 |
|
 |
|
|
 |
31-07-2013 |
Het wonder van het leven impliceert het wonder van de dood |
Lorsque je disparaîtrai, il ne restera rien. La foi en la résurrection
nest rien dautre que la confiance en la puissance qui nous tient en vie
aujourdhui (Christian de Duve).
Wat
Christian de Duve (Nobelprijs) gezegd heeft is niet weinig :
dat
er van onze zichtbare aanwezigheid niets zal overblijven betwijfelt niemand,
maar als hij het heeft over la
résurrection, de heropstanding dan vertelt hij iets dat opmerkenswaardig
is, namelijk het vertrouwen dat we
hebben in een Kracht of hoe we het ook noemen willen - die ons vandaag in leven houdt.
Dit
betekent dat als we vertrouwen hebben in die Kracht, ook erop mogen vertrouwen
dat deze ons zo maar niet zal laten vallen omdat ons zichtbaar lichaam te
kaduuk is geworden om nog verder te functioneren.
Hierop
vertrouwen betekent geloven in de heropstanding. Niets is hier verkeerd aan is:
je hebt het vertrouwen of je hebt het niet.
Maar
je vertrouwen heeft een reden, namelijk de Kracht die je op de wereld heeft
gezet is vertrouwenswaardig, ze is, noch min noch meer wonderbaar, Zij is het die
het Universum in leven en in beweging houdt.
Deze
blog vindt zijn oorsprong in een artikel uit La Libre Belgique van 4 juni 2013, me gisteren, zondag in de
namiddag, overgemaakt door een vriend, J.v.I. hij heeft het lang bewaard voor mij - het is van de hand van
André Fossion, jésuite théologien. Uit zijn betoog licht ik ik heb er nooit
aan gedacht maar ik volg hem graag - volgende passages:
Quil y ait quelque chose plutôt que rien, que nous soyons ainsi jetés
dans lexistence est un mystère qui ne souffre pas dexplication. De ce point
de vue, la perspective dune résurrection nest pas moins étonnante, nest pas
moins impossible ou incroyable que la vie elle-même, qui nous est donnée
aujourdhui.
En
het is absoluut correct, het leven is een wonder iets. Stel je voor dat er een
opdracht zou uitgeschreven worden om een zaadje te maken waaruit een plant moet
voortkomen die op haar beurt zaad moet voortbrengen. Wie zou deze opdracht ooit
kunnen volbrengen?
Pourquoi moi, avec le corps qui
est le mien, puissance de désir et de relation, serais-je rejeté dans le néant
alors que jen ai été tiré ? Pourquoi la vie physique, une fois
épuisée, ne serait-elle pas relevée de la même manière quelle a été
suscitée.
Die
mogelijkheid, tot een ander leven geroepen te worden, vloeit voort uit het wondere
dat het leven is; het leven dat ons slechts nog sporadisch overkomt als een
groot iets, het verbaast ons niet meer zoals het ons zou moeten (blijven)
verbazen. Het wonder dat het leven is kan ook het wonder zijn dat de dood is.
Er
wordt hier een opening gecreëerd die ons wakker houden moet. En zeg niet dat
dit larie is, dit is maar al te gemakkelijk,
Au nom de quoi, par quel goût de mort, pourrions-nous prétendre, à priori,
que la vie suscitée en nous ne pourrait être ressuscitée à nouveau dans une
nouvelle donation aussi étonnante que la première?
We
hebben een geest om ons vragen te stellen over het leven dat ons overstijgt,
dat we ontleden kunnen in al zijn facetten om telkens uit te komen op die ene
vraag, hoe kan het, hoe is het mogelijk?
En
nu duikt er een nieuwe vraag op: Gezien het wonder van het leven, wat is er van
het wonder van de heropstanding na de dood tot een ander bestaan, totaal
verschillend van ons leven van vandaag?
Met
het antwoord van de schrijver van het artikel, André Fossion:
En tous cas, il serait déraisonnable de nen point garder lespérance.
31-07-2013, 00:05 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-07-2013 |
Dimanche après-midi à la campagne |
Un dimanche après-midi à la campagne
Parce que jai la taille de ce que je vois,
Et non pas la taille de ma stature.
Zondagnamiddag
en
de aarde verder keerde,
zonder
bewegen
alsof
de tijd gebogen was
alsof
de wereld stilte was,
ver
weg geschoven.
We
spraken maar
en
van de wijn
en
van het vele dat we aten,
toen
van schilderijen en hoe
de
tijden waren wat de kunst betrof
van
Hirst tot Koons
tot
De Keyzer en Raveel
en
Patrick Ysebaert vernoemd.
terug
van vele dagen.
We
spraken maar,
we
hadden Proust gelezen,
langzaam
zoals geschreven,
elke
zin hernomen en niet geweten
waar
hij heen wou gaan,
noch
vanwaar gekomen.
De
bomen om het huis,
catalpas
die in bloei nog stonden
als
sneeuw in het gras
ook
meegeluisterd,
al
was er niets dat ons storen kon,
ons
overhoop kon halen
noch
van het deeltje Higgs
dat
het van God zou zijn.
We
spraken maar,
van
Beethoven de kwartetten
opgesomd
en geluisterd in gedachten
hoe
de klanken waren
in
de boeken over hem.
Zo
ontvankelijk we waren,
en
later
tot
van de kaart de laatste woorden
die
we niet verhalen
omdat
ze van het leven waren.
Maar
van het gebeuren in de wereld
was
er niets om over te praten,
omdat
het zondag
laat
in de namiddag was
en
we vrienden waren
en
vele wegen ons bij elkaar
hadden
gebracht tot in Auvers-sur-Oise,
bij
Van Gogh.
We
spraken maar.
En
toen we gingen, de lijsterbes
traag
in vrucht, aan Pasternak gedacht
omdat
het Lara was.
Caeiro
aangehaald door Fernando Pessoa in zijn le livre de lintranquilité,
Christian Bourgeois, éditeur, 1992, traduit par Françoise Laye (vol II, pag 72) :
Jai la taille de ce que je vois.
Chaque fois que je médite cette phrase, avec lattention de tous mes nerfs,
elle me semble toujours davantage destinée à rebâtir astralement lunivers
En
wij eraan toegevoegd :
Wat is de kracht van de mens, gedachten te zaaien,
gezeten onder de bomen, een zondagnamiddag, als de tijd gerokken wordt tot een
niet-tijd en alles mogelijk is omdat zo weinig nodig is onder vrienden van
jaren en omdat de luchten open zijn van geest en vruchtbaarheid
30-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-07-2013 |
Gotisch essay (9) |
Aan George Steiner ontleen ik uit zijn Grammars of Creation (Faber and Faber Ltd,
paperback 2002), p. 14, de zin van Boccaccio uit dezes werk over het Leven van
Dante:
I assert that theology
and poetry can be said to be almost one and the same thing: indeed I say more:
that theology is nothing more than a poem of/on God.
Waar Steiner aan toevoegt that philosophical discourse is a music of thought.
Vreemd kan het lijken een filosofisch betoog
geprojecteerd op een religieuze achtergrond in een poëtische vorm, de wereld in
te sturen.
Een soort webcam te zijn en het panoramisch beeld van wat me bezig houdt te laten verschijnen
op het scherm van mijn blog, in de hoop dat het gedetecteerd wordt door
enkelen. Zoals de zeemansvrouw de webcam opzoekt in vreemde havens waarop de
boot van haar geliefde - deel van haar geest en lichaam binnen vaart, zo wou
ik ook dat mijn webcam-blog zou worden opgezocht.
Ik ben er me ruim van bewust dat ik schrijf over
dingen waar normaal weinig over gesproken of gediscussieerd wordt, maar wat ik
schrijf is deel van mijn zoektocht naar het gans Andere.
Al is het ook zo, dat alhoewel we ons een globaal
beeld kunnen vormen van de Kosmos, we heel wat meer moeite hebben inzicht te krijgen
in de uitgestrektheid ervan en evenmin zicht te hebben op de mysterieuze krachten
die er in aanwezig zijn. Krachten die toegewezen worden aan een antropomorfe God,
ingekaderd met woorden en verhalen en aan wie we vooral zijn ontoegankelijkheid
en zijn zwijgen verwijten, zoals George Steiner in zijn boek Errata.
We vergeten hierbij dat we voorlopig, schijnbaar nog
niet in staat zijn welk teken ook al
was het maar het kiemen van een zaadkorrel - te zien en te vatten als een teken
komende van hem en tevens als het bewijs van zijn bestaan.
En sprekend over die mysterieuze krachten is er nog de schamelheid van het woord om te
zeggen want we wensen te zeggen; Dante, die jarenlang mijn gezel is geweest,
zegt dit, o zo duidelijk in zijn Paradiso,
Canto XXXIII, 121 tot 123:
Oh quanto è corto il
dire e como fioco
Al mio concetto! E
questo, a quel chio vidi,
È tanto, che non basta a
dicer poco.
Oh, hoe kort is het wat
ik te zeggen heb en hoe schamel het beeld dat ik erover heb, zo dat weinig
zeggen niet volstaat.
De schamelheid van mijn woorden draag ik mee over de
ganse lengte van mijn betoog van (1) tot (9), dat ik waag een essay te noemen.
Maar toch blijf ik zijn stilte af tasten, hopende, op gezegende ogenblikken,
even maar, een fractie maar, er in binnen te dringen, een immanentie te
bereiken die een begin is van een doorbraak.
En wat de poëzie aangaat blijven we ons situeren op de
golflengte van Boccaccio, dat al wat waard is geschreven te worden en bewaard
te blijven, een religieuze geladenheid moet kennen of dan toch, op een of
andere wijze, contact moet hebben met de wereld van het sacrale die een
raakvlak heeft met het elitaire.
Het sacrale en het elitaire dat de dingen omsluiert
met een maatstaf in meer, van waaruit, lijk komende uit de brandende
braamstruik, een sprankel van zijn stem te horen is.
29-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-07-2013 |
Eenzaamheid van het woord |
We ontdekken dat we van stof
zijn gemaakt en we blijven deze gedachte bevechten tot we er bijvallen.
is
een zin van Eugen Drewermann die ik haal uit zijn Wort des Heils, Wort der Heiligung, (Patmos Verlag 1989).
Het
is geen bevechten meer omdat in ons de overtuiging leeft dat we allesbehalve
stof zijn, dat we geboren zijn uit de geest en dat we keren zullen naar de
geest.
Omdat
we geloven dat de essentie van wat we zijn, niet meer als stof kan gezien
worden, maar eerder als een bundel energiegolven ingepakt in de energiegolven
van het Universum, en dat we aldus geen geloof meer hechten, dan toch niet
zoals Drewermann, aan vers 3: 19 uit Genesis.
En
we zijn niet alleen. Paul
Nothomb in zijn LHomme immortel, Edition Albin Michel van 1984 vertaalt dit
door: tu as été formé immortel et tu le
reviendras. En Fabre dOlivet, in zijn La
Langue Hébraïque restituée, vertaalt 3 : 19 door : tu retourneras à lélément spirituel,
principe de ton être.
Ge
zijt van stof en tot stof keer je terug, is een te
voor de hand liggende formule, Drewermann had dit kunnen vooropstellen, zoals
elk van ons dit had kunnen doen, een dergelijke zin hoefde geen veropenbaring.
Het is dus maar normaal dat we deze zin bekampen en we meer dan geneigd zijn
Nothomb en Fabre dOlivet meer credit te geven dan de oorspronkelijke vertaler(s)
van 3: 19, naar het Grieks of het Latijn.
Aldus
deze luttele woord-momenten die ik in mij draag en die weinigen zullen lezen.
Op
de plaats waar ik me bevind ten overstaan van de dag van mijn geboorte heb ik
meer dan ooit nood aan een andere visie. Ik weet alleen dat niets statisch is,
dat alles - maar dan ook alles in alles - in beweging is; dat deze beweging
gedragen wordt door de Geest, en wij opgenomen in de Geest en levend in de
Geest, en wellicht dat er niets anders is dan die Geest.
En
deze woorden, geschreven zijnde in de oneindigheid en tijdloosheid van de Geest
weet ik hoe eenzaam ik sta in deze wereld.
28-07-2013, 21:50 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-07-2013 |
Wat nu? |
Ik
overloop in diagonaal al wat ik de laatste dagen geschreven heb. In welke
wereld of in welk landschap bevond ik me eens ik voor mijn klavier zat?
Welk
impact heb ik gehad op de (niet zo talrijke) lezers van die teksten, hebben ze
me gevolgd, waren ze geboeid of heb ik hen verveeld met zaken die hen helemaal
niet interesseerden, zaken die teveel inspanning vroegen, die te ver afwijken
van wat Lanoye schrijft, of Brusselmans, of Mortier, of Gruwez, of wie ook?En
waarom ook zouden ze me lezen, ik ben maar een oude, afgeschreven man, een
totaal vreemde eend, naast een groep Vlaamse literatoren die succes-schrijvers
zijn - maar niet voor mij, ik heb er andere.
Hoe
zou ik mijn dagen hebben doorgebracht ware er niet het voorbeeld van Saramagos
cuaderno niet geweest? Ik weet het
niet, maar ben ik nu rijker met de 1.000 paginas blogs die ik sedertdien moet
geschreven hebben?
Ik
ben er zeker van dat ik die Saramago van toen (2010), niet meer zal gaan
opzoeken. Zo, waarom zou er nog iemand zijn die mijn blogs zou gaan koesteren
en eens gelezen, de moeite zou doen ze te gaan herlezen?
En
toch kent mijn halsstarrigheid geen grenzen, blijf ik schrijven en zet ik mijn
tocht verder, de tijd in, een keuze gun ik me niet, verdien ik trouwens niet.
27-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-07-2013 |
Op de raaklijn van het metafysische (7) |
En
we volgen even nog, George Steiner in zijn Errata:
Comment le Tout Autre
peut-il agir sur nous à fortiori nous donner quelque signe de son existence,
absolument inaccessible?
Alsof
het aan le Tout Autre was om zijn
bestaan te bewijzen, de nous donner
quelque signe de son existence, als het aan ons is om Hem te benaderen, Hem
te vinden en uit te zoeken wie Hij is en wat Hij verlangt van ons.
Noch
de catastrofen ten tijde van de Exodus, noch de stilstaande zon en maan van
Josuah, noch het gebeuren met de schaduwklok van koning Achaz, zijn bewijzen
voor ons, evenmin voor Steiner, maar worden door zijn volk nog immer als
tekenen van zijn bestaan en aanwezig zijn aangekleefd.
Wij
echter zijn ervan overtuigd, zijn ervan doordrongen dat Zijn onvoorstelbaar,
ongelooflijk goed geordend Universum - wij, lichaam en geest inbegrepen - alles
heeft om als een sluitend bewijs te fungeren.
Trouwens
welk meer overtuigend bewijs dat uitgaat van Le Tout Autre zouden wij op heden in staat zijn te lezen, te zien
én te aanvaarden als een nog duidelijker teken van Zijn (of Haar) bestaan?
En
ook wie beelden we ons wel in dat we zijn, nu we amper de mensaap zijn
ontgroeid, opdat we bij machte zouden zijn een vraag te stellen en het antwoord
hierop te begrijpen?
En
attendant God(ot) had ook kunnen luiden God(ot) en attente de nous.
26-07-2013, 00:36 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-07-2013 |
Gotische gedachten (6) |
Wie
of wat in mij zet me aan te schrijven? En in de eerste plaats het schrijven
zelf, waarom schrijf ik en daarbij aansluitend, waarom schrijf ik over wat ik
schrijf?
Die
vraag overvalt me telkens als ik neer ga zitten, de pen in de hand of voor het
open klavier om dan te beginnen, vandaag met de vraag van Leibnitz, waarom is
er niet Niets, en mijn antwoord, er is Iets omdat wij, als mens ervan getuige
zijn. Schrap die getuige en de vraag van Leibnitz wordt nimmer gesteld.
Prigogine
had ook een antwoord op de vraag over het
begin van alle beginnen, een zin waar ik onlangs een blog mee afsloot:
Pour moi, la transition
entre le pré-univers et lunivers, est avant tout un problème de passage du
vide, qui contient déjà des particules en puissance à des particules réelles.
Het
is op die fameuze zevende dag dat deze Big Bang passage plaats vond en,
althans volgens Prigogine, het in wezen reeds bestaande, bestaande werd en, wat
oneindig meer is, nog steeds als het bestaande wordende is.
In
zijn La Langue Hébraïque restituée
uit de XIXde eeuw, vertaalt Fabre dOlivet het allereerste woord van de Bijbel,
Bereshit, door en puissance dêtre (wij vertalen dit
door in den beginne) wat aanleunt bij de visie van Prigogine.
Of deeltjes, in potentie aanwezig, die materie zijn geworden; materie die kosmos is
geworden; en uit deze immensiteit aan Kosmos is de mens opgestaan en simultaan
de geest in de mens, die aldus in potentie reeds aanwezig was in bereshit.
Zo
bestaat het dat in onze geest onvermijdelijk, de nagalm van dit bestaan in
potentie, als een hunker is blijven hangen. Max Horkheimer noemde dit: die Sehnsucht nach den ganz Andere. Of
die fenomenale zin van Sint Augustinus:
Indien
je me niet gevonden had je zou me niet hebben gezocht.
Ware
er die hunker in jou niet geweest je zou nimmer hebben gezocht om te vinden, of
nog, je zou nimmer Stonehenge hebben gebouwd, noch Avebury, je zou nimmer
tweeënnegentig menhirs hebben opgericht in de Almendres, geen tempels hebben
gebouwd, geen moskeeën, noch romaanse kerken, noch gotische kathedralen; er zou
nimmer een Divina Commedia geschreven
zijn en George Steiner zou niet zijn hoofdstuk XI van zijn Errata geschreven hebben, en ga maar verder.
Kunnen
we dan zeggen dat we nimmer die hunker naar het totaal Andere hebben gevoeld?
25-07-2013, 05:54 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-07-2013 |
Landschap |
Van
een bepaalde ouderdom af ben ik beginnen bouwen aan mijn geestelijke wereld. Ik
houd het nu bij het Cosmotheandric
principle van Raymundo Panikkar de drie-eenheid: Kosmos, God en Mens, en
het is (zoveel mogelijk) vanuit deze ingesteldheid en (zoveel mogelijk) binnen
de lijnen ervan dat ik schrijf. Mijn landschap wordt en is aldus gekleurd en
dooraderd met mijn zoektocht naar, en het zoeken is mijn adem om te leven.
Waar
ik vandaag ben aangekomen, heerst er een zeer sobere hoop, vooraleer de stroom
over te steken, zo ver het enigszins nog kan, door te gaan, zelfs al weet ik
dat ik veel verder dan nu niet meer komen zal, omdat mijn tijd heel kort kan
zijn, al kan het ook hoe waag ik het dit te schrijven dat mijn tijd nog
doorlopen zal tot mijn volgende verjaardag en daar aangekomen, hopen dat er nog
geen einde in het zicht is om te verwachten, zoals Hokusai, dat elke dag, elke
maand, elk jaar een nog betere kwaliteit van werk leveren zal.
Zo
ben ik deze morgen om vier uur opgestaan omdat ik ademen wou al schrijvend,
ademend op de flank van de berg die ik elke dag te beklimmen heb, in de luwte
van alle gebeuren, geborgen in mijn schelp, waar ik zoals Shakespeare, een
koninkrijk bezit. De ogen gesloten, de oren gestopt, maar wijd open in het
landschap van de geest.
Of
het zin heeft daar te vertoeven en het uit te bazuinen stel ik soms in vraag,
het wordt me zelfs door een vriend verweten. Met mij leeft hij in de schaduw
van een zware onrechtvaardigheid ons beiden aangedaan, maar mij is het
duidelijk dat ik, in mijn geestelijk leven, waarvan deze blogs het resultaat
zijn, deze schaduwwereld van ons beiden zoveel mogelijk vermijden moet, wil ik
mijn leven leefbaar houden.
Dit
laatste is ook de reden waarom ik schrijven durf dat het landschap van de
realiteit, gekarakteriseerd door het falen van de Europese machtshebbers inclusief
het falen van de Euro (door het wegvallen voor bepaalde landen van de
mogelijkheid tot devaluatie) met alle economische, financiële, sociale, politieke
gevolgen hieraan verbonden niet meer
mijn blijvende aandacht krijgt.
Wat
ik dan wel volg van uit mijn zeer beperkt beeld ervan, is het leven van het
Higgs-deeltje, om redenen die ik al zo dikwijls heb bloot gegeven namelijk
dat ik meen vast te stellen dat mettertijd het voorlopig nog Onzichtbare, meer
en meer zichtbaar worden zal.Het
is duidelijk, dit zijn de zaken die mijn belangstelling voeden en opeisen,
omwille van de onderliggende betekenis die ik eraan geven kan: het zoeken naar
het begin van alle beginnen.
Wat
niet belet evenwel dat ik, zelfs na al die jaren, tot het einde, de schaduwwolk
boven mij zal blijven bestrijden met de middelen die nu toch wel stilaan aan
het uitdoven zijn.
24-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-07-2013 |
Reiger aan de Leie |
Een
hoogvogel
ooit
geschoten heb ik niet,
zal
ik niet:
de
reiger aan de overkant
hij
zegt het me, hij kan het weten,
de
Leie tussen ons.
Alsof
ik hem aaien wilde wacht hij nog,
mijn
oog zijn oog geraakt,
en
mij omzwachteld
met
van de Sfinx de tover:
reiger
zijn of minstens worden,
geen
nood aan woorden meer,
maar
te staan waar ik sta
en
hij er te blijven,
rakelings
de zwaluwen,
een
lange tijd,
terwijl
de vlier zijn bessen rijpt.
Om
er te keren elke morgen
en
niets te zijn dan reiger,
blauw
of wit of roze op de borst,
zelfs
niet op te vliegen,
zelfs
de hals niet reikend,
onovertroffen
stil
te zijn van binnen en van buiten
en
de nachten in te gaan.
Vele
reigers zijn er toch niet meer
tot
op vandaag.
Later
komen er meer.
23-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-07-2013 |
Cosmotheandric (5) |
Even
was er het beeld terug van de boeken, bewegend in hun roerloosheid in de kasten
van de enorme bibliotheek van het klooster van Mafra, maar het blijft nog
zomer. Je bent in de tuin in de schaduw van de bomen. Je hebt een harssmaak op
de tong en zinnen komen en gaan. Het
licht kleeft lijk poeder op planten en bloemen, het kleeft in de hagen. Elk
deeltje ervan is een voortdurende uitwisseling van energie en informatie en je
lichaam neemt er aan deel, al voel of besef je het niet, je geest is er in
opgezogen, zelfs al ben je niet meer dan een waterdruppel in een oceaan van
galaxieën. Om je aldus nogmaals te verliezen in de filosofische rede die je houdt met jezelf, wat
George Steiner noemt a music of thought.
En
a music of thought is het gedicht
dat we er aan toevoegen willen om deze gotische rubriek af te sluiten (dan
toch voorlopig):
Onontwarbaar
verweven
met
de golven energieën
is
ons lichaam, is onze geest,
alsof
er buiten de oneindige massa
golf
en energie niets is
en
niets anders zijn kan.
Dit
leert de kwantum fysica
ons
gereveleerd
niet
in het Hebreeuws,
noch
in het Arabisch,
niet
in het Chinees, noch in het Sanskriet,
maar
dit maal, op het randje af
te
lezen in de wetenschap.
En
als Monod zijn slogan
van
de daken schreeuwt
dat
de mens nu weten zou, alleen te zijn
in limmensité indifférente de lunivers,
waar in hij bij toeval is
opgedoken,
dit
verwerpen we met kracht.
Omdat
er geen Kosmos zijn kan
zonder
dat de mens er is
om
te getuigen,
en
er geen mens kan zijn
zonder
dat de Kosmos is,
en
het Element erbij dat de binding is
om
alles samen uit te komen
in
het cosmotheandric principle,
zo
door Raymundo Panikkar genoemd,
of Kosmos, Theos en Anthropos
in
innigste osmose
tot
één geheel versmolten.
Van
vóór
het begin der tijden
was
dit principe er,
al
was het in potentie.
En
dit moet dan, lijk een Berlijnse muur van woorden, oprijzen vóór het a-sacrale
in de wereld van vandaag, een sonate van gedachten, een poging nader te komen
tot wat in ons is opgesloten en er ons immer toe heeft aangezet, ons af te
vragen wie we zijn, vanwaar we komen en waar we heengaan zullen.
22-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-07-2013 |
De Boeken van Mafra (Gotiek 4) |
Als
ik herinner aan wat de Ecclesiasticus van mijn vorige blog wist te vertellen dan
moet hieruit blijken dat alles reeds gezegd of geschreven is en dat, wat ik elke
dag inbreng als blog, slechts een herhaling is in andere woorden en met andere
accenten, van wat veelvuldig opgeslagen ligt in de bibliotheken van de wereld,
ook in de Bibliotheca do Convento van
Mafra, waarover we na een bezoek José Saramago schreef een roman over het ontstaan en de bouw
ervan een gedicht hebben geschreven en waarbij ook Karl Popper even in onze
gedachten binnen kwam:
Je
weet nimmer wat je weet,
zoals
je nimmer wat je niet weet, weet.
Want
wat je weet is onvolledig
en
wat je nog niet vernam is toch
niet
al wat er te vernemen is.
Zelfs
de veertigduizend boeken
in
de bibliotheca do Convento de Mafra,
in
het Palâcio nacional
bergen
al het weten niet.
En
evenmin de duizendmaal
veertigduizend
boeken
in
alle bibliotheken van de wereld niet.
Want,
zo wist ons Popper te verklaren,
kennis
toegevoegd
stelt
telkens nieuwe vragen.
Zo
is ons meegegeven,
als
in onze genen ingeprent
dat
we blijvend zoeken zullen
om
te achterhalen
wat
niet met woorden is te verhalen.
Misschien,
maar zeker is het niet
kan
kennis een begin van wijsheid wezen
en
wijsheid onze zekerheid,
dit
pas weten we als het te laat zal zijn,
zodat
we blijvend nu riskeren
in
de boeken te verdwalen
die
mettertijd, zoals ook wij,
eens
zullen verschralen.
Boeken
drogen uit, boeken vergelen en wat erin met zorg en overleg werd opgetekend,
bij kaarslicht in de kloostercellen of op zolderkamers onder de lamp gezeten,
of buiten onder de bomen, is een voortzetting, is een verduidelijking, is een
aanvulling van al wat er aan voorafging; is het beeld van de creërende geest in
de mens.
De
geest die onze enige rijkdom is, zonder dewelke een armtierig leven ons
beschoren ware: een woning zonder haard, zonder inhoud, zonder al het geschrevene,
voortvloeiend uit de eerste ademstoot van de geest.
21-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-07-2013 |
Gotiek 3 |
Aldus
wat beelden, door Job of wie hij ook was, uit zijn boek, een roman gelijk,
geschreven bijna drie duizend jaar geleden, vertaald en hervertaald, gedrukt en
hergedrukt, tot bij ons gekomen en gelezen met ontzag, om versregels eruit
verder uit te dragen en te koppelen aan de zaden in de winterwouden die kiemen
zullen zoals de woorden die van Saint-John Perse waren.
Al
wat we schrijven, komt aldus van uit vroegere tijden, heeft een oorsprong en
een oorzaak die buiten ons ligt. We dragen een cultuur die zijn wortels en zijn
voedingsbodem heeft in wat anderen, ver voor ons, hebben doorgegeven, geroerd
als ze waren door het primum mobile,
die allereerste ademstoot die ze binnendringen wilden, die ze omhelzen wilden,
uitklaren wilden omdat ze wisten, niet alleen het gevolg ervan te zijn maar ook
deel ervan.
Wat
door hen omschreven werd in bewoordingen die we nu trachten aan te vullen met
nieuwe gegevens, nieuwe standpunten, al vrezen we dat, zoals de Ecclesiasticus
het waagt te schrijven, en Ernest Renan
het te vertalen wist dat:
Ce qui a été cest ce
qui sera; ce qui est arrivé, arriva encore. Rien de nouveau sous le soleil.
Quand on vous dit de quelque chose : venez voir cest du neuf, nen croyez
rien ; la chose dont il sagit a déjà existée dans les siècles qui nous ont précédés.
20-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-07-2013 |
Gotiek 2 |
Zo, gehecht én aan die ene versregel van
Saint-John Perse die ontstond, zoals hij schrijft:
à langle peut-être dun Jardin Public, ou bien aux grilles effilées
dor de quelque chancellerie,
én
geprangd door Elihoe (van vers 32, 19 uit het Boek van Job), die maar al te
lang had moeten wachten om het woord te krijgen: nu opgetekend in enkele
schamele versregels:
In de humus van de winterwouden
wachten vele zaden
op de juiste sterrenstand
om te gaan kiemen
waar ze neder vielen,.
En gistend in het landschap
van ons bezinnen
dreigen vele zinnen
lijk te jonge wijnen
nieuwe zakken te doen scheuren,
wij bezeten neer te schrijven
wat in ons klaar ligt
om te kiemen, omdat we al
veel verder staan
dan halverwege
en uit het donkere woud getreden
nog wat respijt gekregen,
alvorens, zoals Dante,
de heuvel op te gaan.
Een loutering van woorden
her en der gehaald,
een klonter kosmos uit de lucht
vertaald
en zo wat poëzie verhaald,
een pogen om
zoals de boom zijn zaad het
woord te zaaien
opdat zwellen zou,
is het niet nu,
later dan misschien.
19-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-07-2013 |
Gotiek 1 |
Vooraf:
Tien jaar geleden schreef ik
enkele paginas poëtisch proza, die ik koester, zoals Saramago de woorden
koesterde die hij geschreven had. Ze waren en zijn nog van het beste dat ik
ooit geschreven heb. Ik heb deze herwerkt en herschreven en wil deze woorden nu
een nieuw leven laten beginnen in wat nog rest van de maand juli, onder de
hoofding Gotiek en ik zegde reeds in een voorgaande blog welke inhoud ik
wenste te geven aan het woord Gotiek.
Alles
begint bij het Hooglied van Solomon, wij
lezen er:
Hoe mooi ben je mijn lief,
hoe bevallig en bekoorlijk,
je gestalte is zo slank als een
palm
en ik dacht bij mezelf,
ik klim in die palm en pluk
zijn dadels,
laat je borsten zijn voor mij
als de druiven van de wijnstok,
de geur van je adem als de geur
van ambrozijn
en de kussen van je mond
bedwelmend zijn als zoete wijn.
Of,
in woorden opgeroepen het spiegelbeeld van ons beminnen, schuilend in de oerelementen
van ons mens-zijn, soms openbarstend in duizend maal duizend cellen die zovele
splinters zijn van het grote krachtige
leven in ons en drager zijn van de essentie van de vele geslachten waaruit we
zijn opgestaan: de eigenheid van de ouders geënt op de eigenheid van onze voorouders,
en dit teruggaande tot het begin der tijden.
Een
eigenheid die natrilt in het bloed bij het ontwaken, als het eerste licht
binnenvalt in de kamer en de vroege geluiden van de straat of van de wind in de
bomen, of van de vogels in de hagen of van de regen tegen het raam ons
verrassen met de vraag:
wat is er van de geest in de mens?
En
op andere dagen, het is zomer, je bent in de tuin en je schrijft, de tafel
bezaaid met zaadjes, vrij gekomen uit de dennen boven je, die cirkelend naar
beneden dwarrelen op je hoofd, op je blad. En onvermijdelijk dit vers van Saint-John Perse:
Les graines flottantes
sensevelissent au lieu même de leur atterrissage, il en naîtront des arbres
pour lébénisterie.
Een
versregel die aan de basis ligt van een gedicht ; die ons vertelt over het
wonder dat de natuur is: de kiemkracht aanwezig in het zaad waaruit een plant
ontstaat, een duim hoog eerst die, zo zegt Rupert Sheldrake toch, de golven om
zich heen aftast om te weten hoe verder te groeien, een boom zal worden,
bloeien zal en zaad zal uitstrooien, zijn eeuwigheid, over de wereld, die als
boom zal uitverkoren worden en waaruit door een vaardige hand en een creatieve
geest een meubel zal gesneden worden die de tijd trotseren zal.
En dit beeld gebruikend als metafoor, is uit de kiemende geest van ons, in navolging van de kreet van Elihoe uit het boek van Job, een gedicht ontstaan.
Wordt vervolgd.
18-07-2013, 00:22 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-07-2013 |
Ontstaan van mijn blogs |
Het stramien van mijn gedachten
dat overheerst als ik - los van de wereld - neerzit om mijn blog te schrijven:
Omdat
omheen en doorheen de zichtbare wereld, de onzichtbare wereld zich wentelt en
keert;
omdat
gedachten aandringen om te worden neergeschreven en aldus bewaard te blijven
voor (lang) erna, hopende, hopende - met de zekerheid van Ovidius - dat die
gedachten een voedingsbodem zullen zijn;
omdat
nog zoveel te lezen is, te begrijpen, te verwerken is;
omdat
de geest in ons, ons wakker houdt en hij zich aldus verdiepen en vernieuwen kan;
omdat
het grote mysterie van het bestaan oneindig veel facetten vertoont en de
lichtinval op bepaalde ogenblikken ervan, in goede momenten ons soms overhoop
haalt;
omdat
we denken dat de Grote Levende, onopgemerkt, onverklaarbaar, onvoorstelbaar,
ontegensprekelijk, negenennegentig maal Niet is wie of wat we denken dat Hij
is;
om
al deze redenen, en de redenen die hierbij niet werden aangehaald, deze, mijn gotische blogs; gotisch omdat
gotiek verwijst naar de geest in de mens, verwijst naar het metafysische, naar
het transcendente, naar het hoopgevend lichtende.
17-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-07-2013 |
Manuscript |
Een
manuscript liggen hebben in de schuif, is in Frankrijk een doodgewone zaak als
ik lees in Le Monde van 12 juli dat er heel wat Fransen zijn die schrijven et que 17% dentre eux auraient un manuscrit
dans leurs tiroirs. Dit volgens een sondage van de IFOP (Institut
Français dOpinion publique).
Zo
ik weet nu dat ik niet alleen sta, dat ik een van de velen ben die schrijft of
het nu dagboek is of blog of manuscript, of de drie samen, schrijven is de
boodschap om levend te blijven.
Ik
bewaar het artikel van Rafaële Rivais die het voorbeeld aanhaalt van schrijvers
die hun werken gepubliceerd krijgen onder een elektronische vorm. IK zou ook zo
iets kunnen in gang zetten, maar het afwerken van een manuscript is goed als
men in een toestand verkeert dat men een halve dag kan stil zitten voor zijn
klavier, wat op mijn ouderdom, in tijd, zeer beperkt blijkt.
Maar
de droom, mijn manuscript af te werken, blijft me bezoeken in de dag en houdt me bezig. De droom die me
bezoekt in de nacht is van een andere orde en komt onaangekondigd.
Ondertussen,
schuiven de dagen voorbij, is de zomer zich aan het ledigen en krimpen de
dagen. Ik vrees vandaag de zoveelste herfst die nader komt, al is er nog een
zekere ruimte, ik weet bij ondervinding hoe vlug deze ruimte opgevuld zal
worden. Ik zal die goed moeten gebruiken want de 'herfsten' die ik nog verwachten mag worden raar.
16-07-2013, 04:54 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-07-2013 |
Mahler: Achtste Symfonie |
Ik
ben gaan opzoeken wat ik jaren geleden schreef over de achtste symfonie van
Gustave Mahler, de Symfonie van de Duizenden.
Eens
de idee ontstaan bij Mahler en de idee groeiende, hoe wordt deze uitgewerkt in
tekens die klanken zijn. Componerend noot na noot, instrument op instrument
ingespeeld, maar in welke geestestoestand was hij, toen alle elementen van de
compositie in elkaar werden geschoven, gemengd, gebogen tot één grote, wondere
osmose.
En
daarna eens alles opgetekend, hoe waagt de dirigent het, deze tekens die
ontstonden daar waar Mahler deze is gaan halen gepuurd uit de Kosmos - te interpreteren
en om te zetten in ritme en klanken, alsof hij de maker ervan was.
Een
onvoorstelbare ademtocht van stemmen en van instrumenten, uitgestrooid met
volle hand over de hoofden en gedragen door de betekenis die we geven aan de
woorden van hij die zich bekeerde.
Geloven,
geloven in wie of wat: de Maagd die Moeder werd of de Moeder die Maagd geworden
is, of woorden die reiken tot de goden in een niet te bereiken hemel. Beweging
van klanken komende uit een oerwoud van bomen, massaal, overdonderend tot in de
engte van de huiskamer doorgedrongen.
Dan
de nacht erover, de klanken amper dovend om te blijven hangen, om terug te
komen. De klanken van Mahler in de tonen van het eerste licht, komende van uit
de oergrond van alle tijden en uitzwermend naar de tijden die nog komen.
Gustave
Mahler, de mens die des mensen is en een deeltje God wou zijn en het ook was.
Het godsdeeltje in de mens die Mahler was en gebleven is als al het andere
vergaan is tot stof, of de onsterfelijkheid die hij met zijn muziek omkranst.
Ik
blader in de Mahler uit de
componistenreeks,
en lees wat hij schrijft over zijn 8ste symfonie aan Willem
Mengelberg:
Het
is het grootste wat ik tot nu toe heb gemaakt. Stelt u zich voor dat het
Universum klanken, trillingen voort gaat brengen. Het zijn geen menselijke
stemmen meer maar planeten en zonnen die roteren.
Achteraf mag ik ook schrijven dat
ik het suizen van de planeten, zich slingerend door de ruimte, geïnspireerd
door Mahler, moet gehoord hebben, ik heb aan de oneindigheid van het Universum
gedacht, Mahler wellicht ook.
Dit alles maar wat poëzie
zijnde in prozavorm.
15-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-07-2013 |
Navolging |
Het
gebeurt zelden en dit geldt zeker voor mij - dat je mensen ontmoet met wie je
spreken kunt op een wijze en over onderwerpen die de materialiteit van de dagen
ruim overstijgen. Het biedt je ineens een mogelijkheid te spreken over het boek
dat je leest of de dingen die je bezig houden. Je geest komt los en opent de
geest van de anderen, de geest van zij die denken zoals jij. Maar, en dit is
het verschil met jou, zij hebben geen behoefte tot schrijven.
Het
kan dat hun gedachten dieper gaan dan die van jou, maar hun ideeën staan niet
geformuleerd, niet opgetekend, wat bij jou precies wel het geval is. Zij zijn
stille denkers, jij bent der Einsame im
Herbst, de eenzame, bezeten door het
schrijven. (Hokusai beweerde bezeten te zijn door het tekenen).
Wat
gebeurde er met mij opdat het schrijven een levensnoodzaak zou worden, een
soort ziekte die me afzonderde van de niet-schrijver.
Nochtans
zijn de woorden die ik neerzet geen lang leven beschoren. Ze blijven hangen in
een zeer beperkte kring, ze worden niet uitgedragen al was het maar binnen het
Nederlandse taalgebied, Het deert me echter schijnbaar niet want ik blijf
schrijven, zoals vandaag, al weet ik niet altijd waar ik ga uitkomen.
En
zeggen dat ik destijds Saramago nodig had om deze dagelijkse blogs te
schrijven. Het verschil is dat hij wist dat zijn blogs na een tijd hij
schreef ook niet elke dag - zouden gepubliceerd worden. Wat hij echter niet
wist is dat hij me met zijn nadas van
toen, zoals hij ze noemde, zou inspireren om hem met mijn nadas na te volgen.
14-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-07-2013 |
Vooruitziende |
Ik
leef met de gedachte dat mijn blogs op een bepaalde dag gaan stilvallen bij
gebrek aan materie, lijk de bouw van een kathedraal in de vroege middeleeuwen
dagen- maandelang is stilgevallen bij gebrek aan steenhouwers, fondsen, materialen,
meesterbouwer. In
feite, als ik Richard Dawkins lees was dit niet zo erg want hij vindt onze
kathedralen maar een tijdverspilling, zoals alles wat met religie te maken heeft.
Ik
vrees dat ik mijn blogs ook zal moeten gaan zien als onnodig, overbodig en
on-zinnig. Losse teksten, minuscule
essays over het leven die zich nu aan het opstapelen zijn om daarna lijk een
kaartenhuisje in elkaar te storten, of dan toch, eens ik er niet meer zal zijn,
weg te deemsteren in de plooien van de tijd.
Wat
er van resten zal is een vage herinnering die nog enkele dagen zal meegedragen
worden om daarna te worden opgelost met het verdwijnen van mijn naam in de
reeks bloggen. Ik zou er een verlengstuk kunnen aan maken als ik al mijn blogs,
van bij de aanvang, zou gaan bundelen tot een geheel. Ik zou er drie bundels
van 300 paginas kunnen mee vullen, en dan wat wie zou ze nog ter hand nemen?
Ik
troost me met de gedachte dat dit nu eenmaal zo is en zo blijft. Als ik denk
aan de boeken in de bibliotheek van Mafra waar ik ooit een gedicht over
maakte - die daar ongeopend aan het vergaan zijn tot stof dan is er geen
ontkomen aan en is geen redding mogelijk van al wat er geschreven staat, de
tijd alleen is winnaar.
En
toch wou ik dat er iemand opstond om me te zeggen dat wat ik schreef waarde
heeft en als dusdanig bewaard zou moeten worden, echter als het dan is om
terecht te komen tussen de vele boeken die niet meer ter hand genomen worden
heeft de waarde van mijn woorden geen enkele zin, werden mijn woorden
uitgestrooid lijk kersenbloesems in de lente en was enkel het ontstaan ervan en het neerdwarrelen op de aarde van enige betekenis.
'The rest is silence'.
13-07-2013, 05:45 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-07-2013 |
Nomansland, het Niets? |
Het Niets is een woord dat niet te
betreden is zoals de strook grond van 4 Km op 248Km, tussen Noord- en
Zuid-Korea die sedert mensenheugenis niet meer betreden werd en waar aldus
plant en dier - ondanks de mijnen en springtuigen die er verborgen liggen -
zich vrij ontwikkelden, of zoals de aarde zich zou ontwikkelen eens de mens
verdwenen zou zijn van zijn oppervlakte.
Zou er in die strook dan kunnen
gesproken worden van het Niets dat heersen zou, zelfs als er nog steeds het
leven is, het werk van de natuur, die weet hoe het verder moet omdat de kennis
hoe het moet opgeslagen ligt in cellen en atomen, opgeslagen ook de bestaande
regels van de evolutieleer voor plant en dier. Is dit dan ook het Niets?
Het Universum voortgekomen uit het
Niets of het eeuwige raadsel van alle beginnen, er aan toegevoegd, het moment precies
vóór het beginnen, vóór de Big Bang. Is men er zo zeker van dat er alsdan ook
het Niets was, of, en ik denk dan aan Prigogine, was het Niets dan niet een potentieel Iets, een Universum in potentie. Was dit dan het
Niets?
Het bevreemdende is, dat velen,
gelanceerd door hun gevoelens tegenover de Kerk en dus tegenover die God van de
Kerk, dat het deze gevoelens zijn die hun Niets uitlokken, omdat voor hen
niets is van wat de Kerk hen voorhoudt.
Hoeft er dan niet eens wat verder worden gekeken?
12-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-07-2013 |
New Physics |
Dawkins
lezend denk ik vandaag aan wat José Saramago antwoordde aan de gezagvoerders
van de Kerk die vonden dat hij als atheïst het recht niet had te schrijven noch
over God noch over Jezus Christus, en aan zijn antwoord hierop:
Heb alle
rechten van de wereld om te spreken over God omdat het een probleem is dat de
ganse mensheid aanbelangt.
Wie
zal zeggen dat hij ongelijk heeft, maar het is ook zo dat de idee God, het
kernwoord van de Westerse cultuur, gemuteerd is, en dat de New Physics, een totaal nieuwe visie over God hebben doen ontstaan waarbij
de leer van de Kerk wordt voorbij gestreefd.
Richard
Dawkins die me, met zijn The God
delusion
- delusion stands for a false belief or impression - vergezelde onder het zonnescherm in de tuin,
heeft geen open oog voor deze evolutie die weliswaar nog en suspens is, hij heeft het meer over de reacties die hij
ontmoette in de USA en in Engeland als atheïst onder de gelovigen, maar hij is
geen atheïst à la Saramago die ik eerder zie als een atheïst-nadaist.
Hij
is zoals Einstein zich zelf typeerde: a
deeply religious nonbeliever. This is a somewhat new kind of religion. Wat
in zich reeds een aanloop is naar wat ik noem une religion en suspens.
Saramago
zou zo iets nooit geschreven hebben en zeker niet de bepaling, - of dan toch
een ervan - van wat Einstein religie noemt:
To sense that behind anything that can be experienced there is a
something that our mind cannot grasp and whose beauty and sublimity reaches us
only indirectly and as a feeble reflection, this is religiousness. In this
sense I am religious
En Dawkins die er aan toevoegt:
In this sense I too am religious, with the reservation that cannot
grasp does not have to mean forever ungraspable. But I prefer not to call
myself religious, because it is misleading. It is destructively misleading
because, for the vast majority of people, religion implies supernatural.
Ik ben halfweg zijn boek. Ik denk dat ik het nu even
ga laten rusten en jullie ook.
11-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-07-2013 |
Klimop |
Trage muur
klimop er in gegroeid
vastgehaakt,
de wemelwind en
wij wat,
gewonnen poëzie
die ons open gooit,
openheid die ons bevrijdt,
alsof het voor de
eerste maal het was
dat we het zagen
zoals het gebeurt
vandaag
in vele zaken.
Zo ingesteld we
zijn,
dat we niet meer
kijken kunnen
naar wat zich
afspeelt onder onze ogen:
beweging van het
licht
in schakeringen
van groen
tot in de bomen
als bedenkingen
de dagen ingeschoven,
om te verhalen
wat hier
neergeschreven
dat nog elders niet
gezegd,
met klimop de muur
begroeid
kleur van een romance.
Meer hoeft er
voor kleine dingen
opgedoken niet,
een morgen dat het
zomer is
en niet veel er is
om ons te heugen
omdat het licht
verlangend is,
de dood oneindig
ver nu is.
We denken, laat
het zo
we komen laat
terug op wat gisteren was
toen we dachten:
verlos ons Heer,
we zijn niet veel,
een blanke veder
al op de rug hier van
ons hand,
wachtend op de
wind.
En toch, de dood
een tel als
onbestaande
nu de muur met
klimop is begroeid
en het licht erin ons
begoochelend
met wat van het
leven is.
10-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-07-2013 |
Homo sapiens |
Wat bezielt me om elke dag, zonder onderscheid, een
tekst neer te zetten en door te sturen of die nu gelezen wordt of niet. Het is,
noch min noch meer, ijdelheid en we weten wat de Ecclesiasticus er over kwijt
wil.
En toch ga ik verder, toch is er een drang in mij te
volharden, niet in te slapen voor de TV of met een boek in de hand, maar me te
dwingen mijn geest af te zoeken om toch maar iets te vertellen te hebben. Vandaag, zoals gisteren, zoals vele dagen ervoor, is er maar een onderwerp dat
me bezig houdt, de gedachte aan IETS in meer dat er is of zou zijn, en het is
het naderen van de dood dat alle gebeuren omheen mij minimaliseert en mijn
excuus is.
En dan zeg ik ook, Paul Davies van gisteren parafraserend:
My motivation for writing my
blogs is that I am convinced there is more to the world than meets the eye.
Het weten dat mijn leven een zin heeft: dichter te komen
tot wat achter de dingen schuilt en de
vage idee die opduikt dat ik maar een schakel ben naar de mens die op komst is,
de homo sapiens, sapiens, sapiens, die begrijpen zal en ervan doordrongen zal
zijn dat zijn bouwstenen niet verschillend zijn van al wat leeft en
ogenschijnlijk niet leeft en dat hij niet meer is dan een verzameling van een
massa bouwstenen maar dan wel Higgs-bouwstenen - die schijnbaar, maar dan slechts
tijdelijk, een eenheid vormen en als de ik, die dan meer een wij zal zijn, gecatalogeerd
staan.
In de mate dat die bouwstenen, hem toevertrouwd, misschien
aangevuld met wat hij er heeft aan toegevoegd, onsterfelijk zijn, is
onsterfelijkheid ook zijn deel, het enige dat hij beogen kan.
Om kort te zijn, het is me duidelijk dat de homo
sapiens die we maar zijn, zich onmogelijk kan uitspreken en zelfs het recht
niet heeft zich uit te spreken over het al dan niet bestaan van die of dat
IETS. Hij heeft nog enkele sapiens te wachten.
09-07-2013, 10:27 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-07-2013 |
Het ogenblik van Paul Davies |
Hij neemt Paul Davies God and the new Physics
mee in de tuin. Een zin van Niels Bohr die
hem treft:
Anyone who is not shocked
by quantum theory has not understood it .
Hij zou niet durven beweren dat hij zonder meer begreep welke betekenis
schuil ging achter quantum theory
maar met de suizende bomen over hem voelde hij toch aan dat het een enorm iets
was, dat het zijn perspectief openscheurde, dat er muziek en mystiek in zat,
dat het iets te maken moest hebben met de idee die hij zich trachtte te vormen
over wat in zijn materiële vorm God wel
zou kunnen zijn, alhoewel Hij alsdan niet verschillen zou in kwaliteit, wel
in kwantiteit van de geest van de denkende mens en, zelfs niet in kwaliteit zou
verschillen van de geest aanwezig in de minste van de wezens en de minste van
de dingen.
Hij voelde zich goed, hij vond dat hij een tipje van de donkere zware
sluier had opgelicht, al wist hij wel dat hij nog niet ver stond en dat hij
misschien nimmer verder komen zou dan dit ene tipje, maar het was iets.
En wat meer is, hij wist dat het in de goede richting ging, de richting
van wat hij het liefst omschreef als het Onnoembare.
Dit schrijvend, gezeten midden in de natuur, midden in de energie van de
natuur, de eeuwige geheime stilte van de aarde, in dit ene punt van de wereld,
het punt waar omheen alles draaide en keerde, wat hij begreep als zijnde de
ene, eeuwige beweging van het Alpha naar het Omega.
En als hij het boek sluit en terug opent op de Preface van Davies:
no doubt many of my
colleagues would strongly disagree with the conclusions I attempt to draw. I
respect their opinions. This is simply one mans perception of the
universe ; there are many others. My motivation for writing the
book is that I am convinced there is more to the world than meets the eye.
Dat er meer is dan wat zijn oog kan zien is hem heel duidelijk.
08-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-07-2013 |
Uitvaart |
Je kunt niet het
lot ontlopen
dat in het Boek werd
neergezet,
vóór je geboren
waart,
waarin te lezen
staat
wanneer en hoe je
heen zult gaan
in zomer of in
winter
in stilte of met
grote trom.
Het bouwwerk dat
je bouwde
was op je kunnen
ingesteld,
met hoeken soms
met twijfelkanten
maar toch
nauwkeurig afgerond;
gebeeldhouwd uit
een oude tronk
een gouden doos,
een kast barok
met donkere lak
bestreken.
En ten lange
laatste,
als je uur gekomen
was,
met hysop jij bestoven
en met het puurste
ambrozijn,
en in je paasbest weggeborgen,
onder wierookwolk en
wit
van kaars en orchidee
bedolven,
met vrouw en kind
en vele vrienden,
om je heen.
Je zag het wel, je
wist het wel,
dat van al je
dagen
de honing nu werd
opgevangen,
druppelsgewijze
uit gepuurd,
van hand tot hand
gereikt
met wijwater besprenkeld,
hopende de
eeuwigheid.
Te dikwijls het al
meegemaakt,
gehoord gezegdes
en gezangen,
gebeden of gedaan
alsof,
maar vroeg of laat,
de dag zal komen,
het sluiten
van de kring:
Weemoed van de
tijd
of wat de tijd had
kunnen zijn.
07-07-2013, 10:14 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-07-2013 |
Alsof het een gedicht |
Met wat ga ik mijn
dag verdienen
als het niet met
woorden is,
gekozen en
geschikt,
gestapeld en in de
hand
gehouden en weer los
gelaten,
en gestald
onder de bomen
tussen
blauwe paarden.
En de blauwe
reiger even neergestreken
in de beemden waar
ik was
en ook niet was
omdat ik droomde
er te zijn,
tussen land en
waterlijn
verstrengeld.
Dit omdat het
morgen was
en het eerste
licht ontvankelijk
binnenschoof en
ook zo teder.
Want roerloosheid
mijn deel,
mijn woning en
mijn paradijs in woorden
fuga toen ik er
was
en ook er niet
meer was,
ogenschijnlijk.
Terwijl de dood
een vriend meenam
naar Orion
voorbij de horizon
uitgesponnen
en wij hem houden
wilden
in een
onmetelijkheid van zijn
en een
onmetelijkheid van niet zijn,
beide evenwaardig.
Alsof het een
gedicht kon worden,
een rijk van
woorden.
06-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-07-2013 |
In memoriam Wilfried De Kesel |
My
life is light, waiting for the death wind
Like
a feather on the back of my hand.
T.S.Eliot: A song for Simeon.
Je ontkomt niet
aan wat je niet ontkomen kunt,
gebogen is het hoofd,
gesloten zijn de ogen:
de mond is deemoed
die je is geboden.
En,
de stilte die je draagt
van pijn verlost te zijn
en op te stijgen
uit de lotusbloemen,
lijk een jonge eend
naar Orion toe,
zoals destijds de farao's.
Vriend je waart
en vriend je blijven zult,
het ga je ginds
het ga je ginds heel goed
daar waar je uit zult kijken
wetend dat we volgen.
Ondertussen,
als we hier samenkomen,
vandaag en op andere dagen,
welke plaats zullen we je geven
als het niet een ereplaats zou zijn.
Wij ook die nog even blijven
ontkomen niet
aan wat we niet ontkomen kunnen:
nederigheid
is van vele zaken onze sterkte,
is onze eeuwigheid.
05-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-07-2013 |
De dagen volgen elkaar op |
Mijn blogs volgen
elkaar op maar niet zoals de dagen die uiterlijk maar verschillen in meer of
minder zon, meer of minder regen, meer of minder wind, neen, mijn blogs die elkaar
opvolgen komen uit de diepte van de geest en dragen in zich wat in die diepten
gebeurt én, wat vanuit de diepte naar boven wordt gestuurd heb ik weinig of
geen controle.
Zo gebeurt het dat
ik van de atheïst Richard Dawkins terecht kom bij de godsgelovige abt Suger, een groter tegenstelling kan niet.
Alhoewel ze beiden dit gemeen hebben dat het beiden zoekers zijn die menen
gevonden te hebben wat er te vinden is en dus veel verder staan dan ik. Maar ik
voel er me goed bij, beter dan indien ik zou gevonden hebben en zonder de
minste twijfel, zoals hoger genoemden, mijn dagen verder zou slijten.
Als ik teruggrijp
naar Dawkins en zijn bewijsvoering dat wat de Kerk vertelt te betwijfelen valt,
dan leert hij ons niets nieuws. We weten al lang dat een pregalileaanse
ingesteldheid niet meer van deze tijd is en dat er hoogst nodig een kosmische
ingesteldheid is vereist om tot een nieuwe voedingsbodem te komen van waaruit
een nieuw wereldbeeld met religieuze inslag kan ontstaan dat tevens een
antwoord zou zijn op de naderbij sluipende overheersing door de
fundamentalisten van de Islam.
Dit is een
probleem voor onze Christelijke wereldleiders. Of ze er zullen in slagen zie ik
nog niet gebeuren.
*
En later op de avond, deze tip uit een
film op de televisie : Before you start,
look at the audience and wait till there is no sound left, till you can hear
absolute silence. Then its you who dominates them, and your nerves will be
gone and under control. Youre in command and youll stay in command.
04-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-07-2013 |
De Abt Suger (1080-1151) |
De abt Suger, raadgever van twee koningen, regent, père del la Patrie, zoals Lodewijk de
VIIde hem eens noemde was ook de abt die de bossen afliep op zoek naar 12
grote eiken om zijn abdijkerk te voltooien die het eerste gotische bouwwerk in
Frankrijk zal bouwen, de abt die het gruis van gemalen edelstenen zal laten
verwerken in de glasramen om het licht - dat van God komt, dat God is - te
laten schijnen op zijn gelovigen om deze te verheffen uit de donkerte die hun
geest benevelt.
Hij verwoordt deze idee in een tekst
die hij laat aanbrengen op één van de panelen van de portaaldeur van zijn
vernieuwde abdijkerk in Saint-Denis bij Parijs (vandaag overrompeld door de
Islam, ze hebben hun plaats goed uitgekozen):
Notre esprit enténébré sélève au vrai
par le moyen des choses matérielles. Et, voyant la Lumière, il ressuscite de la chute originelle.
In wat is dan de God van Suger, abt in
het begin van de XIIde eeuw, verwijderd van de kosmische God die opduikt
bij Voltaire in de XVIIIde eeuw, de eeuw van de Verlichting?
En waar staat de Kerk op de dag van
vandaag, hoe slaagt ze er in het dogmatische landschap waar ze al eeuwen in
verstrikt zit te verlaten en in te gaan op het metafysische van de New Physics
om te komen daar waar de Kelt en abt, Suger stond in de vroege middeleeuwen?
Ze zal het broodnodig hebben om het
hoofd te bieden aan de dreiging van de Islam die ons omsingelt langs alle
kanten en van ons racisten maakt. Want
één feit is zeker het zijn niet de gematigden onder de Islam-aanhangers die het
halen zullen, maar de fundamentalisten-geweldenaars onder hen, ook omdat een gematigde
Islam, volgers van de Koran niet bestaat, vandaag toch niet.
03-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-07-2013 |
Genèse van mijn blogs |
Op 20 maart van het jaar 1978
schreef ik was ik het of was hij, Ugo Carl dOorde het? - Karel Lodewijk Mortier,
geboren te Oordegem, een dorpje van Oost-Vlaanderen, op 29 december van het
jaar 1927, zijnde precies één jaar na het overlijden van Rainer Maria Rilke die
begraven ligt aan de voet van het Romaanse kerkje in Rarogne, Valais,
Zwitserland:
Ik verbind me hierbij
tegenover mezelf en tegenover de hemel, elke dag van het jaar en van de jaren
die voor mij zich nog openen zullen, één pagina vol te schrijven met zinnige en
leesbare dingen.
Zij die deze dagboeken ooit
zouden doorbladeren, wil ik nu reeds op het hart drukken dat je geboren bent op
alle plaatsen waar je je ooit bewust bevond, dat je bent van al die plaatsen en
van al die bewuste ogenblikken, dat alles in en over elkaar ligt, het heden
gegroeid uit het voorbije en het
komende gegroeid uit het heden; realiteit en droom zich vermengend, zodat het
geschrevene, de kleur en de smaak heeft van melk in koffie, en koffie in melk, crèmekleurig.
De realiteit niet duidelijk afgelijnd, droom en verbeelding niet wazig-wit, maar
beide gevoileerd.
En een tweede bemerking, even
belangrijk en voortvloeiend uit de eerste, een dagboek begint niet met de
eerste regel van de eerste bladzijde, een dagboek begint met al wat er is aan
voorafgegaan, geschreven of niet geschreven, in gedachten opgeborgen en verder
evoluerend in gedachten, tot de dag dat het geschreven wordt.
Zo begint dit dagboek niet op
deze dag van 20 maart 1978 maar is het al lang geleden begonnen. Om maar te
zeggen dat mijn leven zijn wortels heeft én bij mijn ouders, grootouders en de
vele geslachten ervoor én, onvermijdelijk doorweven is met de stand van
planeten en sterren op het ogenblik van mijn geboorte, dit weet ik, al is er
hierover niets bewezen of kan er niets bewezen worden.
IK ben vandaag vijfendertig
jaar ouder maar nog steeds is mijn geest elke dag, elk bewust ogenblik of elk
moment dat ik geen machine ben - zoekende, en zal hij zoekende blijven. Mijn
dagboek en de blogs die dag aan dag verschijnen zijn er het bewijs van.
02-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-07-2013 |
Richard Dawkins |
R.Dawkins
in zijn The God delusion van 2006,
houdt er een spectrum op na van de menselijke mogelijkheden van geloof in God. It can be presented by the following milestones along the way schrijft hij en we vertalen:
1.
Sterke theïst.
100 % zekerheid van het bestaan van God. Zoals C.G.Jung het zegt: Ik geloof niet,
ik weet.
2.
Zeer hoge
waarschijnlijkheid, maar dichtbij de 100%. De facto theïst. Ik kan het niet
weten met zekerheid, maar ik geloof sterk in het bestaan van God en ik leef
mijn leven in de onderstelling dat Hij bestaat.
3.
Hoger dan
50% maar niet veel hoger. Technisch agnostisch maar in de richting van theïsme.
Ik ben zeer onzeker, maar ik ben geneigd te geloven in God.
4.
Exact 50%. Volledig
onpartijdig agnostisch. Het bestaan van God of zijn niet-bestaan is even
waarschijnlijk.
5.
Lager dan 50
% maar niet veel lager. Technisch agnostisch maar in de richting van atheïsme.
Ik weet niet of God bestaat maar ik ben sceptisch.
6.
Heel lage
waarschijnlijkheid, dichtbij zero. De facto atheïst. Ik kan het niet weten met
zekerheid maar ik denk dat God zeer onwaarschijnlijk is en ik leef mijn leven
alsof hij niet bestaat.
7.
Sterke
atheïst. Ik weet dat er geen God bestaat met dezelfde overtuiging als Jung het weet
dat hij er is.
Ik ben Dawkins dankbaar voor zijn indeling wat het
geloof van de mens in een God betreft. Zijn vertrekpunt is echter dat de geest
ontstaan is uit de materie. Voor mij is de materie ontstaan uit de geest. Op
basis hiervan kan ik ook een spectrum opstellen, ingedeeld in zeven punten en
dan sta ik 100 % bij C.G.Jung, Ik geloof niet, ik weet dat de materie is
ontstaan uit de geest.
01-07-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |