 |
|
 |
|
|
 |
04-02-2018 |
Begrippen die vragen blijven. |
Met Zadie Smith - de dame, schrijfster van gisteren - schuif ik mijn zelftwijfel even op zij.
Een twaalfde van het jaar is al voorbij: de vlugheid waarmee de dagen en de nachten zich opvolgen is ontzettend, is nimmer te begrijpen. De aarde stopt niet, ze wentelt zich om de zon, wat er ook moge gebeuren, terwijl de zon zich wentelt in de greep van haar sterrenstelsel, dat op zijn beurt wordt meegezogen in de massa sterrenstelsels. De totaliteit van alle bewegen, vertrekkende zegt Umberto Eco, van uit dat ene punt waaraan de slinger van Foucault is opgehangen.
Een boude uitspraak die ik zo maar te berde breng. Het is het holistisch beeld van het Universum, waarin de mens gegrepen zit.
En het is bij Fabre d’Olivet[1] - en het is niet de eerste maal dat ik hem raadpleeg - dat ik gevonden heb wat volgt: als God – om Hem te noemen met de naam van de Septuaginta-vertalers, een naam die Hem gegeven werd om de Grieken te behagen - de avond van de ’zesde’ dag, alle plannen overkeek die hij in die zes dagen had gemaakt, dan bevatte het beeld dat hij had, de totaliteit van de Kosmos, uitgezet en gedragen door natuurwetten en evolutie-impulsen; erin ook aanwezig in potentie, de aarde en de mens.
En het was pas dan, de ‘zevende’ dag, de dag van de Big Bang, dat Hij alles in beweging heeft gebracht. Zo is het dat Fabre het las en vertaalde in Genesis.
Stephen Hawking noemde die natuurwetten en evolutie-impulsen, ‘the mind of God’.
Het is dus uit de ‘mind of God’ dat alles is ontstaan, en dat ook het levenszaad zal neerdwarrelen waaruit de mens zal ontstaan, onvermijdelijk dus als deel van de mind of God.
We kunnen dit anders gaan lezen. God, als mind geïntegreerd in het Universum én, het Universum het materiele uitzicht van God. Of God die duidelijk, onovertroffen duidelijk, zichtbaar is als het Universum.
De ‘gezanten’ van een paar dagen terug hadden me beter dit voor ogen gebracht en met mij besproken.
In deze kosmisch-religieuze context zou ik het Genesis-verhaal kunnen herschrijven. Ditmaal echter niet met de visie van de filosoof en schrijver, die Elohim heeft gezien – deze van ‘bereshit bara elohim’, Genesis: 1,1 - de blik gecentreerd op de aarde.
Ik gooi deze engheid van verbeelden overboord en herschrijf deze, met de visie van iemand die, met een splinter van de ‘mind’ van God die hij bezit als splinter van het Universum, te beginnen bij en met het ene vaste punt, dat van Umberto Eco.
Maar de ideeën van Eco, van de Genesis van Fabre d’Olivet hier overnemend, denk ik hierbij aan wat Werner Heisenberg, als pionier van de New Physics over deze New Physics zegde:
Everything I say must be understood not as an affirmation but as a question[2].
Dit geldt ook voor wat ik hierboven schrijf over het ene vaste punt, over God en over het ontstaan van de Kosmos. Het zijn en blijven vragen waarover vragen kunnen worden gesteld.
[1] ‘La Langue Hébraïque restituée’, Collection Delphica. Editions l’Age d’Homme1975, (Facsimile van de oorspronkelijke uitgave).
[2] Fritjov Capra: ‘Uncommon Wisdom, Conversations with remarkable People’, Fontana paperbacks, 1988.
04-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-02-2018 |
Manuscripten |
Ik lees in de Standaard van 26 januari het artikel van Carlo Van Baelen die veertig jaar lang werkte in het boekenvak. Hij schreef op zijn webside www.rektoeverso.be:
‘Voor heel Vlaanderen zijn er geen cijfers, maar als je recente Nederlandse cijfers extrapoleert, zouden 34.000 Vlamingen aan een roman werken en 27.000 aan een novelle. Jaarlijks verschijnen pakweg dertig Vlaamse fictiedebuten bij reguliere uitgevers. Veel anderen zoeken een andere uitweg via self-publishing…’
Ik geef er me pas nu rekenschap van, de kans dat mijn manuscript aanvaard wordt minimaal in het kwadraat is. Ik moet dus niet verlangen dat ik een vlug antwoord ontvangen zou. Wie vertelt me hoeveel manuscripten de uitgever niet binnenkrijgt op een week tijd?
En ik citeer verder en ik neem nota: ‘Een uitgever, is iemand die kritisch selecteert – wat ik wens dat met mijn manuscript gebeurt – teksten redigeert, vormgeeft, investeert, het risico op zich neemt en promotie en logistiek organiseert om het boek bij de lezer te krijgen.’
Wat Van Baelen er aan toevoegt over het risicovolle van self-publishing, neem ik ter harte en aanvaard ik maar al te graag, ik zal er niet op ingaan, ik wens niet dat mijn zelf uitgegeven boeken, na verloop van tijd terecht komen voor een spotprijs op de rekken van De Slegte, eens dit gebeurt is het alsof ze nooit uitgegeven of geschreven werden.
Dit is dus wat me nu te wachten staat, vroeg of laat ken ik het verdikt, ofwel wordt het verworpen en heb ik voor niets geleefd, ofwel heb ik geleefd om een boek te schrijven dat zal gelezen worden, het hoogste dat ik kan bereiken kon. In het andere geval blijven me niet veel mogelijkheden meer over, want het herschrijven heeft geen zin: ofwel, het in een geheel op mijn blog zetten ofwel, het meest essentiële eruit, met mondjesmaat aan de ether toe vertrouwen waar het zich verspreiden kan lijk bladeren in de herfst bij stormweer. Een meer duidelijk beeld van mijn falen is er niet
Ik lees dan nog, in zelfde Standaard, wat Zadie Smith[1] schrijft over zelftwijfel:
‘Er is geen oplossing voor zelftwijfel. Uiteindelijk moet je schrijven en twijfelen tegelijk’.
Een gouden regel die ik wil indachtig zijn en propageren in de dagen die me nog resten.
Ik heb hier niets meer aan toe te voegen. Moet denken aan mijn blog van morgen en misschien zelfs aan die van overmorgen, je weet maar nooit wat er gebeuren kan.
Uiteindelijk ben ik een van de 61.000 die voor het ogenblik aan het schrijven zijn, een van wie het dakvenster nog verlicht is in de nacht, met maan of een of andere planeet als getuige. Wat al niet min is, rekening houdend met de golven die er van uit gaan en die ons bij het schrijven kunnen bereiken. Gelukkig zij die ze opvangen kunnen, voor hen is de glorie in het bereik.
[1] Zadie Smith (° London 1975): Since she burst spectacularly into view with her debut novel almost two decades ago, Zadie Smith has established herself not just as one of the world’s preeminent fiction writers, but also a brilliant and singular essayist. She contributes regularly to The New Yorker and the New York Review of Books on a range of subjects, and each piece of hers is a literary event in its own right. Aldus Google.
03-02-2018, 07:31 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-02-2018 |
Over 'Het smelt' van Lize Spit en andere zaken. |
‘Het smelt’ is wellicht een aangenaam en boeiend boek om te lezen, maar zal ik verder gaan? Ik las er nu 46 pagina’s van, weet nu al heel wat, inhoudelijk eigenlijk nog niet veel en er resten me nog meer dan 400 pagina’s zodat er nog heel wat gebeuren moet en het toch beter ware dat ik verder las. Maar ik zal het niet doen, ik ben niet nieuwsgierig om te weten wat er nog zou kunnen volgen. Ik zal het niet doen, of toch?
Het is, wat ik er ook over denk, een succes boek, zij die het bekroond hebben –- ‘in één klap is ze de literaire sensatie’ - weten waarom. Ik zelf heb in de veertig bladzijden die ik las niet gevonden wat ik verlang van een boek, maar wie ben ik als je kijkt naar de leeftijd die ik meedraag?
Literatuur schijnt dus heel wat anders te zijn dan wat ik dacht dat ze was en kon zijn en ze, de literatuur, zal wel zo blijven. Wat ik schrijf is een bos, een oerwoud zelfs van gedachten; wat Lize Spit schrijft is een dorp met straten en huizen en mensen erin, en er gebeurt heel wat. Ik heb er geen boodschap aan, zoals zij wellicht geen boodschap heeft aan wat ik op papier zet. In dit opzicht staan we gelijk. Het is voor mij geen ontgoocheling, het bewijst enkel dat ik verkeerd zit en verkeerd zal blijven.
Zij echter heeft het bij het rechte eind. Zij, op haar jeugdige leeftijd heeft ingezien hoe er geschreven moet worden en vooral over wat om door te dringen tot de massa, en ze is er in geslaagd ook. Zo mijn les is geleerd en mijn toekomst gekend. Zoals deze van Lize Spit gekend is en het is haar uit ganser harte gegund.
Hoe moet het verder met mij?
Beter is hoe kan het verder met mij? Ik ben niet zinnens een andere weg in te slaan, ik ben niet zinnens ook maar iets te wijzigen aan wat ik placht te schrijven. Het landschap van de geest dat ik bewandelde blijft mijn landschap of het nu winter is of lente of herfst, ik blijf waar ik ben, ik blijf waar mijn roots geankerd liggen in de aarde.
En die plaatsen zijn onbeperkt: de bergen, de zeeën, de polders, de heuvels van de Vlaamse Ardennen, ik ken ze allemaal, ze maken alle deel uit van die roots waarover ik het heb. En ze inspireren me, ze zijn de enige rijkdom die me nog rest. In waarde uitgedrukt, zero, in geest uitgedrukt, het maximum dat ik verwerven kon.
Zo, beoordeel me als een evenwichtig iemand met een voorkeur die als een struikelblok fungeert in de maatschappij van nu deze, voor het ogenblik, van de transgenders dat het laatste snuifje is dat door de media wordt bespeeld, een roman hierover wordt voorzeker voor het ogenblik geschreven, als hij er nog niet zou zijn.
Dit nog ook: het boek waar ik het over had dat me naar de literatuur leidde en de media die me naar de transgenders brachten is slechts een momentopname van mijn gedachten, is van voorbijgaande aard. Morgen spreek ik er niet meer over. Ik deed het vandaag omdat ik hoopte op zon en licht en ik in de regen en de grijze luchten ben terecht gekomen.
Er is dus altijd een aanleiding voor alles of, alles is met elkaar verbonden. Veel van wat verbonden is wordt zelfs niet opgemerkt, zelfs de gevolgen ervan niet. Maar deze voormiddag zijn ze me niet ontgaan, werden ze neergezet in enkele woorden. Zoals ik dacht dat het horen zou.
Wellicht, een jaar of meer verder - als ik er nog zou zijn - zullen ze herlezen worden en zal ik me de vraag stellen wat ik hiermede precies bedoelde en vooral waarom ik er per sé de nadruk wou op leggen?
02-02-2018, 06:32 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-02-2018 |
Waar ik mee begaan ben |
Wat ik schrijf is telkens een momentopname, is van het ogenblik dat ik voel een goede zin of onderwerp gevonden te hebben. Van dan af ontstaat mijn blog. Dit betekent, dat de idee er naar toe nimmer ver weg is, dat ik er praktisch altijd mee begaan ben en dat ik wacht op dat magische ogenblik om neer te zitten en te schrijven.
Dit is ook de reden waarom mijn onderwerpen zo verschillend zijn, zo uiteenlopend, springend van de hak op de tak. Ik zelf ben er over verbaasd, maar ik laat begaan. Ik ben al gelukkig als ik bezig ben, en eens ik begin geraak ik bijna altijd aan het einde ervan.
Een gezegend man zal je denken, maar een man – en dat denk ik dan – die niets anders meer vermag dan bezig zijn met het schrijven van een blog. Het vult mijn uren, het vult mijn dag. Waar ik ook ben of wat ik ook doe, ik denk eraan, ik ben er mee bezig. Het is weinig minder dan een obsessie.
Dit is de reden waarom ik mijn gedachten niet zo graag onderbreek om een boek te lezen, de reden ook waarom ik niet denk in de richting van een gedicht, er is altijd mijn blog dat voorrang krijgt, of hij dit nu verdient of niet.
Ik had het nog zo niet begrepen, vroeg me wel af hoe het kwam dat ik nog zo weinig las, dat ik er absoluut geen behoefte meer aan had een boek te beginnen, ‘Het smelt’, de succesroman van Lize Spit ligt nu op mij te wachten. Ik las er de eerste pagina’s van om uit te komen op een passage waar de vader uitlegt aan zijn dochter waar en hoe hij zich zelfmoorden kan of zal. Ik schrok ervan, ik dacht plots aan het begin van mijn sukkelboek – want dit is het wel, ik weet het nu - dat begint met een beeld van Stonehenge en wat verder de idee uitdraagt dat alles is ontstaan uit de geest. Ik zit dus op een totaal ander en daarenboven, verkeerd spoor.
Of ik ‘Het smelt’ verder ga lezen weet ik nog niet, zeker niet nu er ineens een grote hoeveelheid water dat moet ingevroren worden aankomt, waarna het ‘pijpen’ komt op de rand van het bad. Ik denk dat, gezien het succes van dergelijke zinnen, die haaks staan op die van mij, verder lezen me dieper in de put gaat duwen; dat ik nogmaals ga inzien dat ik mijn leven lang verkeerd ben bezig geweest, en wat een gevolg ervan is, dat ik niet meer de vreugde zal kennen die het schrijven van mijn blog me elke dag oplevert.
Zo gaat ook de wereld aan mij voorbij, blijf ik steken in mijn beperktheid, zonder al te veel armslag en teer ik op wat ik jaren geleden gelezen heb of, op het weinige dat ik verneem in de Standaard der Letteren, die soms een week blijft liggen, onaangeroerd.
Het is werkelijk te laat om hier nog iets aan te veranderen, als het zo verder gaat word ik stokoud en verga ik in mijn woorden. Word ik er door opgeslorpt, verdrink ik er in. En niemand die me helpen kan. Ik wens ook niemand om me te helpen, om me van mijn aanslepende ziekte af te helpen. Ik zal er dus mee sterven, wat ik hoop.
Ik wou alles in gereedheid brengen voor als ik er niet meer zal zijn. Ik weet dat het gebeuren moet, maar hier ook krijgt de zorg om mijn blog de bovenhand en gebeurt er niets op papier. Al spreek ik erover, al weet ik wat ik wil, tot het uitstrooien van de as aan de vijver waar ik nog, nu en dan, heen ga, hopende dat de luchten me wijzer zullen achterlaten.
Wat altijd welgekomen is, zelfs nu nog.
01-02-2018, 06:18 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
31-01-2018 |
De Gezanten |
In de voormiddag, zoals het wellicht overal nu en dan eens gebeurt, aan de voordeur het bezoek van twee gezanten, niet deze van God, zoals deze ten tijde van Sodoma en Gomora, maar gezanten van Paulus die zijn woorden rond deelden aan de (niet meer)-gelovigen. Tevergeefs wellicht.
Zeg ik, dat ik eerst verrast was als ik hen zag staan, omdat ik hen niet verwachtte, maar dat ik me goed voelde toen ze me vroegen, na zich te hebben voorgesteld met Leo en een naam die ik vergat, of ik de Bijbel kende, en ik hen antwoordde dat het Boek der boeken, dit van 1611, naast mij op de tafel lag en dat ik nog een Franse, een Nederlandse en zelfs een Spaanse Bijbel had.
Wat hun schijnbaar niet interesseerde want het was niet over die Bijbel dat ze spreken wilden maar over de Brieven van Paulus, wat heel wat anders is.
Leo had een elektronisch ding bij, a tablet, en las me, na enig zoeken, de woorden die een verwittiging inhielden aan het adres van hen die naar het Woord van de Heer niet luisteren zouden, terwijl de andere zonder naam, bevestigend knikte en toekeek.
Het was niet de eerste maal dat ik dit hoorde. Ik antwoordde hen dat ik Paulus gelezen had, dat ik wist dat hij beweerde Jezus te kennen, niet als de Jezus van Paulus, maar als de Jezus die God hem had ingefluisterd.
Ze waren verbaasd dit te horen, verbouwereerd zelfs waren ze, maar ik heb hen gezegd dat woorden geschreven tweeduizend jaar geleden, vandaag anders geïnterpreteerd worden. Denk maar, heb ik gezegd, aan de geschiedenis van Sodoma en Gomora, het bezoek van de twee gezanten van God, zoals jullie ook twee gezanten zijn van Paulus, en wat er met hen gebeurde en met die arme vrouw van Lot die veranderde in een zoutpilaar[1]. Nu, er zal jullie niet overkomen wat de gezanten van God overkwam, ik vertel dit maar om te zeggen dat de woorden van toen vandaag anders worden ingevuld.
Maar repliceerde Leo, het zijn de woorden van Paulus, geïnspireerd door God, die van alle tijden is, die alles weet, ook hoe alles zal verlopen in de wereld, en Paulus zegt ons hoe we handelen moeten opdat we er correct zouden naar leven.
Ik had hen kunnen antwoorden dat alles, als we Psalm 139 mogen geloven, al geschreven staat, maar ik heb gezwegen, ik heb het maar gedacht want ik was er zeker van dat ze de psalmen niet gelezen hadden, zoals ze ook de geschiedenis van Sodoma en Gomora niet kenden.
Ik heb, heb ik gezegd – in feite heb ik meer gesproken dan zij – nood aan woorden, nood aan ideeën om te begrijpen, maar niet aan deze over een God van voor Galileo, deze zijn voorbij gestreefd. Indien er vandaag, een nieuwe Paulus opduiken zou, dan zou hij ons spreken over het Higgs deeltje en de betekenis ervan, en naar hem, mijn goede mannen, zou ik met veel interesse luisteren.
Ze zijn weggegaan en hebben me een foldertje gelaten dat ik, met respect voor de moed die ze opbrengen, bewaren zal als ‘signet’, als bladwijzer, in mijn agenda.
[1] Genesis: 19
31-01-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-01-2018 |
Over het meer 'zijn'. |
Heb ik na al die dagen van zeven volle jaren nog iets te zeggen dat ik nog niet zou gezegd, aangeraakt of gesuggereerd hebben? Ik betwijfel het. Zoals er niets nieuws is onder de zon, volgens de Ecclesiasticus, is er niet veel nieuws meer bij mij. Ik ben me er ten volle van bewust – ik had het er gisteren al over met woorden die ook bij mij vreemd overkwamen - en toch doe ik verder en herhaal ik me telkens in andere woorden.
Ik leef dus in de onbegrensde ruimte van de geest waar alles mogelijk is: droom die realiteit wordt en realiteit die droom kan zijn waarin ik mijn herinneringen vervormen kan en voorstellen als een nieuw herinneren, waarin ik weg wandelen kan in het landschap van schijnbaar onbenullige gebeurtenissen, die toch hun belang hebben of zullen hebben vroeg of laat.
Zoals onze primitieve(!) schilders op de achtergrond van hun doeken, droom-landschappen wisten te schilderen om meer intensiteit te geven aan hun onderwerp, er een begin van een verhaal aan toe te voegen en aan te tonen dat in hun verbeelden er ook een totaal andere wereld aanwezig was[1], zo ook wens ik telkens de aanwezigheid van het niet te verwoorden: ‘Ganz Andere’ van Horkheimer, in mijn teksten binnen te schuiven.
Aldus wil ik dit zeer conformistisch, kleinburgerlijk leven dat ik gekend heb, geaquarelleerd in al zijn dagelijks gebeuren, bemeubelen met de dingen die ik niet bezat, herbeleven wat geweest is en dit herbeleven schuiven in en over wat ik wenste dat er zou geweest zijn.
Wil ik dat de muren van de woning die ik betrek zich openen zouden naar alle huizen die ik heb bewoond, naar alle plaatsen waar ik ben geweest en naar alle tijden die ik heb gekend; wil ik alle blanke vlekken kunnen invullen, nu ik heel goed weet dat in mijn lichaam – het kraakt als ik opsta - de krachten aan het minderen zijn, en dat deze afname enkel gecompenseerd kan worden door een grotere activiteit van geest.
Soms lukt het me, soms niet, maar de tijd van ledigheid wil ik niet kennen. De schrijver in mij heeft nu dagelijks, een ander gevecht te leveren tegen die andere persoon in mij - onder meer deze van de vorige dag - die me ontmoedigen wil, die me voortdurend wijst op het steriele van mijn denkpatroon.
Maar ik, wie die ‘ik’ ook moge zijn, houd vol.
Onderaan de titel van het tijdschrift ‘Le troisième Millénaire’ - waarop ik van het eerste nummer af ben geabonneerd geweest tot jaren erna, en dat me nu nog altijd, via zijn mails terughalen wil, staat er te lezen, gedrukt in kleine letters, opdat het, wellicht niet te opvallend zou zijn: ‘de l‘homme en devenir’, over de mens in wording.
En zo zie ik het ook - en hier herhaal ik me zeker - de schepping is amper begonnen, ze heeft het punt bereikt dat ze nu, wat het spiritueel effect ervan, dwars doorheen de mens verder loopt. Hij, de mens – deze die zich kosmisch verbonden voelt - wordt verder geschapen, ondergaat een verfijning in zijn kennen, een verfijning die misschien nog niet duidelijk merkbaar is, maar die hem onvermijdelijk altijd verder voeren zal op de weg naar het intenser ‘zijn’.
Het is de enige weg die er voor ons te volgen is deze van het meer zijn en het minder hebben.
30-01-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-01-2018 |
Hij. |
Hij is aangekomen op een lege plaats, waar hij met moeite nog staande blijft omdat er geen nieuwe gedachten meer te wachten liggen. Hij, en een leegte waar er niets te halen valt, niets te bekennen of te ontkennen. Een boomwortel die op wat regen wacht en verdorren zal als het niet vlug gebeuren zal.
Niet meer wetende hoe hij ademen moet, alsof hij niet meer te bestaan had, niet meer te zijn hoe hij gisteren was en de dagen ervoor. Hij niet zeker was dat hij het wel was en niet een ander.
De man, dacht hij, die heel wat te verbergen had en meer nog te verzwijgen, omdat hij afgehandeld, afgeschreven was en niets meer te verwachten had, noch van hier noch van ginds waar de zeeën zijn, de bergen zijn, de dalen en de heuvels, al wat is van jeugd en ouderdom, het de ruïnes van de stilte zijn.
Met boeken die hij nooit las, het de andere was die ze las, maar die hij toch doorbladeren bleef als er de openheid van dagen was.
Hij nu uitgesloten en neergehaald door tijd en omstandigheid; hij niet meer opstaan wou, hij geen regen nodig had, alles al te laat dacht hij.
Hij weet dit allemaal, hij is ermee opgegroeid en hij het nu openspreiden wil omdat erin geen heil meer; geen keren om er weer te zijn zoals hij er ooit is geweest: gelouterd en gebrandmerkt door wat hij er zag en hoe het aanvoelde er te zijn.
Hij niets afweet van wat afkomt op hem, maar hij vermoeden kan dat het zonder hulp zal zijn naar het einde toe, tot het teken op de weg waar verder gaan niet meer mogelijk is.
Hij niets meer te verklaren heeft dat hij zeggen wil; hij het meenemen zal omdat het niet te zeggen is. Omdat, wat hij ook geschreven heeft, niet past, niet is geschikt om in boeken vermeld te staan, omdat het zich niet aansluit bij wat van de wereld is vandaag. Hij dus beter zwijgen gaat en zich verbergen, een slak gedoken in haar schelp.
Hij niet meer het hoofd verheffen zal; hij weg zal gaan, zoals hij gekomen is, een woord, een zin, een naam die geschrapt zal worden, en het is, denkt hij nog, het is tijd, zo dat het gebeuren moge.
Hij zich wegtrekt uit de dagen, het is voor hem te laat nog om van het woord te zijn. Van de slaap wil hij zijn en niet meer op te staan, morgen niet en overmorgen evenmin.
Zo is hij vandaag. Hij erkent zich zelve niet.
Zo, hij is het niet die dit geschreven heeft, al had het wel gekund dat hij het was, want hij kan er zich in terugvinden, vanmorgen toch. Te vele stemmen waren er opdat hij de juiste stem eruit, beluisterd zou hebben.
Hij zelf zal houden wat er staat, zelfs indien onsamenhangend, opdat geweten zou hoe de morgen ooit was, toen hij een ander was.
29-01-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |