Geschriften
Inhoud blog
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.
  • Hoe zal ik ze noemen?

    Zoeken in blog



    14-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag eenenveertig: Drie musketiers



    Er zijn in het leven tal van gebeurtenissen die, hoewel niet spectaculair dan toch ervaren worden als een voorval dat een lang leven beschoren is. Zo is bij Ugo, in de realiteit die van de dagen is,  de afdronk blijven hangen - laat ons stellen de herinnering - verbonden aan die voormiddag, van het openen van de fles Sauternes en het drinken van de wijn. Dat het een bijzonder gebeuren was weet hij, want hij zelf vergat zijn dichtbundel af te geven en Ray heeft hem geen ogenblik gevraagd hoe het stond met de lectuur van ‘Akhnaton und Oedipus’. Er waren te veel thema’s die aan bod zijn gekomen.


    Om te beginnen, de herinneringen aan de bergtochten met John, niet alleen in de Valais, van uit St. Luc, maar ook van uit Zermatt, waar  ze, met een Nederlandse vriend van Ugo - een Hugenoot met Franse naam, ‘de Beaufort’ - de beklimming hadden gedaan van de Mettelhorn, om bij de afdaling ervan voortdurend geconfronteerd te worden met het wondere zicht op de Matterhorn.


    En dan was er Ray die sprak over zijn, voor de komende maand april geplande reis naar Sicilië met zijn echtgenote; was er John, een fervente Italië liefhebber, die vloeiend Italiaans sprak en Ray aanraadde zeker Taormina te bezoeken. Karel Jonckheere, zegde hij, heeft er in zijn tijd een gedicht over geschreven.


    Ugo luisterend eerst naar alles wat bezocht moest worden. Voor hem, zegde hij, eens  aan het woord, was het Sicilië waar hij in de eerste plaats aan dacht als het Italië betrof. Hij was er wel nooit geweest, maar hij had van Elio Vittorini zijn ‘Conversazione in Sicilia’ gelezen - dat geen van beide kende - wat hem de gelegenheid gaf er enkele feiten uit aan te halen; feiten die iemand die naar Sicilië reisde, kennen moest. Hij bezat de Engelse versie ervan en nu ook de Italiaanse die hij gekocht had bij zijn laatste bezoek aan Toscane, in een boekenwinkeltje in het middeleeuwse stadje met de vele torens, San Gimignano, waar ook Dante had gewandeld en wellicht gewerkt aan zijn Divina Commedia.


    Het is een feit, en zijn vrienden weten het, dat hij meer herinneringen heeft aan boeken dan aan plaatsen die hij bezocht, wat hem typeert als hij met hen op stap is. Hij loopt rond, met een kleine, o, heel, beperkte bibliotheek in het hoofd, maar dan toch voldoende om hen te verrassen met zijn kennis.


    Maar hij hoefde zich niet zo hoog op te stellen, Ray, als germanist wist heel wat meer over de Duitse literatuur dan hij, en John als latinist heel wat meer over Latijnse en Griekse schrijvers, zij ook konden citaten uit hun mouw schudden. Ze waren misschien minder beslagen in zaken die buiten hun vak lagen, maar eens ze zich in hun eigen landschap bewogen, stond hij er bij als een pure leek en luisterde hij met verbazing naar hun uitgebreide kennis.


    Wat ook, en zo voelde hij het, alle drie vulden ze elkaar aan op vele plaatsen en zeker, wat de literatuur betrof - dan toch de literatuur tot en met Hugo Claus, Van het Reve, Harry Mulisch, Cees Noteboom -  zodat het beeld van de drie musketiers, dat John of was het Ray, had opgeroepen, hen zeker niet misstond.


    14-10-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag veertig: Rainer Maria Rilke



    De nacht als een mantel om het huis, dacht hij aan James Hilton’s ‘Goodbye Mr. Chips’. Het boek bezat hij niet meer, het was opgeslorpt door de tijd. Maar hij herinnerde zich echter nog één zin er uit: de zin, waarmee Hilton de teacher op leeftijd, Mr.Chipping, wist te typeren: ‘and the days were passing by as lazy cattle walking through the landscape’. Een zin die absoluut niet toepasselijk was op hem, in tegendeel, voor hem - zoals Proust, op zoek naar de verloren tijd - waren de dagen en de landschappen als op hol geslagen woorden.


    Hij lag daar, tussen de meubels en de boeken als een mummie, een Akhnaton, en van uit de vlammen in de haard, van uit de tijd die ooit was en de tijd die nog komen moest, kwam Rilke en kwamen Robert en Gustave met wie hij, in Rarogne, op de weg was – en hij zag de weg voor zich uit - die stijgt vanuit het dorp naar de hoger gelegen Romaanse kerk, waar de tijd getekend staat, ook waar Rilke ooit moet gestaan hebben en gezocht naar een gebed dat een gedicht werd, gebeiteld in de witmarmeren, met lichen begroeide grafsteen, leunend tegen de kerkhofmuur, met ernaast de struik witte rozen. En Ugo wil zich de tekst herinneren en zoekt hem op in zijn dagboek van jaren terug:


    Rose, oh reiner Widerspruch. Lust,

    Niemandes Schlaf zu sein unter soviel

    Lidern.


    Wie heeft niet stil gestaan bij deze woorden van Rilke. Zelfs Helmut Kohl, hoorde hij, is de steile helling opgegaan om deze woorden te lezen. En wie is hij, die bij deze verzen niet even stil is gebleven, niet getracht heeft de betekenis van Rilkes laatste boodschap te doorgronden. Hij herleest en herleest de woorden die voor Anton van Wilderode sibillijns waren, en die nu ook komen en keren in hem. Was het misschien het raadsel, geborgen in de woorden, dat de verzen levend houdt, was het dit dat Rilke beoogd had? En ook, was het plaatsen van ‘Lidern’ op een derde lijn gewild door Rilke, of was het een noodzaak voor de steenkapper geweest?


    En die avond van zijn bezoek aan het graf van Rilke - en hij vindt deze woorden verder in zijn dagboek - toen hij terug was in de eenzaamheid van zijn kamer met het boek over Alchemie van Titus Burckhardt uit de kleine bibliotheek van de chalet, open op de schrijftafel, waren het zijn gevoelens voor zijn overleden vrouw die terugkwamen. En kwam ook terug, lijk een gulp warmte, wat zo dikwijls was geweest, dat hij binnengleed in haar, haar houdende, haar bezittende, haar alles gevende en zij hem trillend ontving in haar schoot.


    Hoe ver dit alles achter hem ligt vandaag, alsof het een gebeuren was dat hij gelezen had en niet zelf beleefd, een gebeuren dat betrekking had op een totaal andere persoon dan wie hij nu was. Hij meende het woord, ‘Widerspruch’, te begrijpen als de roos die niet zonder doornen is, de liefde die niet zonder pijn en het leven dat niet zonder de dood is. En meende ook in het grafschrift te mogen lezen dat hij, Rilke, van niemand, noch de slaaf, en evenmin de slaap is geweest.


    Was dit de betekenis van Rilkes woorden? Wellicht niet helemaal, maar het voldeed hem. Hij was ervan overtuigd dat Rilke geloofde in het eeuwige leven. Des te meer omdat hij thans, zoals zovele anderen die het grafschrift lazen, blijvend begaan is met de zin ervan, wat op zichzelf een bewijs is van de eeuwigheid die Rilke omgeeft.


    En een regel verder nog in zijn dagboek van die maand augustus valt hij op enkele versregels van Rilke*:


    Einmal wenn ich dich verlier,

    wirst du schlafen können, ohne

    dasz ich wie eine Lindenkrone

    mich verflüstre über dir?


    Rilke een toevlucht toen voor het plotse jagen van zijn hart, dat hij onderdrukken wilde om niet de pijn te voelen. Maar wat geschreven staat blijft geschreven en komt, eens opnieuw geopend, tot leven terug, diep snijdend in het weke vlees van wat voorbij is:


    ‘Zal je wel slapen kunnen als ik niet me als een krans van lindebloesems verfluister over jou?

     


    *Rainer Maria Rilke: Neue Gedichte, Insel Verlag, pag;151: Schlaflied.


    13-10-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag negenendertig: Anja (3)


     

    Maar wat begonnen was stopte zo maar niet. Lang nog had hij wakker gelegen die nacht, denkend aan haar, in gedachten hun gesprek voortzettend. Zij luisterend naar hem, zij opkijkend naar die nieuwe man in haar leven, met heel wat meer boeken gelezen dan zij en met een bijzondere kijk op God. En op die terugtocht de volgende dag, - alleen met haar - over de Zinal-gletsjer zou ze hem zeggen dat hij haar had bedolven onder woorden en dat ze hem had willen omhelzen toen ze, de vorige avond afscheid namen van elkaar om te gaan slapen of trachten te slapen, want een brits in een slaapzaal, met minstens twintig andere slapers is precies geen ideale plaats.


    De volgende morgen zag hij haar, fris als ze was en monter om op stap te gaan. Hij voelde in haar blik dat er nog iets over was van de avond ervoor toen ze koffie dronken met wat brood en kaas, en ze daarna, geladen met rugzak en koorden, vertrokken in de halve duisternis. Zij, lichtvoetig zoals hij haar zag stappen, vertellend onderweg, aan Robert, over haar vorige beklimmingen in de regio.

    En er gebeurde wat nodig was dat gebeuren zou. Op het einde van la marche d’approche, stonden ze aan de rand van een ijs-en sneeuwvlakte die ze moesten opgaan om l’arrête ouest te bereiken vanwaar de eigenlijke beklimming en cordée begon. Het was daar dat Robert bij een misstap, de ligamenten scheurde van zijn rechtervoet en ze verplicht waren, hem ondersteunend, terug te keren naar de cabane.


    De helikopter zou Robert en Gustave komen halen en Ugo zou samen met Anja over de gletsjer terugkeren naar Zinal waar de wagens stonden - die van hem, zoals hij later zag, op twee wagens na, naast die van haar - waar ze afscheid namen en waar ze hem zegde, en hij herinnerde zich heel goed haar woorden:


    ‘je mag nooit deze mislukte Besso vergeten. Hij staat voor de mislukking in mijn leven. Jij, Ugo’, had ze gezegd‘, zal nooit meer uit mijn gedachten verdwijnen.’


    Zo, die eerste maand augustus na haar overlijden was een baken geweest, een Steinmann*, en la chambre des preux, een kamer van de geest die hem gekneld hield in een oneindig verlangen al wat geweest was in zijn leven neer te schrijven; een verlangen dat hem van dan af niet meer verlaten zou en hem brengen zou op het punt in de tijd en de ruimte waar hij zich thans bevond.


    Als hij nadacht over zijn gevoelens van die dagen, waarbij de gedachte opkwam dat het misschien zijn overleden vrouw was geweest die zich manifesteerde in de persoon van Anja, zo maar opgedoken uit het niets, om daarna weer weg te rijden van hem in het even grote niets; dat zij het was die hem vroeg haar te gedenken, dan was dit een van de meest bevreemdende voorvallen uit zijn leven geweest.


     

    *

     

    De oude chalet – hij was er vorig jaar nog geweest - nog donkerder getint door de tijd, is er nog. De bomen zijn uitgegroeid. Het licht is erover, de wind, de regen, de sneeuw, de dagen, de jonge maan. Maar zijn hart is ouder geworden, stiller, er zit een beven in zijn handen en de stemmen van spelende kinderen, ijler geworden.


    Een passage in zijn leven die terug opduikt in alle klaarheid, een verliefd zijn en meer nog de pijn van het niet mogen verliefd zijn, het niet meer kunnen zijn. En hij overweldigd door de stemmen die hij nog hoorde van de spelende kinderen omheen de chalet, grijpend naar een versregel van T.S.Eliot**:


    Go, said the bird,

    For the leaves were full of children.

                  Hidden exitedly, containing laughter...

     

     

    *Steinmann: een hoop stenen op elkaar gestapeld om de te volgen weg aan te duiden op een gletsjer bijvoorbeeld’.


    ** T.S.Eliot: ‘Four Quartets’: Burnt Norton I, ed. Faber and Faber.


    12-10-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag achtendertig: Anja (2).

     

    Het was een grote maand geweest. Ook de maand van zijn bezoek, samen met de twee vrienden, aan het graf van Rainer Maria Rilke, gelegen, hoog boven de Rhônevallei, in het dorpje Raron/Rarogne – op de grens tussen le Haut et le Bas Valais - aan de voet van een Romaans kerkje. Een kerkje dat op zichzelf al een gebed was, en waar hij voor het eerst Rilkes versregels las op de witmarmeren grafsteen.


    Het was Ugo die zijn vrienden had meegevraagd. Gewoonlijk was het andersom. Met hen had hij heel wat bergtoppen beklommen en heel wat tochten in de bergen gemaakt, vertrekkende eens uit Grimentz, eens uit Zinal. Beiden kenden zijn mogelijkheden en beiden wisten dat de Zinal Rothorn boven zijn mogelijkheden lag, al liet hij herhaaldelijk blijken dat het een droom was die hij realiseren wou. Met hen voelde hij zich veilig, klimmend tegen om het even welke rotswand, in om het even welke omstandigheden. Zo herinnerde hij zich de dag dat ze de top hadden bereikt van de Pointe de Moiry, genietend én van het majestueuze uitzicht dat reikte tot de Mont Blanc én van hun sobere lunch, brood met een stuk oude, harde kaas, toen Robert ineens aandrong om af te dalen. Hij vertrouwde de wind niet. En het gebeurde dat kort daarna, tijdens de afdaling, de lucht zich sloot boven hen en ze verrast werden door een wolk van fijne stukjes ijs - du grésil, zegde Robert - die tot binnen hun dicht toegehaalde windjak drongen.


    Hij was bij het dalen altijd de eerste van de cordée, en toen hij aan een passage kwam waar de bergkam bijna loodrecht naar beneden liep, over een te lange afstand om er gerust in te zijn en dan nog met slechts enkele, met ijskorrels bedekte steunpunten, had hij niet geaarzeld, had hij even opgekeken naar Robert boven hem die knikte en zegde: “vas-y, je t’assure!” en deze woorden waren voor hem voldoende om, weliswaar gespannen, af te dalen tot een klein platform waar hij wachten kon op hen om verder te dalen. Alleen dit kleine detail om te zeggen hoe groot de verbondenheid is tussen de gids en zijn cordée van wie hij de veiligheid letterlijk en figuurlijk in zijn handen houdt. Als er daarenboven tussen hen een grote vriendschap is gegroeid na tal van tochten, tal van dagen en avonden samen, na vele degustaties van oude en jonge wijnen uit de streek, dan is er via het touw nog een band van vriendschap en samenhorigheid, en groter veiligheid is er niet als je samen klimt of daalt.


    En het waren de bergen die de oorzaak waren en de getuigen van zijn ontmoeting met Anja. Het gebeurde in de cabane du Grand Mountet op 2886 m hoogte.


    Ze waren er aangekomen in de namiddag om de volgende morgen de beklimming te doen van de Besso, de berg met twee toppen die heerste over Zinal. Echter, als gevolg van een hevig onweer, dat de morgen van hun vertrek uit de cabane was losgebarsten, hadden ze hun tocht een dag moeten uitstellen.


    Van dan af liepen alle omstandigheden naar elkaar toe. Want, welke feiten gingen niet vooraf aan de beslissing van Anja zelf, om op de dag van hun uitstel, in de voormiddag, onweer of niet, vertrekkende uit Zinal, een tocht te ondernemen van minstens vier à vijf uren naar de cabane du Grand Mountet. En, toen ze er aan kwam en zich aanmeldde bij de gardien aan wie ze gevraagd had om een gids voor de Besso voor de morgen erna, ze hoorde dat er geen meer ter beschikking was. De gardien kende haar en kende haar klimcapaciteiten, en beloofde haar iemand te vinden. En hij had de vraag gesteld aan Robert toen ze terugkwamen van hun beklimming – de luchten hadden zich op de middag geopend en ze hadden de ‘Mamouth’ beklommen - die akkoord ging en zo maakten ze kennis met la Belge, Anja D.

    Dan ook was er nog zijn verhaal. Vooreerst, zijn aanwezigheid daar, nadat hij geaarzeld had, omwille van de kinderen en het mogelijke gevaar verbonden aan een beklimming, Robert en Gustave te vergezellen.


    Zo, als het een ontmoeting betreft kan tot in het oneindige worden teruggegaan, tot de dag van de geboorte, tot de dag dat zijn vader inging op zijn moeder en nog veel verder de tijd in, wat even betekenisvol zou zijn. Maar de feiten waren dat hij was wie hij was en dat hij was waar hij was, de feiten er ook voor zorgend dat ze er een dag vroeger aanwezig waren, dat het onweerde om vijf uur ‘s morgens toen ze vertrekken wilden en de tocht verschoven werd opdat, zo zag hij het nu, Anja hen zou vergezellen. Ze had Ugo verbaasd toen hij hoorde wie ze was, een landgenote, een streekgenote zelfs, en dan nog niet in het minst toen hij hoorde dat ze hen vergezellen zou naar de top van de Besso.


    Later in de namiddag was hij zijn vrienden niet gevolgd naar een plaats die ze hun ‘jardin de génépi’ noemden en hij was, tussen de blokken rots, in de zon gaan zitten om te lezen of te schrijven. Het was daar dat ze hem was komen opzoeken en dat alles beginnen zou, het was daar dat de realiteit zich vormde tot verbeelden en dat de woorden die ze spraken een kleur hadden, een warme, een belovende ondergrond. Zo had hij aangevoeld toen, dat ze een open rijpe vrouw was met een diepe zin voor literatuur en kunst en vooral een vrouw met iets mysterieus om haar, gegrepen door, en deelnemend aan het leven van de bergen om hen heen.


    Hij wist niet meer waarover ze toen gesproken hadden. Het was lijk een aftasten van wie ze waren – het kon dat hij gezegd had dat zijn echtgenote overleden was - en waar ze van droomden. Hij herinnerde zich ook nog de stemmen van de ‘cordée’ die tegen de rotswand van hun ‘Mamouth’ van die morgen hing, en steeds maar hoger en hoger opschoof naar de top, hun stemmen duidelijk leesbaar in de ijle lucht.


    Daarna had ze, samen met hen, het avondmaal genomen in de cabane en was Ugo daarna, alleen met haar, in de kilte van de avond op de bank voor de cabane gaan neerzitten. Dit was er wellicht te veel aan geweest. Kijkend naar het wondere effect van de ondergaande zon op de besneeuwde toppen met plots, de hemel vol sterren,  is er een intimiteit gekomen in hun woorden, geen van beiden beseffende dat van dan af, de geul van hun gevoelens voor elkaar, breder en dieper worden zou. 


    Nam zij, toen ze afscheid namen al een deel in van de plaats die was vrijgekomen in hem, toen ze afscheid namen en zij haar slaapbrits opzocht en hij die van hem, naast zijn vrienden in een ander slaapvertrek?

     

    11-10-2018, 06:16 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag zevenendertig: Anja (1)


     

    Maar het leven in hem is duidelijk aan het vertragen; hij voelt het als hij zijn dag begint met lange stiltes, lome, blanke momenten waarin hij wordt opgenomen en achtergelaten. Het ene lichtpunt van de laatste dagen is zijn ontmoeting met Ray en John en ervoor met André geweest. En nu, naast hem het Oedipus/Akhnaton-boek, dat wacht om gelezen te worden. Als hij dan buiten komt en door de tuin wandelt, de vrieslucht in rug en leden; als hij met de fiets naar het dorp rijdt om wat boodschappen te doen, is hij in gedachten ver weg, is hij niets meer dan een holte van herinnering. Thuis terug zorgt hij voor zijn sober middageten om daarna te gaan neerliggen, lijk een patiënt van Jung – of is het Freud? - luisterend naar de zucht van de wind om het huis, en als troostend woord, de halve geluiden van de vlammen in de haard.


    Komen, ongevraagd en ongewenst de herinneringen op hem af. Hij wil die wegduwen, maar ze dringen aan. Hij denkt aan de eerste zin van Ernst Jünger’s ‘Auf den Marmorklippen’ en wat die schrijft over de dingen die voorbij zijn. Hij denkt aan Cervantes, die moe, oud en ziek werkt aan het tweede deel van zijn Don Quijote om daarna in armoede te sterven; hij denkt aan wat zijn dochters vertelden over hem toen hij hen had uitgenodigd en hij voorbij de keuken kwam en hoorde hoe ze spraken over hem, dat hij een vrouw nodig had en, hoorde hij de jongste, Cathy, zeggen dat ze wist dat hij haar eens had verteld dat hij iemand had ontmoet in een berghut in de Valais en dat het hem speet haar adres niet te hebben gevraagd toen ze uit elkaar zijn gegaan.


    Wat ze toen vertelde, hij wist het o, nog zo goed. Het gebeurde in het jaar na haar sterven. Hij was met de kinderen en kleinkinderen in Grimentz op de plaats waar zij gelukkig was geweest, een plaats, zegde ze, waar ze sterven wou. En op enkele dagen na, was haar wens bijna uitgekomen. Ze verbleven er in een door de zon donker gebrande chalet, un chalet brûlé par le soleil, geplant en gegroeid tussen sparren en lorken, met enkele berken ook en een pracht van een lijsterbes die glansde van de vruchten. Een eiland van rust in het grote licht van de bergen en in de nacht de ruisende stilte van de bergstroom in de diepte. Een chalet die lijk de voorsteven van een boot de vallei scheen binnen te schuiven. En het was daar ook, in die eerste maand augustus zonder haar, dat zijn leven een andere aanvulling kreeg. Het was daar dat, na het tekenen dat hij verleerd scheen, het zaad van zijn verlangen te schrijven, zou vallen in goede aarde en de vruchten leveren zou, ‘deels dertig-, deels zestig-, deels honderdvoudig’*; dat hij herrezen uit de as, is opgestaan in een totaal nieuwe wereld, gevoed door haar dood, en de echo van haar nog klevend aan de vertrouwde dingen. En nimmer heeft hij een kamer gehad of zal hij er ooit een bezitten waar hij zich zo heeft gevoeld, totaal in harmonie met de houten wanden, bekleed met foto’s en tekeningen, met de vele boeken op hun rek en met de haard die wachtte om te worden aangestoken. Hij voelde een ziel in die kamer die de eigenaars la chambre des preux hadden genoemd, zo iets als de kamer van de dapperen, De kamer ook met een afwezige aanwezigheid, die zij achterliet in hem.


    De kinderen betrokken op het verdiep de vele kamers, hij wist zelfs niet wie waar sliep maar de plaats in de verlenging van de woonkamer die hij voor zich gehouden had, louterde zijn alleen-zijn, en hij voelde in zich een diffuus geluk telkens hij neerzat aan de door de tijd gepolijste schrijftafel die, ingelegd in het bovenblad, de initialen C.H.E.E. droeg en het jaartal 1699.


    En het was aan die tafel, waarin de houtworm aan het graven was en waarover de geest nog hing van de vele geslachten die er zich over gebogen hadden, dat na zijn ontmoeting met Anja en de beroering die ze in hem had teweeggebracht, zijn eerste zinnen geschreven werden, een schrijven dat eens terug thuis, doorlopen zou tot het einde van het jaar om dan stil te vallen, alsof hij leeg geschreven was.


    Het is in die chambre des preux, met het veldbed tegen de noordwand dat hij zijn nachten doorbracht en waar hij kennis maakte met het werk van Titus Burckhardt, een schrijver die voor hem een revelatie betekende. En, wat meer was, hij begreep nu ook wat er afgebeeld stond op de gietijzeren plaat achter in de haard: de twee kolonnes van de Tempel van Solomon met de zon er tussenin.


    Nimmer zou hij vergeten hoe gelukkig hij toen was als hij, in afwezigheid van de familie die naar het dorp was om boodschappen te doen, neerzat in de zon om te schrijven aan de oneffen leien tafel op het terras. Was er ooit groter geluk geweest en groter weemoed?


    En nimmer ook zou hij Anja vergeten die hij ontmoette in een berghut, de dag dat hij er was met twee vrienden uit de Valais, Robert Panchard, de gids, en Gustave Cotter, de man van de wijngaard. Zelfs nu, na al die jaren die er overheen zijn gegaan is zij nog steeds in zijn gedachten; ziet hij haar nog steeds staan aan haar wagen - ze waren samen teruggekeerd uit de berghut - en toen ze wegreed van hem, plots stopte, om weer uit te stappen en naar hem toe te komen en hem gebood bijna, dat hij haar nooit vergeten mocht, dat hij moest blijven denken aan haar en dat hij weten moest dat er altijd iemand zou blijven denken aan hem.


    Hoewel alles toen te herleiden was tot een ontmoeting, bleef de impact ervan regelmatig opduiken in zijn gedachten met nog haar ongewone tederheid naar hem. Zijn dagboek van die maand augustus moet zeker de echo dragen van hun lange afdaling over de gletsjer naar Zinal toe en ook, hij had hun ontmoeting destijds uitgeschreven in een korte novelle, die hij echter niet bemerkt had toen hij laatst, zijn laden leeggemaakt had, bij het verbanden van de inhoud ervan.


    * Evangelie van Marcus: 4, 8


    10-10-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag zesendertig: Geestelijk testament.


    *


    Vooraf, en geen deel uitmakend van Dag zes en dertig: deze morgen, vóór het inloggen van mijn woorden, bij het openschuiven van de gordijnen, in het zuiden, helder getekend het (winter-)sterrenbeeld van Orion met onderaan, meer naar het oosten toe, Sirius in de verlenging van de gordel van Orion. Het ontroerde me omdat ik dit beeld elk jaar in mijn blogs moet vermeld hebben en ik het ook ditmaal niet vergeten wil als het sterrenbeeld waarmede ik het meest vertrouwd ben, als de handtekening van de voor mij zichtbare Kosmos. 

    Of het een goed gesternte is weet ik niet, maar het is aldus dat ik het zie, het is een inleiding tot mijn geestelijk testament.


     

    *

     

    (Dag zesendertig)


    Er gingen dagen voorbij. Een geestelijke moeheid hing over hem. Zijn manuscript was stil gevallen, waarom wist hij niet, maar zijn ijver was weg, hij zag niet goed hoe het verder moest. Tal van dagelijkse, wereldse zaken kwamen en verdwenen, het optekenen niet waard. Intense, zoals het samenzijn met kinderen en kleinkinderen gingen dieper, maar niets ervan drong door tot zijn boek. De Ugo die schreef, scheen afwezig in hem.


    Niet helemaal echter want tussendoor, en dat was zijn enige verdienste, werkte hij voor de kleinkinderen aan een verhaal – een idee van vroeger - over een meisje van tien dat, op vakantie bij haar grootouders, nacht na nacht droomde van een geheimzinnige koffer op zolder, de reiskoffer van haar overgrootvader, Egyptoloog. Elke dag stuurde Ugo hen een e-mail van een 300-tal woorden en dit liep nu al vele dagen, een lang verhaal waarvoor hij nu een passend slot zocht. Hij had er wel een maar het was gekopieerd op de lamp van Aladin en de geest erin, en hij was er niet gelukkig mee. De kleinkinderen zouden het nu wel aanvaarden maar eens zouden ze  begrijpen dat het afgekeken was. Maar het hield hem bezig, hij had er aan te denken om te weten hoe het verder moest, en hij vergat zijn boek. 


    Er was ook het nieuws van elke dag, het raakte hem soms, vooral als het was wat hij interpreteerde als het oprukken van de Islam in Europa; soms raakte het hem niet. Er waren ook de boeken die uitgestald op de tafel lagen of in de zetel of op zijn nachttafel, vooral dan: ‘Oedipus und Akhnaton’, het boek van Ray, waar hij nog niet aan begonnen was, niet aan begonnen alsof het hem afschrikte; er was 'Ulysses' van Joyce waar hij voortdurend in verdwaalde, zo in woord als in verhaal; er was Vassili Grossman’s ‘Vie et Destin’, een boek dat hij, na een lange telefoon met John, uit zijn rek had gehaald en nu naast ‘The waste Land’ op zijn tafel lag.


    Hij las wel de recensies van de, te talrijke nieuwe boeken en schreef hij niet, hij wandelde toch in een wereld van gedachten, in een landschap vol woorden in de bot, klaar om open te springen, klaar om in bloei te komen en zaad te vormen en andere, schuchtere, gegroeid uit twijfel-zaadjes die meer dan hun best deden om te schieten. Maar de schrijver van het boek  in hem bleef weg en elke schets ervan bleef onaangeroerd.


    Dan gebeurde het dat hij met vrienden en kennissen in Parijs was, op de Place de Trocadéro, hij las er van Valéry, hoog op de muren ervan, in gouden letters geschreven:


    ‘Dans ces murs voués aux merveilles, j’accueille et garde les ouvrages de la main prodigieuse de l’artiste, égale et rivale de la pensée. L’une n’est rien sans l’autre’.


    Dit had hij overgenomen in de marges van een ‘Le Monde’ en zorgeloos uitgescheurd, denkend aan het boek dat wachtte. Maar hij kende, doelloos als hij zich voelde, niet het grote wonder van het omzetten van gedachten, zoals Valéry het zegt, tot tekens in een boek dat uitgedragen wordt, dat gelezen wordt  en geklasseerd in rijen, zoals de rijen boeken die hem ooit overvielen in de bibliotheek van Mafra, waar hij lang geleden een gedicht over schreef en, nu hij Portugal denkt, de slagzin in graffiti geschreven op de witte muren van de Universiteit van Coimbra: ‘A universidade so illuminara o povo, no dia em que lhe puserem fogo’, dat een student voor hem vertaalde als: ‘de universiteit zal maar verlichten de dag dat ze in vuur zal staan’. En deze zin van Antero de Quental ook, was voor hem een gedicht.


    De dagen die zinnen zijn, die beelden zijn, om te zetten in conventionele tekens, nu bewaard op stukjes papier of bewaard in gedachten voor later, wanneer weet hij nog niet, maar het komt wel, want denkt hij, hoewel ik er niet aan werk, het boek is en blijft in wording, diep in mij.


    Hij weet trouwens genoeg dat hij niet voortdurend bewust is van wat hij zo graag noemt, het deeltje van het ‘absolute Andere’ in hem. Dat hij niet voortdurend ingesteld is om erin binnen te dringen; dat dit ingesteld zijn een proces is waarbij heel wat zaken aan bod komen, en vooral, en dit leerde hij bij Ouspensky, dat hij blijvend moet trachten zichzelf ‘bewust’ te betrekken bij al wat hij doet of zegt; dat hij zichzelf observeren moet opdat hij weten zou dat hij het is die spreekt, die handelt en daarenboven, dat hij voelen moet dat die ‘hij’ die hij is, geïntegreerd is in het omringende.


    En dit is een hele opdracht. En als hij schrijft over wat hij schrijft dan is het omdat het vooral de momenten van zijn verbonden-zijn met het omringende,  met het kosmische die hem doen schrijven. Andere momenten, zoals deze van nu laat hij voor wat ze zijn. Maar hij beseft, het zit hem in het bloed, hij heeft nood aan boeken, heeft nood aan hun veelzeggende stilte die is van het leven, van het woord binnenin.


    In feite, denkt hij, is al wat ik schrijf mijn geestelijk testament, veel verder hoef ik niet te gaan.


    09-10-2018, 06:35 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag vijfendertig: Het Droomhuis (2)


     

    Toen hij weg reed, toen hij in het open land, het land van zijn hart en zijn dromen was, voelde hij een lichtheid in hem: de kraaien op de lege velden die opvlogen, de afgedreven meeuwen, opgejaagd door de winden die van over verre zeeën kwamen, de bijna naakte bomen duidelijk getekend tegen het grijze van de luchten, tekenen van het grote verwachten van wat gebeuren ging.

     

    Hij reed over de spoorweg, de dreef in, waar hij als kind met moeder was, de dreef van de bliksem uit zijn jeugd. Het hek van de afsluiting omheen het landgoed stond open en tussen de twee wakende leeuwtjes reed hij, onder de torenpoort de binnenplaats op. Hij stond stil naast een andere wagen, een witte Citroën.

     

    Dit was het dus, het ogenblik dat hij solemneel wou houden: de schuur die hem aankeek, het ovenhuis, de stallingen, de bomen er over gebogen, een levend geheel dat sprak van eeuwen ouderdom, ongerept terug: een schilderij die hij in zich opnam om nooit meer los te laten. Hij voelde de verwelkoming ervan als hij naar de deur van de woning ging, de deur die zich opende, Ray die voor hem stond, glimlachend: ‘Kom binnen mijn vriend’, zegde hij en schudde hem de hand. ‘Kom binnen in mijn woning van de vrede, mijn woning van de geest, wees welgekomen.’ 


    Ugo trad binnen in een kleine hall met in de hoek een grote tuil witte rozen in een donkere vaas. Hij legde zijn overjas af die door Raoul werd aangenomen en stapte de woonkamer binnen die was zoals hij ze altijd had gedroomd en willen dromen, de wijde open haard, de zware, donkere balken in het plafond en de oude schilderijen aan de muren, met boeken op een rek naast een zware eiken kast en een sobere zithoek vóór de open haard. Een man op de sofa stond op, een man met een volle verzorgde witte baard en kwam op hem toe. Ugo herkende hem onmiddellijk. ‘John, John S., man, na al die jaren, wat een geluk je hier terug te zien.’

    .

    Ze omhelsden elkaar. John’s baard zacht tegen zijn wang. ‘Ugo’, zegde hij, ‘hoe ik je hier ontmoeten mag? Wel je weet het, Ray is een jeugdvriend van mij, maar hoe de wereld draait voor vrienden, weten we niet, maar het is heel bijzonder. Het is Ray geweest die me vertelde dat hij, een tijd geleden, iemand had ontmoet in heel bijzondere omstandigheden; maar ik heb je dit al verteld aan de telefoon, en dus nu heb ik me gehaast om hier te zijn om je te omhelzen.’


    ‘John, mon almi, wat een dag en wat een plaats deze woning, om elkaar terug te vinden, ik ben zonder woorden. Dit is geen toeval meer dit is wat ik altijd heb gezegd over toeval, dit is een rendez-vous georganiseerd door een ander Universum of wat ook dat het onze in het oog houdt.’


    Zegde Ray tot John: ’herken je the man with the esoteric thought?’


    ‘Zo ken ik hem inderdaad, hij is in niets veranderd, wat grijzer, wat witter eigenlijk, maar altijd hetzelfde type man. Wat ik me vooral herinner is zijn antwoord op een brief van mij, waarin ik hem vroeg naar de reden van ons bestaan, en zijn antwoord kwam onder de vorm van een gedicht, een verwerking van een zin uit een gedicht van Poesjkin die ik onthouden heb: zing zwaluw, zing, zing mijn hart tot rust’.


    ‘Exact, Ik meen me die zin nog te herinneren in het Russisch,’ antwoordde Ugo, ‘merkwaardig dat je die hebt onthouden, hij betekent ook het einde van een tijdperk want er zijn geen zwaluwen meer die zich verzamelen op het einde van de zomer, op de elektriciteitsdraden langs de weg.’


    ‘Neen, er zijn er geen meer, toch niet zoals vroeger, trouwens het geluid in de wereld overstijgt de dag van vandaag hun gefezel in de valavond.’ vond John.


    Ze gingen zitten aan de tafel, Ugo met het venster voor zich dat uitgaf op een deel van het park dat meer een bos was dan een park.

    ‘Ik heb’ zegde Raoul, ‘ik heb hier dus, en daarvoor zijn we verenigd en verinnigd, ook een laatste, eenzame zwaluw die ons hart, ik hoop het, tot rust zal brengen. En ik dacht deze morgen, man, vergeet het niet, je leeft je dagen die als de velden zijn, je staat op, je gaat slapen, je stelt gewone handelingen die geen sporen nalaten, en de dagen volgen zich op, schuiven weg, maand na maand en wat blijft er van over, enkel de grote momenten. Ik hoop dat deze fles een groot moment wordt, niet zo zeer omwille van de fles, maar wel omwille van onze ontmoeting, omwille van het feit dat wij het zijn die deze gaan drinken. Wie opent de fles? Ik ben te ontroerd, hoe gek dit ook moge zijn, doe jij het John?’ 


    Hij toonde de fles die klaar stond op de tafel, het etiket was bijna volledig weggesleten, enkel nog leesbaar waren het jaartal 1966 – het was dus 1966 en niet 1956 - en de naam Sauternes, maar de wijn zag puur, de kleur, deze van tussen een sinaasappel en een bananenschil. En het was John die - schijnbaar voor de gelegenheid - zijn eigen kurkentrekker had mee gebracht en met grote zorg en met een onverwacht succes, de fles ontstopte.

    Een plechtig moment en even plechtig het proeven. Het was Ugo, die proeven mocht. De wijn had wel niet meer het volle parfum van de Sauternes, maar de geur, licht nijpend in de neus was er nog. John schonk in en Ugo degusteerde zoals een kenner – al was hij er geen – het zou gedaan hebben. ‘Schitterend, schitterend, perfect voor zijn ouderdom, de kleur is er, de smaak is er, hij heeft zijn karakter behouden, schenk in John, laat ons genieten van de leeftijd.’


    John schonk het glas, een drop meer dan halfvol en ze proefden, rechtstaande, het glas geheven naar het licht van de middag. ‘Die wijn is COS’ zegde John na geproefd te hebben. ‘En COS staat voor excellent wat Color, Odor en Sabor aangaat, kleur, geur en smaak. Het woord dat de pastoors gebruikten om de wijn van de gastheer, een collega, te eren. ‘En’, zegde hij ‘ik denk aan een passage in een boek van Houellebecq waar in een restaurant, een Anthony komt aangelopen zwaaiend met ‘une bouteille d’armagnac Castarède 1905, longue en bouche avec une dernière sensation de vieux cuire’, ik zou dit ook van deze fles kunnen zeggen, dat in de nasmaak de ouderdom herkenbaar is’.


    Wat de anderen beaamden. Ugo had er ook nog kunnen aan toevoegen dat hij bij een Georges Van Damme, in Eeklo, op het einde van een grote maaltijd, de gastheer, een vriend, een cognac van 1885 had geopend die ze gedronken hadden, gelukzalig gezeten voor de open haard; een dronk die was als fluweel in de mond, maar hij zegde het niet. Hij voelde zich goed, oneindig goed, de kamer omhelsde hem, de wijn drong licht door tot zijn geest en hij wist dat dit een moment was, dat Raymet zijn fles duidelijk onderlijnd had, een moment in het leven dat boven vele momenten uitstak.


    ‘Weet je, zegde Ray na nog eens genipt te hebben, ’die wijn heeft nog de smaak van de druif die op de wijnstok was overgebleven. Proef je die niet, de geur van de druif licht beneveld na de eerste vorst?’


    Ze proefden samen en keken naar elkaar: ‘Inderdaad’ zegde John, ‘inderdaad ik smaak de half bevroren druif erin, ook een beetje van een appel die overgebleven is op de boom’.


    Hoeveel dergelijke momenten zijn er in een leven, dacht Ugo en hij wou dit duidelijk maken, maar Ray: ‘Zijn we nu de drie musketiers, nu we samen deze wijn gedronken hebben, zijn we nu ingewijd als vrienden door deze fles van 1966? 


    Ze waren het, vond Ugo. John was zijn gezel geweest van vele tochten in de bergen, telkens vertrekkende van uit Saint-Luc: ‘Weet je John wat ik me, nu vooral, herinner van onze tochten naar de Tounod en de Bella Tola, het zijn de kleine momenten van de picknick, ik zie je nog altijd zitten op een stuk rots, voorzichtig een blikje sardines openend. Vreemd dat ik me meer die momenten herinner dan de brief waarover je het had’.


    ‘juist, in de bergen nam ik altijd sardines mee, maar dat jij je dit detail nog herinnert, verbaast me’.


    Het leven is verbazing. Stel je voor dat ik Ray niet had ontmoet; stel je voor dat ik jou niet had ontmoet toen we als jonge veulens van niets vervaard, de bergen beklommen in de zomer. Ik zeg niet dat dit voorbije bepalend is geweest voor de gang van ons leven, maar dan toch bepalend voor ons samenzijn hier vandaag, op dit sprookjesachtig domein.’


    Sprookjesachtig? Vroeg Ray.


    ‘Ja, voor mij is dit landgoed dat nu van jou is, sprookjesachtig’.

    ‘Merkwaardig, dit is ook wat mijn dochter er over zegt. Telkens ze hier langs komt heeft ze het woord sprookje in de mond, Ze heeft het dan over de torenpoort met het venster en ‘Soeur Ann ne vois-tu rien venir?’


    Het geluid van de vlammen, de stilte van de lege fles met de even lege glazen, de tijd, ce grand sculpteur van Marguerite Yourcenar, of de aarde in haar baan omheen de zon: zij drieën zaten daar, omheen de tafel, vertellend over de kleine en grote dingen van het leven. Ray die voorstelde iets te gaan eten in een klein maar excellent restaurant in de buurt, waar hij hen heen voerde; een conversatie die doorliep en zich centreerde op het einde, op hun herinneringen uit de Valais, want ook Ray kende de Valais - over Akhnaton en Oedipus werd met geen woord gerept - tot ze uit elkaar zijn gegaan, John naar zijn dorp dicht bij Tienen, Ray in zijn sprookjeshuis en hij, Ugo gedoken in zijn geschriften met nog steeds de smaak van de laatste drop Sauternes in de hoek van zijn mond, wakker blijvend tot het laatste woord dat hij te schrijven had..


    Het was een grote dag geweest, een wondere heldere dag die zich niet zo vlug zal sluiten. Hij moest eens de brief, of was het een gedicht, opzoeken die hij aan John had gestuurd, jaren geleden, in de tijd dat er nog brieven geschreven werden. Of, dacht hij, na al wat ik al geschreven heb over het leven en de zin ervan, samenbrengen en onder vorm van een nieuwe brief sturen of mailen aan John en Ray.


    08-10-2018, 06:52 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs