Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    31-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lectuur

     

     

    Ik lees heel weinig de laatste tijd, nochtans loop ik rond met eenzelfde boek dat ik te traag lees. Maar het is geen roman, het is een bundel essays. En vandaag herlas ik het begin van een essay uit het boek:

     

    ‘Er bestaan essayboeken waarvoor je graag een hele kast romans weggeeft en essayisten die het uiteenzetten van ideeën vele malen spannender kunnen maken dan het vertellen van een of ander verhaal’.

     

    En of deze auteur gelijk heeft, het is trouwens met zijn boek dat ik rondloop in huis en tuin, zelfs al lees ik er niet in, maar het boek verlaat me praktisch niet.

    Ik herinner me een bejaarde dame – ik ben nu zo oud als zij toen was dus ik ook ben bejaard al zie ik me zo niet – het was de eigenares van de chalet die ik mocht huren van haar. Ze vroeg me eens welke boeken ik wel las, ik had het geluk toen te antwoorden dat ik alles las, maar geen romans.

    ‘Tu as raison – ik weet niet meer of ze me tutoyeerde – la vie est déjà assez roman comme ça’, wist ze me te antwoorden

     

    Waarin ze gelijk had, maar het belette me toch niet Pasternak te lezen en Solokov en Chateaubriand en Stendhal en vele andere, maar nu ik haar ouderdom heb bereikt heeft ze meer dan gelijk gekregen en is een bundel essays mijn bijbel.

    Ik kom hier zeker op terug. Maar vandaag wou ik wat anders doen dan schrijven. Mijn echtgenote had wat kaders gekocht met een centimeter diepte onder het glas, heb er enkele gevuld met verdorde takjes heide, die ik plukte op de hoogste top van Iona, the holy isle of Scotland, een versregel van Saint-John Perse, wat zaden die wat kleur dragen en een schelpje of twee met een stukje steen uit de bergen. Ik werkte eraan tot laat in de avond, en was er tevreden mee, zoals ik nu ook tevreden ben met mijn blog

    31-03-2012, 01:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boek of Blog

     

    En ‘s avonds, de zon een vuurbol tussen de bomen, van Fernand Pouillon , wiens ‘Pierres sauvages’ hij doorbladerd had in de grote rust van de namiddag, wil hij hernemen hier wat geschreven staat over de stenen van de abdij van Le Thoronet:

     

    ‘Tu aimes donc cette pierre?’

    Oui et je crois qu’elle me le rend. Dès le premier moment j’ai eu pour elle un respect que je n’ai même pas songé à discuter. Maintenant elle fait partie de moi-même, de notre œuvre, elle est l’abbaye’.

     

    Waarop wacht hij nog, dit is het ogenblik van handelen. Je houdt van het woord en het woord is je domein, het woord is al wat je nog rest, waarop wacht je om een akker vol te zaaien met woorden?

     

    Ja, waarop wacht ik nog denkt hij, het is volop lente, je boek moet verder groeien, stop met prioriteit te geven aan je blog. Weinigen lezen je stukjes proza.  Hoop dus niet dat deze, zoals het gebeurde bij de grote Saramago, ooit zullen verzameld worden, en gepubliceerd, maar weet dat je woorden je abdij is, je oeuvre.

     

    En wat meer is, Pouillon vond dat de abdij van Thoronet een vierde dimensie had, zo moet ook een boek een dimensie in meer hebben. Het verhaal is niet voldoende, het moet iets hebben dat ongeschreven bleef – iets zoals in de doeken van Tiepolo - een spiritualiteit die niet kan worden uitgedrukt maar geborgen op elke pagina, aanwezig is. Het boek moet ervan doordrenkt worden, het moet zich situeren buiten de knellende realiteit van vorm, en inhoud. Het moet op een traject liggen, het moet zich ophouden op een punt buiten het boek gelegen, een punt zoals dit waar de slinger van Foucault aan opgehangen is.

     

    Een roman schrijven, een van jou? Denk niet dat er nog plaats is voor een in meer, alles staat al opgetekend, al was het maar in de duizend boeken die je zag in de bibliotheek van het convent van Mafra. Wat je kunt is herhalen in een andere vorm, met andere woorden, wat bladvulling dus, maar geen voedsel voor de geest. Voedsel dat we meer en meer, nu de kunsten het laten afweten, nu het sacrale opgeofferd wordt, meer dan ooit nodig zullen hebben om te overleven.

    30-03-2012, 00:51 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bernard de Clairvaux

     

    Mijn blog is een ‘struggle for live’. Ik schrijf me leeg. Ik word van het ene onderwerp naar het andere gezogen en vind niet de tijd – heb ook een leven naast mijn schrijven - uit te werken wat ik wens uit te werken. En wat ik schrijf schijnt  minder en minder goed te zijn, vervelend te zijn, mijn bezoekers/lezers haken af. Alhoewel ik het aantal niet meer zo nauwgezet opvolg waren er gisteren amper acht. Toch kan ik er voor mezelf niet toe komen op te geven, of een dag over te slaan.

     

    Ik dacht vandaag iets te schrijven over mijn ontdekking van de schilder Tiepolo en dit via het Arcadia van Hertmans. Ik zocht Tiepolo, die ik helemaal niet kende, op in Google en was uiterst verrast, wat meer was ik vond me terug in zijn werk. Toch bleef ik hangen bij de passage van Bernard de Clairvaux in mijn blog van gisteren, een passage die eindigde met: ‘Ceins-toi de ton glaive, de ce glaive de l’esprit qui est le verbe de Dieu’.

     

    Bernard de Clairvaux, later heilig verklaard, was een van de belangrijkste figuren die het westen en dan vooral de Kerk heeft gekend. Hij was het, die met zijn familie ( vader, broers en neven), Robert de Molesnes en zijn metgezellen, die weggetrokken waren uit de te grote luxe - naar de maatstaven van Benedictus – van Cluny en begonnen waren aan de bouw van een nieuwe abdij in Citeaux, ter hulp is gekomen op het ogenblik dat de uitgewekenen op het punt stonden hun bouwen op te geven.

     

    Op deze wijze - hij was toen achttien -  startte het geestelijk leven van Bernardus dat uitgroeide tot het grootste religieuze avontuur van het Christendom hier in het westen, een avontuur dat aanving met de Heilige Benedictus van Monte Cassini, in de eerste helft van de VIde eeuw, en zijn hoogtepunt kende met de heilige Bernardus, stichter van de Cisterciënzersorde, stichter van de Tempeliersorde, vereerder en ontdekker van ‘Notre Dame’, prediker in Vézelay van de eerste Kruistocht.

    Uit de beweging die hij in gang heeft gezet pleegde de abt Suger, in Saint-Denis, de eerste gotiek en ontstonden kort erop de eerste gotische kathedralen.

    De passage die ik gisteren aanhaalde is zijn wapenschild en de geestelijke beweging die hij bezielde heeft het ettelijke eeuwen volgehouden. Vandaag is deze aan het doodbloeden en dan zeker  in het religieuze landschap hier bij ons. En niet alleen totaal aan het wegkwijnen maar staat thans op het punt, tenzij er een nieuwe Bernardus zou opduiken, overwoekerd te worden door een even, als ten tijde van de middeleeuwen, fanatiek – wat ze ook beweren moge -  religieus getinte golfbeweging.

     

    Ik heb me nog eens laten gaan en geschreven over wat ik bij het opstaan en het openen van mijn  laptop absoluut niet had gedacht. Het zij dan zo, het is met deze tekst dat u, lezer, het zult moeten stellen op 29 maart. Of later.

    29-03-2012, 00:20 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le Thoronet

     

     

    Is het me toegestaan, aangekomen in het punt in de tijd waar ik me thans bevind, een zekere weemoed te kennen - zoals Ernst Jünger in zijn ‘Auf den Marmorklippen’ – omdat ik bepaalde plaatsen die ik ooit bezocht en die zich, om een of andere reden, diep in mij hebben vastgehaakt, nu niet meer bezoeken zal?

    Al zijn deze plaatsen niet zo talrijk, een is er die er deel van uitmaakt, de Cisterciënzersabdij, ‘Le Thoronet’, gebouwd onder de Bernard de Clairvaux - zelf bouwer van de abdij van Citeaux - in de XIIde eeuw, gelegen nu, langs de autosnelweg A8, zijnde ongeveer halfweg tussen Aix-en-Provence en Cannes.

     

    We bezochten, mijn echtgenote en ik, deze abdij een tiental jaren geleden en het was een revelatie, een abdij als uit een blok gehouwen, stoer en in de zuiverste vroeg-romaanse stijl, zonder versieringen in de kapitelen, maar perfect qua afmeting en gevelindeling. Een abdij met een vierde dimensie – ook de doeken van Gianbatista Tiepolo, waaraan ik een blog wijden zal, hebben die vierde dimensie – een dimensie die ik zie als metafysisch.

    Wat opviel was de grote soberheid en inspirerende symmetrie van van gebouw en kerktoren en de perfectie wat de indeling  in ramen en deuren van de gevels betrof. Ik liet me zelfs verleiden de tekeningen te fotograferen die de tijd en de natuur had aangebracht in en op de stenen van de abdij, denkende de thematiek erin later te gebruiken in mijn tekeningen wat ik wellicht onbewust gedaan zal hebben.

     

    Waarom vertel ik dit, en waarom dit gevoel van weemoed? Er is vooreerst een knipsel uit Le Monde van 2003, totaal vergeeld, bijna verpulverd, dat me in de handen viel, een paar dagen terug, en er is het boek van Fernand Pouillon[1] over de bouw van Le Thoronet, dat ik las dankzij een vriend, Pierre H., architect - van wie ik de laatste tijd weinig, te weinig hoor - die het ontdekt had in de bibliotheek overgeërfd van zijn vader. Een moeilijk te lezen boek, wellicht omdat het geschreven was in zeer moeilijke omstandigheden.

     

    En dan is er nog een derde reden omdat ik bij Pouillon deze fameuze zin van de stichter van de ontelbare Cisterciënzers abdijen, Bernard de Clairvaux, terugvond, een zin die ik dacht te gebruiken als inleiding bij mijn ‘De Adem van de Dagen’:

     

    A l’œuvre donc, sache que le moment est venu pour toi de tailler dans le vif, étant admis que celui de la méditation l’ait précédé. Si jusqu’alors tu n’as remué que ton esprit, il faut maintenant que tu remues ta langue, il faut maintenant que tu remues ta main.

    Ceins-toi de ton glaive, de ce glaive de l’esprit qui est le verbe de Dieu.

     

    Maar, als een van jullie op de A8 van Aix-en-Provence naar Cannes, de aanduiding Le Thoronet ontmoet, verlaat dan even de snelweg en bezoek die abdij, cela vaut le déplacement. U moogt me zelfs een berichtje sturen van daaruit, of een kaartje.



    [1] Fernand Pouillon (1912-1986), een groot Frans architect, die in het gevang van Fresnes – om welke reden heeft hier geen belang- een boek - ’Les Pierres sauvages’. Ed. du Seuil, 1964, heruitgave van 1968 – schreef, over de de bouw van de meest zuivere Cisterciënzers abdij, Le Thoronet.

     

     

     

    28-03-2012, 01:30 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Licht dat breekt

     

     

    Het licht dat breekt. De vogels in de bomen, in de hagen, die ontwaken in een gekweel, in een ineenvloeien van klanken die hem bereiken nu hij is opgestaan om zijn dag in te schrijven, in te zegenen.

    Een herinnering die telkens opduikt. Zijn verre jeugd, een knaap die zich afgezonderd voelde, schemerachtig en bedeesd, in een jeugdgroep, de enige onder hen die geen uniform had, zijn moeder kon hem met moeite een Frans woordenboek betalen van 50 frank, maar zeker geen KSA-uniform. Hij was mee opgetrokken voor een paar dagen met de groep, in een verlaten kasteel hier dichtbij in Bellem. En het was toen dat hij voor het eerst, door het open raam de vogels hoorde in hun morgengebed, merels en lijsters, vinken en wielewalen, alle door elkaar, een symfonie. Hij had het nooit voorheen zo duidelijk gehoord, hij lag er middenin, hij werd er dronken van, dronken van de mengeling van klanken. En het was ook de dag - hij was toen twaalf of zo iets - dat hij ‘Eine kleine Nachtmusik’ had gehoord, zijn eerste bron van klassieke muziek, Mozart.

     

    Nu, de tijd van het schrijven, zijn de vogels stil gevallen, de vreugde om de komst van het licht is uitgezongen. Nu komt zijn gezang. Hij zoekt terug de zin op die hij gisteren gelezen had bij Karen Armstrong[1]:

     

    ‘As the Sacred Hadith had made God say: I was a hidden treasure and Iearned to be known. Then I created creatures in order to be known by them’.

     

    Een hadith van de profeet over Allah: ‘Ik zocht om bekend te worden, Ik schiep schepsels, ik schiep planten en bloemen, dieren en vogels, bomen en wolken en planeten en sterrenstelsels opdat ik in hen, zou gezien worden’.

    Hij had nog de ganse dag om erover na te denken.

     

    Op de middag zat hij in de zon aan tafel in een restaurant aan de Leie. Terwijl hij luisterde naar wat zijn vriend te vertellen had, dacht hij aan een eerste zin voor een gedicht. Maar de zin kwam niet. Al was er het eerste groen in de treurwilg, al was er het stille vloeien van water met een paar even stille meerkoeten, al was er op het einde van de vlakte weiden, een twijfel van groen in de canada’s omheen het kasteel van Ooidonck, die eerste zin die kwam maar niet, al was het heel duidelijk dat Hij die wou gezien worden  bewoog in al wat was in de wereld die hij zag en niet zag.

     

    En evenmin, na teveel tv, o.m. een BBC-programma over mathematics, over de hindoe die de nul bedacht en pi berekende en over de reeks van Fibonacci, maar ook na middernacht kwam de zin niet.

    Hoe arm men zich voelen kan voor het slapen gaan.



    [1] Karen Armstrong: A History of God, pag.273

    27-03-2012, 00:44 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (26)

     

    Er is een altijddurende wisselwerking tussen impulsen komende van ontmoetingen, van bevindingen, van herinneringen, van gebeurtenissen uit zijn jeugd, alles is met alles verweven, gefilterd door het heden en het heden gericht naar het komende, een rechte lijn getrokken in het tijdloze zijn van ogenblik tot ogenblik.

    Tijd schuift in tijd en woorden zijn het centrum van de gedachten die komen en vervagen, zich oplossen in nieuwe. Een wereld kruipt erin weg, en een wereld die verzwegen wordt, houdt zich erin verborgen.

    Als hij terugdenkt aan zijn ogenblikken met Anja, herinnert hij zich hun afdaling, komende van de cabane du Grand Mountet naar de vallei toe. Hun tocht, in de immensiteit van bergen en luchten en in een zee van licht, over de Zinal-gletsjer en dan vooral, nu nog, het kraken van de korrels ijs onder hun voeten. Herinnert hij zich, hoe hij haar verraste met de fles Hermitage die hij, eens de gletsjer verlaten, boven haalde van onder een rotsblok in het water. Een fles wijn die er neergelegd was, wat zij niet wist, twee dagen vroeger toen hij met Robert en Gustave op weg was naar de berghut.

    Maar vooral als hij denkt aan de dood van zijn vrouw, waar hij weinig details van kent omdat het voorviel tijdens zijn reis naar China en waarover zijn oudste dochter thuis, die alles beleefde, hem enkel de grote lijnen had verteld, dan overvalt hem een massa aan gedachten die zich concretiseert in de laatste kus die ze hem gaf, aan de luchthaven, en hij haar nakeek en verdwijnen zag in de bocht tussen andere wagens. Dit, toen ze voor altijd wegreed van hem, de dood binnen. Een gebeuren, kort in woorden, maar met een echo die niet uit te wissen is, die hem vervolgt, opduikend op de meest onverwachte ogenblikken.

    En als hij denkt aan de kinderen en vooral kleinkinderen, vloeit hierin een tederheid die niet te meten is, al was het maar – een moment dat hij zich nu ineens herinnert - het gevoel dat hij eens kende, in die bewuste maand augustus na haar dood, toen hij, zoals hem was gevraagd, de was ophing buiten, en hij die stukjes kleding, kousjes, broekjes, hemdjes in handen kreeg. Dit alles zit in de woorden kinderen en kleinkinderen en nog oneindig meer, wat te vatten is en niet te vatten, wat te vertellen is en wat te verzwijgen is.

     

    En hij zwijgt ook over wat er vandaag gebeurt in de wereld, wat absoluut niet betekent dat hij er zich niet bij betrokken voelt, als hij denkt aan wat de kleinkinderen en hun kinderen, die er eens zullen zijn, te wachten staat, of als hij geraakt wordt door het gebeuren in de wereld en hij zich vragen stelt over de invloed van andere, dreigende culturen die binnensijpelen, gewild wellicht, op kousenvoeten en hieruit voortvloeiend, de impact ervan op de toekomst én van onze Westerse levenswijze én van de Kerk die er meer dan bepalend voor was.

     

    En toch, ondanks al het negatieve dat hij meedraagt, het is een groot leven dat hij in zijn handen houdt, wat er ook moge gebeurd zijn, wat hij ook moge ondergaan hebben en wat hem ook nog moge te wachten staan; een groot leven is het als hij ziet hoe de dagen bewegen in een weelde van kleuren, rood en goud en bruin en geel, geaccentueerd door het licht en het grote geruis van de bomen en hij doordrongen is van het zijnde als van het nog komende.

    Zo opent zich elke nieuwe dag op de geuren van het bos en van de aarde, op de dingen die hij gepland heeft te doen, en doet of niet doet, en met een vlugheid die hem telkens verrast is er l’heure bleue als hij neerligt op de sofa voor de vlammen van de haard en het licht een tere, blauwe schijn krijgt in de schemering, waarvan de diepe betekenis, het stilvallen is van alle leven, dit voor de nacht hem overvalt met herinneringen aan wat was en aan wat had kunnen zijn.

    De nacht en het te grote bed, al gebeurt het dikwijls de laatste tijd, dat hij blijft liggen in een deken gewikkeld, op de sofa voor de open haard die stilaan uitdooft en met zijn boeken die fezelen over hem tot elkaar.

     

    26-03-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tien kleine visjes

     

    Zelden schrijf ik over wat er gebeurt in mijn dagelijks leven, wat ik doe of niet doe, wat me overkomt of waar ik aan ontsnap.

    Anderen, van wie ik de blog regelmatig bezoek doen dit regelmatig, niet alleen kort en bondig en leesbaar maar tezelfdertijd pittig en leerrijk en dan nog, geïllustreerd. Wat helemaal niet kan gezegd worden van die van mij, al heb ik ook al getracht er een tekening aan toe te voegen, maar het lukt me niet om een of andere reden.

    Maar vandaag heb ik iets te melden, in de tuin is de reiger gaan vliegen met de visjes uit het stukje vijver. Deze morgen lag die er triestig bij, ondanks de biezen en de irissen die hun kop opsteken, de dotterbloem die helgeel is open gebloeid en de bladeren van de waterlelie – waar Frederik Van Eeden zo van hield – die naar boven krullen. Maar de muziek is er uit, het spel van de naar elkaar toe en van elkaar weg zwemmende rode visjes is verbeelding geworden. Er rest me niets anders dan er voor de ‘n’-de maal andere te kopen die terug zullen moeten wennen vooraleer ze naar mij toe zwemmen als ik ze eten geef.

    Tien kleine visjes die verdwenen, een na een, spartelend, in de maag van de reiger, ik zal er maar geen drama van maken. Er zijn ergere dingen in het leven van elke dag. Gelukkig zitten er nog vele salamanders geborgen in de laag rottende bladeren op de bodem. En wie weet, wie weet, misschien ook nog minuscule rode visjes zonder moeder?

    Mijn andere dagboek-bedenkingen zijn ditmaal niet veel zaaks. Sinds enkele dagen is er af en toe een grote toevloed aan beelden in mijn gedachten. Iets is losgekomen, wat ik mijn boek noem houdt me meer bezig.

    Maar dit is evenmin een drama.

     

    25-03-2012, 06:41 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    24-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paul Davies

     

     

    Ik blader in Paul Davies’ God and the new Physics[1].  Een zin treft me, het is een zin van Niels Bohr : 

    Anyone who is not shocked by quantum theory has not understood it.

    Beweren dat ik begrepen heb wat de kwantumtheorie betekent zou ik zeker niet durven zeggen of schrijven, maar ik weet dat het toch mijn beeld van God radicaal heeft gewijzigd, in deze zin is het een enorm belangrijk iets, dat mijn perspectief van de dingen openscheurde, dat er muziek en mystiek in zat, dat het iets te maken moest hebben met de idee die hij zich trachtte te vormen over wat, in zijn materiële onzichtbare vorm, God wel zou kunnen zijn, en Hij alsdan wellicht niet verschillen zou in kwaliteit, wel in kwantiteit van de materiële vorm van de spirit van de denkende mens.

    Het is een gedachte die ik koester, ze biedt enorm veel mogelijkheden. Ze licht een tipje op van de donkere zware sluier, zelfs al weet ik, dat ik zelfs nog niet op de drempel sta en dat ik misschien nimmer verder komen zal dan dit ene tipje, maar het is toch iets dat beloftes inhoudt. En wat meer is, ik weet dat het in de goede richting wijst.

    Ooit las een vriend priester de mis in een soort kapel in de catacomben van Rome. Hij sprak toen in een korte homilie, voor de vuist, over God en hij sprak deze voor hem, als priester, toch vreemde woorden. Er is, zegde hij, een wand tussen God en de mens, een glazen wand maar deze is bedampt langs de kant van God.

    Ik schrijf dit midden in de nacht – het is de eerste maal dat ik er zo lang heb aan gewerkt om de gepaste blog te vinden, een slecht voorteken – midden in de levende, wondere natuur, die zijn tentakels heeft, gedrenkt in de kwantum fysica. Gedrenkt in de geheimenis van atoom en elektron en meer nog, van de deeltjes, de higgs die nog te ontdekken zijn, om wellicht eens die ontdekt op zoek te moeten gaan naar nog meer-dan-higgs deeltjes, en dit alles geplaatst tegenover het beeld dat God zou kunnen zijn op zijn wandelweg die ook die van ons is, gaande van het Alpha naar het Omega.

    En als ik verder blader, Davies in zijn Preface

    …no doubt many of my colleagues would strongly disagree with the conclusions I attempt to draw. I respect their opinions. This is simply one man’s perception of the universe; there are many others. My motivation for writing the book is that I am convinced there is more to the world than meets the eye.

    Er is heel wat meer in de wereld dan het oog zien kan en dit is het dat mijn queeste voedt en in beweging houdt.


    [1] Paul Davies: God and the New Physics. Ed. J.M.Dents and Sons, Ltd.London, 1983.

    24-03-2012, 02:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het nieuwe Leven

     

     

    Nu is de lucht geladen met deeltjes energie die leven zijn, nu ruisen de sappen in bomen en struiken en schieten de botten open met een knal, nu roeren de insecten diep geborgen in de opwarmende aarde. Het is de overgang, het in elkaar vloeien van winter in lente, van dood in nieuw opborrelend leven.

    Voor zijn dagboek gezeten, zijn hand klaar om te schrijven komt de rust en het aanvaarden van al wat is, of het nu morgen is of avond of nacht, of het nu de pijn is in zijn rug, of de zorg om zijn blog, het is het ogenblik dat hij reëel bestaat, gedoken in zichzelf, woorden vloeiend lijk het water uit de bron en hij weet precies welke, de bron amper zichtbaar van een plaats in Le Plat de la Lé, op de weg naar wat rest van de gletsjer op het einde van Zinal in de Val d’Anniviers. En dan plots, terwijl hij dit schrijft het beeld van het kerkhof van Rye, in het zuiden van Engeland, waar hij ooit wandelde onder de eeuwenoude yew tree en de namen trachtte te ontcijferen op de met mos en lichen overgroeide grafstenen.

    Wie roept deze beelden op, wie schuift deze precies nu binnen in de woorden die hij schrijft?

    *

    En, toen hij bij de vijver aankwam, het water een groot open, roerloze spiegel met enkele eenden erover, de bomen er omheen ook omgekeerd. Hij voelde de vochtige struiken aan zijn handen en betastte de zwellende botten en aan zijn voeten bloeide geel het hoefblad. Het was het ogenblik dat ze hem tegemoetkwam, haar blonde haren als met een aureool omgeven, haar licht dansende stap, haar glimlach en de vraag in haar ogen, haar handen voor zich uit om hem te omhelzen.

    Hij hield haar dicht tegen zich, alsof ze samen één lichaam waren. Hij kuste haar lippen fris en vochtig. Merels hingen in de bottende lijsterbes en over de beemden, waar de kanten in brand gestoken waren, dreef laag de rook, terwijl hij bewoog in haar parfum en zij zich vast ankerde in hem.

    Hij wou niet denken, hij wou haar enkel vasthouden, woordeloos vasthouden, zijn hand in haar hals zoekend naar haar warmte, in haar ogen was grijs het licht.

    Ik hou je, wou hij zeggen, ik hou je zoals ik nog niemand gehouden heb, maar hij zegde niets.

    Ze wandelden omheen de vijver voorbij de vissers die hen aankeken, met de lijn in de hand, glimlachend naar elkaar. Maar ze waren in een andere wereld dan deze van water en bomen en eenden en vissers en huizen en luchten.

     

                     Ugo

    23-03-2012, 05:03 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (25)

    22 maart

    De Adem van de Dagen (25)

     

    Epiloog.

    De dag is gekomen dat hij uit zijn dagboek de pagina’s gaat halen die hij ooit, voor een groot deel met de koorts op het lijf, geschreven heeft in kamer 292 van het Ziekenhuis. Pagina’s zo donker dat hij, in zijn diepste ik, de lange nasleep ervan, het negatieve ervan, blijft meedragen in al zijn woorden, in al zijn daden, zelfs al zou dit helemaal niet blijken.

    Hij heeft lang geaarzeld om die teksten over te nemen in zijn ‘Adem van de Dagen’, maar ze horen  bij de persoon die hij is, omdat ze horen bij zijn meest onaangename gedachten.

    Het is een eerder lange blog die nu volgt – u kunt de lectuur ervan overslaan, omdat het een schaduw-passage in zijn leven is – maar hij wordt hier binnengeschoven om duidelijk aan te tonen wat de politiek vermag in dit beroerde land van wetten, die zelfs al zijn ze totaal waardeloos geworden, de mens blijven achtervolgen. Daarom deze woorden: 

    Zoals Dante in zijn Inferno, canto XVII, een koord moet werpen om de gyrion te roepen, die hem daarna, samen met Vergilius, op  de rug van de gyrion gezeten - twee tempeliers achter elkaar op het paard - neerdalen zal in de diepste afgrond van de Hel, heeft ook hij, Ugo, een koord te werpen in de diepte van het geweten van enkelen. Echter, hij is niet zoals Pirandello ‘in cerca d’autore’, maar meer dan ooit een’ personaggio in cerca de giustizia’. 

    Vreemd is het dit te moeten vermelden maar toch is hij wat hij is, ‘un uomo in cerca de giustizia’, en zoals Dante en Van Gogh, weet hij, hoe de hang naar gerechtigheid, de mens tekenen en vooral in het gemoed vervolgen kan.

    Het verhaal van Ugo, geplaatst in een tijd waar de rechten van de mens aan de orde zijn, is een absurd verhaal, ‘ma qui tacer nol posso, e per le note de questa ‘nota scritta’, lettor, ti giuro’[1], zweert hij, zoals Dante, dat wat hij te vertellen heeft met zijn woorden, de waarheid is en hij deze waarheid niet zwijgen kan.

    Op het erf, staat sinds mensenheugenis, naast de oude vergroeide mispelaar, het ovenhuis dat voor hem meer is dan een gedicht. Een huisje dat met zijn afgemeten proporties en zijn visgraatmotief in de muren, een kunstwerk is van een onbekende meester.

    Het is voor hem een herinnering aan de bakoven van het ouderhuis en vooral een herinnering aan zijn moeder zaliger, een herinnering aan de vrijdagnamiddagen toen hij thuis kwam van school en de geur van versgebakken brood hem tegemoet kwam op straat. Is er iets heerlijker dan thuiskomen in de geur van versgebakken brood? Om deze reden is het, zoals het er staat, religie voor hem, is het een soort relikwie die hem bindt aan zijn moeder en zijn verre jeugd.

    Het ovenhuisje is een zegen, de boom, een tiental meters ernaast, een vloek. Zelden is een zo eigenaardig gegroeide boom gezien, kaarsrecht de hoogte in, met enkele stompjes van zijtakken en een uitgedunde kruin waar nog enkel kraaien en eksters komen rusten voor een tijdje.

    Hij zou de naam van die boom nimmer gekend hebben, indien hij niet op een avond in zijn ‘La Langue Hébraïque restituée’ van Fabre d’Olivet - gevonden in de geheime lade van de bij de aankoop van het huis, overgenomen Luikse bollenkast - gezocht had naar de precieze vertaling van vers 3, 19 van Genesis, en dat het gebeurde dat er bij het openen van het boek een smal strookje vergeeld papier op de vloer dwarrelde waarop, met vaste hand door de vorige eigenaar geschreven, te lezen stond:

    ‘Heb op de dag van de geboorte van mijn eerste kleinzoon, Johan, op 5 augustus van het jaar 1978, naast het ovenhuis, een Parrotia persica geplant die ik kocht bij Charles v. Herreweghe, het is een amberboom met hout als van ijzer, zei Charles me’.

    Wat hem hierin trof was het feit dat die datum precies de dag was in hem gegrift, dat die voor hem discriminerende wet werd gepubliceerd, een wet waarvan de inhoud, vandaag nog enkel gekend is door wie er door getroffen werd. Ze had, wat hem betrof, als uitwerking dat een derde van zijn pensioenspaargelden geconfisqueerd werd de dag dat hij de Bank der Banken verliet.

    En het gebeurde dat hij, mede door dit dwarrelend vergeeld strookje papier, hij die abnormaal vergroeide boom is gaan zien als een omen, als een teken dat hij schromelijk tekort werd gedaan in zijn rechten als burger van dit land.

    En het gebeurde ook – maar dit is dan het product van zijn verbeelding - dat hij op een morgen in de herfst vaststelde dat aan de voet van de boom, doorheen een half vergane zwam, tal van sprietjes klimop waren uitgekomen en op korte tijd de stam waren opgeklommen om maar te groeien en te blijven groeien altijd maar hoger en altijd maar meer in elkaar verstrengeld, zodat deze klimopmassa, omheen de stam, een soort huls had gevormd en dit tot in de kruin, met als effect dat de stam van de boom, van onder tot boven ingekleed, helemaal uit het zicht was verdwenen. Wat voor Ugo het teken was dat door een andere nieuwe wet, de vorige dode letter geworden was en het onrecht hem aangedaan, easily kon worden rechtgezet, als de Directie en de Gouverneur van de Instelling waar hij meer dan veertig jaar lang trouw had gewerkt, de wil hadden opgebracht de rechtzetting te doen.

    De feiten die hij nu vertelt vonden plaats in de periode dat hij intens werkte aan het schrijven van een soort verhaal over Dantes Inferno en hij aangekomen was aan die fameuze passage waar Vergilius een opgerolde koord in de afgrond van de Hel werpt. Het was in die dagen dat Ugo geveld werd door de hevigste koorts uit zijn bestaan en hij, na een week, in allerijl gevoerd werd naar de spoedopname van het ziekenhuis, gelegen langs de ringvaart. Een idee bleef hem overrompelen, hij dacht dat hij nimmer zijn Dante zou kunnen beëindigen, en dat hij een onafgewerkte versie, met tal van te verbeteren passages zou achterlaten.

    De koorts die maar niet week overspoelde hem met slingergedachten. Hij dacht aan Dante, hij dacht aan het feit dat Dante na negentien jaar verbanning - de tijd van zijn Commedia - van uit Ravenna, waar hij toen verbleef, naar Venetië was vertrokken om er te gaan onderhandelen, waarover heeft geen belang, wat wel belang heeft is het feit dat hij toen, niet via de zee maar langs de vlugste weg naar Ravenna is teruggekeerd, doorheen een moerassig gebied, waar hij malaria heeft opgedaan om korte tijd later, de morgen van 14 september 1321 te overlijden[2].

    Waar Ugo toen aan dacht, en er voortdurend werd mee geconfronteerd, ook omdat zijn Inferno-tekst onvoltooid bleef, was de vraag of Dantes Commedia al voltooid was toen hij vertrok uit Ravenna naar Venetië of, was het zo dat er nog een deel te schrijven viel, en dat hij, in dit laatste geval, deze laatste terzinen moet geschreven hebben, eens terug in zijn vertrouwde kamer en dit met de daver van de koorts op het lijf?

    Ugo geraakte ervan overtuigd te denken wat nog nimmer werd gezegd, dat de laatste verzen van Dante: ‘Aan de hoge fantasie ontbreekt hier kracht‘[3], in deze richting moeten geïnterpreteerd worden.

    Zijn respect voor Dante werd immens in die dagen, alsof het zijn broer was – een realiteit die hij zelf had ondergaan – die daar lag weg te kwijnen. Was het, dacht hij, de kracht, de scheppingskracht die Dante ontbrak omdat hij toen al besefte, dat hij op weg was naar: ‘L’Amor che move el sol e l’altre stelle’, op het precieze  ogenblik dat hij deze woorden schreef, en dat hij wist dat het met deze woorden was dat zijn leven, als zijn Commedia, zou worden afgesloten, zoals bij Van Gogh bij het schilderen van zijn Champs de Blé?

    En Ugo, ontredderd door de koorts,  bestormd door waanbeelden die hem bleven volgen, die maar bleven terugkeren, keer op keer zijn slaap onderbrekend. Gedachten die hij niet bijhouden kon, die hij dicteerde op een microrecorder, die hij bevend neerschreef in zijn meegebracht dagboek. Tekens, de verlenging van zijn wankelende geest, die achteraf herzien, niet de minste structuur bezaten en bijna on-ontcijferbaar waren.

    En het is toen, bij momenten zijn einde voelend naderen, dat zijn roep, zijn schreeuw om gerechtigheid sterker dan ooit op de voorgrond is gekomen, zich mengend met Dante, zich mengend met de beelden die Dante gebruikte, en hij bezeten bleef met de woorden van deze schreeuw, zodat hij zich volledig terugvond in de laatste terzinen van het Paradiso, waarvan hij zich bleef afvragen of Dante deze geschreven had, vóór zijn vertrek naar Venetië of na zijn terugkeer in Ravenna, toen hij al geveld lag met de kiemen van de malaria in zijn lichaam maar nog niet in zijn geest.

    En Ugo, op zijn bed in die kamer met het nummer dat hij nimmer vergeten zal, leest en herleest de verzen van Dante die op het punt is gekomen niet meer te weten hoe zijn woorden te formuleren:

    'Aldus de landmeter, zich inspannend om de cirkel te meten, vindt in zijn gedachten het principe niet dat hij nodig heeft. En zo bevond ik me in deze nieuwe toestand. Ik zocht uit te vinden hoe het beeld zich verenigde en zich aanpaste aan het beeld van de cirkel. Mijn eigen vleugels (inzicht) waren er niet toe in staat geweest indien een bliksemschicht mijn geest niet had getroffen waardoor mijn verlangen werd vervuld'. [4]

    De bliksemschicht van Victor Pavlovitch Strum in Vie et Destin van Vassili Grossman en van zovele anderen, van Einstein misschien, van Newton, en nu van Dante die plots wist hoe zijn Commedia af te sluiten en dus ook zijn leven.

    Waar zwierf Ugo heen met de woorden van Dante: ‘een bliksemschicht die mijn geest deed opspringen’, zijnde een soort memorandum dat hij met flarden zinnen aan het formuleren was, zijn opgerolde koord die hij uitwierp, zijn roep om gerechtigheid.

    Een gerechtigheid die hem moest herstellen in zijn grondwettelijke rechten opdat hij in alle vrede nog een stukje weg met Vergilius en met Dante tot het einde toe, zou kunnen verdergaan. En dit, in alle creativiteit, met de grootst mogelijke inzet van al zijn nog resterende krachten. En aldus niet meer, zoals deze morgen, zoals zovele morgens van de laatste jaren, hij teveel negatieve krachten heeft moeten inzetten om te denken en te schrijven hoe ongedaan te krijgen, het onrecht, tanto amara, che poco è più morte,[5] hem aangedaan.

    Want, zoals graaf Ugolino in de Hel blijft knagen aan het hoofd van aartsbisschop Ruggieri die hem met zijn kinderen de hongerdood liet sterven in de kerker[6], zo zit Ugo, van de dag van de confiscatie van zijn rechten te knagen aan de boom op zijn erf die symbool staat voor het onrecht hem aan gedaan. 

    Hoort dit wel thuis in zijn ‘Adem van de Dagen’?

    Wel, het is een uitvloeisel van de omstandigheden waarin een leven verloopt. Het is het omgekeerde van een periode van verliefdheid, die jaren duren kan, een leven lang duren kan. Bij Dante was het zijn verbanning uit zijn geboortestad, bij Ugo, het gevoel dat hij jaren meedroeg en verder dragen zal tot het einde van zijn dagen, als verstoten uit zijn grondwettelijke rechten. 

    Zonder zijn - in feite weinig betekenend – verhaal of boek over Dantes  Inferno, had hij wellicht zonder verzet zijn lot gedragen. Maar het lot van Dante beroerde hem evenzeer als zijn woorden, en in de ban van zijn aanslepende koortsaanvallen, en de dwaalgedachten die hem hierbij bestormden zijn een belangrijke passage geweest in zijn later leven. Ze waren van een totaal andere intensiteit dan de boeken die hij las of de personen die hij ontmoette en terzelfdertijd van een bitsigheid die hij onderging als een vernedering.

    Zijn roep om gerechtigheid van die periode is aldus voor Ugo een belangrijk gebeuren geworden dat een groot impact heeft gehad, al was het maar om het verlies van de mogelijkheden die het geconfisqueerde bedrag hem zou geboden hebben om de woning die hij had aangekocht en die zwaar op zijn budget had gewogen, op een degelijke wijze te gaan aanpassen aan de regels van de energie besparende tijden van nu. Hij had er bij de aankoop op gerekend, ook omdat een belofte van teruggave als de toestand zich wijzigen zou, ingeschreven stond in de analen van de Regentenraad van de toen nog Bank der banken.



    [1] Inferno, canto XVI, verzen 127-128:

    ‘Maar wie niet zwijgen kan en met de woorden van deze geschreven nota, zweer ik, geachte lezer’.

    [2] Frans Van Dooren in zijn ‘ Met Dante door Italië’ schrijft hierover: Over de oude pelgrimsroute van de Via Romea, keerde de dichter in 1321 terug van een diplomatieke missie naar Venetië. Onderweg, of misschien al in de lagunestad, werd hij zo ziek dat hij na zijn thuiskomst in Ravenna binnen een paar weken stierf, waarschijnlijk ten gevolge van een soort malaria die hij (het was in augustus) had opgelopen in de delta” (pagina 52).

     

                        [3] All’alta fantasia qui mancó possa;(Paradiso XXXIII :142)

    [4] Quel è ‘l geomètra che tutto s’affige / per misurar lo cherchio, e non ritrova, / pensando, quel pricipio ond’elli indige; / tale era io a quella vista nova:/ veder volea come si convenne / l’imago al cerchio e come vi s’indova; / ma non era da ciò le proprie penne; / se non che la mia mente fu percossa / da un fulgore in che sua voglia venne.

    (Paradiso XXXIII:133-141).

         [5] Zo bitter dat de dood weinig meer is.

         [6] Inferno, canto XXXIII

    22-03-2012, 00:08 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Equinox

     

    Lente-equinox

     

    Vandaag 20 maart (zijnde mijn blog van 21 maart) om 06,14: liep het middelpunt van de zonneschijf door het lentepunt, en begon, per definitie, de astronomische lente.

    Mijn’Sterrengids 2012’[1], vertelt me dat sinds 1896 het begin van de lente niet meer zo vroeg in het jaar is geweest. Wat  zijn invloed heeft op de berekening van het joods en het christelijk paasfeest. Wie hierover meer wil weten verwijs ik naar de bron.

    Maar het is ook de overgang in de zodiac van de soepelheid van de Vissen naar de planmatigheid van de Ram. Dus aan hen die op het snijpunt van 20 en 21 maart geboren zijn, een dubbelgelukkige verjaardag gewenst.

     

    Maar waarom roept dit equinox-evenement het beeld op van de ‘bronzen Zee’ en de twee kolommen bij de tempel van Solomon – ik denk dat Velikovsky van gisteren me nog parten speelt – en ik neem wat de Zee betreft, de Willibrordus-vertaling van 1975 over. Zo lezen we in I Koningen, hoofdstuk 7:

     

    23. Verder goot hij de Zee, tien el in doorsnee, helemaal rond en vijf el hoog; men kon haar met een koord van dertig el omspannen. 24. Onder de rand waren kolokwinten, tien op een el, ze omkransten de zee in twee rijen en waren tegelijk met haar gegoten. 25. De Zee stond op twaalf bronzen runderen, waarvan er drie gekeerd stonden naar het noorden, drie naar het westen, drie naar het zuiden, en drie naar het oosten; hun achtersten waren naar de binnenkant gekeerd. 26. De wand van de Zee was een handbreed dik, de rand was als die van een beker en had de vorm van een leliekelk; de inhoud van de zee bedroeg tweeduizend bat.

     

    Wat was de functie van de zee? Wilibrordus, - ook la Bible Osty -in een voetnoot maakt er zich van af met te zeggen dat de Zee er was ‘voor allerlei wassingen’, wat betekenen zou dat het water regelmatig moet vernieuwd worden, waar ik problemen mee heb.

    Het was Yahweh zelf, zo lezen we in de Bijbel, die de plannen van de tempel eigenhandig tekende en deze aan David overhandigde die deze doorgaf aan Solomon, zijn zoon, gesproten uit zijn overspel met Uria’s echtgenote, Betshabee.

    En Solomon liet de tempel bouwen op de Moriah-berg, dit ook staat er te lezen. Maar wat God bezielde, toen Hij voor de oostergevel twee bronzen zuilen plaatsen liet en in de zuid-oost hoek van de tempel deze bronzen Zee plaatsen liet, gevuld met water en gedragen door viermaal drie runderen en gevoerd op een sokkel met vier wielen, blijft voor ons het gissen.

     

    En toch weten we dat in Egypte, op de plaats aangeduid door de godheid, een paal werd geslagen die het middelpunt werd van een cirkel. De schaduw van de opkomende zon en van de ondergaande zon de dag van de equinox, duidde de oriëntatie aan van de tempel. Deze oriëntatie-ritus waarbij de tempel ingeschakeld werd in de structuur van de kosmos werd door alle volkeren van de Oudheid, en bij ons in het westen zeker tot ver in de middeleeuwen, toegepast.

    Ik ga hier nu niet een essay over schrijven, al heb ik het al eens gedaan maar er zijn voldoende getuigenissen in de overgebleven geschriften die duidelijk wijzen in deze richting.

    We kunnen dan ook stellen dat de twee kolommen voor de tempel van Solomon de equinox-punten van de opkomende en afgaande zon aanduidden.

     

    We denken dat de waterbassin, die in de nacht de sterrenhemel weerspiegelde eenzelfde functie had, namelijk de hemel binnenbrengen in de kring van de tempel.

    Raoul Berteaux[2] beweert zelfs ‘que ce grand plan d’eau pouvait très bien faire fonction de miroir permettant l’observation du ciel et le repérage des positions des astres’.

     

    Eens, toen we met de Lions-vrienden op bezoek waren in Maussane, werden op een gezegende zomernacht, bij een Provençaalse barbecue, op verzoek en ten bewijze van Berteaux, alle lichten gedoofd en hebben we  toen kunnen zien, hoe in het watervlak van de piscine, sterren en planeten zijn verschenen en de hemel boven ons en al wat in de kosmos is, neergekomen is in het watervlak van de tuin en tuin en huis aldus geheiligd werden. Zoals het (misschien) ook ten tijde van Solomons Tempel elke nacht gebeurde.

     

    *

     

    De mysterieuze foto van Vassili Grossman – mijn blog van 17 en 18 maart - is terecht. Hij kwam binnen via mijn e-mail in plaats van via Le Monde. Een uitnodiging op een debat-avond op 21 maart: ‘Vassili Grossman, un écrivain de combat’, in de Librairie Gallimard, 15 boulevard Raspeil in Parijs, met Myriam Anissimov. 

    Hoe ik terecht ben gekomen in het adressenbestand van Gallimard is me een raadsel, het opduiken van de foto van Grossman is er geen meer.

     



    [1] Stichting ‘De Koepel’ 3512 Nl Utrecht

    [2] Raoul Berteaux: ‘La Voie symbolique’, page 150

    21-03-2012, 06:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Venus

     

     

    Je zult je nimmer vervelen als ik schrijven ga, het liefst in de schemer van de morgen, of naar de avond toe als het licht verdwijnt tussen de bomen, of laat in de nacht met Venus – zoals nu – een schittering, hoog in het westen.

    Venus de ‘nagekomene’, volgens Immanuel Velikovsky (1895-1979) die in de jaren vijftig - stel je voor, ik was toen drieëntwintig - de wereld van historici en astronomen, op zijn kop zette met zijn ‘Worlds in Collision’ en ‘Ages in Chaos’. Wat mij betreft echter staat één zaak vast, Velikovsky heeft mijn wereld verruimd, heeft me letterlijk gekatapulteerd in de Bijbel en de geschiedenis van de Oudheid .

     

    Had hij gelijk, met zijn theorie over Venus die als laatste planeet ons zonnestelsel is binnengedrongen? Ik weet het niet. Dit is zijn zaak – alhoewel zijn theorie tot de verbeelding spreekt – maar voor mij is het Venusprobleem met het ‘green-house- effect’ van Carl Sagan, een zaak voor de astronomen.

     

    Wat ik wel weet is dat Velikovsky me een belangrijke evolutie heeft doen ondergaan. Zoals voor Boris Pasternak de Russische revolutie het dak boven zijn hoofd had weggenomen – lees zijn Dokter Zhivago - zo heeft Velikovsky me de Yahweh van de Bijbel, de sprekende, tussenkomende Yaweh, Hij die de zon en de maan deed stil staan boven Gibeon, ontnomen. En van gebeurtenissen zoals de ‘tien plagen van Egypte’ weet ik nu dat deze in zich de beschrijving dragen van een enorme catastrofe die ongeveer 1500 voor Chr., het Midden-Oosten heeft geteisterd, misschien zelfs doorgedrongen is tot in Mexico.

     

    Dit en heel wat meer betekende Velikovsky voor mij en het is het woord ‘Venus’, de Venus die ik zag tussen de bomen toen ik zo-even nog buiten was, die onverbreekbaar, telkens en telkens weer het werk van Velikovsky oproept in mij.

    En wat die Tien Plagen betreft en de uittocht uit Egypte is het me duidelijk dat dit gebeuren centraal staat in de geschiedenis van Israël. En ik ben niet alleen, het zou me ook niet verwonderen indien ik hier op een of andere dag een blog zou over schrijven.

     

    Ik weet echter dat ik me heel geborgen moet houden wat Velikovsky betreft, dat ik er beter aan doe niet verder over uit te weiden, want zij die nooit Velikovsky lazen, maar wel lazen wat over hem geschreven werd door zij die hem evenmin lazen, liggen op de loer.

    Een zaak moet ik nog kwijt Velikovsky is geen Von Däniken.

    20-03-2012, 00:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Itzhak Bentov

     

     

    En dan las ik ooit ik wat Itzhak Bentov vertelt over het plots opduiken van een totaal onverwachte idee die, zoals Victor Pavlovitch Strum het zag, ‘lijk een witte bloem opstijgt uit het meer’.

     

     In zijn ‘Stalking the wild Pendulum’[1], heeft Bentov het over de creative insights of artists, scientists and inventors who rely on this chunks of intuitive knowledge for progress in their fields.

     

    Dergelijke momenten komen eraan nadat een persoon zich heeft opgeladen met allerlei kennis die mogelijks kunnen leiden tot het oplossen van zijn probleem. Then suddenly, in a moment of relaxation, when least expected, it is as if the sky has opened for a second and the solution to the problems comes… It may be the culmination of years of search and it is all imprinted on the mind in the intuitive flash.

     

    Wat gebeurde er bij Strum die buiten kwam in de amper verlichte straat, ontspannen zoals hij in lange tijd niet geweest was, en dit door het gesprek over de zin van het leven, dat ze als vrije individuen onder elkaar, hadden beleefd. Iets wat zelden gebeurde of kon gebeuren, want vrij spreken met om het even wie en zeggen wat je te zeggen had, was een gevaarlijk iets in het Rusland ten tijde van Stalin en ten tijde van de slag om Stalingrad.

     

    Als die schitterende gedachte plots opduikt, voelt Victor Pavlovitch Strum, dat hij iets buitengewoons, iets mystieks heeft meegemaakt. En zegt Bentov, en het is een zin om over na te denken:

     

    This is Nature’s way of communicating with its favourite creatures, the creative people of all walks of life.

     

    Zijn zij het, in het Arcadia waar ik het over had in mijn vorige blog, die de scheppende mens op aarde opzoeken en bijstaan, of is het een eigenheid van de Natuur, van de Kosmos, om de mens te volgen en bij te staan in zijn creatieve momenten?



    [1] Itzhak Bentov: ‘Stalking the wild Pendulum, on the Mechanics of Consciousness’, Editor Fontana/Collins,1979, pag.109.

    19-03-2012, 00:36 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto of niet

     

     

    Heb ik de foto van Vassili Grossman gezien of heb ik gemeend hem gezien te hebben?

    Ik heb nogmaals het volledige dagblad overlopen, gekeken of alle pagina’s er waren, gekeken naar alle foto’s ik heb niets gevonden. Nochtans had ik durven zweren dat die foto er was. Hij stond er niet als illustratie bij een recensie van een boek van hem, maar als publiciteit voor een boek van hem.

     

    Vreemd, uiterst vreemd en nu ik er over schrijf nog vreemder. Heb trouwens nooit voorheen een foto van Grossman gezien, en ineens zit hij in mijn gedachten. Hoe?

    Wat er wel was is het feit dat ik al enkele dagen rondliep met die bewuste passage uit ‘Vie et Destin’, maar is dit een voldoende reden opdat ik een foto van Grossman zou zien die er niet is, welke vreemde machten besluipen mij, besluipen ons?

     

    Ik ben er me voldoende van bewust dat, zoals er zijn die leven – zelfs beroepshalve – in een wereld van sportevenementen en van koersen in het bijzonder, zoals er zijn die leven in een wereld van zeeën en boten, ik, och arme, leef in een wereld van schrijvers en boeken, wat me enigszins plaatst buiten de realiteit der dingen, me plaatst in de wereld van de visioenen, de inbeeldingen, de mirages en dat het kan gebeuren dat ik gevoerd wordt naar de plaatsen van mijn verbeelding, plaatsen waar ik nimmer geweest ben of, dat beelden of gebeurtenissen opgeroepen worden die volledig uit de lucht geplukt zijn.

    Ten ware – en mijn lezer zal erover oordelen – tenware, In het geval van Vassili Grossman en zijn foto in Le Monde des Livres[1], het een boodschap zou zijn komende uit een andere wereld, uit de Elyseese Velden of nog beter, uit die bijzonder plaats in de Hel van Dante (canto IV), de plaats van schrijvers, dichters, wetenschappers en kunstenaars - ik vergeet of ze gedoopt zijn of niet – die daar, in alle rust, gezeten of wandelend op het lichtend groene grasperk van de binnenkoer van een kasteel omringd door zeven muren en voorzien van zeven poorten – en dan nog een riviertje eromheen waar je door wandelen kunt zonder je voeten nat te maken - discussiëren met elkaar en ‘onderwijl’ een oogje in het zeil houden op wat er gebeurt op de aardbol onder hen.

    En als er een Arcadia is, a kind of ceilidh place up in the stars, dan is het daar om te zijn.



    [1] En niet ‘Le Monde des Lettres’ zoals ik schreef in mijn blog van 17 maart.

    18-03-2012, 00:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vassili Grossman

     

    In ‘Le Monde des Lettres’ van 16 maart een foto van Vassili Grossman, met een aankondiging van de vertaling van een boek van hem. Grossman is een naam die me heel wat zegt, en zeker een blog waardig.

     

    Onmiddellijk zoek ik zijn ‘Vie et Destin’[1] dat ik een paar jaar geleden herlezen heb.

    Opmerkelijk is het feit dat het manuscript van Grossman twintig jaar ondergedoken is blijven liggen, vooraleer het in 1980 in het Westen werd gepubliceerd. Het is een boek van meer dan 800 pagina’s over het Rusland tijdens de tweede Wereldoorlog en onder meer over de slag om Stalingrad.

     

    Een bijzondere korte passage eruit is me bijgebleven - na verloop van tijd herleid een boek zich tot enkele bijzondere passages die nu en dan opduiken – een passage die zich afspeelt de avond dat één van de hoofdpersonages, de fysicus Victor Strum, in de half verlichte straat een plotse ingeving heeft die bepalend zal zijn voor zijn verder werk.

     

    Ik wist dat deze passage voorkwam onderaan de linker bladzijde en ook dat ik ze wellicht met potlood had aangestipt. Na een lange tijd bladeren vond ik wat ik zocht. Ik had wel juist geraden wat de plaats op de pagina betrof maar had me vergist over de plaats in het boek, namelijk pagina 270, terwijl ik aan het zoeken was in de laatste 300 pagina’s:

     

    ‘Il - het betreft hier de fysicus Victor Strum -, marchait dans la rue déserte et mal éclairée. L’idée surgit brutalement. Et aussitôt, sans hésiter, il comprit, il sentit que l’idée était juste. Il vit une explication neuve, extraordinairement neuve, des phénomènes nucléaires qui, jusqu’alors, semblaient inexplicables ; soudain, les gouffres s’étaient changés en passerelles. Quelle simplicité, quelle clarté ! Que cette idée était gracieuse et belle ! Il lui semblait que ce n’était pas lui qui l’avait fait naître mais qu’elle était montée à la surface, simple et légère comme une fleur blanche sortie de la profondeur tranquille d’un lac, et il s’exclama de bonheur en la voyant si belle’.

     

    Wat vreemd was voor Strum is dat deze idee plots opdook na een lange discussie met vrienden, niet over de wetenschap maar over de zin van het leven, een discussie van vrije mensen onder elkaar waarbij voor het eerst sinds lang, vrij van gedachten werd gewisseld.

     

    Achteraf vernemen we dat de idee van Victor Pavlevitch Strum niet goed wordt onthaald bij de leiders van het labo waar Strum opzoekingen doet in het raam van de kwantum fysica. Ze vinden dat wat Strum naar voor brengt, hoe schitterend zijn idee ook moge zijn, zijn theorieën de aard van de materie tegenspreken.

    Waarop Strum openlijk, tot schrik van zijn vrienden, reageert als en onomwonden zegt, dat de mathematische logica van zijn idee de theorieën van Engels en Lenin ruim overstijgt. En dat het de theorieën van Lenin zijn die moeten aangepast worden aan de wetten van de fysica en niet de wetten van de fysica aangepast aan de theorieën van Lenin.

     

    *

     

    Is mijn verhaal hier af? Neen, zeker niet. Na mijn blog geschreven te hebben, ga ik opzoeken welk boek het was dat gepubliceerd werd. Ik doorblader ‘Le Monde des Lettres’, ik doorblader de rest van het dagblad en vind helemaal niets. Drie maal keer ik blad na blad. Ik weet dat de foto beneden, in de rechterhoek van de bladzijde voorkwam. Maar ik vind helemaal niets over Vassili Grossman. Het lijkt me onmogelijk en toch. Ik keer een vierde maal alle bladzijden van het dagblad, maar niets, nada.

    Ik overloop de Standaard, maar vind nog minder dan niets. Nochtans weet ik heel zeker de foto van Grossman gezien te hebben, er is geen twijfel over. En het is laat geworden.

    Lijd ik nu ook al aan zinsbegoocheling, is dit een ander teken van het ouder worden, of is het mijn blog die me parten speelt?                            



    [1] Vassili Grossman: ‘Vie et Destin’, Edition Juliard/L’Age d’Homme, 1983, traduit du russe par Alexis Berelowitch

    17-03-2012, 00:50 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elf uur

     

    De bomen kenden een moeilijk moment,

    ze stokten, de sappen.

    Wel was er Ravel’s adagio, was er Elgar’s

    maar ook de crocussen kleurden

    donker

    en bleven gesloten de knoppen
    van de camelia.

     

    Zo was het ogenblik doorgedrongen

    tot het allerwezenlijkste, zelfs

    tot wat in de boeken geschreven staat.

     

    Wel was er Mahler en Bach en Barber,

    was er Scarlatti.

    Maar toen het elf was stopte alle bewegen,

    zelfs zon en maan boven Gibeon ooit

    en nogmaals nu.

     

    Wat nog bewoog

    waren de letters voor zijn ogen,

    ademend.

    16-03-2012, 10:42 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.St.Luc, en de Zin van het Leven

     

    St.Luc in de Val d’Anniviers, Valais, herinnert hem aan een vriend, John S. die hem eens schreef:

    J’admire tes centres d’intérêt, peut-être cherches-tu le sens de notre existence? Pour ma part je ne l’ai pas encore trouvé, tu pourrais m’aider…

    Heeft hij hem toen geantwoord, hij denkt van wel. Het is niet zijn gewoonte brieven onbeantwoord te laten. Maar wat indien hij het niet zou gedaan hebben?

    Het licht is van een grote helderheid over het erf, het valt met een brede band door het open venster binnen in de kamer, over zijn blad, het omhult hem alsof hij in het licht het antwoord kan vinden op de vraag hem gesteld.

    Hij herinnert zich de tochten die ze samen maakten. John verbleef elk jaar in augustus in St.Luc, hij was met zijn familie in Grimentz, het dorp aan de overkant van de vallei. Elk jaar spraken ze af om samen de Bella Tola te beklimmen, een tocht van drie à vier uren zonder al te veel klimperikelen. Jacques D., een vriend uit Parijs vergezelde hen. Hun tocht was echter meer een wandeling in de diepte van het woord, naar de essentie van het zijn, dan naar de top van de Bella Tola.

    Nu, gezeten in het vernieuwde licht van een beginnende lente, dacht hij eraan dat we nu weten, of zouden moeten weten, dat we samengesteld zijn uit een immense, bewegende massa atomen en elektronen en andere nog minimalere deeltjes, en aldus, dat ons ganse gestel, onzichtbaar verweven is met al wat ons omringt, van de dichtste boom tot het verst afgelegen melkwegstelsel. En het is met deze visie op de achtergrond, dat we kunnen gaan denken welke de reden zou kunnen zijn van ons bestaan en ook, want dit geldt niet alleen voor ons, maar terzelfdertijd voor het bestaan van de kosmos.

    En dan de vraag, zijn we niet het zaad van het spiritueel element in de kosmos en etaleren we niet in onze gedachten de uitstraling van dit spirituele?

    Het grote wonder is, en we beseffen het nauwelijks of helemaal niet, dat we als onooglijk zaadje geest, een beeld hebben van de totaliteit, een beeld van het oneindige van die potentialiteit van geest in het Universum. Het Universum en zijn zelfbewustzijn.

    We kennen pas het begin van de zin van ons bestaan als we beseffen in welke mate we verbonden zijn met die totaliteit, waar we ons, op onze wondere tochten, bewust van waren. Bewust van de krachten in ons en omheen ons als we ‘s morgens, voor dag en dauw vertrokken uit St.Luc, om op te klimmen via dat moeilijke pad, langs de cascades, voorbij le chalet blanc, over de alpenweide, en verder, altijd verder langs het gebaande pad in de flank van de Bella Tola, om gelukkig, in het licht van de opkomende zon, de top te bereiken.

    Hoe intens, was ons leven toen, vrienden samen, één in geest met elkaar, één met de bergen, één met licht en lucht en water. Lag hier niet de reden van ons bestaan, nader te komen tot de top, nader te komen tot God of hoe je Hem ook noemen wil, of hoe je ook denkt wat Hij zou kunnen zijn, Hij de Grote Levende. En was dit naderen tot Hem of Het of Wie of Wat ook, tot l’Ineffable, niet de reden van ons gelukkig zijn toen we, na een zware inspanning de top - op weinig na 3000 meter hoog - bereikten?

    Bergen zul je beklimmen, mon cher John, wateren bevaren, wegen bewandelen, expedities verrichten tot in de diepte van het woord, de geest ons wapen zijnde.

    Of ‘be mindful’, weet dat je leeft, zoals het geschreven staat in het wapenschild van het kasteel – dit van Macbeth wordt gezegd – hoog in het Noorden van Schotland, in Cawdor.

    Of, zoals op een affiche van de Rijksuniversiteit Gent in de stad - die niemand las – van jaren terug: ‘leef bewust’.

    Ugo

     

     

    16-03-2012, 00:49 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat gebeurde

     

     

    Uit respect voor de slachtoffertjes en slachtoffers in de rampbus,  komende op 13 maart in de avonduren van St.Luc in de Val d’Anniviers - een dorp dat me dierbaar is - en in diep medeleven met de ouders en de familie, hangt er vandaag een grote stilte over mijn Blog.

    Karel Mortier

    15-03-2012, 07:44 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Violieren en gentianen

     

    Vanuit Dubrovnik, vanuit een plaats waar ‘zoet ruikende violieren bij de branding groeien’, kreeg ik, klein, gedoken onder de bomen, van uit de open, hoge luchten, de groet van een vriend die ik in mijn hart draag, al ontmoette ik hem enkel via het woord – er zijn er nog zo.
     

    Een groet uit Dubrovnik is misschien weinig merkwaardigs, ware het niet.

     

    Ware het niet dat het meer dan opvallend is, niet dat iemand denkt aan mij in Dubrovnik, maar wel dat die iemand de behoefte voelt het me te zeggen via zijn PC omdat, en hierover gaat het, violieren hem doen denken aan de gentianen van D. H. Lawrence en aan de gentianen van mijn blog die hij las – of was het omgekeerd? En het precies onder meer deze elementen zijn die tussen ons een diepere band smeedden dan samen een avond doorgebracht in een bar.

     

    En de spelregels van de geest zijn ondoorgrondelijk, want hiermede zou alles gezegd zijn ware het niet dat ik, bijna op het precieze ogenblik dat hij me mailde, hem heb binnengebracht op een waardige plaats, in mijn blog van 13 maart – ik schrijf zoveel mogelijk mijn blogs de dag ervoor – en dit ingaande op een plotse ingeving, zijnde zijn mail onderweg – of was het omgekeerd?

     

    Is het simultaan gebeuren van zijn mail en mijn inbreng, een ongewoon iets, voor velen wellicht een toevalligheid, neen, helemaal niet.

    Gedachten worden overgebracht op een meer subtiele wijze dan e-mails. Ruikende violieren via gentianen die niemand heeft in zijn tuin, kunnen niet anders dan te verwijzen naar een gedicht waarin gentianen wel te vinden zijn op de Lona-alp als het sneeuwt in augustus, een gedicht dat als blog bij hem terecht kwam waar het, gelukkig, hangen bleef in de poriën van zijn geest.

    Wat ik ontving is meer dan een groet, meer dan een woord, het is een wereld. Iemand die denkt aan jou in het verre Dubrovnik. Iemand die groot levend is in het geruis van vele zeeën en de geuren van bloeiende violieren en blauwende gentianen. Iemand die zoals ik, maar in een andere optiek, de ziekte van het schrijven kent, - zich zeker niet verveeld zoals Couperus tussen de rozen, was het in Nice?

     

     Iemand dus die een warme hand uitstak naar mij die ik – onbewust – gegrepen heb, if not at the same moment, for sure, almost at the same vibrating moment.

     

    Dankbaar ben ik ook omdat zijn bezoek mij een Blog heeft opgebracht en dan nog geen alledaagse. In feite zijn vele van mijn blogs a kind of anonymous  letters, written in code.

    14-03-2012, 00:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.N'être bon qu'à écrire

     

    Ik dacht ooit alles gesloten te houden. Ik dacht ooit dat het geen zin had pagina’s vol te schrijven om die daarna, in een schuif te laten verdwijnen. Wel bleef ik getrouw in mijn dagboek, het gesprek optekenen dat ik dag aan dag hield met mezelf.

    De laatste dertig jaren van mijn leven heb ik zo, elke dag mijn pagina geschreven.
    Ik dacht na over wat er gebeurde in de wereld, ik keek televisie en las boeken en dagbladen en ik schoof alle nieuwe gegevens over de oude.

    Ik vond openingen die, zo meende ik, dichter naar de grote waarheid overhelden, al wist ik niet wat die waarheid wel was of zijn kon.  

    Ik las in de Bijbel over gebeurtenissen die van de hand Gods waren, maar ik twijfelde omdat deze niet strookten met het beeld dat ik had van die God. Ik las in de brieven van Paulus dat hij, na getroffen te zijn door de bliksem (!), onmiddellijk naar Arabië is afgereisd om er drie jaren te verblijven. Ik las bij Kamal Salibi dat Kyriat Arba en de grotten van Makfella, waar Sarah en Abraham, Jacob en Israël begraven werden, in Saudi Arabië waren gelokaliseerd, ergens ter hoogte van Mekka. Ik vond dat de door geen beitel gepollueerde dolmen en menhirs in de vlakte van Stonehenge, een functie konden hebben die overeenstemde met de functie van onze eerste gotische kathedralen.

    Ik las Boris Pasternak en Freeman Dyson, Fritjof Capra en Richard Feynman, Ik las George Steiner en zijn Vlaamse evenknie, Stefan Hertmans, en vele, vele anderen. En alles wat ik dacht werd opgetekend in mijn hoofd maar al dit was als gistende deeg in de trog. Sommige dingen werden opgetekend andere bleven ongeschreven.

    En ik las Borges en wat hij dacht over toeval en ik las T.S.Eliot van wie schilfers terug te vinden zijn in de weinige gedichten die ik meende te mogen/kunnen schrijven.

    Ik las over de New Physics en ik ontdekte hierin een nieuwe Bijbel, ditmaal niet geschreven in woorden maar in beelden en in verbeeldingen. En door de dwingende, osmoserende kracht, die zoals de kracht in het zaad, aanwezig is in mijn vingers, bleef ik schrijven al wist ik wel dat ik nergens zou uitkomen.

    Ooit las ik, het was in Le Monde:

     

    Pourquoi écrit-on? Pourquoi des milliers de Français noircissent-ils du papier à longueur d’année, sans la moindre garantie d’être publiés?

     

    Het waren gedachten van een meer dan negentigjarige schrijver, Roger Grenier, waarvan ik nog nooit had gehoord, die daarenboven, wat hem betrof, openlijk bekende:

     

    Ecrire a tourné à l’habitude, pour ne pas dire à la manie. Une manie dans laquelle je m’enfonce chaque jour davantage, de sorte qu’à présent, je suis incapable de goûter aucune autre activité, aucune autre distraction.

     

    En Roger Grenier haalt er de woorden bij van Beckett: Schrijven, omdat ‘on n’est bon qu’à ça!’. Ik weet dus aan welke ziekte ik lijd want ik ook, je ne suis bon qu’à ça.

    13-03-2012, 01:03 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over Kunst

    Een reproductie van de natuur is het onmogelijke beogen, dit is bijvoorbeeld een landschap willen herleiden tot het vlak of de ruimte binnen de lijnen van de omlijsting. En dit terwijl we in realiteit binnenin het landschap staan, terwijl de natuur ons ontvangt in haar schoot, in haar geladenheid, met de luchten erboven en de ruimte voor je, als achter je, als naast je, met de wind in je gelaat, de geuren  van de velden in je neusholten.

    Maar het is niet de weergave van de natuur of van het omringende dat betracht moet worden, maar de weergave van het mysterieuze in de natuur en in het landschap of, om het anders te zeggen, het onzichtbare in de natuur te halen uit het zichtbare, dit is trouwens een eigenheid van de poëzie, alleszins van de poëzie van vroeger.

    Dit is haar opdracht, kunst moet ons optillen, ons verheffen, moet uitzwermen naar de gewelven van de geest en niet rondploeteren in de grondlaag, wat de dag van vandaag aan de orde is. Kunst zuigt ons naar omhoog, is in zekere mate elitair omdat ze van ons, als toeschouwer, immer een inspanning vraagt, die gelijk loopt aan de inspanning die deze van de kunstenaar was, we zijn hem dat verschuldigd. Wordt deze inspanning niet nodig geacht door de kunstenaar, dan mag er ook geen inspanning worden verwacht van de toeschouwer of lezer.

    12-03-2012, 00:02 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mahler

     

    Ich habe nie adé gesagt

    Er is niet één dag die je kunt laten voorbijgaan zonder te schrijven, niet één adempauze, elke dag heb je je blog te presteren en je wilt je ritme behouden.

    En zo gebeurt het vaak dat je pas na middernacht in je bed ligt en toch nog even luistert naar ‘Klara’ en je Mahler hoort en je herkent zijn muziek onmiddellijk want Mahler is Mahler. Je noemt hem niet de grootste, al is hij een ervan voor jou omdat je vindt dat zijn muziek, kosmisch is. En ook, en ook, omdat er in zijn vele Lieder één zin voorkomt die je niet beluisteren kunt zonder stil te worden : ‘Ich habe nie adé gesagt’, omdat iemand uit je leven is weggegaan zonder één woord, één blik, één laatste streling.

    Je luistert, je kent alle woorden van Lieder eines fahrenden Gesellen. Een grote verlatenheid valt over jou, een onmacht te zijn en niet te zijn, te denken en niet te denken. Het voorbije dat dichter is dan het nu. Zo dichtbij, je kunt het raken met de vingertoppen. Maar je hebt geen ‘adé’ gezegd. Je ademde in een vreemd land, de lucht in die haar laatste adem was.

    11-03-2012, 00:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    10-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Archieven

     

    Zat aan de dis, een paar dagen terug, in een restaurant aan de Leie, een sierlijke boot, geruisloos lijk een grote witte zwaan voorbij het venster. Dacht aan de boot van Jan van Houteghem waarmede we, vrienden van Jan, ettelijke malen de Schelde hebben op- en afgevaren met Jan als captain en Boudewijn als gekwalificeerde bootsmaat.

     

    En de woorden van Ernst Jünger die me overvielen:

    ‘Ihr alle kennt die wilde Schwermut, die uns bei der Errinerung an Zeiten des Glückes ergreift.’

     

    Heb vandaag, in een weemoedige bui, uit mijn archieven, een gedicht van onder het stof gehaald dat ik heb opgefrist en in het bijzonder voorleggen wil aan allen – ook aan zij die er niet meer zijn - die in die glorieuze dagen van laat zomer 2003, de Zeelandse wateren hebben bevaren tot in Goes en Veere, tot in Wemeldinge in die prachtige boot met een pracht van een naam, de ‘Jacob van Maerlant’.

     

    De ‘JACOB van MAERLANT’

     

    Jacob van Maerlant,

    wie hij was en waar hij hoorde,

    we gissen graag en trachten in te kleuren

    de woorden die hij schreef,

    waarover, uitgestrekte wouden

    lijk van eiken en van beuken, van ceders,

    nu al vele eeuwen.

     

    Dante zal hij niet gelezen,

    Ovidius’ Metamorfosen allicht,

    Vergilius, en in een groot

    verbeelden Ulysses’ tochten over wijde zeeën,

    wellicht.

     

    Maar de ‘Vader der Dietsche dichters altegaeder’

    zijn naam tot boot herdoopt,

    herrezen, tot voorbij de bakens

    van boeken en verbeelden

    En wat meer is nog, geprent in hart en genen

    van zij die Zeeland’s wateren bedevaarden.

     

    Het Maerlant-roer in capitain’s zekere hand,

    en zagen hoe hij louvoyeerde tussen

    eilanden en kreken waarvan we dromen konden

    dat ze exotisch waren, specerijen rijk 

    en kokosnoten in de bomen.

    Lagunes

    en atollen met rode slingerwieren

    en met wonderschelpen die we er vonden

    om te beluisteren erna.

     

    In de luwtes van kusten en van watergeulen,

    zijn we meegevaren, de blauwe einder

    tegemoet, de sluizen binnen, de havens,

    om er in te tronen, een maradjah gelijk.

     

    Jacob van Maerlant in Damme ooit

    zijn naam geboren, en aangelegd in Goes.

    We waren er, we stonden op de kade,

    we zagen toen hoe vast hij wel weerspiegeld lag

    in het morgenzilver van het water.

    Nu, zijn we al een tijd later.

     

    10-03-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Boom van Ai Weiwei

     

     

    In Tilburg staat er, naar aanleiding van een tentoonstelling van het werk van Ai Weiwei, Chinese kunstenaar en activist, een boom opgesteld gemaakt uit kamferhout en ijzeren vijzen. Hij wil hiermee een ecologisch statement de wereld insturen die symbool staat voor de overrompelende industrialisering van het land. Hij vraagt maar eventjes 350.000 € voor zijn statement dat hierdoor elke waarde als symbool verliest.

    Trouwens, schrijft Peter Vantyghem in de Standaard van 6 maart, bij wie ik het verhaal ben gaan halen, welke kunstwaarde heeft een dergelijk geval ‘als het merk Weiwei er niet aan vast hing’.

     

    Wat mij stoort is dat het, ecologisch gezien, minstens een kamferboom heeft gekost en dat een groot levende boom werd opgeofferd voor een zielloos iets dat een koopwaar werd, een ‘het’ zou een schrijver van bij ons zeggen, een ‘het’ om aan voorbij te gaan zonder op te zien opdat men de pijn niet zou voelen die de boom heeft gevoeld toen hij aan stukken werd gereten.

    Waarom de kamferboon niet opgesteld met blad en gouden wortels in een glazen kast op sterk water en hem geplaatst naast dat stierenkalf (eventueel van Aaron, de broer van Mozes), eveneens op sterk water gezet door die andere kunstenaar, waar de hoofdpersoon van Houellebecq geen schilderij kon over maken, evenmin als over Jef Koons.

     

    Het gebeurt dat ik ook, beneveld door de schoonheid van een blad, een bloem, een stamper, een meeldraad, dat ik dergelijke juwelen, want dat zijn ze – ze hebben ook niet zo lang te leven – samen breng in een kader op een stuk wit papier onder glas. Ik stel ze aldus ten toon en moest ik kunnen – en ik heb het ooit kunnen doen – ik zou er een schilfer goud aan toevoegen, een zaadkorrel en het sprietje wortel van een grasje – Elias, alias Maurice Gilliams, ook was door dat sprietje beneveld.

    Maar dit is een andere geschiedenis.

     

     

    09-03-2012, 01:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (24)

     

    Dit, Dante is het verhaal van de dood van Van Gogh. Hij ligt begraven naast zijn broer Theo op het kerkhof van Auvers-sur-Oise. Zijn geest of zijn ziel is de eeuwigheid ingevlogen, een deel ervan leeft nog altijd in zijn doeken. Kreeg hij de Hemel toegewezen? Zeker niet met de maatstaven die jij hanteert. Maar op aarde, gegeven zijn immense creativiteit, zijn verbondenheid met wat eigen is aan het Universum, in elk geval wel.

    En anderzijds, ware hij, Ugo, niet naar Auvers-sur-Oise geweest - en waarom is hij er geweest? - had hij niet naar een verademing gezocht, ware hij niet getroffen geweest door de kraaien boven ‘zijn’ korenveld, en omwille van nog duizend andere redenen, dan had hij nimmer gedacht om je Commedia te gaan vermengen met het verhaal over Van Gogh, had er wellicht nooit een verhaal van hem over Van Gogh geweest. Maar als het hier werd binnengebracht was het, omdat de periode van Dante - en het is er een die jaren heeft geduurd - van een grote betekenis is geweest, even ingrijpend als een lange periode van verliefdheid.

     

    Maar, welke krachten heb jij, Dante, toen uitgestrooid opdat ik nu nog steeds geconfronteerd wordt met je gebogen rug als ik je zie zitten schrijven, als ik je te volg in je woorden en beelden. Wat me heel wat heeft gekost aan energie en slapeloze nachten.

    Kijk jij, Dante, ook toe over mijn rug naar wat ik zeg of doe? Worden ook mijn gedachten en mijn daden, worden mijn beslissingen en herinneringen ook beïnvloed door vreemde, onthullende krachten en ben jij, Dante, er de oorzaak van dat het verhaal over Van Gogh een belangrijke passage is geweest in mijn dagen met jou?

    Maar er is een reden voor alles en blijft de reden onbegrepen, wat er uit voort vloeit is altijd bepalend voor de toekomst.

     

    En deze tekst komt uit zijn dagboek, een passage uit het gesprek dat hij jarenlang, het Inferno lezend, voerde met Dante. Als hij Vincent Van Gogh erin heeft binnengebracht dan is het vooreerst omdat Van Gogh zijn leven lang op zoek is geweest naar erkenning, naar wat hij ooit hoopte te bereiken: ‘fama e lode’, ‘eer en lof’. En dit relaas werd geknoopt aan de vele pogingen die jij, Dante, tijdens je negentien laatste levensjaren ondernomen hebt opdat een einde zou gesteld worden aan die vervloekte, kwetsende verbanning uit je geboortestad en je niet zou moeten sterven als banneling.

     

    Het is hier dat Ugo zich terugvindt, ook hij is een banneling geweest, of zo voelt hij zich, omdat hij jarenlang en nu nog steeds, een banneling is geweest uit zijn grondwettelijke rechten. En het hangt hem boven het hoofd dat hij, zoals Dante - en Van Gogh ook was er een - sterven zal met deze kwetsende eigenschap.

    Gebeurt dit, het zij dan zo, zijn enige troost zal dan zijn dat het hier opgetekend werd en dat het bekend zal staan, hopelijk voor vele jaren.

    08-03-2012, 07:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pergolesi

     

     

     

    Zo,

    of het gebeurde dat de laatste zang

    van Pergolesi’s Stabbat Mater ons

    bewogen heeft en aan het uur

    we dachten 

    dat we nimmer kennen zullen,

    als om te eindigen we gedragen worden

    in een kist gehuld,

    geborgen voor de eeuwigheid.

     

    De zon is opgeschoven, de dag, de week,

    de maand.

    De uren niet geteld gehouden

    niet neergezet als jonge bomen

    die niet groeien konden.

     

    Maar de eerste lente op ons handen,

    bruine vlekken

    als nieuwe tekenen van ouderdom.

    Het land verkend, vergeten,

    de bergen opgedoken,

    in herinneringen,

    wel blauwe paarden in de beemden,

    rustig in de nevel,

    avonden in de abelen.
     

    De late reiger waar we stil bij stonden,

    de geuren en de wemeling van licht.

     

    De dag die onze laatste was.

    Tijd die we niet houden konden.

    Karel

     

    07-03-2012, 00:29 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Haiku

     

     

    Roland Barthes[1] leert me dat de Haiku zo maar niet een gedicht is van drie lijnen en zeventien lettergrepen verdeeld over vijf, zeven en vijf.

    Ik tracht hem te volgen, want zijn taal is niet zo toegankelijk. Ik tracht te begrijpen, vooral wat de haiku niet is.

     

    ‘La brièveté du haiku n’est pas formelle, le haiku n’est pas une pensée riche réduite à une forme brève, mais un événement bref qui trouve d’un coup sa forme juste’.

     

    Aldus Barthes. En ik die dacht dat de haiku een soort gedicht was naar Westerse normen, maar dit is het duidelijk niet. Het is niet, een grote gedachte, in een gecondenseerde vorm gegoten, maar het handelt over een simpel gebeuren dat in zijn juiste, meest beperkte vorm wordt opgetekend. En deze beperking is het voorwerp van een grote zorg. Het is net het tegengestelde van wat ik dacht dat de haiku was.

     

    Ooit was ik in Moissac. Ik stond er op de binnentuin van de Cisterciënzers-abdij, in de hoek een eeuwenoude ceder. De overdekte, open wandelgang met kolommen, alle kapitelen ervan versierd met verhalen uit de Bijbel, de prachtigste gebeeldhouwde die ik ooit zag. Ik trachtte in een haiku de beelden te vermengen met de ceder die, wat de geschiedenis van de abdij betrof, heel wat moet hebben meegemaakt.

     

    Ceder in gepeins,

    Bijbel op kapitelen

    Ingekapt: Moissac.

     

    Mijn haiku was voldoende om te zeggen wat ik meende te mogen zeggen, maar wat ik te zeggen had was voor een gedicht van bij ons, niet voor een haiku. Of wat ik eigenlijk zeggen wou, in een gedicht van enkele lijnen:

     

    De oude ceder, en wij

    eronder door gegaan.

    Gedacht de slag van hamers

    nog te horen,

    de frimason, zoals van ouds genoemd[2],

    nog voor zijn blok gezeten,

    denkend aan zijn bijbeltekst:

    Moissac.

     

    Als ik dan toch, in een haiku, iets zeggen wou over de ceder en de kapitelen op de binnentuin van de abdij, dan bijvoorbeeld dit, met als titel: Moissac.

     

    Zijn tijd gekomen,

    een cederappel rolde

    tot onder Adam.

     

    Of nog

     

    Adam en Eva

    zagen een cederappel

    vallen in het gras.

     

    Een simpel gebeuren, met Adam en Eva afgebeeld op een kapiteel die hadden kunnen zien hoe een cederappel voor hun voeten viel. Een klein gebeuren voor misschien een haalbare haiku.

     

    En een haiku die Barthes overnam uit het Japans:

     

    Je vis la première neige,

    ce matin-là j’oubliai

    de laver mon visage.

     

    En of dit andere gedicht, door Barthes aangehaald, een haiku is, denk ik niet, weet zelfs niet of het geen tekst van Barthes zelf is.

    Het heeft meer dan het toegelaten aantal lettergrepen, maar als het een vertaling is kan het liggen aan de passage naar het Frans. Het betreft een Zen-tuin met rotsblokken, zo maar neergezet in het zand, dat er maagdelijk bij ligt met voren als lijnen getekend:

     

    Nulle fleur, nul pas

    Où est l’homme?

    dans le transport des rochers,

    dans la trace du râteau,

    dans le travail de l’écriture.

     

    Heb ik nu alles gezegd wat Barthes heeft neergeschreven, zeker niet, nog een tiende niet. Maar voor mij volstaat het te weten, dat een haiku een gebeuren is, met een gebeuren als onderwerp.

     

    Ik vermoed dat Herman Van Rompuy dit ook zal geweten hebben. 

     



        [1] Roland Barthes: L’Empire des signes. Ed. Flammarion/Skira,1970.pag.98

        [2] Zie Fulcanelli: le Mystère des Cathédrales, Ed Jean Jacques Pauvert, 1964, p.56

    06-03-2012, 00:10 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A blog a day

     

    Je doet het maar, je verbaast je zelf, niets heeft vat op jou als je maar schrijven kunt. Maar elke dag geconfronteerd te worden, welke dag het ook is, met een geschreven gesprek met je zelf, want daar komt het op neer, is dit wel normaal?

    Heb ik me niet, door mezelf, in de luren laten leggen, door  te pogen, elke dag  een blog te presteren? Het kon ook iets minder, maar neen, ik dwong me tot een dagelijkse blog.

    José Saramago die, het weze hier gezegd, de oorzaak is van mijn blog, had niet die frequentie. Hij waagde het, nu en dan een dag over te slaan. Hij kon het zich permitteren zijn lezers een dag vrij te gunnen, hij wist trouwens dat de uitgever wachtte op zijn tekst en dat alle blogs zouden gepubliceerd worden achteraf. Een grote luxe.

    En waarom heb ik Saramago gevolgd? Wel om de simpele reden dat ik van hem gelezen had wat hij schreef de dag van zijn zesentachtigste:

    ‘J’étreins les mots que j’ai écrits, je leur souhaite longue vie et je recommence à écrire là où j’avais arrêté, il n’y a pas d’autre réponse’.

    Een zin die ik las in ‘Le Monde’ van 26 februari 2010. Woorden die me getroffen hadden en die me zijn bij gebleven. Pas van 18 mei 2010 af heb ik effectief gereageerd, en ben ik ook begonnen elke dag te schrijven wat me te binnenviel[1]. Die dag van 18 mei schreef ik:

    ‘Ik ook omhels de woorden die ik (al) schreef en wens ze een lang en groot leven toe, en ik begin nu, omdat ik niet stoppen kan, in navolging van Saramago, mijn cuaderno, mijn schrift, dat door lopen
    zal tot de dag van mijn 83ste, zo hoop ik toch omdat ik hoop que Dieu me prètera vie jusque là’.

    Wat Hij gedaan heeft en waarvoor ik Hem dank met de blogs die ik sindsdien heb geschreven tot ver voorbij die gestelde datum. Echter, een dag openlaten, dit waag ik (nog) niet.


    [1] Deze dagelijkse teksten werden pas ingelogd als blog van 16 juli 2011 af.

    05-03-2012, 07:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dagen dat ik schrijf

     

    Stel, vraag  ik me soms af, dat mijn verhaal van elke dag zou stilvallen, zonder dat er gewild, een punt wordt achter gezet. Zou mijn blog gemist worden?

     

    Enkele dagen geleden vloeide er uit mijn pen dat mijn blog me een goed gevoel gaf. Ik schreef toen dat ik ‘overleefde’ in de voor mij meest gunstige omstandigheden. En dit is het ook. Al weet ik voldoende dat ik weinig gelezen word, dat dit niet in verhouding is tot de energie die ik erin steek. Maar toch, stubborn, ga ik verder, zoals elke schrijver, zelfs deze die uitgeschreven zijn, verder gaan.

    De jaren hebben enkel vat op mijn lichaam, nog niet op mijn geest, hoewel namen die ik zoek soms geborgen blijven. En wat er omheen mij zich afspeelt krijgt een rookgordijn voorgeschoven, al blijf ik alert voor wat een binding heeft met wie ik vroeger was, mijn woorden over de euro-geschiedenis zijn er het gevolg van.

     

    Dan ook, lezer van mijn ‘ontboezemingen’, als ik hoor dat iemand die ik apprecieer, en volgens mij een Oscar of zegge een ‘Gouden Uil’ verdient, op zij wordt geschoven omdat hij, naar ik vermoed een teveel aan literaire kwaliteiten bezit, waarmee bedoeld wordt dat zijn boek niet ‘hapklaar’ is en dus weinig interessant voor een uitgever. En daar zal het wel op neerkomen, enkel een boek dat als zoete broodjes naar de man zal gaan, wordt de hemel in gepredikt.

     

    Och, arme literatuur, verbolgen ben ik.

    Maar goed, zo kennen we de waarde van een gouden uil of van welke uil ook.

     

    Karel

    04-03-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    03-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gentiaan

     

     

    Dan was er ooit Stefan Hertmans die me verraste in de Standaard en me overhoop haalde met een gedicht van D.H. Lawrence: ‘Not every man has gentians in his house’. Herinneringen oproepend aan de bergen van de Valais en in het bijzonder aan een plaats gelegen boven Grimentz, op de weg naar le Pas de Lona et les Becs de Bosson, het precieze ogenblik dat je, klimmend de passage tussen de rotsen, de alp bereikt en het volop zomer is, en ook in jou, het volop zomer is:

     

    Niet elk van ons heeft gentiaan

    zien bloeien op de Lona-alp, terwijl

    het sneeuwde en het pas augustus was.

     

    En groot levend wij, de dood nog

    onverwacht, al sneeuwde het,

    en groot levend ook génépi en edelweiss

    bestoven, al even onverwacht

    bevruchting gaande was, we dachten het.

     

    En tussen bloem en wordend zaad

    geen overgang van wat van beide is,

    want bloem die zaad al is en zaad de bloem,

    conceptie maar van wat door tijd gebonden is,

    al sneeuwde het en het pas augustus was.

     

    En van de vlokken op ons hoofden

    neergekomen, ook wij bevrucht

    het rijpend zaad dat wordt

    en kiemen zal tot wat ons wacht,

    hoe later toch hoe des te beter.

     

    Niet elk van ons heeft gentiaan zien bloeien

    toen het sneeuwde in augustus op de Lona-alp.





    03-03-2012, 04:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog maar eens de Euro

     

    Het jaarverslag 2011 van de Nationale Bank van België publiceert een veelzeggende grafiek over de Overheidsschuld in het Eurogebied.

    Belangrijk hierbij is dat we cijfers krijgen van de globale schuld van de landen van de Euro-zone uitgedrukt in % van het bbp van al die Euro-landen samen.

    Dit bedroeg in 2007, 62’% om te stijgen tot 88% in novenber 2011. De tabel pag. 35, geeft spijtig genoeg, niet de cijfers bij het ontstaan van de Euro, nu 10 jaar geleden, maar ik vermoed dat het cijfer ruim beneden de 45% lag.

    Dus al die tijd van 2002 tot 2007 hebben, noch de ECB, noch de Euro-parlementsleden zich schijnbaar enige zorg gemaakt over de toename van de globale openbare schuld t.o.v. het globaal bbp van de Eurozone. Pas in 2010, toe ze zagen dat het percentage op weg was om de kaap van 100% te gaan bereiken zijn ze wakker geschoten en zijn ze gaan kijken waar de oorzaak van deze stijging zich bevond om tot hun ontsteltenis vast te stellen dat Italië met zijn 120% en Griekenland met zijn 160%, een zeer gevaarlijke zone waren ingegaan, ook Ierland, Portugal en Spanje hadden de 100% overschreden en België stond op het punt deze landen te vervoegen.

    Ik ga niet verder cijfermatig in op deze evolutie van 2007 tot 2011, ik wil er enkel op wijzen, dat er hier vanwege de European Central Bank en de verantwoordelijken van Europa, veel te laat werd gereageerd op de evolutie die te lezen was in de globale openbare schuld van de Eurolanden en dat hun reactie, als beschermer van de Euro, veel vroeger, en zeker in 2007 had moeten komen en niet in 2010/2011. Er bestaat hiervoor een term: ‘schuldig verzuim’.

    In 2007 waren de private banken, als ze het nog niet waren, op hun hoede geweest voor de toestand in bepaalde landen, ware het impact op de beleggingen van die banken minder dramatisch geweest – nu worden ze geconfronteerd met een afschrijving ad 73% op hun Griekse fondsen -  en zeker minder zwaar het impact van de te nemen maatregelen voor het Griekse volk.

     

    Wat dit Griekenland betreft begrijp ik hoegenaamd niet hoe het zo ver is kunnen komen. Was de regering daar dan ingeslapen, of wisten ze dat Europa niet anders kon, om erger te voorkomen, dan bij te springen?

     

    Nog minder begrijp ik waarom Papandreou, als een held, op gejuich moest ontvangen worden op de internationale bijeenkomst van de Europese socialisten in Brussel. Het bedrijven van de politiek is schijnbaar voor velen eerder tijdverdrijf dan een zorg.

    02-03-2012, 07:31 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (23)

     

    En er komt een dag dat er miljoenen dollars zullen betaald worden voor wat irissen van Van Gogh, wat zonnebloemen van hem. Of, hoe de waarde van zijn werk evolueerde in deze wereld, zo overwoekert de tijd alle verhoudingen, ook je Commedia, caro Dante.

    Maar hoe hij, Ugo, ook moge bestaan, het ‘Korenveld’ is hem bijgebleven meer dan alle andere doeken, omdat het een dramatisch werk is, omdat het geschilderd werd zoals men in de open luchten, voor een levend landschap, een afscheidsbrief zou schrijven, vooraleer te gaan sterven in dat onooglijke kamertje waar zijn geest niet tot rust kon komen.
     

    Uit een oneindig web van gebeurtenissen, zijn deze gedachten over zijn dood tot hem gekomen en neergezet in wat woorden die hij met veel moeite samenbrengt. En dit, via omstandigheden waarbij hij uiteindelijk terecht kwam in Auvers-sur-Oise. Maar dit was nog niet toereikend, pas vanuit die lichte regenval, toen ze geschaard stonden aan zijn graf, begon in zijn geest het verhaal, om met Dante in zijn hoofd, te beleven wat niet te herbeleven is.

    Of te denken dat hij bij machte is ook maar in de verste verte, Van Gogh’s laatste ogenblikken, laatste bewegingen van lichaam en van geest te kennen, om over hem te gaan vertellen tot wat hij besloot in dat kamertje in de auberge, en hoe zijn laatste schilderij ontstond dat zijn dood vertelde en zijn dood betekende.

     

    Er is de realiteit van de feiten die benaderd wordt door de realiteit van de woorden. Maar het blijft een benadering, zoals het vertellen van wat jij, Dante, de laatste ogenblikken van jou leven, zou kunnen gedacht of geschreven hebben, ook maar een verre benadering zou blijven.

    De woorden tasten de feiten af omdat gedacht wordt, met de voelhorens van de geest, de draden van het web te kunnen ontrafelen en raakvlakken met de feiten te ontdekken. Wel is het zo dat het beeld van de vinger op de trekker, een raakvlak is, maar wat er was vooraleer het wapen uit de zak werd gehaald, zijn gissingen en er zijn er heel wat mogelijk.

    Evenwel, zoals van elke mens het aangezicht verschillend is, maar toch aangezicht is, zo is elk facet van het gebeuren verschillend maar blijft het toch een facet ervan.

    Het ontbolsteren van de feiten van vóór de eerste penseeltrek op het doek van zijn ‘Champs de blé aux corbeaux’, en van dit doek af tot het overhalen van de trekker, en erna tot zijn laatste ademtocht, kan enkel vermoed worden en beschreven alsof het werkelijk zijn gebeuren ware geweest.

    Schrijven is een moeilijke taak. Het begin van vele dingen in het leven.

    Ugo

     

    01-03-2012, 07:44 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs