 |
|
 |
|
|
 |
03-03-2019 |
Misschien |
Beethoven:
het Andante uit zijn eerste pianoconcerto waar je je dag mee begint. Groot,
immens: de golven van de wildste zee die tegen de rotsen beuken, opspattend,
schuimend en terugvallend, keer op keer, met rustpunten soms. Zo ervaar je het,
zo zit de zee in jou vastgehecht. En de muziek, het is niet dat je elke noot ervan
kent zoals de pianist, zoals de dirigent, maar je kent het geweldige ervan, de klanken
ervan die opspringen tot tegen de gewelven van je herinneren. Je komt er wel
van los, later, naarmate de dag vorderen zal, maar nu, op het ogenblik van je
schrijven zijn ze er nog, zie je van zovele zeeën hoe ze aanrollen, zich ophopend,
zich kronkelend, wit schuimend rollend over het strand, of in andere contreien,
waar je je nu bevindt, en het zijn deze die je bekoren, hoog opspattend tegen
de dorre grillige rotsen waar je waart.
Je
er gedichten over schreef, je er dagboeken mee vulde, elke morgen, elk ogenblik
dat je er waart, aan de voet ervan, waterdroppels, zilver in je ogen of, gezeten
op de hoogste rots, het spektakel van water en licht en luchten tot de verre
horizon, nooit te vergeten.
Beethoven
die je er naar verwijst. Welke stormen waren het die hem bezielden toen, zijn
eerste pianoconcerto dat hij schreef. Hoe jong was hij, hoe vurig om te horen
wat hij hoorde en het op te tekenen met een brede zwaai van de hand op zijn
blad. En jij, kleine man, die hem navolgen wilt en je woorden raapt en schikt
om enkele ogenblikken ook Beethoven te zijn, of minstens te doen alsof. Het je leven is, deze enkele
momenten die je optekent alsof ze van het hoogste belang waren, die geschreven
staan, die je misschien later herlezen zult en je afvragen wie deze zonderlinge
gedachten ooit verwoord kan hebben, niet meer wetende dat jij het waart, jij op
een morgen, wakker geworden uit een droom die je je niet meer herinnerde, omdat
alles opgelost werd in de eerste klanken van de muziek die je overdonderde en
je vervoerde, je weg bracht naar een wondere plaats in de wereld van je
geheugen, waar het goed is te zijn omdat je er van de zee kunt zijn, zodat je
er van alle tijden bent en van alle plaatsen waar je ooit waart, tot de plaats
van je schrijven hier.
De
oneindigheid van het zijn die je bezit om, van op deze onooglijke plaats, van
elk punt te zijn waar je ooit waart en dit alles nu samengebracht in deze luttele
woorden dankzij, de grote Beethoven, die je bezocht toen je ogen nog gesloten
waren op de nacht.
Vertrekkende
van hier uit, waar zwerf je uit, waar ligt het punt, waar je, nu je dit sluiten
gaat, weer zult opduiken als je neerzit voor je klavier? Je weet het niet, zoals
je het niet wist toen je, je vorige blog afsloot. Wat er was voorheen, je voldoende
het weet, je voelt de essentie ervan: hoe je leefde, hoe je geworden bent wie
je bent; je weet niet wat er komen gaat, al denk je het te weten hoe je dag
verlopen zal, maar zekerheid heb je niet, heb je nimmer, jij toch niet.
Wat
geschreven staat was er zo-even nog niet. In potentie was het er wel, zoals er in
potentie al is wat ik morgen schrijven zal, als er nog een morgen komt voor
mij, zul jij me misschien lezen.
Misschien,
als je het bekijkt, zoals het er staat, een vreemd uitziend woord.
03-03-2019, 07:01 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-03-2019 |
Uiteenlopend. |
Hoe
uiteenlopend mijn blogs ook zijn, ze hebben alle iets gemeen, ze vertrekken uit
het niets - ze zijn zoals de schepping van hemel en aarde - en eindigen ergens
op een vast punt dat in feite altijd een vraag blijft. Ik verkondig dus geen
vaststaande feiten, wel waggelfeiten of waggelvaststellingen. Ik heb geen
waarheden, die 100% te vertrouwen zijn, er zijn er wel die ik zeer betrouwbaar
acht, maar daar stopt het: ik ben de Denker van Rodin. De man met het hoofd
in de handen.
Daarmee
moet je het doen, met hem wordt je, trouwens zoals ik zelf, geconfronteerd, zit
je opgeschept, wat niet belet dat ik mijn best doe om dingen, gedachten, rond
te strooien die waard zijn gelezen te worden, wat betekent dat ik niet het
gevoel heb je een lege doos achter te laten. En is het niet zo, dan is het zeker
niet mijn bedoeling geweest te schrijven over de leegheid der dingen, want dat
zijn ze helemaal niet, ze zitten overvol.
Overvol
zitten ze voor iemand die kijkt en redeneert. Ik bladerde gisteren, vóór het
slapen gaan in een essay van Stefan
Hertmans uit zijn Putje van Milete[1]
en las er dat hij, Borges, iets heeft dat het
hem mogelijk maakt om zich in te leven in de meest uiteenlopende regels, verzen
en gedachten
Ik
onthield hiervan het woord uiteenlopend, omdat ik vond dat ik iets had van
Borges, o, niet veel, alleen het uiteenlopende, maar het was me voldoende om
mijn dag te beginnen. Welke dag het wordt weet ik nu nog niet, eens de nieuwssluizen
geopend weet ik welke verrassingen er op mij zullen afkomen, het uur vorderend,
maar ik hoop op een bericht van hier of daar, van iemand die me las,
of van iemand die zo maar dacht aan mij, zoals de schilder Patrick Ysebaert die
me, op een dag, een brief stuurde, met de hand geschreven, twee paginas vol,
juist, zegde hij omdat ik het nodig heb je na al die jaren een groet te sturen.
Je had een sterke band met hem, hij was een diep-mens in zijn houding met
iedereen en met zijn vrienden een gevoelig mens. Hij had een jaar rond gelopen
in de catacomben van Palermo en had er een twintigtal doeken geschilderd die,
toen je ze zag, je met een andere vriend, Pierre H., er voor gezorgd hebt dat zijn
werken tentoongesteld werden in de refter van de oude Sint-Baafsabdij in Gent -
je schreef erover in je manuscript.
Je
verlangt niet dat iemand hem zou navolgen en je een brief schrijven; er zijn
eenvoudigere middelen de dag van vandaag. Je bent ook geen Jozef Brodsky, de
eenzame, die eenzelfde hunker kende. Hoor wat hij schreef: The dreams you dream are not of girls half nude / but of your name on an
arriving letter. Maar ook dit is voor zij die mijn manuscript nog niet lazen.
Nu, ik voel me niet als een eenzame,
helemaal niet, ik voel me nog steeds als een geïntegreerde in de maatschappij,
zelfs al frequenteer ik ze niet of dan toch heel weinig, mijn jaren laten me toe,
mijn blog te zien als mijn aanwezigheid in de wereld.
PS.
In mijn blog van 28 februari heb ik het woord vertuierd gebruikt. Het is geen woord van Van Dale, het is er een
van mijn moeder zaliger. Het is te vervangen door in elkaar verstrengeld.
02-03-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-03-2019 |
Amauri: hoe de toekomst? |
Elke
morgen vraag je me hoe ik het stel, niet hoe het met mijn gezondheid is, maar wat
ik te vertellen heb, en ik ga er op in.
Soms
heel vlot, een stroom, soms aarzelend, een bron die zich met moeite door de
aarde wringt, maar ik sta er toch, je weet het of dan toch, je verwacht het en
wel dat ik je verwonderen zal. En verwondering is het correcte woord, dit van
het eerste licht, dit van de maan voor het raam waar er nog juist een sikkel
van overblijft. Het is al enkele dagen dat je haar ziet in late namiddag en in de
vroege morgen; de C die ze tekent, pal in het zuiden, een bleke rest van een
maan in de tere, effen luchten: de C van Croître.
Toutefois étant du genre féminin, elle ment, vertelde me ooit een vriend in
de bergen, geen wassende dus maar een afnemende maan.
Wijsheid
die des mensen is. Details die ons helpen om waarheden te verkondigen die
eeuwen oud zijn, die overgaan van geslacht op geslacht van uit het diepste der
tijden. Ik moet dit, bij een eerste gelegenheid vertellen aan mijn
achterkleinzoon, Amauri, de oudste onder hen. Zoals ik het al verteld moet
hebben, lang geleden aan mijn kleinkinderen, die het misschien vergeten hebben
het door te geven aan hun kinderen, ik hoor het wel.
Ik
zie ze niet genoeg om hen andere wijsheden bij te brengen, ik leef niet onder
hen, mijn witte kop, als ik ineens opduik
bij een of andere gelegenheid boezemt hen vrees in, de vrees die een
oude man zoals ik vergezelt. Mijn hart bloedt nochtans als ik hen zie, zeker
als ik denk aan - en ik denk er altijd aan - de wereld die hen te wachten
staat, een wereld van strijd niet alleen om zichzelf te bevestigen maar vooral
om zich te beveiligen tegen alle onheil die opduikt aan de horizon.
Je
zegt het hen niet, je spreekt er niet over, maar je weet het met zekerheid, de
pletrol die de Islam is heeft zich traag in gang gezet en is niet meer te
stuiten als deze geen diepgaande metamorfose ondergaat. Echter de stugheid
ervan kennende, is mijn verwachten heel laag. En ik spreek niet over de rest,
over de wereld van de geest die verlaten wordt en verdwijnt in de dorre wereld
van de techniek, die deze van het woord - de waarden eigen aan een taal - die
deze van het Woord dat in den beginne was aan het verlaten, aan het vergeten is.
Wat rest hen dan nog dat van de stilte is, van de ingekeerdheid in zich zelf,
dat van de vreugde, het aroma van het leven is?
Er
is evenwel geen bidden aan. Misschien dragen de optochten van vandaag en
gisteren een verkeerd onderwerp. De toekomst wijst het wel uit als het te laat
zal zijn.
01-03-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-02-2019 |
Fulminerend |
Iets
moet me vooraf van het hart. Een, men noemde het een schilderij - een mooie
zelfs - die ik gisteren, in een programma van VTM zag verkopen voor de
schandalige prijs van, als ik me niet vergis, 4.200 Euro. Ik, ik zou er zelfs
geen 10 Euro voor gegeven hebben. Ik heb er geen foto van, maar één, het was
geen schilderij, zoals ik dacht, maar een ingelijste collage, zo zegde men, zijnde
een met asgrauwe en zwarte verf, aangebracht met een schoenborstel op, ik veronderstel
een doek, of was het on paper? Met juist
een stippeltje rood in de rechter beneden hoek - hij zal aan Proust gedacht
hebben - en ondertekend, o heel goed zichtbaar, en daar kwam het op neer, door
Phillip Van den Berghe.
Wel
ik zou onder een dergelijk kunstwerk mijn naam niet durven plaatsen, ik zeg
het maar, al heb ik er veel bij te verliezen en heel weinig bij te winnen, want
wie ben ik om erover te oordelen, als gepatenteerde kunstkenners, die met beide
voeten in hun wereld staan, er met bewondering naar opkijken - was het
bewondering of was het innerlijk met een
glimlach? - echter het stoort me dergelijk werk kunst te noemen.
Ik
had destijds in de hall van de Nationale Bank in Gent, een groot schilderij van
hem, een sterk verwarrend doek, alles door elkaar gewreven, verflaag op verflaag,
je kent het effect ervan. Het hing tegen een marmeren wand, het was een vloek
tegen de tekening in het marmer, vond ik. Het had ergens moeten hangen tegen
een ruwe achtergrond, omdat het doek even ruw was met lagen verf op, lagen verf
die nog niet gedroogd waren, niet geschilderd dus, maar beklad met.
Wat
hierin met de voeten getreden werd en de collage was er een striemend
voorbeeld van, is wat Keats zou noemen a
thing of beauty is a joy for ever, is de schoonheid, en niet alleen de
schoonheid, maar wat nog erger is, het sacrale, het heilige van het leven en
het heilige van het scheppen. In de tijd van Van den Berghe, 1952-2009, en we
zijn er niet op verbeterd, was schijnbaar het de bedoeling, de schoonheid af te
zweren. In elk geval ik heb het altijd zo begrepen.
In
de discussie waar ik het gisteren over had: de noodzaak van een religie in onze
huidige samenleving, is, volgens mij althans, wil men geen conflicten in het
leven roepen, er geen plaats, voor meerdere soorten religies, want dit stuit op
onbegrip wat de God betreft. Dus, wat nodig is, in de eerste plaats te beginnen
met te zeggen wie die God wel is die het centrale punt wordt van die religie.
Is het deze van de Islam, deze van de Bijbel; is het Tao of Boeddha of, nu we
weten dat de aarde niet meer het centrum van het Universum is, deze van Jacob
Boehm - want God heeft alle dingen van uit het Niets geschapen en het Niets is
Hijzelf - of nog duidelijker, deze van
Spinoza, God is al wat is.
Dit
is even goed geldig voor wat Kunst wordt genoemd. Is het deze van Van Eyck, is
het deze van Van Gogh, is het deze van Picasso, of deze van Van den Berghe of,
is het deze van het gezond verstand waarbij de vaardigheid van de maker en zijn
scheppend vermogen, weerspiegeld in zijn werk, naar waarde wordt geschat,
ongeacht het handteken eronder geplaatst?
Hierbij
is het niet zo zeer de schoonheid die een rol speelt, maar wel de hand en de
geest van de maker van het werk, en kan het dus heel goed dat er schoonheid is
in het lelijke; denk maar aan Picassos Guernica.
27-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-02-2019 |
Wat ik niet dacht te schrijven. |
Gekeerd
in mezelf ben ik altijd in gedachten schrijvende. Het is sterker dan mezelf. Als
ik dan terugga naar een programma op Canvas[1] over
de noodzaak van religie in het dagelijkse leven, dan is het omdat het me voortdurend
bezig houdt, omdat het elke andere gedachte belemmert en ik moet me er van bevrijden
door te zeggen wat ik erover denk.
Ik
tracht te resumeren wat ik zag en hoorde. Opvallend was de brute tegenstelling
tussen enerzijds, de gematigde, wel overwogen woorden, geïnspireerd door de
figuur van Jezus en, de instelling van de andere partij, geïnspireerd door de
leerstellingen van de Islam. Groter tegenstelling kon er niet. De ene in een,
erkende, verliezende positie verkerend, maar des te meer overtuigend en
tegemoetkomend in wat hij zegde over zijn geloof, de andere, het randje - invloed van het westen - af, fanatiek,
zijn geloof in de Islam etalerend; hij niet begrijpen kon waarom hij niet in
alle rust en geslotenheid hier zijn geloof beleven kon.
Hij
had een punt hiermede maar hij vergat hierbij dat het voor een westerling
onmogelijk is de ogen te sluiten voor wat zich in de wereld van de Islam afgespeeld
heeft en zich bleef afspelen en, dat hij als aanhanger van de Islam in dit
beeld deelde. Hij vergat dat het effect van de Verlichting, elk fanatisme wat
geloof en religie betrof, had afgezworen en dat met vreemde, afwijzende blik
gekeken werd naar het chassidisme bij de joden, echter niet gewelddadig, en
naar de religie van de Islam, wel gewelddadig. Het is dus niet naar het
panellid, El Hammouchi zelf dat gekeken wordt - die eerlijke bedoelingen kan
hebben - maar wel naar de soort religie die hij aankleeft. Een dergelijke
religie is een terugkeer naar wat hier gangbaar was in de middeleeuwen. We zijn
die evenwel totaal ontgroeid en deze ontgroeiïng is doorgedrongen tot in de
schoot van de christelijke religie die geen gevaar, geen geweld meer uitspuwt,
integendeel ze reikt met respect de hand naar andere religies met geweldloze
bedoelingen. Ook naar zij die de naam vrijzinnig in hun vaandel voeren, wat
niet altijd kan gezegd worden van de schrijvers onder hen, die zich vrijzinnig
noemen.
Bij
dit alles, en ik wist dit zo, komt de God van Spinoza, de enige die er een kosmos
gericht beeld van had/heeft, niet ter sprake. Langs de kant van het westen was
het over Jezus dat gesproken werd en niet over de Bijbel, bij de andere was het
de Koran die centraal stond, wat betekenisvol is als het de wetten van hun God
betreft. In de jaren duizend, elfhonderd, hielden hun schrijvers en geleerden er
nochtans een totaal ander beeld op na dat dicht aanleunde bij het beeld van Spinoza.
In
plaats van vooruit te gaan zijn ze weggezonken in het moeras van woorden als ik
hoor hoe er gespeeld wordt met interpretaties van die wetten.
Dit
alles wat ik niet dacht te schrijven. Echter nu het er staat is het voor mij een
verlossing.
[1] Canvas:
Jan Leyers en de Nachtwacht van 23 februari 2019:
Othman El Hammouchi, 19 jaar, conservatieve
moslim en filosoof. Hij vindt dat religie opnieuw een grote rol (!) moet
krijgen in onze samenleving: Zonder God bestaan er geen objectieve waarden en
dus geen moraal. Voor hem is religie ook de oplossing voor onze steeds
oppervlakkigere samenleving. Hij gaat in debat met Assita Kanko die als moslima
opgroeide maar het geloof vaarwel zegde, en de Antwerpse bisschop Johan Bonny:
God is helemaal terug.
26-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-02-2019 |
Welk spoor te nemen? |
Het
is me niet gegeven zoals voor Sendak van gisteren, verhaaltjes te gaan
schrijven voor kinderen, al ware het wenselijker, al zouden ze opgenomen kunnen
worden door vaders/moeders en grootouders/overgrootouders en doorverteld aan
hun kinderen/kleinkinderen, tot zelfs aan de kinderen van de kinderen van hun
kinderen. Beeld je eens in?
Ik
denk dat het wenselijker ware; ik denk dat ik dan nimmer zou moeten zeggen dat
spreken over God enkel nog door fysici gebeuren kan, in de taal van hen, en
niet meer in de taal van de gewone mens; dat nu we volop het derde millennium
zijn binnen getreden, dit het millennium is van de metafysica, niet meer dit
van de God zoals het verhaald staat in de Bijbel of in de Kerk.
Het
is dus niet meer mijn ding, ik zou beter moeten weten, maar toch laat ik me
verleiden, voel ik me uitgedaagd om er over te spreken, erger nog, er over te schrijven en dit rond te
strooien. Dit fenomenale van mij, want wie doet zo iets, deze ingesteldheid is
een grote belemmering om me klein te maken als een kind, te denken zoals een
kind en te schrijven in verhaaltjes, niet in de stijl van Harry Potter deze zijn voor wat nog overblijft van het
kind in de mens, maar passend in de droomwereld van het kind. Hoewel ik met
grote verrassing geslagen wordt als mijn echtgenote terugkomt van een bezoek
aan haar kleinkind, drie jaar wordt ze in augustus, en van haar hoort bij haar
vertrek dat ze de groeten moet doen aan, papie Karel, zegt ze, en, goed moet zorgen voor hem.
Ik
kom aldus te staan tussen twee werelden, twee landschappen van de geest die ik tezelfdertijd zou moeten kunnen
bewandelen. Echter verrast door de woorden van een bijna driejarige, denkend in
grote mensen termen, ben ik afgeleid naar een ander landschap, dit van een
beginnend begrijpen van de wereld van de jeugd, denkend en handelend als volwassenen,
de donderdagbetogingen zijn er een ander bewijs van, en dus wat mijn kinderverhalen
betreft, een zekere ontreddering, is mijn deel.
Ik
zit aldus gedrongen en gewrongen in een toestand van uitersten waar ik me moet
inpassen wil ik nog iets aanvaardbaar kunnen voortbrengen, en het is me
duidelijk, in beide gevallen zijn het de gewone wegen de ik zal moeten bewandelen
wil ik nog enige vorm van succes kennen. Enerzijds vrees ik dat ik niet meer
zal moeten afkomen met een vogeltje, het mag nog een roodborstje zijn, dat
spreekt, triestig is of blij, en anderzijds dat ik niet meer schrijven moet dat
God voer is voor de fysici. Ik zal dus voor beide een tussenweg moeten zoeken.
Of
ik die vinden zal of kan, ik zit vastgeroest in mijn systeem - de pinnekensdraad
gegroeid in de knotwilg - kan ik er nog wel uit? Wat het kind betreft
misschien, ik heb het al eens geprobeerd, jaren geleden; wat de volwassenen
betreft vrees ik van niet.
De
tijd, de grote machtige tijd die de toekomst is, als het verleden is, beide
zich spiegelend in het heden zal het uitwijzen hoe het verder moet. Van hieruit
echter zie ik het niet, ik zit op een dubbel spoor vanmorgen. Welk spoor zal ik
nemen?
25-02-2019, 06:41 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |