het nieuw beginnen van de vorige dag. Soms loopt het uit in een schijnbaar
andere richting maar veel nieuwigheden zijn er niet aan.
Ik zegde het al, als mijn blog er staat is hij even verrassend
voor mij als verrassend voor jou. Ik herlees hem zoals jij hem leest, meer is
het niet en het is verwondering of het is maar zo en zo, een aanvulling of herhaling
van wat er was: 2015 zijnde van al wat er was vóór 2015.
Voor elke dag in de tijd een kalenderblaadje met wat
woorden, een blaadje dat wordt weggelegd, de blok blaadjes die volumineuzer en
volumineuzer wordt. Uiteindelijk, is het dit wat gebeurt, zelfs al is het heel
wat meer.
Dit is zo van vele zaken, gebeurtenissen die ontstaan,
in een punt ver in de tijd, die de aanleiding zijn voor andere gebeurtenissen,
alle even belangrijk, die zich uiteindelijk culmineren, bv. wat mij betreft, elke
dag in een blog van minstens vijf
honderd woorden, voor minder doe ik het niet.
Ik besef het niet altijd - ben er niet mee bezig -
maar al wat komt is van de weg die wordt afgelegd, ingevolge de omstandigheden
die er zijn aan voorafgegaan, die het gevolg zijn van het er-zijn wat de plaats
betreft, het zichtbare, als wat er is van het onzichtbare, de wereld van onze
gedachten. Alles wordt getekend in woorden. Gelukkig dat die onzichtbare wereld
daar is, wie zouden we anders wel zijn? In elk geval, ik vertrouw op elk ogenblik van de dag, zelfs van de
nacht, op die wereld en mijn vertrouwen is groot, zelfs als ik niets te zeggen
heb, zoals vandaag.
Gisteren had ik een mooie zin, er is een blog uit voortgekomen,
vandaag is het een blog die voortgekomen is uit de nasleep van die van gisteren
en deze uit de nasleep van alle andere die geschreven staan. Ik denk niet dat
er een is die er uitsteekt als een vreemde eend in de bijt. Wel zijn er ook
ongeschreven blogs, enkele wellicht, die er zijn aan vooraf gegaan, er kan geen
onderscheid worden gemaakt op deze basis.
Ik kijk hoe ver ik nog te gaan heb - heb nu 407
woorden - om af te werken wat ik te doen heb.
Het blijkt een dag te zijn van bekentenissen. Een
openvouwen van hoe de dingen gebeuren bij mij. Er zijn geen geheimen aan
verbonden, het stramien is en blijft het zelfde: het bos binnen gaan en de
bomen, de struiken, de planten nemen zoals ze zijn, tot het lelietje-van-dalen,
tot het dalkruid toe, de zwammen en de mossen en zeker de geuren van alles, het wondere van de geuren van een bos in volle leven. Veelal er door
bedwelmd wat een soort van mirakel is. Zo denk ik erover toch.
De woorden die ik schrijf zijn dus meer dan woorden.
16-05-2019, 06:32 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
15-05-2019 |
Aftastend van wat er is van het er-zijn. |
Het lichaam dat van het lichaam van de Kosmos is; de
geest die we ontleenden die van de geest van de Kosmos is. Het ene dat van het
sterven is, het andere dat van het eeuwige is. Hiermede is alles gezegd wat
gezegd hoefde te worden. Neem het op in jou om het nimmer meer los te laten. Maak
er een grafschrift van als je er een zoeken zou. Het is de kroning van een
levensbeschouwing.
Je wachtte tot 15 mei van het jaar 2019 om dit neer te
schrijven op de wijze waarop het er staat. Een ingeving toen je wakker werd,
die begon als: de dood die van het
lichaam is, waaruit de eerste zes lijnen van je betoog hier hoger, opgeschoten
zijn. Ineens, as a rosebud - deze van Orson Welles -
zich opent in de morgen.
Terwijl het wenselijk is, de as van het lichaam terug
te storten aan de as van de aarde, niet om het even waar, liefst op een plaats
die je duurbaar is, heb je geen zorg om de geest, die wordt overgenomen, terug
gestort in de massa geest waaruit hij is ontstaan. Zo zien we het in woorden vandaag,
morgen misschien in andere woorden, telkens een nieuwe poging om door te
dringen tot wat de waarheid is of zou kunnen zijn, of dan toch ten dele.
Terwijl, wat van het woord is, van in den beginne is,
het pact dat we gesloten hebben het als dusdanig te gebruiken. Niets staat
dichter, bij wat er was, op het precieze ogenblik vóór dat alles begon. Het
priem-ogenblik dat van dan af de tijd werd: ogenblikken aan elkaar geregen, ook
deze van je optreden hier op deze aarde. Het had even goed op een andere plaats dan de aarde, kunnen zijn. In elk geval je bent
er, in de schelp die je lichaam is, het lichaam dat je nodig hebt om de geest
te houden die je werd toevertrouwd én, te gebruiken. Je bent er als
vertegenwoordiger, van de geest van het Al. Veel is het niet, maar toch ook oneindig
dit te kunnen.
Wat me ontgaat is, waarom ik er ben als die
vertegenwoordiger. Maar ik ben er, dus moet er een reden zijn dat ik er ben.
Moet er zelfs een reden zijn dat ik er ben als een ik en niet als een we. Al
moet het gezegd dat ik me ook soms voel als een we, dat ik me voel als een
ik in een we. Een groot deel van de tijd gebeurt dit, voel ik me als een
deel van zij die zijn. Het is zo iets als de schelpen die van de zee zijn en de
zee die van de schelpen is.
Ik ben nu, schrijvend en denkend, begaan met het
wezenlijke onwezenlijke. Mijn lichaam is als een boom in een bos, maar het
weten dat ik die boom ben ontgaat me, because
I do not know why I do know it. Dit wil zeggen ik weet niet of het wel
correct is te denken als een boom in het bos en niet, te denken als een bos van
bomen, want dit ben ik als ik spreek: een deel van de geest van het Al.
Tot hier geraakte ik deze morgen, het is heel wat meer
dan een Spielerei van woorden, het is een aftasten van wat het is te zijn van
het zijnde.
Om het meest vreemde te verkondigen van wat ik ooit
verkondigde en, er toch maar niet in te slagen.
15-05-2019, 06:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
14-05-2019 |
Vassili Grossman. |
Zoals
gisteren in mijn gedachten ineens de Ulysses van Dante opdook, zo was er
vandaag in de schemer van de morgen, het boek Vie et Destin[1] van Vassili
Grossman waar ik aan dacht omwille van een bepaalde passage erin.
Later
in de voormiddag heb ik het boek opgezocht, heb ik voor het eerst de inleiding
van E. Etkind gelezen en werd ik getroffen door het feit dat zijn manuscript
twintig jaar is blijven liggen vooraleer het in 1980 gepubliceerd werd in het
Westen. E. ETkin die de inleiding schreef, zegt hierover:
Vingt ans
Un long délai. En vingt ans un homme peut changer du tout au
tout, la planète peut se métamorphoser, les goûts esthétiques se transformer.
Mais le vrai, lessentiel, le fondamental
ne changent pas. Le pain reste le pain, leau reste leau
Die
periode van twintig jaar heeft me gegrepen. Toch denk ik dat mijn ideeën van
het jaar 2000 nog steeds deze zijn van nu, dat ik in dat jaar reeds wist wat ik
nu nog altijd blijf verkondigen en dat ik uiteindelijk gedurende al die jaren
herkauwd heb wat ik toen al in mijn dagboeken geschreven had. Ik ben in een
cirkel blijven rond draaien, heb de zaken wellicht op een andere wijze
voorgesteld maar of ik er iets nieuws heb aan toegevoegd betwijfel ik.
Een
passage uit het boek dat ik las in het begin van de jaren tachtig was me
bijgebleven - na
verloop van tijd herleid een boek zich tot enkele bijzondere passages die nu en
dan opduiken deze speelt zich af de avond dat
één van de hoofdpersonages, de fysicus Victor Strum, in de half verlichte
straat een plotse ingeving heeft die doorslaggevend zal zijn voor zijn verder werk.
Ik wist dat deze passage voorkwam onderaan de
linker bladzijde en ook dat ik ze wellicht met potlood had aangestipt. Na een
lange tijd bladeren kerend, vond ik wat ik zocht. Ik had wel juist geraden wat
de plaats op de pagina betrof maar had me vergist over de plaats in het boek,
namelijk pagina 270, terwijl ik aan het zoeken was in de laatste 300 paginas:
Il marchait -
het betreft hier de fysicus Victor Strum -
dans la rue déserte et mal éclairée. Lidée surgit brutalement. Et aussitôt,
sans hésiter, il comprit, il sentit que lidée était juste. Il vit une
explication neuve, extraordinairement neuve, des phénomènes nucléaires qui,
jusqualors, semblaient inexplicables ; soudain, les gouffres sétaient
changés en passerelles. Quelle simplicité, quelle clarté ! Que cette idée
était gracieuse et belle ! Il lui semblait que ce nétait pas lui qui
lavait fait naître mais quelle était montée à la surface, simple et légère
comme une fleur blanche sortie de la profondeur tranquille dun lac, et il
sexclama de bonheur en la voyant si belle.
Wat vreemd was voor Strum is dat deze idee plots opdook na een lange
discussie met vrienden,. Een open discussie van vrije mensen onder elkaar,
waarbij voor het eerst, vrij van gedachten werd gewisseld, niet over de partij
noch over de wetenschap, maar over de zin van het leven en de zin van de dood,
wat, zelfs onder vrienden, zelden gebeurde.
Achteraf vernemen we dat de idee van Victor
Pavlevitch Strum niet zo goed wordt onthaald bij de leiders van het labo waar
Strum opzoekingen doet in het raam van de kwantum fysica. Ze vinden dat wat
Strum naar voor brengt, hoe schitterend zijn idee ook moge zijn, zijn theorieën
de aard van de materie tegenspreken.
Waarop Strum openlijk, tot schrik van zijn
vrienden, reageert en onomwonden zegt, dat de mathematische logica van zijn
idee de theorieën van Engels en Lenin ruim overstijgt. En dat het de theorieën
van Lenin zijn die moeten aangepast worden aan de wetten van de fysica en niet
de wetten van de fysica aangepast aan de theorieën van Lenin.
In feite is dit het weinige, maar hoe veelzeggend,
dat me van het boek is bijgebleven. Ik zou het kunnen herlezen, maar zo zijn er
honderden boeken die wachten om herlezen te worden.
Hoe denkt jij erover?
[1] Vassili Grossman: Vie et Destin, Edition Juliard/LAge dHomme, 1983,
traduit du Russe par Alexis Berelowitch. . Het is een boek van meer dan 800 paginas over het Rusland
tijdens de tweede Wereldoorlog en onder meer over de slag om Stalingrad.
14-05-2019, 06:25 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
13-05-2019 |
Ulysses via Dante |
Wat is het dat deze dag me brengen zal aan woorden,
waar zal ik staan als de dag zich sluiten zal of, kom ik er nog wel uit?
Ik schrijf dit omdat, zoals er zovele mogelijkheden zijn,
er ook deze is dat, op de lijn van deze glorieuze morgen wat het licht aangaat,
een totaal ander Licht me meenemen kan. Ook dat alles gewoon verlopen zal zoals
het gisteren was en de dagen ervoor. Wat je verhoopt.
Maar toch heb je het gevoel dat de dag voor jou iets bijzonders
in het vooruitzicht heeft. Je kunt dus nu wachten tot dit iets er is om
verder te gaan, maar je kunt ook het komende voor jou uit schuiven en met dit mogelijke
iets op de achtergrond, verder schrijven.
Dit is het vreemde aan vanmorgen. Dit is waar je aan
denkt, van waaruit je vertrekt, om aan te komen op een logische plaats of
gevangen in een beeld, waar je nu nog geen zicht op hebt Het is elke morgen zo.
En je weet, na je poging van gisteren te wachten tot de namiddag, dat het in de
morgen is, hoe vroeger hoe des te beter, dat je je werk af moet maken. En dat
dit voor jou, mettertijd, een levensregel geworden is waar je best niet van
afwijkt.
*
En, hoe het gebeurt alles zijnde zoals het is, dat je
in een gedachtewereld terecht komt waarin je Dante terugvindt die in de Hel,
Ulysses ontmoet - een vlammetje nog zijn geest - Ulysses die vrouw en zoon en
vader verlaat, de zeilen hijst en met zijn gezellen die hem nooit verlaten, de
hoge, open zee op vaart tot voorbij de bakens er geplaatst door Hercules. Waar ze
links nemen om in het zog van de zon de
onbewoonde wereld te gaan verkennen. En waar, na het licht van vijf manen
te hebben gevaren, er een berg opduikt, zo hoog zoals ze er een nog nooit een
hebben gezien. Maar ook, waar hun geluk keerde
want een hevige storm stak op en hun boot wentelde driemaal onder zodat ze allen
verdronken.
Het verhaal van Ulysses in zijn tocht door de Hel, zoals
uitgeschreven door de grote Dante is een hoogtepunt in zijn Divina Commedia. Ik
kan er niet aan voorbij zonder er over te schrijven. Het verhaal gedaan door Ulysses
aan Dante is voor altijd in mijn geheugen neergezet.
Is dit dan het iets dat hem wachtte vandaag? Het
kan, het zal zo voorzien zijn geweest
vanmorgen, al wist ik nog niet wat er me te wachten stond. Ik wil elke dag een
Ulysses zijn. Ik wil elke dag de zeilen hijsen en wachten op de winden die me
brengen zullen naar de oceaan van woorden waarin ik ooit, zoals Ulysses en zijn
gezellen, eens verdwijnen zal.
Het ogenblik van het schrijven dat dit van Dante was -
misschien was het in Girmiani, de stad met de vele torens - was voorzeker, een groot
moment in het leven van Dante - ook een groot moment in mijn leven zoals het me
overvalt, zoals het me ingegeven wordt erover te schrijven. Een flits maar in
mijn gedachten. En vooral dan wat hij zegde aan zijn reisgezellen :
O frati
Considerata la vostra semenza:
fatti non foste a viver com bruti,
ma per seguir virtute e conoscenza.
O, broeders, kijk naar je herkomst, je bent
niet gemaakt om als afgestompten hier te leven, maar om waardigheid en kennis
na te streven[1].
De gouden raad van Dante aan ons allen. Door hem bedacht
en neergeschreven zevenhonderd jaar en meer geleden, en hier dankzij Ulysses,
door mij naverteld. Hoe iets verkeren kan in deze wereld.
Het is voorbij middernacht, het is het ogenblik dat ik
mijn woorden verstuur, naar jou toe, mijn vriend(in).
[1] Inferno:
XXVI, 118-120.
13-05-2019, 00:06 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
|
|
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
|