Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    31-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen - Deel II, 2/3

     

    …

     

    Was dit, met de terugloop van het geloof in de waarden van de Kerk, het doembeeld dat als een donderwolk boven het Westen dreef of vergiste hij zich schromelijk, omdat de tekenen van nu, in plaats van toe te nemen, mettertijd afzwakken zouden?

    Hij hoopte het omdat hij wist dat onze samenleving zo niet geraakt zou worden in haar diepste worteling, daar van waar de levenssappen van de geest opborrelen en waar zijn queeste, de tocht naar zijn eeuwigheid, zich situeert. Je kunt immers de mens niet binden aan woorden, wie of in opdracht van wie ze ook moge geschreven zijn en waarvan nu de bladen vergeeld zijn,  niet mogen gewijzigd of geïnterpreteerd worden.

     

    Maar het is vandaag dat hij leeft en al de dagen die nog komen moet hij verder op de weg die hij heeft ingeslagen. En als hij spreekt en schrijft danj weet hij dat een boek waarin geen spoor zou te vinden zijn van de binding van de mens met zijn ‘kosmische’ essentie, hoe minimaal ook, geen waarde heeft, alleszins niet voor hem.

    Marie-Madeleine Davy maakt hem dit duidelijk als ze schrijft: il est impossible d’envisager l’homme coupé de sa profondeur d’origine divine.

    En om het nog duidelijker te maken, hij vond in het boek van Davy, een dagbladknipsel uit ’Le Monde’, de toespraak van Saint-John Perse, gehouden bij de overhandiging van de Nobelprijs voor Literatuur, waarin hij had onderlijnd: ‘la grâce poétique, l’étincelle du divin, vit à jamais dans le silex humain’, waarmede Saint-John Perse de zin van Davy kruiste.

     

    Dit waren woorden die hij koesterde. En er waren er nog die hij vond in hetzelfde boekje van Marie-Madeleine Davy, overgeschreven uit een boek van Christian Jacq, een gedachte van Hermes Trimegistos :

     

    Pense être partout en même temps, dans la mer, la terre et le ciel; pense que tu n’es jamais né, que tu es encore embryon, jeune et vierge, mort et au-delà de la mort. Comprend tout à la fois, les temps, les lieux, les choses, les qualités et les quantités.

     

    Hij herlas de zin en hij dacht – de wind nog heviger dan voorheen, hoog in de bomen, jagend over het huis – dat dit de essentie is van de goddelijke vonk in de menselijke silex. Zo denk dat je een deeltje van die God bent, dat je overal aanwezig bent, dat je alles begrepen hebt.

     

    Hij kan het nog, het is nog deel van zijn vrijheid te denken wat hij denken wil en openlijk het neer te schrijven in een klare zuivere taal. Het was niet altijd het geval, Dante wist hoe verdoken hij zijn gedachten kenbaar maken moest.

    Zullen wij het nog weten of zal het nog nodig zijn het te weten, eens overspoeld?

     

    Hij schrijft maar, een gekheid is het – maar hij gaat verder – één boek te willen toevoegen aan de massa miljoenen boeken die er opgestapeld liggen in al de bibliotheken van de wereld om gelezen te worden.

     

    31-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.L'écriture est un refuge

     

    In een artikel in Le Monde vertelt de Amerikaanse schrijver Douglas Kennedy[1], dat het in de gesprekken onder schrijvers gewoonlijk gaat over geld, omdat ze aldus in staat zijn hierachter hun twijfels te verbergen wat hun werk betreft en ook hoe het verder moet met het boek waaraan ze begonnen zijn. Maar zegt hij nog zonder deze twijfel is er ook geen creatieve rilling, il n’y a pas de frisson créatif.

     

    Over geld, over publicatie gaat het niet bij mij, wel de twijfel over de waarde van wat ik schrijf en ook hoe het steeds maar verder moet met het boek dat ik aan het ‘voortbrengen’ ben. Dit zijn dus zorgen waar elke schrijver mee geconfronteerd is. Ik hoef dit niet meer te herhalen. Er rest me alleen zo te schrijven dat mijn prestatie maximaal is en dat ik het beste haal uit mijn creatief zijn voor wat ik als boek wil achterlaten.

     

    Kennedy zegt ook dat schrijven een buitengewoon beroep is, een kwestie van evenwicht in zijn leven en ik zal hem hierin niet tegenspreken: ‘Dans les périodes difficiles – ik ken ook van die periodes - l’écriture est même un refuge’.

     

    Ik schreef dit eergisteren nog.



    [1] Le Monde van  25 mei: Propos recueillis par Raphaëlle Rérole over het boek van Douglas Kennedy: ‘Chasing Mammon, Travels in the Pursuit of Money’.

    30-05-2012, 05:12 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen - Deel II, 2/2

     

    …

    Het ‘impromptu’ van de hoge winden om het huis, winden die van verre komen, van landen en van oceanen. Hoge winden in de bomen die zijn hart beroeren, die hem beelden brengen, vader, moeder, afscheid nemen.

    De tijd, omzwachteld door de tijd, de enige levende en hij die erin geborgen zit, meegenomen. De tijd die hij was en is, hij, Ugo, zoals hij genummerd getekend staat in vele registers, ergens in kasten of in kamers of op harde schijven, zijn naam uitgeschreven voor altijd, alsof hij enkel naam was, drie lettertekens, een te weinig, of drie te veel, en te zijn wat hij in feite is, niet zoveel,  verlatenheid zelf en hoge winden die hem wegnemen zullen en niets nog blijven zal. Van al dit bestaan hier, dat hij zo koestert, dat hij omlijsten wil met guirlandes, enkel de tijd zal overblijven, de grote levende tijd.

    Wat hij nu ook weet, omdat plots een naam opduikt, de zachtheid van een blik in hem geboord, dat hij bemind heeft en dat de voren die dit beminnen in hem getrokken heeft nog open liggen.

    Bevreemdend is, en dit wordt hem duidelijk, bevreemdend is dat hij het waagt al deze zaken nog op te zoeken in deze wereld waar de miserie van afdruipt: een door elkaar schuiven van gewapende conflicten, van uiteengereten lichamen, van corruptie en uitbuiting, van kinder- en vrouwenverkrachting, van hongersnood, van natuurcatastrofen.

    En dichter bij hem, het gebazel van de politiekers die zonder het minste schaamrood dit land waar hij geboren is en opgegroeid, inspiratieloos hebben achtergelaten door destijds, onder meer, een openbare schuld te laten groeien tot een niveau dat een intrestlast genereert die een rem betekent voor tal van noodzakelijke investeringen en een noodzakelijke  belastingdruk oplegt die boven het normale uitstijgt.

     

    Terwijl langzamerhand het westen overspoeld wordt door een golfbeweging die in zich de kiemen draagt eigen aan wat kenmerkend was voor onze veertiende, vijftiende, zestiende eeuw en hij zich de vraag kan stellen, hoe lang nog een Koningin- Elisabeth-wedstrijd voor viool of piano, als hij donker gebaarde mannen hoort en wat ze honderdvoudig gemeend, te zeggen hebben? Of hoe lang nog Shostakovich, Beethoven, Bach, Mozart?

    Slaapt de  politiek in het westen, is hun roes van eeuwenlange heerschappij dan blijven hangen, hen verblindend tot het te laat zal zijn, of is het al te laat?

     

     

    29-05-2012, 23:52 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe men wordt wie men is

     

    Wat was oorspronkelijk van mij, in dit mijn leven. In welke mate was ik het, en ik alleen, die richting heeft gegeven aan de wegen die ik heb ingeslagen. Zijn het niet eerder de omstandigheden geweest die van mijn jongste jaren af mijn leven hebben bepaald?

    Zo de dag dat de schoolmeester van het dorp, een heerlijk mens – hij liet me de volledige Jules Verne lezen - die op een dag bij moeder en vader is gekomen, arm als we waren, zoals ik het nog steeds ben, om hen aan te raden me in te schrijven voor wat toen bekend stond als het ‘Fonds der Meestbegaafden’.

    En dit een stap toen was, bepalend voor wat komen zou, andere zaken met andere wegen. Waaruit opnieuw andere wegen zich  zouden opdringen en zo verder, om hier aan te komen bij deze blog die ik schrijf.

    Me afvragend, zoals wellicht zovelen, of ik wel ooit een beslissing heb genomen die me door de omstandigheden niet werd opgedrongen.

     

    Neen ik geloof niet dat ik ooit eenmaal een beslissing nam die inging tegen de normale gang van zaken. De feiten kwamen op mijn af en ik onderging ze.

     

    In dit licht, ligt wat nog komen kan al uitgestippeld, al opgetekend, in pogingen om te leren wat te laat is om te leren, te lezen wat ik jaren geleden had moeten lezen, te schrijven wat gezien mijn jaren, niemand nog voor ernstig zal nemen.

     

    Psalm 139 over het boek waarin alles opgetekend staat, ook wat nog komen moet, vertelt het me.

     

    Deze woorden zijn gebonden aan mijn persoon. Ze staan nu geschreven. Ze passen in en bij mijn  levensjaar,  zoals mijn blog erin past. Trouwens wat zou ik doen of wie zou ik zijn, ware het niet dat ik nog schrijven kan.

    28-05-2012, 01:01 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen Deel II, 2/1

     

     

    Bemerking voor de lezers van deze ‘Adem vd Dagen’.

    Als ik mijn doel: 34, 33 en 33 per deel wil bereiken zijn de stukken tekst die ik hiervoor moet inloggen, telkens te lang en neemt de centrale PC de teksten niet op zoals ik het wens. Ik word dan geconfronteerd met een tekst die te dicht op elkaar is gelijnd.

    In de toekomst zullen mijn stukken tekst korter zijn en, indien ik er toe in staat ben, vlugger elkaar opvolgen. In deze omstandigheden echter zal, wat Deel II betreft, het vervolgcijfer in breukvorm worden opgegeven. Zo wordt deze tekst II, 2/1.

     

    …

     

    Dit alles was deel van het grote zinderende leven dat hem steeds blijft doorkruisen. De siddering van wat gekomen is uit het Alfa-punt en hem voeren zal over de dood naar het grote onbekende.

    Hoe kon hij deze fuga van het woekerende leven dat keer op keer doven gaat in de herfst en in de lente lijk een vloedgolf het land overspoelt, hoe kon hij dit alles omvatten met woorden, wetende ook dat hij, dromend  in het licht van de niet meer te tellen morgens die hij bewust had beleefd of roekeloos had ondergaan, zijn lichaam ook niet ontsnapt aan het ritme van de natuur.

    Hij dacht nog, Hugo Claus vermocht dit te beleven. Hertekende dit, in zijn gedichten, in het barokke van zijn woorden die Claus zo plukken kon, die zo uit hem opwelden en die hij nam zoals ze kwamen. Woorden die schreeuwden van poëzie, niet zo zeer door wat ze te zeggen hadden – dit was Eliot - maar door de klank ervan, de vorm ervan, het ongewone ervan, het passende, verrassende beeld ervan.

     

    Hij gaat slapen met deze zin. Hij denkt is het wel zo, overstijgt Claus het ritme van de natuur, overtreffen zijn gedichten het in en over elkaar vloeien van zomer en herfst, van winter en lente. Is het dit fenomeen dat eigen is aan de poëzie van Claus?

    Hij, Ugo, zal dan begraven worden onder een steen die zijn naam zal dragen, en een grafschrift dat hij nog schrijven moet, waarbij hij het grafschrift benaderen wil dat hij vond in een boek over de Romaanse architectuur en cultuur in la Provincia de Burgos:

     

    Soy  lo que serás;

    lo que eres en el tiempo fui:

    ora por mi, te ruego.

     

    Ik ben wat jij zult zijn,

    wat jij bent was ik eens:

    bid voor mij, ik vraag het je.

     

    Hij vraagt echter niet te bidden voor hem, al zal hij het zelf wel onvoldoende gedaan hebben. Maar zijn ganse geestelijk bestaan werd een gebed. Een wandeling  naar  en binnenin wat niet te noemen is.

    Hij zal evenwel niet zoals Rilke, begraven worden zijn grafzerk leunend tegen de muur van een Romaanse kerk, maar hij vraagt zulks niet, hij wenst enkel dat zijn naam verlengd wordt naar wat hij in zijn dagboek schrijft op een dag zoals deze.

    27-05-2012, 00:34 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dmitri Shostakovich

     

     

    Ik was sterk onder de indruk van de prestatie van Andrey Baranov na zijn Prokofief en vooral na zijn uitvoering van Shostakovich Eerste Vioolconcerto, opus 77.

    Het is een van de mooiste vioolconcerti die ik ken en ik stel me de vraag, hoe zou Baranov eruit gekomen zijn had hij zoals de anderen het concerto van Sibelius, Paganini of Tchaikovsky gekozen.

     

    Nu ik maak geen rangschikking van de prestatie van de tien kandidaten die ik al hoorde, er is een jury hiervoor, alleen waag ik het te zeggen dat het optreden van Baranov hoogstaande was, en als het hoogstaande was dat het te wijten was aan de immense kwaliteiten van het concerto dat hij gekozen had.

    Het vioolconcerto en dan dat uitzonderlijke, onevenaarbare  derde deel is alles, verdriet, afscheid en herop standing, is een bundel wonderlijke klanken dat ik zou willen aanbieden aan zij die naar mijn uitvaart zouden komen.

    Zullen zij die me lezen en, als ik het niet zou gedaan hebben, iets te regelen hebben, er rekening willen mee houden, het derde deel van het vioolconcerto van Shostakovich, van het tromgeroffel af, tot zo ver mogelijk te willen laten vloeien over mijn lijkkist.

     

    Dit is wat ik dacht, vandaag 25 mei, toen ik het her beluisterde  op Canvas, met het venster open op het gezang van de merels en de lijsters en de vinken  en de mezen en van de wind in de bomen.

     

    *

     

    Ik las ‘Testimony, the memoirs of Dmitri Shostakovich’ van Solomon Volkov (Faber & Faber, paperbacks 1981, London-Boston). Niet dat hierin veel verteld wordt over zijn werk in het algemeen, wel over de angst die hij kende muziek te componeren dat niet in de lijn lag van wat van de componisten gevraagd werd.

    Zo werd in 1948, op het Congres van de Componisten, zijn werk samen met dit van Prokofief en Katchaturian veroordeeld als ‘anti-people formalisme and decadence’ (zijn eerste vioolconcerto dateert van 1947-48). En werd de partituur van zijn negende symfonie als totaal waardeloos van op het podium de zaal ingegeooid.

     

    26-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom Bloggen?

     

     

     

    Waarom in ‘s hemelsnaam, waarom een blog, wat wil ik ermee bereiken?

     

    Ik heb altijd geschreven, altijd - het is trouwens tijd dat ik een grote schifting doe, zo niet wordt het kind dat ik baarde weggegooid met het badwater – vrienden wisten dat ik schrijver was, zoals je van vrienden weet dat ze zondagsschilder zijn of verzamelaar van het een of het ander. Is het dan vreemd dat ik aan de wereld tonen wilde dat ik schrijf en, nu me de mogelijkheid geboden wordt, dat ik het kond wil doen, dat ik het uitbazuinen wil over de daken?

     

    Maar ik besef schijnbaar nog steeds niet dat ik geschreven heb in het luchtledige, dat ik nimmer bereikt heb, wat elke schrijver moet bereiken, gepubliceerd  worden. Had ik enig talent gehad als schrijver dan had ik reeds, mijn ouderdom in acht genomen, tien boeken geschreven of minstens enkele dichtbundels.

    Zo mijn blog is een compensatie, een elegante oplossing, voor het luchtledige, het anonieme van mijn prestaties en het is het enige dat me overblijft.

     

    Ik denk dat dit de hoofdreden is. Niemand wil me gepubliceerd, dus publiceer ik me zelf op de meest  voor de hand liggende wijze, en op een wijze waar niemand enige zeg over heeft, ik schrijf wat ik schrijven kan, gelezen of niet gelezen. Nu, een succes werd het niet, zeker niet het succes dat ik verhoopt had.

    Evenwel, als ik dieper ga kijken is er toch iets aan toe te voegen, het is tonen aan zij die me kennen of gekend hebben – oud-collega’s bijvoorbeeld - dat ik nog leef op een voor mij waardige manier – er zijn er die met dubbele Vlaamse vlaggen zwaaien bij de aankomst van een rit in de giro d’Italia – voor mij is mijn blog mijn vlag: ‘Mensen ik ben er nog!’.

    Mijn vlag, eigenlijk is het maar een wimpel - ‘eine Fahne und sei stolz ich trage die Fahne - is er om de vele vrienden en kennissen er op attent te maken dat ik er nog steeds ben en hoe ik er ben.

     

    IJdelheid, ijdelheid! Terwijl ik voldoende wist van T.S.Eliot – en ik loop er mee te koop - ‘the only wisdom we can hope to acquire is humility, humility is endless’.

     

    Soms wordt het me te veel, soms is er een moeheid, soms is er wat vermoedelijk velen in mijn geval denken gaan: ‘Stop it, genoeg gebazeld, maar dit is dan een beslissing die ingaat tegen de persoon die ik ben!

    25-05-2012, 05:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem vd Dagen, II, 1

     

     

     

    Light enters my room like a gilded Pavlova ...

    Deze versregel van Ezra Pound herhaalt zich in hem als hij neerzit aan zijn schrijftafel voor een nieuwe dag. Wanneer, denkt hij, vind ik nog de tijd om Pound te lezen, om Hemingway of Steinbeck te heropenen, wanneer Proust of Pasternak, wanneer Malaparte?

    Onlangs had hij gelezen - maar hij herinnert zich niet meer in welk boek het was - dat een bepaalde passage in ‘De Huid’ van Malaparte, (maar wie leest of spreekt nog over Malaparte) wetenschappelijk kon bewezen worden en wel waar hij het heeft over het plotse bevriezen van een troep vluchtende wilde paarden die zich in een meer hadden gestort tijdens de Fins-Russische oorlog en een winter lang, lijk standbeelden uit het ijs staken.

    En alsof Malaparte hem vervolgde, heel laat op de BBC, een documentaire over het huis van Malaparte, dat lijk een rechthoekige schuinoplopende massa stenen opdook uit het landschap, met de commentator die de vraag herhaalde van Rommel aan Malaparte of hij het was geweest die het huis had geconcipieerd en het antwoord van Malaparte dat hij het landschap had bedacht, het huis voegde hij eraan toe, is er altijd geweest!

    Hoe lang of hoe kort duurt het leven van een boek, en dan vooral, nu hij hoorde  dat een boek, in de huidige context, vier maanden krijgt om te bewijzen dat het levensvatbaar is. Maar dan, gesteld dat het levensvatbaar is, hoe lang duurt het leven ervan, tien, twintig, dertig jaar, een generatie?

    Hij had een lange tijd, een te lange tijd te weinig gelezen omdat hij verzonken zat in cijfers, in economie en financiën maar ook in filosofische beschouwingen over het leven en over God, zodat het duidelijk is dat hij van een andere generatie is dan zij die thans de boekenwinkels en de literaire tijdschriften vullen met hun woorden, en hij in feite nu aan het filosoferen is vanuit een vorige generatie dan deze van nu en meer nog, naar de generatie toe die na hem zal komen. Wat zeker geen winstpunt is om gelezen te worden. Maar hij waagt het toch de taal te gebruiken die hij gewoon is te gebruiken en zelfs toe te geven dat hij de literatuur van de generatie na hem, op enkele uitzonderingen na, wel van ver heeft gevolgd maar weinige boeken eruit gelezen heeft.

    Maar over de levensduur van een boek weet hij dat achteraf gezien, elk boek dat we lezen teruggebracht wordt tot enkele passages die ons om een of andere reden heel bijzonder hebben getroffen; soms zijn het verheffende, soms zijn het afstotende. Als hij bijvoorbeeld de Four Quartets uit zijn boekenkast neemt dan is het niet Eliot die hij neemt, maar: 

    Time present and time past

    are both perhaps present in time future,

    and time future contained in time past.

    Deze versregels van Eliot zijn in hem gaan leven, en Eliot blijft aldus aanwezig in de band geest die hen bindt, over tijd en ruimte heen, terwijl deze versregels stammen van de generatie voor hem, heeft hij ze toch gelezen en bewaard. De vier maanden respijt die gegeven worden aan een boek is dus meer dan sterk afhankelijk van de waarde van het boek. Als hij rond zich kijkt vindt hij Saint Joan van Bernard Shaw, vindt hij Canetti, vindt hij Kundera, Auguste Rodin en nog niet zo lang geleden heeft hij Mulisch teruggelegd, heeft hij Chateaubriand en Stendhal terug op hun plaats gezet, ook Paul Claes en zijn vertaling en commentaar bij ’The waste Land’, en vooral Hertmans’ Arcadia. Bij elk boek hier zijn de vier maanden lang voorbij.

    Wat bedoeld werd is praat van de uitgever, als de verkoop stilvalt na vier maanden is er het bewijs dat het boek niet loopt en nimmer lopen zal. Maar een boek dat in de diepte geschreven is heeft zeker een veel langere levensduur, niet bij de gewone lezer, maar wel bij de lezer die voedsel wenst voor de geest, en daar komt het op aan, niet op verkoop, wel op vastheid, wel op degelijkheid.

    Maar hoe komt het, en via welke binding, gebeurt het dat hij vertrekkende van Pound, over Malaparte bij Eliot komt, terwijl hij reeds denkt aan Gods little Acre van Erskin Caldwell dat hij eens heeft uitgeleend en nimmer terugkwam.

    Hij was het gaan zoeken in de Engelse bookshop op een grote laan van de hoofdstad, waar de herinnering aan haar die hij had liefgehad hem overviel en hij terug die immense tederheid voelde die zij was geweest. Maar zoals zij verdwenen was uit zijn leven, zo was elk spoor van het boek verdwenen.

    Om welke reden was ‘Gods little Acre’ terug opgedoken? Was het omdat hij dacht aan het gebeuren waarbij een van de personages van het boek, opgehitst door het provocerend sensuele lichaam van zijn schoonzus, haar plots het kleed van het lichaam rukt en het in stukjes scheurt? Dit is toch het beeld dat het boek heeft nagelaten in hem. Doch het zal wel Caldwell zelf zijn geweest die opgehitst door wat hij schreef haar in gedachten de klederen van het lichaam rukte, want hoe groot is soms niet de kracht van onze verbeelding?

    Hoe oud was hij toen hij met Julie op de hooischelf was en hij, over haar gebogen, zijn hand had gelegd op haar kleine harde borsten, en hij in de glans van haar ogen zag wat er gebeuren kon en zijn hand opschoof naar die ongekende, onvermoede plaats, verhit, bedwelmd en als verdwaald in het hijgen van zijn bloed.

    Wat indien Julie’s moeder, die instinctmatig het gebeuren moet hebben aangevoeld, niet met aandrang geroepen had over de meidoornhaag die hun beide boomgaarden scheidde. Julie had zich losgerukt van onder hem en was lenig als een kat de ladder afgesprongen om in een aureool van licht in de poortopening te staan en te verdwijnen, hem achterlatend  in de doordringende geur van het hooi en de dwarreling van deeltjes stof in bundels licht tussen de losliggende pannen.

    Lang nog erna heeft de echo van haar lichaam hem bezeten, vooral dan als hij op zijn bed lag onder de pannen en eraan dacht, zoals ze hem gezegd had, dat ze slechts gescheiden door twee muren en een smalle gang, naakt in haar bed aan hem lag te denken.

    Het was Julie die zijn bloed had doen ontwaken, niet alleen op de hooischelf maar veel vroeger nog in het kleine elzenbos, dat in de herfst onder water liep en waar ze in de winter speelden op het ijs, hun stemmen klaar en helder in de avondschemering. En eens de zomer, eens het water weggetrokken, de bodem dooraderd met de fijnste worteldraden van els en wilg en zacht lijk dons, bedekt met stukjes hout en droge bladeren waarover een wilde, doordringende geur hing die zijn verbeelden aanwakkerde.

    Maar later, op een namiddag in september, zouden andere bomen getuige zijn. Hij kon haar niet weerstaan als ze naar hem toekwam waar hij zat aan het open venster en hem meenam, zonder woorden, over de bloemenweide, onder de ruisende canadabomen naar een plek dopheide in het bos, waar ze beiden als kind hadden gespeeld, en waar ze hem in de geuren van heide en aarde en sappen had binnengeleid in haar kreunend heiligdom.

    Nu nog riepen humus en mossen, lisdodden en gevlekte orchis, gevoelens op die hij onderdrukken moest, die hij wegduwen moest, want de tijd van Julie, van vlinders over de bloemenweide, de tijd van stuifmeel en van hooi, was de tijd van zijn jeugd die begon bij haar en ook eindigde met haar.

    24-05-2012, 10:53 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Concours Koningin Elisabeth

     

    Ik luisterde naar het optreden van de laureaten op 21 en 22 mei. Ik ben heel gevoelig voor dergelijke zaken, de muziek ontroert me, hoe die wordt geïnterpreteerd is eigenlijk bijzaak.

     

    Het is de muziek die bepalend is voor mijn oordeel. Ik denk dat elk van de laureaten een maximale vertolking brengt en het is niet aan mij om er iets meer over te zeggen al heb ik duidelijk een voorkeur voor een van de vier. Ligt het aan de manier van spelen of ligt het aan de keuze van de muziek, ik weet het niet. Wel is het zo dat mijn gedachten in de eerste plaats gaan naar de componist die de muziek schreef en dat dit wellicht doorslaggevend is voor mijn voorkeur.

     

    De twee sonates van Prokofief, heerlijke muziek; de sonate van Brahms, prachtig, je hebt Brahms liever maar dit is omwille van zijn symfonieën en je houdt van Prokofief omdat je van zijn pianoconcerto houdt.

     

    En dan Sibelius’ vioolconcerto, origineel is de aanvang ervan, opduikend uit het geruis van de nacht komen de eerste gezangen van de viool. Je kent het concerto, je hoorde het vele malen en je denkt aan de maker ervan, hoe hij er aan gewerkt heeft, dag en nacht. Eraan denkend, aan tafel bij ontbijt en avondmaal, componerend in zijn gesprekken, componerend wandelend, luisterend naar de wind in de bomen, kijkend naar de rimpeling van het water, klanken die opduiken op de meest onverwachte ogenblikken, klanken ademend, componerend voor hij inslaapt, opstaat uit bed terug om neer te schrijven wat het begin is van een nieuwe beweging, een nieuw thema. Keer op keer, alle thema’s zich vermengend om dan terug te vallen op zijn beginthema.

    En dan die wondere, ontroerende vraagstelling met het antwoord van het orkest en het wederwoord van de solist(e) die het weet, die alles weet wat er te weten is.

     

    Je zou willen schrijven zoals Sibelius componeerde met variatie in de thema’s, fijne zilveren lichtstralen van woorden doorheen het gebladerte, opspringend tot golven van licht, tot een dramatiek van licht. Maar een boek van klanken is nimmer een boek van woorden.

     

    Tchaikovsky ligt je minder, je vindt het gemaakt, je wordt er niet door aangegrepen, maar Sibelius is Sibelius, groots bij vele, vele momenten. 

    En wat dan over het virtuoze concerto van Paganini, schitterend, en voor zoveel ik er van ken, gespeeld door een jong maar groot virtuoos. Prachtige lyrische passages, zuiver in klank gebracht. Ik denk dat Paganini meer aan de viool heeft gedacht bij het componeren, terwijl Sibelius meer zijn gemoed liet spreken.

     

    Je hebt geen oordeel over het opgelegde werk, je kent het niet, je weet niets over compositie, je leest heel weinig de samenspraak orkest en solist, je bent a poor man op dit gebied.

     

    En toch, toch wil je een blog schrijven omdat je het enig vindt uit te kijken naar wat de avond je brengt van acht tot twaalf aan muziek waarvan je houdt. 

    Een week lang grote muziek van grote componisten gebracht met hart en ziel door jonge, schitterende kunstenaars. Hun namen zullen we later ontmoeten. Maar grote avonden met grote muzikale momenten. Het feit dat het om een wedstrijd gaat verhoogt nog de waarde en brengt een kleur die verborgen in een waas een achtergrond vormt van een zekere spanning.

     

    23-05-2012, 00:16 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunst en Hokusai

    22 mei

     

    Zou ik op mijn 40ste of 50ste, of op mijn 60ste jaar geschreven hebben op de wijze waarop ik vandaag schrijf, ik geloof het niet. Als ik woorden/ideeën binnen krijg, van waar ook, en uitstrooi op de wijze waarop ik het doe, is het vandaag dat ik het kan, niet eerder of niet later, en dat ik het kan op de wijze die deze is van de persoon die ik nu ben, in een verouderde taal misschien met een woordgebruik of zinsbouw die niet meer van deze tijd is.

    Voorheen zou het maar gebazel geweest zijn, zoals het maar wat gebazel is – is het niet Ruusbroeck? – als men gaat vertellen wie of wat God is .

    Mijn ganse leven zie ik aldus als een lange aanloop naar de blogs die ik nu schrijf. Naar elk ogenblik van het nu dat even vlug gekomen is als het verdwenen is, enkel de echo van wat was, blijft hangen in wat ik nu schrijf.

     

    Ik denk soms aan de biografie van Frans Minnaert, een vriend schilder, waarvan ik laatst niets meer hoorde. En dan aan de passage die Frans liet aanbrengen op de muur van de inkomhall van de academie te Anderlecht. Een tekst van Kabushika Hokusai[1], die niemand nog leest en als hij nog zou gelezen worden niet als ernstig wordt genomen, zeker noch door Koons, noch door Hirst:

     

    ‘Ik ben gek van schilderen geworden vanaf mijn zesde levensjaar toen ik er voor het eerst kennis mee maakte. Ik vervaardigde enkele schilderijen die ik zeer goed vond: toen was ik al vijftig jaar. Maar niets van wat ik deed alvorens ik zeventig jaar was, had enige waarde. De ouderdom van drieënzeventig jaar bereikt hebbende ben ik ertoe gekomen de natuur onder vele aspecten te begrijpen: vogels, vissen, dieren, bomen, gras…, kortom alles. Als ik tachtig word zal ik nog verder gaan en in de geheimen van de kunst zal ik binnendringen met mijn negentig jaar. Eenmaal honderd jaar bereikt, zal mijn kunst subliem zijn. En mijn enig doel zal bereikt zijn rond mijn honderd-en-tiende jaar, want dan pas zal iedere lijn en ieder punt dat ik maak doordrongen zijn van leven’.

     

    Dit werd meer dan een eeuw geleden gedacht en geschreven, vandaag heeft de kunst veel minder voorbereiding en aanleg nodig, het volstaat enkele emmers verf uit te strijken op/uit te gieten over, een doek en eens een naam eronder is het kunst, of wordt het toch als kunst voorgesteld.

    Eén zaak zal wel verschillend zijn, het gevoel dat de ‘kunstenaar’ overhoudt na de prestatie, maar dit is vandaag bijkomstig, wat telt is de prijs die de wereld er voor over heeft en deze is in vele gevallen, ofwel een raadsel, ofwel gegoten in een lichte vorm van gekheid.

    Wat me opvalt is dat werken waarvan de verf, tenminste als er verf mee gemoeid is, amper is opgedroogd, vandaag hoge toppen scheren, waarbij ik me de vraag stel gaan die prijzen de evolutie volgen die de werken van Van Gogh, van Renoir, van Munch hebben gekend of zou het niet kunnen dat de prijs-evolutie de andere richting uitgaat?



    [1] Geciteerd uit Frans Minnaert van Paul Huys, Drukkerij-Uitgeverij Lannoo, Tielt, 1980, pag.142.

    22-05-2012, 00:34 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wijngaarden in Champlan

     

     

    In de gebouwen van BSi (Swiss bankers since 1873) in Crans-Montana, een tentoonstelling van beeldjes en maskers uit het donkere Afrika, weergaloos opgenomen in een prachtig, verzorgd BSi-album met de foto’s  van de tentoongestelde werken, telkens aangevuld met een gezegde van het volk in kwestie. Zoals bijvoorbeeld een Sierra-Leona-gezegde - de tekst bij het album is in het Italiaans met Engelse vertaling: ‘Per quanto sia caldo il sole, non seccherà mai il mare’. (However hot the sun, it will never dry the sea). Of een Benin proverb, en het is hier dat ik even wil bij stilstaan: ‘Chi pianta un albero prima di morire non ha vissuto invano’ (Anyone who plants a tree before they die, has not lived in vain).

    Gustave Cotter, il mio fratello, was een planter, hij plantte jonge dennen, sparren, lorken bij zijn chalet in Zinal die hoog zijn opgegroeid, hij plantte talloze druivelaars die in lange rijen de flanken van het land van Champlan tot leven brachten.

    Zijn wijngaard was een voorbeeld van zorg en respect. Hij sprak erover alsof het zijn zoon , zijn dochter was, alsof het zijn vrouw was die hij bevruchtte. Hij plantte de beste wijnstokken: Pinot Noir, Johannisberg, Amigne, Malvoisie, Humagne, Muscat, Syrah. Hij was een artist als planter, zijn leven ging niet voorbij, ‘liggend op de sofa of onder de lakens’, zoals Dante het wist en het Vergilius liet verhalen.

    IK heb in mij gebrand, het beeld van de gang van de Home waar hij (opgesloten) verblijft. Een gang waarvan de ene wand kamers zijn en de andere wand volledig in glas met zicht op de straten en de luchten en de bomen, met zicht op zijn bergen. Ik ga naar hem toe en zie hem zitten, hij de grote planter van planten en bomen, ineengeschrompeld, krachteloos, voor zich uitkijkend, herinneringen naar de wereld toe. Het beeld dat ik bij houd en dat mijn hart breekt.

    Ik bezocht zijn wijngaard met Jacky, de man van Gustaves dochter, Marie-Claude, die een derde van de wijngaard bij leven toegewezen kreeg - de andere twee derden gingen naar Lilian en Nicole, haar broer en zuster. Ik liep met Jacky door de al opgeschoten ranken,  la partie qu’il avait ébourgonnée– ontdaan van de te vele knoppen - vroeg in de morgen. Het was zijn wijngaard nu, hij sprak erover met liefde. De wijngaard was in zijn hart gegroeid. Ik ontmoette er ook John, met een onmogelijke familienaam. Ik hoorde hen spreken over hun ‘minnares’ die ze beiden hadden. We zaten buiten aan een wankel tafeltje bij een homp kaas en een glas diolinoir-wijn, een rariteit van druif die er nog gekweekt wordt. (De Valais produceert de beste wijnen van de wereld zeg ik altijd en ik meen het). Ze spraken er over le don de Dieu, met wortels diep in de aarde die er zijn kracht, zijn kleur, zijn parfum, zijn vruchtensmaak, zijn grote eigenheid, ging halen. Ik luisterde naar de poëten die ze waren.

    We zaten er op een taboeret, elk met een reepje oude harde kaas en een glas donkere, vreemde wijn in de hand. Onder ons, op een lange helling naar de Rhone toe, de prachtigste wijngaarden. Aan de overkant, ver weg, de besneeuwde toppen van de bergen die ik met Gustave beklommen had. Mijn hart, mijn oude hart met het beeld van de Gustave die ik zo pas verlaten had, voor altijd, nog helder in mij.

    Mijn zwellend hart. Ik voelde, met de smaak van de wijn in de mond, hoe ik nog leefde.

    21-05-2012, 19:20 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Home de la Crête

     

    Grimisuat (Valais), ‘Home de la Crête’.

     

    Komende van Sion, de oude Romeinse stad, heb ik een. afspraak om 16.00 uur, in de ‘Home de la Crête’. Ik weet dat hij wacht op mij, maar ik weet niet hoe hij wacht, ik zag hem het laatst, jaren geleden toen hij nog stevig te been was. Een wijs man, even wijs als eenvoudig, een werker, een bergbeklimmer, een zoeker naar chanterelles, pieds de mouton, agarics en bovenal een wijnbouwer, een man verliefd op zijn wijngaard.

    Een lang en statig gebouw, badend in het licht, een lange gang met links de kamers en rechts een lange glazen wand en uit de draai komend zie ik hem zitten op een bank, zie ik van hem wat rest van hem, van de persoon die ik veertig, vijftig  jaar geleden leerde kennen omdat alle omstandigheden gericht waren op onze ontmoeting en kennismaking. En mijn ogen springen vol tranen, ik houd het niet, ik omhels hem, ik kus hem op beide wangen, ik kus het uitgedoofde gezicht met de uitgedoofde blik, ‘Gustave Cotter’ – ik noem hem bij zijn volle naam – ‘fratello mio’, zoals ik hem altijd noemde:  mijn broeder, mijn grote meer dan vriend. En ik denk hoe is het mogelijk, hoe kan het dat ik je zo terug vind, ontheemd, eenzaam, een sukkelmensje nog. Hij is ongeveer een jaar ouder dan ik, hij van november 1926, ik van december 1927. Nu, weggehaald uit zijn gewone doen en laten, een te grote last voor Germaine, zijn echtgenote, en neer geplant om stilaan te sterven in een kamer die hij deelt met een andere persoon - omdat hij het zo wilde - zijn bed gescheiden van het andere bed door een gordijn, een kamer om in dood te gaan, zonder radio, zonder tv, zonder boek noch blad, enkel een glas met een klein doosje met witte pillen.

    Jackie, de schoonzoon is bij ons. Hij haalt er een loopstoel bij. ‘La tête’ zegt Gustave ‘Mon problème n’est pas la tête, Mon problème ce sont les jambes, je n’ai plus de force dans les jambes’.

    Hij heeft alle moeite om recht te komen en de twee handvatten van de loopstoel vast te houden. Ik zie zijn ongemak, ik zie de lange zonverlichte gang waar hij door moet, traag, trager nog. Ik volg hem naar een andere plaats, waar de schoonzoon ons een glas witte wijn brengt, wijn waar misschien druiven uit zijn wijngaard zijn verwerkt.

    Het is het zoveelste glas wijn dat we samen drinken, het laatste nu, het allerlaatste. Hij weet het en ik weet het. Maar wie eerst zal gaan weet ik niet.
    Wat weet hij nog van de vele malen dat we samen waren in Zinal, wat van de ontelbare bergtochten die we samen hebben gedaan, alle cabanes hoog in de bergen waar we sliepen, Moiry, Tracuit, Grand Mountet, Cabane des Aiguilles rouges, alle toppen die we samen hebben beklommen, Besso, Grand Cornier, Couronne de Breyonnaz, Blanc de Moming, Pointe de Zinal en zovele andere, alle met hem of samen met nog een andere vriend, Robert Panchard van wie we geen nieuws meer hebben.

    Ik vraag hem of hij zich dit nog herinnert of dat nog, kleine details van grote tochten. Hij weet alles nog tot in de minste details.

    ‘Zoek niet’ zegt hij, ‘ik weet alles nog van onze tochten, weet alles nog van onze dagen en avonden samen, weet nog hoe je bij het losmaken van de koord na onze varappe komende la Tête de Milon uitgegleden bent en driehonderd meter ver van sneeuwhelling bent afgegleden en hoe we zagen, Robert en ik, dat je er bij wonder zonder kleerscheuren bent vanaf gekomen’.

    ‘Charles, je sais tout de nos exploits. Je sais tout de nos randonnées dans les forêts à la recherche de champignons, tout, depuis ton arrivée avec ta famille dans le chalet à côté du mien, il y a à peu près cinquante ans’.

    Er is een begin van glimlach gekomen op zijn moe gelaat. Ik zie de dofheid in zijn een oog - hij verloor een oog in een ski-accident - de dofheid in zijn houding. Hij zit er verloren, wachtend op wat nog komen moet. Hij weet het.

    Hij zit neer op zijn plaats voor het avondmaal. Er staan drie kleine bekertjes voor hem, een ervan met een medicament dat hij neemt zonder opkijken.

    Ik verlaat hem, voor ik de zaal verlaat kijk ik nog even om. Ik keer terug naar hem, hij kijkt me in de ogen.

    Daarna voert Jacky me naar de wijngaard, de levende zingende wijngaard in volle groei, in volle zon, afdalend naar de Rhone toe. Het licht tintelt in de jonge bladeren. Binnen enkele weken staan de ranken in bloei. Erna komen de druiven, het rijpen van de druiven, de witte en de rode. Daarna is er de pluk.

    Ik denk niet dat Gustave er nog enige interesse voor heeft, het heilige vuur is gedoofd in hem.

    20-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mariage en Valais

     

    Mariage en Valais,

    dans la Chapelle Créta d’Asse, Aminona

     

    Mon bien aimé a parlé, il m’a dit:

    ‘Lève-toi mon amie, viens ma toute belle,

    ma colombe blottie dans le rocher,

    cachée dans la falaise, montre-moi ton visage,

    fais-moi entendre ta voix,  car ta voix est douce

    et ton visage est beau.’

     

    Mon bien-aimé est à moi, et moi je suis à lui.[1]

     

    Le jour du 18 mai 2012,  le monde bascula: ce qui était de la terre devint du ciel, ce qui était du ciel devint de la terre. Un grand vent se leva qui effaça tout ce qui était des choses ici-bas. Et perchée haut dans la montagne, dans cette grande lumière vibrante et claire, dans cette chapelle qui était le symbole de Dieu, une voix se fit entendre:

    Toi, Rita Ortega, prends-tu comme époux, Nicolas Saint-Girons,

    toi, Nicolas Saint-Girons, prends-tu comme épouse, Rita Ortega,
    ceci, pour le reste de vos jours ici-bas.

    Et dans ce temple où l’homme s’agenouille devant Dieu, sous les flammes de mille cierges, où des anges chantent dans l’esprit et les coeurs de ceux et de celles présents: les voix de Rita et de Nicolas résonnaient: claires comme de l’eau de source et fermes comme un bloc de granite:

    Oui, je veux Nicolas comme époux,

    Oui, je veux Rita comme épouse.

    Et vint la réponse qui était de tous les temps: 

    ‘Rita et Nicolas, devant Dieu et le monde des hommes, je vous déclare unis par le mariage.

    Sachez que ce lien est un lien sacré, stigmatisé par Dieu, est un lien éternel. Sachez que ce lien ne peut être rompu que par la mort. Sachez que vous vous-êtes entrelacés, plus intimement que dans un dessin Celtique, inséparablement unis: l’une étant l’autre et l’autre étant l’une. Comme dans ce poème de Garcia Lorca: ‘la una era la otra, y las dos eran ninguna’ ou, les deux que vous étiez ne sont plus, sont effacés par le sacré du  mariage qui vous fait UN et indivisible.

    Amen.


    [1] Cantique des Cantiques

    19-05-2012, 23:59 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief aan de geliefde

     

                Mijn lief,

     

    Je waart de bergen in de regen,

    de stroom, de trage wegen.

    Je waart met witte ogen,

    de meeuw ver afgedreven

    en ik hield je, ik, zo opgetogen.

     

    Ik hoopte maar, nooit meer gezocht

    naar woorden, maar over mij gebogen,

    mijn lief, mijn groot vermogen,

    de regen zal niet blijven duren,

    het huis is daar, de haard is aangestoken,

    het bed, de innigheid.

     

    Ik droomde maar,

    zal ik reizen gaan met jou

    naar Boedapest of Londen

    of varen gaan

    naar  waar de zeeën op de rotsen slaan

    ik, vergeten en verloren

    me eender is het, als jij me maar.

     

    Als jij me maar befluistert

    Jij mijn levensadem bent,

    In dagen zoals deze,

    wij samen gaan, het leven in

    voor alle tijden die nog komen.

     

    Mijn liefste lief, zal ik je haren drogen?

    Gedicht geschreven in Crans-Montana, in het appartement van de golfer Sergio Garcia.

     

    18-05-2012, 07:18 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Morgenstond en wat er van is.

     

    Ik schrijf mijn blog van 16 mei en eindig met me af te vragen over wat mijn blog van morgen 17 mei zal gaan.

    En vroeg in de morgen, de merel in de bomen, de meesjes, de vinken, de wielewalen misschien in de achter tuin die het me vertellen:

    Wat me verbaast en niet in een geringe mate, zijn de politiekers, de machthebbers die Griekenland naar een chaos, zonder weerga,  hebben gevoerd en nog steeds niet willen weten wat er gedaan moet om te redden wat nog te redden valt. Waren ze dan zo intens bezig met hun partijpolitiek, zoals zovele politiekers, en hoefden ze niet de minste zorg te hebben met het feit dat ze verkozen werden om van Griekenland, en niet hun partij, een waardig en financieel gezond land te maken. Zagen ze dan niet aankomen wat er gebeuren ging, zagen ze dan niet hoe torenhoog hun openbare schuld aan het stijgen was, of was het gemakkelijker het niet te zien?

    Nu, het is het Griekse volk dat zijn leiders heeft verkozen en het heeft ofwel verkeerd gekozen, ofwel hebben zij die verkozen werden, hun plicht niet gedaan zoals van hen werd verwacht.

    Allen aan de schandpaal dus, de enige maatregel die hier kracht van wet heeft.

     

    En dan zij die hier de scepter zwaaien en hoog van de toren blazen in het Europa van Straatsburg of Brussel, onze Europese machthebbers-parlementariërs – die van ons, terecht verliefd op Toscane, zoals ik – en de vele anderen die ik niet bij naam noem al zou ik toch graag de Heer Barroso, die rondloopt als een pauw, willen vernoemen, hebben die Heren in de loop der jaren niet gezien – of niet willen/durven zien - wat er zich in Griekenland aan het afspelen was, en in Spanje, en in Italië, om maar te zwijgen van de andere landen, die nu miljarden Euro’s – alsof het nog Belgische franken waren - over hebben opdat Griekenland niet uit de Euro zou stappen omdat ze vrezen, en terecht, dat dit nog een grotere catastrofe zou veroorzaken.

    Waarom, zeg me waarom, hebben die Heren gewacht tot in 2009, 2010, om de Grieken op het matje te roepen. Waarom, zeg me waarom? De welbespraakte, Verhofstadt, de even goed besnaarde De Gucht en de talloze anderen van alle nationaliteiten, waarom niet wat beter Griekenland, waarvan ze de oneerlijke praktijken kenden, in het oog gehouden en tijdig, tijdig als het nog effect kon hebben, op de vingers getikt?

    Waar zaten ze, zij de beschermers van Europa, de steunpilaren van de Euro? Wel, wellicht te vet betaald en ingeslapen, niet nodig te denken, zoals zovelen het moeten doen, aan de dag van morgen en overmorgen. Wat ze vooral deden was ons grondig vervelen met hun woorden, hun geroep en getier, ja met de blaasjes die ze maakten. In plaats van ons te verrukken met hun daden en hun rechtlijnige richtlijnen die van de Euro een waardevolle munt konden maken en het niet hebben gedaan omdat ze er ook maar geen snars van begrepen hebben hoe een Staat als Europa moest geregeerd worden alle eigenheden van de deelstaten ten spijt.

    Als de Euro aan het wankelen is  omdat Griekenland niet meer te redden is, wat Frau Merkel of de nieuwgekomene, Monsieur Hollande, met de flauwe stem en de weke ogen (en zonder haalbare ideeën wat erger is), Griekenland in de Eurozone willen houden, dan vraag ik me af hoe ze dat zullen doen en als ze het doen wat het ons kosten zal?
    In elk geval, als ik zie wat de Grieken te wachten staat, een soort van Guillotine op hun reeds pover maandloon of pensioen, dan stel ik er me veel, te vele vragen bij en heb ik medelijden met hen. En ook met hun en onze Europolitiekers die ik plaatsen zou waar ze horen te staan, met beschaamde kaken aub.
    In elk geval zij niet en de Europarlementariërs niet, zullen de maatregelen aan den lijve ondervinden.

    En niemand steekt de vinger uit naar hen, ninguno, niet ene.

    17-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezinning

     

     

    Heb in geen weken gedacht aan het boek dat ik begonnen ben en toch verder schrijven wil. Weet niet meer wat ik laatst geschreven heb, weet evenmin hoe het nu verder moet, weet alleen dat ik nu andere wegen bewandelen wil.

    Ik kom wel niet, zoals Dante uit de verschrikkingen van de Hel, maar ik voel me toch zoals Dante die aan zijn Purgatorio beginnen gaat met ons te zeggen dat hij nu de zeilen heeft gehesen om kalmere waters te gaan bevaren. 

    Ugo ook gaat nu andere wegen bewandelen, wegen gegrepen uit het leven van elke dag, gegroeid uit de omstandigheden die zich vormden, oneindig ver voor hem en totaal buiten hem, die uitliepen in honderdduizend en nog meer haarfijne vertakkingen, steeds maar verder en verder de toekomst in, tot een ervan, een van die tentakels hem bereikt en beroert zodat hij zich thans bevindt waar hij zich bevindt met onder meer een boek waaruit hij is opgestaan en waaruit hij niet meer los kan, al zou hij het nog willen.

    Zo zijn we allen het product van de duizenden levens voor ons en omheen ons. Als ik er nu binnenval met mijn woorden omwille van zijn verhaal, dan is het maar omdat het leven me geleid heeft naar dit punt in mijn bestaan waarop ik schrijf wat ik schrijf, blog en boek vermengend, het ene te opslorpend opdat het andere levensruimte krijgen zou.

    Het verkeerde wat mij betreft is dat ik wil verder gaan waarmee ik begonnen ben. En wat dan nog niet aan bod kwam is het feit dat ik ondertussen verder leef, met nog vele andere zaken om mijn hoofd, zaken die ik de eerstkomende uren af te wikkelen heb, zoals de gebeurtenissen die voor de deur staan, en ik beslissen moet of ik de kracht nog heb af te reizen naar de Valais, om er het huwelijk bij te wonen van mijn kleindochter, Rita. Een beslissing die me psychisch meer belast dan fysisch.

    Nogmaals, alle gegevens bij elkaar genomen, in welke mate zijn onze beslissingen niet louter afhankelijk van de omstandigheden die zonder ophouden op ons afstormen?

    16-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    15-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verjaring

     

    Het was op 15 mei 2010, dat ik met mijn dagelijkse geschriften/brieven begonnen ben. Hierin geïnspireerd door José Saramago die (bijna) elke dag een blog liet verschijnen die achteraf gebundeld werden in een boek met als titel ‘O Caderno’.

    Ik las over het boek in Le Monde en kocht het in mei 2010 in Spanje als ‘El Cuaderno’, en na het boek te hebben gelezen en gehoord te hebben van Saramago dat hij hield van zijn geschreven woorden, heb ik gedacht dat ik ook van mijn woorden hield en ben ik ook begonnen, elke dag een bijzondere tekst te schrijven – nog niet als blog – met de bedoeling dit te doen tot de dag van mijn verjaardag, zijnde 29 december.

    Ik had evengoed niet kunnen schrijven, niemand zou me enig verwijt hebben toegestuurd, behalve ikzelf omdat ik het me, in een ogenblik van overmoed, had opgelegd.

    Ben daarna een paar weken gestopt tot ik vond dat ik verder moest en ben op 15 januari van 2011 herbegonnen met het schrijven van een on-ingelogde blog.

    Pas op 16 juni 2011 (of was het 16 juli?) ben ik gestart met het inloggen van mijn dagelijkse boodschap; dus er is nog een verjaardag op komst deze van één jaar bloggen. Het spreken niet waard.

    Achteraf gezien, is het bijhouden van een blog of dagboek een normaal iets. Velen werken eraan, laat in de nacht of vroeg in de morgen, en de verplichting elke dag te schrijven legt niemand je op behalve jijzelf. Achteraf blijf je over met een massa teksten, lijk iemand die marbels van diverse kleuren en diverse grootte., geslepen door de omstandigheden van de dag en de nacht bewaard onder een glazen stolp.

    Een verzameling, zoals elke verzameling die ergens begint om nooit te worden onderbroken, tenware het leven er anders over beschikken zou.

    Het verschil met de Portugese Nobelprijswinnaar is niet veel, alleen werden zijn woorden gepubliceerd, wat hij ook moge geschreven hebben. Ik stel me tevreden met het verspreiden van mijn teksten via internet, dit moet me volstaan en het volstaat.

    Ik zou het Spaanse ‘ el cuaderno’ – ‘o caderno’ in het Portugees - kunnen vertalen door ‘schrift’, zoals in het Frans waar het kon vertaald worden door ‘Le Cahier’. Maar waar caderno en cuaderno,  een woord is met kleur en draagkracht, (le cahier kan ook nog), is ‘het schrift’ te armtierig als titel voor een boek.

    De vertaler in het Nederlands, voelde dit ook aan, want  hij kwam uit op, ‘De andere Kant’, zijnde de vertaling van ‘el otro lado’, de woorden waarmee Saramago een van zijn dagen begint waarin hij zich afvraagt hoe de dingen eruit zien als hij er niet naar kijkt.

    De vraag die ik me vandaag stel, en terecht, is een dubbele vraag. Houd ik het vol tot het einde van het jaar, en als ik het einde van het jaar 2012 heb bereikt, wat erna, doorgaan tot einde 2013?

    Het zal wel.

    15-05-2012, 00:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrijver zijnde

     

     

    ‘Je bent zeer persoonlijk’, zegde een vriend me onlangs. Hij bedoelde, zo begreep ik het toch, dat ik me te veel bloot geef en dan zeker in mijn visie over God en wat er is over de eeuwigheid. Maar wat kan het nut zijn van deze geschriften hier, als ik niet zou schrijven zoals ik denk en voel.

     Ik heb, gezien mijn ouderdom, niets meer te verbergen, niets meer te verbloemen. Heb ook niets meer te bereiken. Mijn blog is het maximum aan publicatie dat ik bekomen kan en het is me ruim voldoende. Het is dan ook het weinige dat een kans maakt van mij gelezen te worden.

     

    Heb al veel geschreven, stapels woorden, maar dan zonder al te veel structuur, zonder lijn in wat ik schreef, zonder de vereiste spanning die nodig is opdat ik tot het einde toe zou gelezen worden. Er steekt geen verhaal in mij, neem niet de tijd om Wikipedia of Google af te schuimen, kennis op te doen, elementen te verzamelen om een boek op te bouwen.

    Ik ben dus geen Stendhal, ik kan geen wondere, extravagante liefdesgeschiedenis verhalen, zoals zijn ‘Chartreuse de Parme’ en tezelfdertijd in zijn hoofdstukken de afbeelding van de tweeëntwintig Tarotkaarten binnenbrengen[1], waarmee hij Mark Twain navolgde in dezes Huckleberry Finn.

     

    Wat niet belet dat ik nog zou kunnen schrijven én over de liefde én over het bedrijven van de liefde. En wel over het meest prangende moment als je wegschiet in het diepste van het diepste, het warmste van het warmste, het ogenblik, van het samen komen, het samen smelten, lichaam in lichaam en geest in geest,  in een kolkende beweging, wat niet kan getoond, niet kan gebeeldhouwd, enkel gedacht, gevoeld, beleefd.

    Enkel het woord is bij machte dit wondere ogenblik dat is van alle geslachten en alle tijden op te roepen en dicht heel dicht te benaderen.

     

    De magie van dergelijke ogenblikken ken  ik.  Zij die te gast waren in I Fiamminghi mogen het weten. 



    [1]  Het feit van de in het boek verwerkte Tarotkaarten vond ik bij Pierre Alain Bergher, in zijn: Les Mystères de la Chartreuse de Parme, Ed. L’Infini, Gallimard, 2010.

     

    14-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reizen om te leren

    13 mei

    Reizen om te leren

     

    Het gebeurt, zoals gisteren, dat je in de voormiddag op de autostrade rijdt die je van Firenze naar Pisa brengt, dat je in Pisa, in de luchthaven, je laptop moet halen uit je handbagage, kwestie van veiligheid – en gelijk hebben ze – en dat je amper drie uur later op de autostrade rijdt van Charleroi, over Brussel naar Gent.

    Het gebeurt ook, dat vrienden, die op het zelfde ogenblik als jij, met de wagen vertrokken zijn uit I Fiamminghi in Toscane, om het gemakkelijk te houden, zeven uur na je thuiskomst, je bellen om te zeggen dat ze bijna thuis zijn, na een tocht van 1.300 Km.

     

    *

     

    Heb ik nu een reis gemaakt om Firenze te zien, Siena, Pisa, Lucca, San Gimignano, of heb ik me verplaatst om me geestelijk te voeden met het land en de luchten van Toscane en, met de speelsheid van de Italiaanse taal?

     

    Er is geen twijfel mogelijk, ik weet nu dat de tijd van reizen om zo veel mogelijk te ‘zien’ - met alle ongemakken eraan verbonden -  dat die tijd voorbij is. En het is geen zorg meer voor mij. Mijn enige zorg is geweest een tekst te hebben voor mijn blog en deze tijdig en zonder al te veel zoeken naar een internetverbinding, te kunnen inloggen, wat me gelukt is.

     

    Mijn reis van een week is aldus de reis van mijn blog geworden en mijn grote vreugde is geweest, te weten dat ik rondliep in het land van Dante; te weten dat hij dacht aan het groene Toscane als hij schreef over die enige plek in de hel, waar het goed is te vertoeven voor  schrijvers en geleerden en filosofen. Stefan Hertmans noemt dit het Arcadië. Ik weet nu waar ik eindigen wil.

     

    Wat het ‘andere’ betrof was ik ook een gelukkig man. Pas uit de slaap gekomen was er het landschap in de mist, in de regen of in het goddelijke – ik vind geen ander woord – morgenlicht, Ik dacht telkens aan mijn morgengebed van vroeger, mijn muezzin, ‘ mijn God ik dank u voor deze nieuwe dag’ – ik zou hier best eens terug gaan aan denken bij het opstaan - en daarna was er het uitgebreide en uitgelezen, en het is een woord letterlijk te nemen, ontbijt. Om daarna, in de loop van de dag, kleine maaltijden te gaan gebruiken - al was het maar, (Jan!) een piccione, een duif, zelfs al was ze geroosterd - in een klein, simpel maar vriendelijk restaurant, samen met vrienden aan tafel, hetzij op de middag, hetzij bij het vallen van de avond. Om te beginnen telkens met een gewoon glas prosecco, ook soms een Americano zoals het genoemd wordt in San Gimigniano, om in de sfeer te zijn van grote dagen.

     

    Dit was en is Toscane, het land dat in mij werd gebrand.

    Mijn blogs van die dagen is wat er rest voor zij die er niet waren.

    13-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    12-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Salvatore Quasimodo

     

     

    Wie is het die het gedicht voorlas van Salvatore Quasimodo, laat op de avond, met Venus, de grote schitterende, even nog gegroet, en dan in de schemerkamer, in de warmte van de haard:

     

    Desiderio delle tue mani chiare

    nella penombra della fiamma

    sapevano di rovere e di rose

    di morte. Antico inverno.

    Cercavano il miglio gli uccelli  

    ed erano subito di neve,

    cosi le parole

    un po’di sole, una raggiera d’angelo

    e poi la nebbia, e gli alberi

    e noi fatti d’aria al mattino.

     

    Verlangen van je klare handen in de schemer van de vlammen, ruikend naar eik en naar rozen, naar de dood. Winter van oudsher.

    Vogels zochten granen en plots waren ze van sneeuw, aldus de woorden, een beetje zon, een engelenstraal en dan de nevel, en de bomen en wij van lucht gemaakt in de morgen.

     

    Het leven is herinnering:  de wemelvlammen in de schemerkamer met wat brandende kaarsen. De aarzelende stem en de woorden die hangen blijven, tastend in ons, noi fatti d’aria, naar de precieze betekenis.

     

    Wij maar wat lucht, niet zoveel meer dan wat lucht, dan wat woorden en voor niet zo lang nog. Wij, niet zoveel betekenend, un po’ di sole, een glinster in de nevel, een engel die even de wolken openschuift voor ons, even maar, kijkend naar de vogels die granen zoeken in de sneeuw en sneeuw geworden zijn in de nevel.

    Verbeelding: de oude villa in de sneeuw, het land, de ganse etruskische vlakte onaangeroerd sedert eeuwen, een grote golvende sneeuwvlakte. En wij, de warmte van de haard in de rug, fatti d’aria zoals de bomen.

     

    Quasimodo en zijn Antico inverno, zijn Antieke winter. Hoe dicht alles bij elkaar ligt, lente en winter- in-gedachten. En nu vandaag hoe het kan dat hij hier in deze vreemde woning bij het haardvuur, teruggrijpt naar wat Quasimodo- wie weet waar, wanneer en onder welke omstandigheden - geschreven heeft.

    En eens te meer zijn woorden, wat is overgebleven van de levende Quasimodo, een moment, una raggiera d’angelo neer gekomen op de aarde, totaal onverwacht uit de vlammen van de oude, wijde haard: een woord, een geur, een ritseling, de beelden die vertellen over het schaapsvel bij de haard.

     

    En wat al heel ver in de tijd lag, plots te dichtbij opdat er niet, een begin van pijn zou zijn. Zoals het immer zijn zal als hij terug zal denken aan dit Toscane hier.

     

    12-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.I Fiamminghi

     

     

     

    De morgen is mijn gebed als ik van op het bordes over de heuvels kijk om me eens te meer te verliezen in het landschap, me te verliezen en me terug te vinden in de vele kleuren van geel over groen naar donkergroen, waar de schaduw is.

    De morgen is mijn gebed, gaande vanaf mijn prilste jeugd tot deze morgenstond, al wat was en is en nog komen kan, samengenomen en uitgestrooid tot de lange lijn van de horizon en luchten. Adembenemend de stilte, en wat er diepte aan geeft, de koekoeksroep, het kirren van de tortelduiven op de draad, elkaar betastend bek op  bek.

    Kende vele morgens in mijn leven maar kende nooit de morgens in Toscane. De Lord weze opgetogen met wat me hier geboden wordt, in de hand gelegd, in de geest binnengeschoven alsof er niets was dat nog gebeuren kon en niet doordrongen zou zijn van deze morgen.

     

    *

    We verblijven in een oude villa met de allures van een kasteel: i Fiamminghi, gelegen middenin de magische driehoek Firenzi, Pisa, Siena, in het dorpje Iano. (www.ifiamminghi.it).

    Meer dan voortreffelijk. Het uitzicht beschreef ik reeds, de aard van het licht, de kwaliteit van de luchten zijn doorslaggevend en het uitzicht is enig.

    Geen enkel negatief punt dat ik me zou gewaardigen te vermelden, er zijn er geen trouwens.

    Wat ik wel wil vermelden is het ontbijt, het is niet te beschrijven noch met namen van gerechten, noch met foto of tekening, het is een koninklijk ontbijt zoals er nimmer een werd opgediend: Koffie uit de boon geperst, thé in alle variëteiten, honig en confituur, je kunt ze niet bedenken of ze staan op tafel; broodsoorten allerlei, koeken allerlei, fruit zoveel je maar wenst en dan elke morgen andere kaas- andere vleessoorten, ongekend, nimmer ontmoet maar bemind. 

    Vergeet ik iets denkt het er dan bij.

    En deze morgen staat de tafel buiten gedekt. Het is acht uur. Buon appetito.

     

    Wat soms wankelt, zoals vandaag is de internetverbinding.

     

     

    11-05-2012, 08:45 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    10-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Morgen in Toscane

     

     

    Heb ik mijn morgens ooit beleefd zoals de morgen van Toscane deze morgen was. De klank ervan een fuga, de kleur een symfonie, en boven al een impromptu van licht en luchten, uitgebalanceerd in rust en eeuwigheid. En wij, vanwaar we ook gekomen zijn en hoe ook opgegroeid, er in opgenomen, er over neergelegd, gedompeld in al het groen dat van de aarde is. En van de hemel, het wederkeren als de tijd gekomen is.

     

    Of zoals bij Vittorini, die hij deze morgen las, ‘no speranza, quiete’, geen nood aan hoop maar ingesteld van kop tot teen op rust en onvergankelijkheid - in gedachten weliswaar maar gedachten ook zijn van het leven – en geen ‘sordo sogno’, geen dove droom, geen afstand doen, geen ophoping om dit of dat te willen, maar te zijn wat je bent en waar je bent, effen en bloot en vol van al wat is.

     

    Land van mijn hart, zo nieuw, zo plots. Humility the only wisdom we can hope to acquire: ik teken je niet, beschrijf je niet maar ik eet je, ik versier je, ik glijd binnen langs alle poriën van de wegen die me openstaan. En land, dat je me ontvangen moge in je warme schoot, verlost van alle ongemakken. Niet, ‘ te zijn of niet te zijn’, maar zoals het landschap hier, wachtende en niet wachtende, niet hopende en toch hopende op wat komen gaat.

    ‘Toscana del mio cuore’, hou me, hou me even en laat me niet schetsen wat niet  te schetsen is, geen foto van wat te nemen is, want alles is ruimte hier van oost naar west, van zenit naar nadir, niet af te lijnen, niet te omwallen met kaders, het mogen nog kaders van goud.

     

    Zoals de morgen deze morgen was, heb ik geen nood aan Pisa en Firenze, niet aan Lucca, niet aan Siena. Geen nood aan huizen en katgedralen nog zo mooi gebouwd, geordend, afgemeten op wat kosmisch is of van Vitruvius is, omsingeld, omhangen met fresco’s van Jezus of Maria, geen nood eraan. Geen nood om te zien wat is te zien, maar geef me de dorpen van Villamagna, Castagno of Iano, geef me San Vivaldo, of Legal. Geef me maar de slingerwegen langs wijngaarden en grijze velden met olijfbomen in bloei, doorheen de bossen met reeën en vossen die wegen kruisen, en geef me maar - ik noem het omdat zo lang al geleden - de groene grachten met ereprijs en  wikke, met smeerwortel en pinksterbloem,  klaproos en rode klaver en met de wilde roos waarvan een dichter wist, of het nu Rilke was of Burns, ze bitter was om nooit te vergeten. 

    Noem ze maar, alle bloemen uit de velden van mijn jeugd, tot de stinkende gouwe toe, hier terug ontmoet in alle eenvoud die hun grootheid is.

     

    Waar kan ik sterven als het hier niet zou zijn.

    10-05-2012, 00:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dante Alighieri

     

     

     

    Het was van vele dingen het uur van Venus want daar waar de zon was ondergegaan, schitterde de nieuwgekomene in een grote helderheid, gegrepen in haar baan omheen de zon, maar geborgen gebleven achter een wolk van gassen, geankerd tussen de sterren en de sterren geankerd in het Universum in een juiste, onverstoorbare orde, niet te verschalken, niet te verbreken, niet om te keren of te verwisselen.

    En plots, waar hij stond in de nacht, een gestalte naast hem, in een lange mantel die tot op zijn voeten viel, als uit de bomen neer gedaald, met gelaat en scherpe neus die hij kende of meende te kennen:

    Ik weet wat je denkt maar het is ‘Amor que move el sol e le altre stelle’, Het is Amor die alles bewegen doet, alles is een enorm raderwerk’ zegde een stem naast hem, die geen stem was, geen articulatie van woorden was. Hij schrok.

    ‘E Alighieri, lei’?

    ‘Si, sono Alighieri Dante. Sono scendito per ringrazarlei’. Ik ben nedergedaald om je te danken voor wat je schreef over mij , omdat je geraden hebt waarom ik mijn ‘Vita Nuova’ plots heb verlaten.

    Een stem die van ver en van nergens kwam, geluidloos in de geluidloze takken van de bomen, gedragen door vreemde winden op vreemde golven tot hem gekomen, gedachten en begrippen, overgebracht van elektron tot elektron, komende uit de massa geest, drijvend tussen de verre horizon en de sterrenhemel, over het landschap van duisternis .

    ‘Alighieri, vertel me over de wereld van nu’, vroeg hij.

    ‘Er valt niet veel meer te vertellen over de wereld, hij is op een keerpunt gekomen, de geest is stervende, wordt verjaagd uit boek en beeld, het sacrale in de mens  wordt bedolven door het materiële, de hemel is dicht, wat kan er erger nog gebeuren’?

    ‘En toch Alighieri, blijf ik hopen in de mens’.

    ‘Doe maar, geloof maar. Ik ben gekomen tot een stadium van alwetendheid’.

    ‘Alwetendheid, ook over God’?

    ‘Over God is niets te weten, Hij IS. En over het Zijnde valt niets te zeggen, het IS, zoals het Universum is. En er is niets dat niet Is. Ook je vraag over God IS. En het volstaat dat de vraag er is, opdat het zijnde zijn zou’.

    Het was middernacht, hij keek naar de omheen Venus geschaarde sterren, waar hij deel van was. De bomen over hem geneigd. Hij waagde het op zij te zien, hij waagde het verder te denken, hij waagde het te denken dat het nog steeds Dante was naast hem.
    Je weet, zegde de stem, je bent reeds waar je aankomen zult. En er is maar één plaats voor jou weggelegd. Het Arcadia van de verloren schrijvers. Allen wachten er op jou, je bent al aangekondigd, je staat al opgeschreven, alleen je naam is nog niet bijgezet, maar we wachten en de tijd is niet.

    De bomen zwegen. Het land scheen naar hem toe te komen,

    Ugo

    09-05-2012, 07:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    08-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.San Gimignano

     

    De duiven huizen in de torens van San Gimignano, en in de straten wonen de toeristen, verrast over het aantal, voelen we ons goed er bij te zijn. Goed dat we de muren voelen kunnen, dat we zien hoe de mossen en de tijd de oude stenen getekend hebben en hoe het grote licht van Toscane, het licht van het land van Dante me overrompelt. Wat mij vooral bezig houdt is dat hij er wandelde, dat ik in zijn voetsporen loop. En,  schreef hij er niet aan zijn Commedia, hij was er mee bezig, met het deel dat reeds geschreven stond en het deel dat in potentie in zijn geest aanwezig was -, zoals mijn blog al in mijn geest in potentie aanwezig was als stond er nog geen jota op papier.

    Zo komen de grote momenten op me af, onverwacht maar des te duurbaarder en neem ik met mij, hier in deze straten, allen die me duurbaar zijn, de vrienden die me lezen en zij die me niet lezen, maar ik houd ze dicht tegen mijn gedachten aangeleund, hen omhelzend omdat het zo grandioos is in de straten waar Dante liep en woonde, al was het maar om een congres, welke ook, bij te wonen en te zeggen wat hij te zeggen had.

    Zijn woorden nog hangend in de openingen tussen de stenen, klevend  in de genen van de sporen van dwergvarens hier en daar, zoals zijn woorden binnendrongen in de genen van de mensen hier, de kunstenaar op de hoek met zijn miniatuur-aquarels en wat hij me vertelde over de levensbomen die hij tekende, maar niemand kocht en ik hem toen zegde :dat hij Dante tekenen moest: Ulysses en zijn gezellen, zijn boot ondergedompeld in de baren; of Paolo en Francesca, de innig verliefden; of Graaf Ugolino knagend aan het hoofd van de bisschop.

    Materie te over, waardevoller voor allen die Dante lazen en meedragen in de vezels van hun hart dan de levensboom of de minuscule velden zonnebloemen, of wat hij ook tekenen mocht.

    San Gimignano waar we waren, de duiven huizen er in de torens, de toeristen in de straten en verheugd dat we een van de velen waren. Maar dan wel met Dante in het bloed.

    En dan toch gevonden wat ik zocht in een verscholen boekenwinkel, de man met een brede glimlacht toen ik binnenkwam en vroeg of hij Vittorini had.
    ‘Elio ?’ antwoordde hij.

    ‘Conversazione in Sicila’, antwoordde hij.

    ‘Si’ heb ik geantwoord, ‘Conversazione in Sicilia’.

    Voor het slapengaan lees ik van een man in een emotionele toestand, een toestand die ik ook heb gekend, maar zeker niet vandaag: 

    La vita in me come un sordo sogno, e non speranza, quiete. Of het leven in mij als een doffe droom en geen verwachten, rust. 

    Maar ik weet dat hij vanuit het Noorden van Italië afreizen zal om zijn oude moeder te bezoeken in Sicilia. En dit bezoek is grote literatuur.

    Later, bijna middernacht, staat de hemel vol sterren en planeten. Is er nu een afspraak gemaakt met Dante of niet? ik wacht onder de bomen van eeuwen. Het land beneden mij een donkere rust.

    PS.

    Ik hoorde van Koen, mijn schoonzoon – blij dat hij me las - dat Toscanië fout is, dat Toscane meer dan voldoende is, waarvan akte.

    08-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    07-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zal ik je een brief

     

     

    Zal ik je een brief schrijven van hieruit, een lange brief die uitloopt over de heuvels en de dorpen verspreid, in een levend schilderij sober gehouden in kleur en tekening, onder een voile van onvergankelijkheid. En waar ik sta, en waar ik adem met het land en met de luchten, de regen in de bomen. Mijn stilte dat mijn leven is.

    Of schrijf ik slechts hoe ver het gevorderd is met mij, of hoe goed ik me voel, hoe vol van dingen en van beseffen.

    Of nog, zeg ik je over wat het ontwaken is in de zang van lijsters en van merels, van verliefde en verloren tortels in de hoge bomen, van de meesjes en de vinken die ik vermoed, van het gekende en het ongekende en het licht in brede banden dat de kamer binnenvalt:

    ‘Light enters the room  like a gilded Pavlova’ schreef ooit Ezra Pound , en ook: ‘but all that is folly to the world’.

     

    Ik weet dus wat gedacht wordt over de dingen die ik hier verkondig alsof wat ik vertel het hoogste was dat ik kon achterlaten.

     

    Zo, je weet nu hoe de dag begonnen is, maar je weet niet hoe uit de open deur van de eetkamer, de geuren van vers gebakken broden en van donkere koffies me bekoren komen, geuren lijk gedachten die niet te houden zijn en zich verspreiden nu, in vreemde vormen over de bomen tot ver over de heuvels tot waar de zeeën zijn.

    Ik schrijf je morgen meer. Misschien vanavond nog, nu ik Dante verwacht, in een donkere mantel gehuld, woorden schrijvend.

    07-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toscanië

     

     

    Toen Toscanië tot ons kwam vandaag heb ik van vele zaken, de zang gehoord van grote winden in ‘i pini’, de pijnbomen, zoals Respighi die hoorde in Rome. Er over geschoven, erin vermengd, de droomgolven van licht, een gebed gelijk, schuivend lijk de wolken over de heuvels en de landerijen, tot over de zeeën.

    En als de avond kwam – hoe vlug niet de avonden komen hier – doorheen  een mist van zilver de gloed van de zon tot rust gekomen.

    Zo gebeurde, en een stilte in overdaad, het kirren van de duiven in de tuinen, gesponnen, geweven ingekaderd in  het castello dei Fiamminghi waar we gasten waren.

    En hoe we gasten waren, verfijnd ontvangen in oude kamers met wijnen die we bij naam noemen kunnen, een witte Vernaccia, Panizzi 2010 en een Le Corti 2008, een Chianti classico, bij een maal van Annemie te heerlijk en te verrassend ingewikkeld om te detailleren, daar zo exquis, zo puur, zo ingenieus voorgeschoteld op een ondergrond van ‘la cocina  povera’ uitgewerkt en opgesmukt tot een maal voor Vlaamse fijnproevers.

     

    En hoe gebeurt het, dat ik, en wie ben ik dat me zo iets overkomt. Onder de pijnbomen en de eeuwenoude steeneiken, Frank ontmoet, de zoon van een overleden jeugdvriend. En zeggen dat hij me kende, zeggen dat hij me bij naam te noemen wist, terwijl hij voor mij een vreemde jonge man was, onbekend en onbemind.

    Omwille van zijn vader, omwille van de vele goede herinneringen aan zijn vader heb ik hem omhelst met vochtige ogen. Hier in Montenaio, in dat verre en toch dichtbije Toscanië, het land waarvan we dromen als het mistig is bij ons, koud en ongezellig. Terwijl hier…

    06-05-2012, 00:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    05-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (34)

     

     

    ‘E quindi uscimmo a riveder le stelle’[1].

    Hij beseft dat er in het Westen, ook onder invloed van de New Physics een beweging is ontstaan in het religieuze denken die een raakvlak heeft met de metafysica. Zo heeft de religieuze mens nood aan het onzichtbare dat te zichtbaar werd en wordt voorgesteld. Die tijd is voorbij, de begrenzing van het woord maakt plaats voor de ruimte van de geest. De mens overschrijdt thans de drempel van een totaal nieuwe dimensie, deze van zijn oorsprong als stof van de sterren.

    De Bijbel, het grote epos van de mens in zijn relatie tot zijn God, die woorden sprak en daden stelde, is te hernieuwen in een epos van de mens in zijn zoektocht naar zijn integratie in het kosmische gebeuren.

    En hij weet zijn verbondenheid intens. Als hij elke zondagochtend, langs de weg die hij samen met enkele vrienden loopt, dezelfde boom groet - zijn hand even op de schors houdt en ‘dag boom’ zegt - dan gelooft hij dat de boom deze groet opneemt en doorgeeft aan de andere bomen. En al weet hij wel dat velen dit geloof niet delen toch denkt hij dat mens en boom iets gemeen hebben.

    Hij kan er opnieuw Paulus bij roepen die schrijft dat we een tempel Gods zijn en dat de geest van God in ons woont. Zou hij dan ook niet wonen in die boom die hij groet en zouden de contacten tussen mens en boom niet gebeuren precies langs het deeltje God dat boom en mens bezielt en levend houdt?

    Het is het doel van zijn bestaan hier op aarde, wat is van God-Elohim in hem, te benaderen en af te tasten, te omcirkelen en erin binnen te dringen. Het is zijn queeste naar de negenennegentig namen van die God, neergeschreven (18 + 81, weliswaar in Arabische cijfers) in de palm van ons beide handen. Namen die hij ziet, niet als de negenennegentig eigenschappen van God/Allah, maar als zovele mogelijkheden om Hem te omschrijven.

    Hij weet dat deze queeste doorlopen moet tot het allerlaatste ogenblik van zijn bestaan. Maar hij beseft tezelfdertijd dat deze zoektocht niet altijd kan volgehouden worden, dat er breekpunten zijn, momenten dat hij begaan is met andere zaken waarbij hij amper de dag ziet opengaan en de dag ziet sluiten.

    Maar het is duidelijk : zijn beeld van God valt niet samen met het beeld dat Paulus ons voorhoudt. Paulus schrijft trouwens, dat alleen de geest van God het wezen van God kan kennen. Hij schrijft ook dat we niemand, behalve onszelf, kunnen kennen.

    Paulus echter is een uitzondering hierop. Hij kent Jezus omdat ‘God besloten had zijn zoon aan hem te openbaren’. Wat betekenen moet dat dankzij deze ‘openbaring’ Paulus in de mogelijkheid is te spreken over de Jezus van Jezus en niet, zoals men logisch denken zou, over de Jezus van Paulus.

    Waar deze openbaring heeft plaatsgevonden en onder welke vorm zal wel niemand weten, want Paulus aarzelt niet te bekennen dat hij, op de weg naar Damascus, na de ‘roep’ van de Heer te hebben gehoord, ‘onmiddellijk, zonder een mens te raadplegen naar ‘Arabië’ vertrokken is, om pas drie jaar later naar Jerusalem te komen waar hij Kefas (Petrus) en Jacobus, de broeder van de Heer, zal ontmoeten’.

    Welke Jezus is hij in Arabië gaan opzoeken. Is het zo dat hij drie jaar als ‘postulant’ in het klooster van Qumram zou verbleven hebben, zoals hij het las in The Dead Sea Scrolls Deception van Michael Baigent en Richard Leigh?

    Neen, zijn beeld van God loopt niet parallel met dit van Paulus omdat zijn opvatting over God, van binnen in hem vertrekt en niet vanuit de geschriften van Paulus. Hij kan enkel zijn eigen weg bewandelen doorheen de diepste roerselen van zijn geest.

    Aldus kunnen allen die hem lezen de essentie vernemen van wat levend is binnen in hem. Zoals anderen in de geschriften van Paulus alles kunnen vernemen over de essentie van Jezus in Paulus.

    *

    Maar hij beseft, aangekomen waar hij zich nu bevindt dat hij een (te) lange omweg heeft gemaakt, met het godsbegrip als centraal punt, trachtend keer op keer het te belichten in andere bewoordingen. Maar er zijn er wel die een even lang verhaal bouwen rond het ‘het’. Vandaag voelt hij zich verlost van een zware last. Zoals Dante zich verlost voelde toen hij zijn pelgrimstocht door de Hel beëindigde met: ‘E quindi uscimmo a riveder le stelle’, ‘en toen kwamen we buiten en zagen we de sterren terug’. Ik ook, dacht Ugo, ik ook wil nu terug de de sterren weten boven mijn hoofd.


    [1] Alighieri Dante: Inferno, canto XXXIV, vers 139: ‘En toen kwamen we buiten en zagen we terug de sterren’.

    05-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frederico Garcia Lorca

     

    Van Frederico Garcia Lorca die in Spanje beschouwd wordt als een van de grootste schrijvers na Cervantes, vond ik in een boekje, uitgegeven in juni 2000 door het poëzie-atelier van Grupo Anaya, s.a. Madrid, van Benjamin Prado: ‘Siete maneras de decir manzana’, of zeven mogelijkheden om over poëzie te spreken – maar Prado vervangt hier poëzie door manzana, appel – een even vreemd als prachtig gedicht dat voor mij de zuiverste poëtische expressie is. Een gedicht dat zijn kracht haalt uit de eenvoud van de opgeroepen beelden, en dat, alhoewel het kinderlijk schijnt, toch een zeer dramatische inslag kent, Frederico Garcia Lorca werd immers tijdens de Spaanse burgeroorlog in augustus 1936 gevangen genomen door de aanhangers van Franco en enkele dagen later gefusilleerd. Ik vrees zelfs dat zijn graf nog steeds niet gelokaliseerd werd, maar ik zou me kunnen vergissen.

    Ik breng u hier de originele versie, de vertaling komt verder:

     

    Por las ramas del laurel

    vi dos palomas oscuras:

    la una era el sol,

    la otra la luna.

    ‘Vecinitas’, les dije,

    ‘¿Dónde està mi sepultura?’

    ‘En mi cola’ dijo el sol

    ‘En mi garganta’ dijo la luna.

    Y yo que estaba caminando

    con la tierra por la cintura

    vi dos aguilas de nieve

    y una muchacha desnuda.

    La una era la otra

    y la muchacha era niguna

    ‘Aguilitas’, les dije,

    ‘¿Dónde està mi sepultura?’

    ‘En mi cola’ dijo el sol

    ‘En mi garganta’ dijo la luna.

    Por las ramas del laurel

    vi dos palomas desnudas

    la una era la otra

    y las dos eran ninguna.

     

    Terwijl Lorca ons een poëtische mengeling nalaat van woord, beeld en klank, gaat de klank – en kleurrijkheid door de vertaling verloren omdat het woord meer aandacht krijgt dan het verdient.

    Ik dacht er het volgende van over te houden:

     

    Tussen de takken van de laurier

    zag ik twee donkere duiven,

    de ene was de zon,

    de andere de maan.

    ‘Lieve buren’ zegde ik tot hen:

    ‘Waar is mijn graf gelegen?’

    ‘In mijn staart’ zegde de zon,

    ‘In mijn keel’ zegde de maan.

    En ik, reizend

    met de aarde aan mijn zijde

    zag twee arenden van sneeuw

    en een meisje naakt.

    De ene was de andere

    en het meisje was geen ene.

    ‘Arendjes’ zegde ik:

    ‘Waar is mijn graf gelegen?’

    ‘In mijn staart’ zegde de zon,

    ‘In mijn keel’ zegde de maan.

    Tussen de takken van de laurier

    zag ik twee naakte duiven.

    De ene was de andere

    en de twee waren geen ene.

     

    Heb ik nu niet gezondigd tegen het auteursrecht door dit gedicht hier over te nemen?

    04-05-2012, 00:31 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TRACK, kunst in Gent

     

     

    Op 12 mei opent in Gent de tentoonstelling TRACK, een kunstmanifestatie buiten de muren van het museum, waaraan een dertigtal mondiaal gekende kunstenaars deelnemen.

    In dit kader plant de Chinese kunstenaar Tazu Rous – hij heeft nog een viertal namen in meer - een hotelkamer te bouwen rond de toren, met uurwerk, van het Sint-Pietersstation. Hij plant niet alleen de bouw van een hotelkamer, hij wil er ook de ganse duur van de tentoonstelling die loopt tot 16 september verblijven.

    IK heb er helemaal niets tegen, trouwens het ligt in zijn aard te bouwen, reeds in 2005, bouwde hij een slaapkamer rond het bronzen Christusbeeld in het Sint-Anna park, hij is dus een kunstenaar-bouwer die zich plagieert in Gent.

    Het is natuurlijk zo dat al degenen die de trein nemen in het Gentse station onvermijdelijk geconfronteerd worden met het glazen – veronderstel ik - kamercomplex omheen de enorme klok in de toren die de achtergrond wordt van zijn bed in zijn slaapkamer. Hopelijk verliest hij het uur niet uit het oog, hopelijk is het een elektrische klok en niet een mechanische, hopelijk houdt hij het vier maanden  uit.

    Aan lef ontbreekt het hem dus niet maar, zijn dergelijke manifestaties, kunst te noemen, en als het kunst is - en dat zal wel, gezien het de bedoeling is van TRACK - zal het ooit iemand beroeren in de ziel of, zal er naar opgekeken worden met een glimlach?

    Een andere kunstenaar, Benjamin Verdonck een Antwerpenaar, realiseert in een grote boom in het Vogelenzangpark een getrouwe replica van een van de bungalows in het park uit de jaren vijftig. Hier wordt het maar een kopie te klein om te bewonen, wat jammer is, maar niet voor de boom.

    Wat niet belet dat deze tentoonstelling een excellente gelegenheid is om het waardevolle en het historische van bepaalde stadsgedeelten een betere bekendheid te geven. In elk geval is het zo dat een deel van TRACK zich zal situeren in de hoogte.

    Hoogstaande kunst dus.

    Wie hierover het essentiële oprapen wil, surfe naar www.track.be.

    03-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Literatuur

     

     

    Ik denk literatuur te bedrijven als ik schrijf. Ik denk zelfs dat ik altijd, vanaf ik begonnen ben met het bijhouden van een dagboek, literatuur heb bedreven.

    Maar wat mijn dagboek betreft is er een wijziging opgetreden. Het is niet veel meer nog dan het neerschrijven van de gedachten die plots opduiken in mijn vingers, gedachten die ik zo maar laat vloeien en  ik er meer op uit ben mijn blad te vullen in plaats van toe te zien dat wat ik schrijf, én duidelijk leesbaar is, én inhoud heeft.

    Ik vrees dat noch aan het ene noch aan het andere wordt voldaan en dat eens opgepropt met woorden, het materiële aspect van een volgeschreven blad, me volstaat. Ik ben dus in een stadium terecht gekomen dat mijn dagboek, althans dit van de laatste dagen, niet meer de waarde heeft die het had in den beginne.

    Dit is een vaststelling, die ik me maakte, heel vroeg deze morgen, vóór het gekweel van de vogels in de tuin. Het is niet iets om fier over te zijn.

    Misschien is het om deze reden dat al mijn geestelijke krachten gebundeld liggen in mijn blog, en is dit het enige literaire werk dat ik presteer. 

    Of het literair is, zal er iemand opstaan om het me te zeggen?

     

    02-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (2)

    01-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moedeloosheid

     

     

    Moedeloosheid overvalt me. Het leven is plots een grote onzekerheid, een open vlakte zonder horizon, een woestijn, een dorheid.

    Vanwaar deze gedachten, terwijl ik gisteren nog aan het dromen was; terwijl ik de vorige dagen nog een eeuwigheid voor mij had; terwijl ik dacht mijn vijfde maand te beginnen, met nog zeven voor de boeg; terwijl ik dacht canto 34 van mijn A.vd.D. in te loggen met als laatste zin de laatste versregel van Dantes Hel?

    Vanwaar deze gevoelens, alles te laten voor wat het is, die moeë lichaam, deze moeë geest, zijn rust te gunnen. Geen woorden meer, geen gedachten meer, een totale leegheid van hart en ziel.

    Ademen om nog wat dagen in leven te blijven. Terwijl ik buiten loop, de zon voel in mijn hals, in mij witte haren, zie hoe alles in kleur komt, hoe een spinnen ei is opengebarsten met honderden minuscule spinnen tegen het raam, valt alles stil in mij, opgelost, vergeten, verlaten.

    Mijn boeken waardeloos, alle dingen die ik schreef of tekende, of de stukjes steen en wortels die ik samen kleefde onder glas, waardeloos, uitingen van de laatste stuiptrekkingen. En dan, wat me overviel toen ik neer zat om deze woorden te schrijven, begoocheling te denken dat mijn blog de remedie was die alles oplossen zou.

    De dag die naar zijn einde neigt: in het minivijvertje één rode vis nog opgedoken, een vergetelheid van de reiger, en als ik voor mijn klavier zit, een vage schaduw, een laatste ekster neergestreken op de tafel in de tuin waar ik een hoopje kaassnippers had neergelegd.

    Zeg ik, dat het al wat beter gaat?

    01-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs