Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    04-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag eenenzestig: Jane (1)


    Hij is beginnen schrijven na het ontbijt, is nu en dan opgestaan om wat houtblokken op het vuur te leggen en een glas water te drinken, het is vroeg in de namiddag als hij stopt om iets te gaan eten in de keuken en er gebeld wordt. Hij is ongewassen, ongeschoren, ongekamd, hij is zoals hij is opgestaan en zich in de gauwte heeft aangekleed. Hij aarzelt om de deur te openen. Wie kan het zijn, niet de postbode, niet iemand die hij verwacht, Ray misschien?


    Hij opent de deur, Jane staat voor hem met een boek in de hand. Ze is verwonderd hem te zien zoals hij er staat: ‘Ugo, excuseer me, Ik wou je dit boek van Bergher brengen’, zegde ze, ‘een boek dat je lezen moet.’ Hij ook wil zich verontschuldigen: ‘ik ben opgestaan en ben beginnen schrijven’, zegde hij.


    ‘Tot nu’, vroeg ze.


    ‘Ja, het was vroeg vanmorgen, heb iets gegeten en ben onmiddellijk begonnen, ik heb uitgemaakt dat ik het dubbele schrijven moet, dat ik het anders niet haal, maar kom binnen.‘


    ‘Neen, zegde ze, neen, ik wil je niet storen’, maar hij dringt aan. Ze komt binnen en zet zich voor hem neer aan de tafel: zijn dagboek open, zijn pen met inktpot erbij en boeken, Capra, Hindu Scriptures, ‘Le besoin d’écrire’. Hij wist dat ze alles in een oogwenk had opgemerkt.


    ‘Mag ik weten waarover je geschreven hebt deze morgen’?

    ‘Over heel wat, ook over een vriend die gestorven is.’

    ‘O, een vriend die ging, een vriend van hier?’. 

    ‘Neen, een vriend van een andere categorie vrienden, een vriend uit de Valais, uit Grimentz’.

    ‘En je hebt over hem geschreven vanmorgen?’ 

    ‘Ja, hij werd deze morgen begraven in Sierre’. 

    ‘En je was er niet en dit deed je schrijven over hem’.


    ‘Precies’, zegde hij ‘precies, omwille van het feit dat ik er niet was, ware ik er geweest ik zou er andere woorden voor gebruikt hebben, misschien er zelfs niets over gezegd hebben.’


    Ze zat voor hem, het licht in haar blonde krulharen, haar ogen groot met een donkere glans, die hij niet lezen kon, niet wist waarom ze daar zo stil zat, een dame, in een lichte wolk van een parfum dat hij niet kende, met een boek waarvan hij dacht dat het een voorwendsel kon zijn om hem te zien.


    Ze zag de vraag: ‘Raoul is gaan bridgen, hij zit ‘chez les Nobles’ in Gent op de Kouter’, zegde ze.


    Ugo voelde zich ongemakkelijk, ongeschoren, onverzorgd zoals hij daar zat. ‘Alles is in de vlucht geschreven,' zegde hij, ik wou het nu overnemen op mijn pc, wat overeen komt met een herlezen van mijn teksten. Het vraagt wel meer tijd maar mijn teksten zijn steviger hierdoor en beter opgebouwd.’


    Zegde ze: ‘Je wilt het me niet voorlezen om te weten hoe het klinkt in de oren van een toekomstige lezeres?


    ‘Ik ben niet gewoon pas geschreven teksten voor te lezen, ik wil wel omdat jij het bent, maar mijn geschrift leest niet gemakkelijk, ik zal me beperken tot een paar passages. Het gaat over het sterven van mijn vriend, Fernand.’


    Hij zoekt in zijn dagboek naar wat hij lezen wil voor haar. Er is een licht beven in zijn hand als hij de pagina’s keert. En hij leest na enige aarzeling:


    ‘Het is weer gaan sneeuwen’ begint hij - in feite sneeuwde het misschien niet, maar ik vond het passend dat het sneeuwde - en hij las door tot hij aankwam bij waar er stond dat zijn dood ook die van hem was, zoals Donne dit verwoordde – het komt uit ‘For whom the bell tolls’ zegde hij – en eindigde met de Latijnse woorden van de priester.


    ‘Ontroerend’ zegde ze ‘je vriend Fernand, zal gelukkig zijn te horen op welke wijze je op zijn begrafenis aanwezig was. Ugo, ben je gelovig, geloof je dat er nog iets is na de dood?’


    ‘Ik geloof het, ja, van al wat er te begrijpen valt is het, het enige en het aller belangrijkste waarin ik geloof, al het overige, over God, over ons ontstaan en de reden van ons bestaan hier, zijn gissingen die ons kunnen helpen, maar ik geloof in mijn eeuwig zijn.’


    Ze keek hem aan: ‘Ray gelooft in niets, gelooft enkel in zijn ‘trois sans atout’, als hij er de kaarten voor heeft. Er is een groot verschil met jou.’


    ‘Inderdaad, maar ik heb ook een tijd gekend dat ik in die ‘trois sans atout’ geloofde. Culbertson was mijn bridge goeroe. Verder ben ik niet geraakt en op een gegeven ogenblik in mijn leven, heb ik andere literatuur opgezocht.


    ‘Zo ken ik je wel’. Weet je, ik heb veel aan jou gedacht, en aan je boek, ik vroeg me af wat je wenste te bewijzen met je boek.’


    ‘Bewijzen? Niet zo veel, mijn boek zal eerder een getuigenis zijn tot waar onze beschaving ons, en zeker mij, gebracht heeft. Ik vrees de toekomst. Er is een beweging van binnen in ons op gang gekomen die niet meer tegen te houden is; een neiging om al het spirituele te negeren,  te nekken zelfs. Dit is wat ik meen vast te stellen, dit is mijn wijze van de dingen te zien, maar ik sta niet alleen. Het is een beweging die tegengesteld is aan wat onze beschaving altijd heeft gekenmerkt. Een andere mentaliteit is opgestaan, we zijn een ander volk aan het worden.  En dan is er nog een ander soort volk opgedoken dat voortdurend flirt met God en met de dood in plaats van met het leven. En wat erger is, een soort dat de vrijheid van opinie onderwerpt aan de ingebeelde wetten van hun God. Zo, terwijl het nog kan wil ik, al was het maar voor mijn kleinkinderen - het zijn zij die het meeste gevaar lopen - gezegd hebben hoe ik leefde en hoe ik dacht over die God van mij.  Weet  je, Jane, veel meer zal mijn boek niet zijn dan een getuigenis van wat beschaving voor mij betekent.’


    ‘Het wordt dus een diepgaand boek. Zit er dan geen verhaal in?’


    ‘Jawel, een verhaal is noodzakelijk, maar is niet mijn hoofdbekommernis. Ik schrijf, om te beginnen over wie ik denk God zou ‘kunnen’ zijn, en er zijn er weinige die hier over schrijven durven, maar ik draag ook in mij de noodzaak, de behoefte tot schrijven. Hoe ik eindigen zal hangt af van de gebeurtenissen. Mijn vrouw was verliefd op Dokter Zhivago, het was het boek dat ze las en herlas, het eindigt met de dood van Zhivago en met de verdwijning van Lara, maar dit was voor haar niet het einde van het boek, ze bleef maar zeggen dat het geen goed einde was dat ze elkaar hadden moeten terugvinden en ik dacht dat ze het boek herlas om misschien te komen tot een einde dat haar beter passen zou. Ze is zich blijven vragen stellen over Lara en haar dochter. En als ik er iets heel bijzonder aan toevoegen mag, enkel de Bijbel is vandaag een boek dat af is voor mij. Dicht en af. Er is een Russisch-Amerikaanse Jood geweest die voor mij, van de Bijbel een historisch boek heeft gemaakt en ik heb geleerd ermee te leven, het is ‘het’ boek - ik bedoel het Oude Testament - over de geschiedenis van een volk dat zich uitverkoren waande en nog steeds als uitverkoren in de wereld staat. Uiteindelijk, als ik kijk naar het aantal Nobelprijswinnaars dat ze hebben gekend, het aantal schrijvers, componisten, solisten, dan heb ik de neiging het te gaan geloven; het is een volk dat gericht is op de geest. Ze denken het volk te zijn van de archaïsche God die wij ook gekend hebben ten tijde van kruisvaart, pest en cholera, maar ze zijn niet zo bloeddorstig als degenen die hier met hun God aan het binnensijpelen zijn.’

    ‘Is dit je vrees, is die niet al te voorbarig? Denk je niet dat er onder de nieuwkomers, heel wat zijn die zich maar al te graag aanpassen zullen à nos us et coutumes


    …/...


    04-11-2018, 05:53 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag zestig: Sneeuw


     

    In zijn ‘Act of Creation’*, vergast Arthur Koestler zijn lezers op wat hij noemt, ‘a famous brain-teaser’, een hersenpijniger. Bij het krieken van de dag begeeft een monnik zich op weg, langs een pad dat amper twee voet breed is, naar een boeddhisten-klooster, gelegen op de top van een berg. Onderweg stopt hij om iets te eten en te drinken en komt ‘s avonds aan. Na een paar dagen gevast en gemediteerd te hebben vat hij, bij dageraad, de terugweg aan. Ook nu stopt hij even om wat te eten en te drinken. Natuurlijk verloopt de afdaling vlugger dan de beklimming. Bewijs, zegt Koestler dat er een plaats is op het pad waar de monnik zich precies bevond, op hetzelfde ogenblik van de dag, als een paar dagen ervoor toen hij de beklimming deed.


    Koestler’s oplossing is visueel te vinden: we ontdubbelen de monnik in een die de berg beklimt en een andere die tezelfdertijd de berg afdaalt. Het is duidelijk dat ze elkaar zullen ontmoeten op een punt op het pad daar waar het verleden van de monnik precies zal samenvallen met zijn heden.


    Deze aanwezigheid, precies op de juiste plaats en op hetzelfde ogenblik in de dag, is geen toevalligheid, maar een gebeurtenis die we nemen als toevallig, terwijl we deze helemaal niet konden ontlopen.


    In dit verband kan hij niet nalaten zich de vraag te stellen over welke vrijheid van handelen we eigenlijk wel beschikken of menen te beschikken en of uiteindelijk Rupert Sheldrake wel volledig in het ongewisse is als hij waagt voorop te stellen dat het misschien de toekomst is die het heden bepaalt en dat het aldus, het komende is dat onze daden of beslissingen van het heden in handen houdt.


    Want, denkt hij, als we evolueren naar het Omega-punt, zoals hij leerde van Teilhard de Chardin, wat hij gelooft - anders ziet hij niet in waar de evolutie ons zou kunnen brengen - dan is die gewaagde, maar niet bewezen stellingname van Sheldrake niet zomaar een doos lucht, zelfs al hoorde hij iemand op de BBC verklaren dat Sheldrakes boeken zouden moeten verbrand worden.


    Zo wat is er van de waarheid? De inhoud van de enige encycliek tussen zijn boeken, de ‘Veritatis Splendor’ Encycliek (1993), lag nog altijd zuur op zijn maag. Hij kon er niet overheen dat de paus hierin verkondigde dat de teksten van Bijbel, Evangeliën en Paulus, genomen moesten worden als een schittering van waarheid, waaraan geen jota te wijzigen viel. Hij kon dit onmogelijk aanvaarden en hierin stond Gérard Bodifée hem bij, die in een dun boekje,: ‘In Beginsel’ het perfect antwoord hierop formuleerde:


    ‘Dragen niet alle overtuigingen die opkwamen in de geest van geïnspireerde mensen iets waars in zich, en zijn ze niet alle leugenachtig wanneer ze pretenderen een absolute waarheid te bevatten?’


    Ettelijke malen ook had hij zich de vraag gesteld hoe de Evangeliën eigenlijk wel waren ontstaan. Ze waren geschreven in het Grieks, dus niet in het Aramees, noch vertalingen hieruit, wellicht geschreven door grote schrijvers of dan toch schrijvers die wel kennis hadden van de overleveringen uit het leven van Jezus maar daarenboven vertrouwd waren met de literatuur van hun tijd, en zeker deze van Sophocles, Plato, Aristoteles, Echyles en anderen. En het kan onmogelijk anders dan dat ze hun beschouwingen over Jezus in dit licht geschreven hebben, verheerlijkend en dramatiserend. Het enige waarin ze afgeweken zijn is dat ze eindigden op een uiterst positief vlak, de verrijzenis. Maar of die biografie die ze schreven letterlijk de woorden en de daden van Jezus weergaven valt te betwijfelen. Zij waren maar de auteurs zoals er zovele ronddwalen die begaan zijn met de biografie van een of andere beroemde persoon.

    In dit verband zijn ook zijn woorden die hij schrijft autobiografisch, ze handelen ook over de persoon die hij is en was, maar ruimschoots meer over de persoon die hij had kunnen zijn.

     

    *

     

    Het is weer gaan sneeuwen. De vlokken, een geruisloze wriemelende massa die lijk een grijs veld het leven scheidt van de dood. Hij staat voor het venster. Hij weet dat op dit ogenblik in een stadje in de Valais een vriend begraven wordt. Hij is in gedachten tussen de zwijgende menigte over wie de doodsklok luidt, opstijgend uit de Rhonevallei, over de huizen, over de wijngaarden tot de witte lijn van de bergen.


    Het lichaam dat hij weet liggen in de kist. Het gezicht dat hij, jaar na jaar, heeft zien ouder worden, ineengekrompen. Hij hoort nog zijn woorden toen hij vertelde, hoe hij als jonge knaap, samen met zijn broer, Sylvain, in korte broek, van uit het dorp naar zijn vader toe klom, die ‘gardien’ was van de cabane de Moiry, meer dan 2.800m. hoog en ze verrast werden op het meest kritieke punt van hun beklimming door een ongewoon hevige sneeuwstorm. Hij hoort nog zijn filosofie over leven en sterven, over het harde brood dat ze aten gedrenkt in melk, soms in wijn – er werd maar enkele malen per jaar brood gebakken in het dorp - hij kent nog de echo van zijn stem en de fonkeling van de wijn in het glas dat hij hoog hield. Hij is de tweede vriend uit de Valais die gaat, die meer dan herinnering wordt. De band leven wordt smaller en smaller; de cirkel die zich sluit. Wie van hen die overblijven, zal de volgende zijn?


    Hij weet dat dit ook zijn begrafenis is; dat er ook een deel van hem in de kist ligt dat bedolven zal worden door de donkere aarde en hij weet dat het ook voor hem is dat de doodsklok luidt. Hoe zegde Donne het weer?


    Hij had dus moeten aanwezig zijn om de woorden te horen van de priester, de enige woorden die hij nog bidden kan: Requiem aeternam dona eis, Domine : et lux perpetua luceat eis. En dat hij weer moge opgenomen worden in het grote licht waar hij is uit ontstaan.


     


    Hij staat voor het venster. De cirkel in het gras die hij vanmorgen had vrijgemaakt om wat kruimels te strooien is dicht gesneeuwd; maar pimpelmeesjes hangen tegen de zakjes zaad in de jonge dennen, en de dofheid zwelt in hem.


    Zo laat het sneeuwen nu, laat de wereld dicht sneeuwen, laat huis en tuin opgezogen worden door de sneeuw, en neergezet ergens, ergens. Het is op de uitvaart dat hij had moeten zijn om de woorden te horen en hem te volgen op zijn laatste tocht naar het graf onder de bomen waar een andere vriend begraven ligt. Om daarna, samen met hen die nog overblijven een glas Ermitage te drinken en twee glazen meer te vullen die niet meer gedronken zullen worden.


    Hij had daar moeten zijn om de lucht te voelen en de bergen te ruiken en te zien hoe krachtig het licht is over de sneeuw. Pas dan zou hij afscheid hebben genomen. Zo laat het sneeuwen, laat alles bedolven worden, ook de pijn om de vriend die nu herinnering is.


    Hij denkt aan het oerbeeld dat het ‘nu’ is, het levende nu, uitgerekt tot in het eeuwige, versplinterd en doorgegeven zoals het geschreven staat in de Bhagavad Gita:


    Never have I not been, never have you not been, and never have these princes of men not been, and never shall the time come when all of us shall not still be. As the tenant soul goes through childhood and manhood and old age in this body, so does it pass to other bodies**.


    Of, denkt hij, zoals de ziel die we in pacht kregen, in ons lichaam overgaat van onze kindsheid, naar onze volwassenheid en naar onze late jaren, zo gaat ze over op andere lichamen.


    En hii begrijpt dat het deeltje geest dat we als mens in pacht hebben gekregen, onsterfelijk is en overgedragen wordt van leven op leven en, ‘altijd ben ik geweest en altijd zal ik zijn’. 


     

      *Arthur Koestler :’The Act of Creation’,  Pam Books Ltd , 1969: pag. 184.

      **Bhagavad Gita : ‘A Book of Hindu Scriptures in the form of a dialogue between Prince Arguna and the God Krishna”; The Peter Pauper Press, Mount Vernon - New York 1959, pag. 13.

     


    03-11-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag negenenvijftig: Boeken

     


     

    Hij loopt het huis uit, hij loopt het huis in, de tuin welft over hem, de bomen, de luchten, de stilte als hij in de kamer zit, starend in de vlammen van de haard: de boeken naast hem tegen de muur. Het zijn zij die hem recht houden, die een belangrijk deel van zijn leven zijn - dan toch, geworden zijn. Enkele dagen geleden las hij bij Fritjof Capra dat alles een ‘interconnected network of events’ is, wat betekenen moet dat ook de mens in dit netwerk verweven ligt – schreef hij dit nog niet? - en er door beïnvloed wordt. Al hebben we hierover niet de minste notie, toch wijst heel wat in deze richting en wordt ons leven geregeld door de samengevoegde impact van alle gebeurtenissen die ons van ver of van dichtbij raken, en deze terugblik is nog onvolledig want we gaan allen terug tot het fameuze mirakel-ogenblik van precies juist vóór de Big Bang, toen de tijd nog de tijd van het Woord was.


    Hoe mag hij interpreteren wat hij las in een boekje dat hij kocht aan zee met de lokkende titel: ‘Le besoin d’écrire’* van Roger Vrigny, over de behoefte, niet die van het lezen zoals Proust hem leerde, maar deze die van het schrijven is:


    ‘Mais un roman n’est pas une histoire. Il ressemble plutôt à un voyage dont on devine la destination, sans en connaître l’itinéraire. Le tout est de partir, de faire le premier pas. Celui qui donnera la cadence ou la couleur ou l’esprit du voyage’. Een roman is geen verhaal. Hij lijkt meer op een tocht waarvan men de bestemming vermoedt zonder de weg ervan te kennen. Het komt er op aan te vertrekken, de eerste stap te zetten. De stap die het ritme zal aangeven of de kleur of de geest waarin de reis gebeuren zal.


    Is dit geen geruststelling voor hem, voldoende om vertrouwen te hebben in de goede afloop van wat hij op een punt, diep in zijn jaren, begonnen is zonder vooropgesteld plan?


    De bejaarde dame – hij is nu bijna even oud als zij toen was - van wie hij destijds in die grote augustusmaand de chalet in de Valais had gehuurd, had hem eens gevraagd welke boeken hij wel las. Hij had haar (gelukkig) geantwoord, alle boeken behalve romans. ‘C’est bien’, had ze toen gezegd, ‘la vie est déjà assez roman comme ça’. Het leven is al roman genoeg. Ze parafraseerde misschien Céline die iets in die aard had geschreven; Céline die het had over verhalen zoals er voldoende zijn ‘dans les alcôves, les prétoires, les commissariats’, in de slaapkamers, rechtbanken, commissariaten.  


    Als hij terugblikt, is zijn leven, naast de daden die hij stelde of niet stelde of niet had moeten stellen, vooral in essentie een aaneenschakeling geweest van boeken waarin hij voedsel vond om geestelijk te bestaan. En hij was gelukkig als het boek of het artikel voor hem een springplank betekende naar een andere idee of een ander boek. Maar, daarenboven, en hij weet dit maar al te goed, is hij ook van het dagelijkse klein gebeuren waarvan hij nooit weet wat het hem brengen zal.


    Hij rijdt die morgen weg in de dwarrelende sneeuw die neervalt over de aarde. Hij komt in de straten van de stad waar hij zich in een andere wereld voelt. Hij is binnen in de warmte van boeken, hoog opgestapeld die zien hoe hij binnenkomt, de sneeuw in zijn grijzende haren maar de gedachten nog ergens bij wat hij thuis had neergeschreven. Een boek roept hem, een zwarte kaft met gouden letters en de prachtigste titel die hij verhopen kan: ‘Belonging to the Universe, a new Thinking about God and Nature’**. Met er onder de naam van Fritjof Capra en twee andere namen die hij niet kent, maar die hij niet nodig heeft te kennen om het boek te betalen aan de blonde dame die hem zal blijven bekoren, al was het maar omdat de pianomuziek, als hij het haar vraagt – zijn ogen een fractie in die van haar - een sonate van Cimarosa is. En terwijl hij nog even wachtte: hij staande voor haar, haar hand die hem het boek aanreikte en hij denkend aan een passage uit het dagboek van Kafka.

    Hij rijdt terug naar zijn dorp. Het sneeuwen heeft opgehouden en het boek wacht naast hem. Thuis kan hij niet nalaten er even in te bladeren terwijl hij rechtstaande een glas wijn drinkt en de lunch die hij haalde, opwarmt in de microgolf. Hij leest, maar niet tot zijn verbazing:


    ‘What we find in our Bibles preceding the book of Exodus is actually a reflexion on the exodus experience, even the story of creation is told in the light of Israels great liberation.’


    De idee uit ‘Belonging to the Universe’, bevestigt wat hij lange tijd geleden had ontdekt, namelijk dat de Exodus centraal staat in de Bijbel en dat er zonder dit gebeuren misschien geen Bijbel en ook geen Bijbels volk zou geweest zijn of zich toch niet in een zelfde mate zou geconfirmeerd hebben.


    Maar was het ook geen vreemd iets geweest dat hij deze zin ontdekte, op het ogenblik dat hij over dit Exodus-verhaal, deze morgen aan de ontbijttafel aan het lezen was geweest en gedacht had er iets over te schrijven?


    Hij had zich toen ineens gelukkig gevoeld en had gedacht aan Hugo Claus, hoe deze zich voelde na een goed gedicht te hebben geschreven. Hij ook voelde dat hij buiten moest, maar het sneeuwde. Sneeuwde het opdat hij de wagen zou nemen en wegrijden naar de stad; sneeuwde het opdat hij het boek van Capra en Co, vinden en kopen zou?


    Wie beslist hierover, was hij het wel of was het iemand buiten hem die hem gadesloeg en greep had, niet enkel op zijn woorden en gedachten, maar via deze, ook op zijn daden? Waren er dan toch boeken, zoals de man in de koffiebar hem vertelde, boeken die hun lezers opzochten en alle macht bezaten om hun doel te bereiken?


    Zo, wat is er van wat we toeval noemen: zijn er voorvallen die niet ‘toevallig’ zijn maar opgedrongen worden opdat dit of dat eruit volgen zou?


         

     

    *Roger Vrigny: ‘Le besoin d’écrire’, Edition Bernard Grasset, Paris, 1990, pag. 86 

    **Fritjof Capra and David Steindl-Rast, with Thomas Matus :  'Belonging to the Universe - New Thinking about God and Nature'      Penguin Books 1992, pag. 182.

     


     


    02-11-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag achtenvijftig: Hoe worden we wie we zijn?



    En de plaats van toen is gebleven. Hij stond er, nog niet zo lang geleden. Zelfs al heeft de inprenting van hun lichamen in de warme welige aarde zich sinds lang al geëffend, zelfs al hebben mossen zich vermenigvuldigd en al waren de mieren erover, de spinnen, de bijen, de bosduiven, de sijsjes, zelfs al is het bos thans dichtgegroeid en zijn alle sporen uitgewist, in hem is die plaats gebleven, de plaats waar hun lichaam was, onherroepelijk gebleven, verweven met al het andere, maar nu lijk een messteek deze morgen, een helderheid in zijn geest, er torenhoog boven uit. Hij schrijvend, de beelden oproepend, omkaderend, verinnigend wat kon geweest zijn en nu omgezet in woorden. En wat ooit was, herbeleefd in woorden, leeggehaald in woorden. Het ogenblik van toen nu brandend lijk een toorts in de nacht.


    De eenzaamheid die zwellen gaat. Het oude gebeuren dooraderd door wat erna kwam, gespreid over de jaren: de vrouw die hij huwde en de moeder van zijn kinderen werd, zij die hij ontmoette op het Eliot-ogenblik en, een beeld dat hem nu niet loslaat, zij met wie hij afdaalde in een oase van licht en ruimte, van sneeuw en ijs, over de gletsjer naar Zinal toe, op een dag van licht dat hij opnieuw ontvankelijk was.


    Betekenisloos was het te hopen, dat met het verbranden van alle geschriften ook de pijnen die hij bracht zouden verdwenen zijn, al waren er ook vreugdes geweest en hoopvol verwachten. Maar openingen geslagen sluiten zich zelden volledig. Je hebt altijd wel een takje mimosa dat je terugvindt in een oud boek of een vergeeld blad met een gedicht dat je van buiten kent. Je houdt wel een boek met een naam erin of een postkaart met de afbeelding van Akhnaton, of een jonge lijsterbes die je meenam uit het bos en die je te dicht bij het huis, onder het venster van je slaapkamer hebt geplant. Zo bewaren we, om nooit te vergeten, een teken van elk gebeuren dat een belangrijk punt was in ons leven, om dan achteraf de betekenis misschien dan toch te vergeten. En dan ook weet je nimmer hoe eenzaam je zult zijn des avonds in het te grote bed, denkend aan wat had kunnen zijn.


    En meer dan ooit kan hij aanvaarden dat het de schijn heeft dat het de toekomst is die het heden bepaalt en dat onze vrijheid van handelen slechts ogenschijnlijk is omdat elke handeling in feite verlopen is in functie van het komende, dat keer op keer het nu wordt en het enkel het nu-ogenblik is dat van deze aarde is.


    En denkt hij, moet ik niet geloven dat mijn schrijven dag na dag een daad is die niet ik me heb opgelegd maar iets of iemand buiten mij die toekijkt, opdat uiteindelijk, uit dit alles zou ontstaan wat thans, o zo tergend traag, gestalte krijgt en inhoud?


    Uit een korte slaap komt hij terug. De wind zucht in de haard. Hij realiseert zich dat hij oud geworden is, dat zijn jeugd geleefd is. Hij realiseert zich hoe het kan dat onder een bepaalde impuls komende van waar ook, zijn innerlijk leven gestoord kan worden.


    Dat dit regelmatig voorvalt, is een zekerheid maar dat hij het dan gaat uitschrijven is iets dat hem overstijgt, zodat hij zich achteraf moet afvragen wie de beslissing nam, hijzelf of de omstandigheden, waarin hij zich op dat ogenblik bevond.


    Hij denkt terug aan zijn autodafé van een tijd terug, die zelfverbranding van bijna alle bladen tekst uit zijn schuiven. Wat een stupide beslissing, verbranden wat hij met zoveel toewijding had bewaard, al die kleine geschreven stukjes tekst. Een uur ervoor, een minuut ervoor, had hij er zelfs nog niet aan gedacht. Hij had zo maar zijn lade opengetrokken en er alles uit gehaald en in een ogenblik van verdwazing, in een opwelling alsof hij zich straffen wilde voor het leven dat hij gekend had, en enkele ogenblikken later was alles verbrand alsof hij zich zelf offeren wou op de brandstapel.


    In feite is ons leven, om te beginnen, volledig geconditioneerd geweest door het ogenblik van de bevruchting. Hadden zijn ouders drie dagen later de liefde bedreven dan ware hij geboren in een ander jaar, dan had hij zijn militaire dienst gedaan een jaar later, dan had hij niet ontmoet wie hij nu heeft ontmoet, en zo voort, zodat we uiteindelijk moeten aanvaarden dat ons leven bepaald werd, eeuwen, duizend jaren ervoor en dat we het leven kregen dat ons wachtte en geen ander.


    01-11-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag zevenenvijftig: De tentakels van wat was.


     

    Er is een verwevenheid, een interconnectedness die verbaast. De kosmos is een onoverzichtelijk web van gebeurtenissen. Hij kan deze zien in hun globaliteit en zeggen dat alles vervlochten is met alles; hij kan deze zien gecentreerd op de mens en zeggen dat hij geprangd zit in de mazen van dit web en dat de draden ervan, gesponnen zijn dwars doorheen elke atoom van zijn lichaam, doorheen elke splinter van zijn geest, geladen met een wondere energie, een krachtenbron die niet alleen samenbundelt maar ook voedt en inspireert.


    We zijn hier op aarde om hierover te getuigen. En niet alleen om op te treden als getuige maar ook als geïntegreerde deelnemer en dus ook als verantwoordelijke. Hij kan of wil niet meer ontkennen dat hij hierbij intens betrokken is. De bewustwording van zijn materiële betrokkenheid is een feit, de bewustwording van zijn spirituele betrokkenheid is het nieuwe paradigma dat zich aftekent aan de horizont.


    Hij voelt het aan als een rol die hij te vervullen heeft, het leven te zien als een ernstige aangelegenheid, die een band moet hebben met de diepere eigenheid van het leven, dat hij het sacraal element zou willen noemen. Het element dat Umberto Eco heeft willen naar voor schuiven als hij het had over het kosmische in het schrijven van een boek, wat evenzeer geldig is voor elke creatie, zo van mijn vriend de beeldhouwer, als van mijn vriend de schilder, de schrijver, de componist. Allen zijn we betrokken bij de verheffing van het zijnde en het afficheren van het sacrale dat van het leven is. Het is het beginpunt en het eindpunt van al wat als kunst aanzien wordt. 


    Als Umberto Eco beweert, kosmisch ingesteld te zijn als hij schrijft dan heeft hij hier over nagedacht, het is geen idee die zo maar, onder het schrijven, uit zijn pen is gevloeid. En, als hij nu herleest wat hij de voorbije dagen geschreven heeft, van waar kwamen die beelden en gevoelens die hij optekende?


    Hij las ooit in ‘Mort voici ta défaite’ van een auteur van wie hem de naam voor het ogenblik niet te binnen valt, dat elke elektron van ons lichaam de totaliteit bezit, van al onze herinneringen. En hij, Ugo, is op herinneringen ingesteld, hij hoeft ze niet op te roepen, ze overvallen hem, komende van waar weet hij niet, ze worden binnen geschoven via een ongekend mechanisme, in een kosmische context. Ze blijven hangen en komen tot leven, hoe weet hij evenmin, hij heeft hier geen wetenschappelijk bewijs voor nodig, het is zo. En aan wat ‘is’ kan niet worden getwijfeld.


    Zo is het ook, dat vele gedachten ons vullen van de morgen tot de avond tot ver in de nacht, en enkele slechts die verwoord worden, maar hij kan niet zeggen hoe het komt of waar de overgang is naar die herinnering en niet naar een andere. Wel zijn er als hij schrijft, die voorrang krijgen; zijn er die hij zonder moeite terugneemt en zijn er die dieper nog dan alle andere opgeslagen liggen en die hij zelden plaats wil geven, omdat het zo oneindig was, zo overweldigend en zo diep zijn wortels heeft.


    Maar hij heeft een leeftijd waarbij niets meer hoeft verborgen te blijven en dat hij nemen moet wat zich aanbiedt, wat opspringt bij het minste teken, en dit teken hoeft niet veel te zijn, het sterrenbeeld van Orion, de plaats van Venus lijk een lokstem precies boven de kruin van de hoogste den, of een noot muziek op het ogenblik dat hij de pen neerzet. Maar wat hij dagenlang heeft achter gehouden wil hij vandaag bloot geven, de echo galmend in die ochtend, toen hij gewekt werd door een stem, komende van nergens en van overal, een stem die zijn naam riep: ‘Erio, Erio’, haar stem uit zijn o zo verre jeugd. ‘Erio - ze noemde hem altijd Erio - waarom ging je weg van mij? Je weet dat je mijn grote liefde waart, de liefde waarmee onze volwassenheid begon’.


    Ze staat naast hem: ‘Erio, herinner je de geur van hooi, herinner je de geur van vers gebakken broden als je moeder de ovendeur opende; herinner je de sijsjes ondersteboven in de berken, de bosduiven die opvlogen over ons, herinner je hoe onhandig, hoe verward we waren. ‘O, Erio, herinner je’. En hij herinnert zich.


    Het is september. Hij zit voor het open raam, hij schrijft of leest misschien. Aan zijn vingers kleeft de geur van paddenstoelen die hij die ochtend met vader had geplukt op de nevelweiden. Julie staat ineens voor hem. Hij ziet het licht lijk goud op haar blonde haren. Ze neigt zich naar binnen en spreekt zacht de naam waarvan zij alleen weet waar ze die haalde: Erio, Erio, een naam die hij niet vergeten kan. Ze laat diep kijken in haar, de kleur van haar ogen is lichtblauw, of is het groen. Ze ontwijkt zijn blik niet, maar omkranst hem, houdt hem. ‘Kom’ zegt ze. Hij volgt haar. Is met haar over de boomgaard met de afgevallen appelen en peren die ruiken naar cider. Maar haar hand is klein in zijn hand en hij betast een voor een haar vingers. Hij zoekt naar een versregel van Gilliams, terwijl ze langs de weide gaan. Hier was hij met haar als knaap, en toen ze bezweet neerviel in het gras vol bloemen, en hij over haar gebogen was: stuifmeel op haar wimpers, alsof de weide haar bevruchten wou.


    Hij houdt nog steeds haar vingers en, ‘hij befluit ze zoetjes tot ze zijn betoverd aan zijn lippen’, zoals Gilliams in zijn gedicht. Ze dringen doorheen de struiken, over de uitgedroogde gracht tussen de varens tot ze komen bij een open ruimte begroeid met erica en dopheide. Er is de geur van heide in bloei, er is het wilde parfum van schors en hars, verhit en versmolten door de zon, zoals zijn wildste gedachten versmolten zijn met haar gedachten. Hij kust haar, even maar, zijn hand is over haar borst, in haar bloes over de zwellende tepel. Haar bloes is open nu, haar hals wit en lichtend en o zo zacht, zo onuitsprekelijk vol en hunkerend, haar lichaam, een altaar waarop hij zich slachtofferen wil. ‘Kom’, fluistert ze, ‘kom mijn Erio’. Het onmogelijke, het lang verwachte droomgebied van hals en borsten en dijen. Hij is over haar. Haar hand brengt hem binnen in de vochtige, zuigende schoot. De wereld kantelt over hen. Hij glijdt binnen in de oneindigheid van het Zijn.


    Hij schrijft dit neer, in een lang en soms aarzelend heen en weer gaan van de hand over het papier. Hij hoort nog de vlucht duiven over hen, zoals het was in het ‘nu’ van toen, het nu van het onwezenlijke ‘nu’ van toen, getekend, verzegeld met de echo van hun kreet.


    De boeken omheen hem zijn niets dan aandacht. Wat hij altijd verborgen hield is nu van hen, is nu van allen. Het levende, bevruchtende teken van het oer gebeuren dat met de Big Bang het Universum werd ingeschoten.


    31-10-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag zesenvijftig: Proust en Frans Sierens



    Hij wachtte even: ‘Kijk, ik ook heb een boek gekocht – hij haalde het papier van het boek voor hem - een Frans Sierens’ boek: ‘Een sterke geur van terpentijn’*. Eigenlijk heb ik het niet gekocht om het boek zelf, ik kende het maar al te goed, ik ken het als mezelf, maar om de dedicatie erin. Luister, hij nam een fijn brilletje uit zijn etui, kuchte even en las:


    ‘The frog felt an atrocious piercing pain. The scorpion had stung it. As it sunk below the surface, taking the scorpion with it, it cried out with its dying breath: ‘Is that logical?’ ‘No’, said the scorpion, it’s not. But what would you? I can’t help it. It’s my nature.’


    ‘Je vraagt je af hoe een boek, met een dergelijke veel zeggende  dedicatie, eigenhandig geschreven door de schrijver, ooit terecht kan komen bij De Slegte.’


    ‘Kinderen die de boeken, achtergelaten door hun vader of moeder, bekijken als een last, als totaal overbodig - boeken worden niet meer met respect behandeld - en die hier hebben binnen gebracht, denk ik. Maar ik herinner me, ik meen je te kennen, mijn naam is Ugo d’Oorde, ik woonde vroeger in Gent, maar nu in een dorpje niet zo heel ver van hier daar waar mijn roots lagen. Maar we moeten elkaar al ontmoet hebben, ik voel het, ik weet het en wat opmerkelijk is, ik ken dit boek en ik ken die Frans Sierens, hij leek sprekend op jou, hij overleed begin de jaren tachtig, geteisterd door de ziekte die u ook aan het neerhalen is. Hij schonk me dat boek toen het uitgekomen is maar wat uitzonderlijk is, mijn beste man, hij heeft er dezelfde dedicatie in neergeschreven, een tekst van Orson Welles.’


    ‘Het kan, alles kan, ik ben op heel wat plaatsen geweest en heb heel wat mensen ontmoet, maar weet je, Ugo, ik mag je toch Ugo noemen? Weet je, boeken kennen een eigenaardig leven, soms denk ik dat ze ons bespelen, ons op paden brengen waar we anders nooit zouden komen. Maar ken je soms ook zijn zoon Arne, een groot man, veelzijdiger nog dan de vader?


    ‘Neen, Arne ken ik niet, ik kende wel zijn moeder, een frêle gestalte, eerder zonderling dan vreemd. Ik, ontmoette haar enkele malen, na de dood van Sierens. Ze liet me eens een verhaal achter van het leven dat ze gekend had, voor ze haar man had ontmoet, iemand die veel geleden had, dacht ik. Maar, er hier over spreken roept heel wat herinneringen op en maakt mijn dag uitzonderlijk. Velen zouden onze ontmoeting toeval noemen, ik niet, Ik geloof niet in toevalligheden.’


    ‘Het is geen toeval’, zegde de man, het is een afspraak die ik maakte met jou toen ik je zag tussen de boeken bij ‘De Slegte’.


    Ugo keek verbaasd op: ‘Jij ook kent me dus van ergens, van vroeger?


    ‘Het kan. Je komt het wel te weten, gezien je het boek bezit, als je het thuis in de hand zult houden.’


    ‘Het is magie’, zegde Ugo, ‘Magie van een vreemde soort, want ik was helemaal niet zinnens hier te komen, maar in de regen dacht ik eraan dat deze koffiebar een plaats was waar Frans Sierens regelmatig kwam en aan hem denkend ben ik hierheen gekomen. Ik dacht dat ‘zijn’ geest, hier nog aanwezig, kon zijn.’


    ‘En waarom niet, Ugo d’Oorde? Hij wou wellicht dat er, na al die jaren, over hem nog eens gesproken werd; dat zijn boek, zijn dedicatie, nog eens werd vernoemd, en opgetekend, want jij gaat hierover schrijven, is het niet?


    Hoe weet jij dat ik schrijf?


    ‘Cela se voit, cela se sent, en ik weet dat je je er goed bij voelt.’


    ‘Ja, ik voel me er goed bij, en vandaag is een zeer opmerkelijke dag en na onze ontmoeting is het een nog betere dag. Als ik thuis kom zoek ik het boek met de dedicatie. Maar ik moet weg nu, en ik wil je zo maar niet verlaten zonder je met veel respect, omwille van wat je te wachten staat, kracht en aanvaarding toe te wensen, aanvaarding van het lot dat voor jou geschreven staat, zoals ook dit van mij elke dag wat duidelijker opgetekend wordt. Maar, mijn vriend, want zoals we nu bezig zijn, dat zou je geworden zijn, zeg me eens – met wie sprak hij eigenlijk? - waar ik, het dichtstbij, A4 bladen kan vinden, om te kunnen openbaren wat de dag, mij en jou en ‘onze’ Frans Sierens heeft opgeleverd. 


    Thuis gekomen heeft Ugo onmiddellijk het boek opgezocht. De dedicatie stond er wel degelijk in, zoals de man zonder naam ze gelezen had, met ‘Orson Welles’ er onder. En Ugo dacht, voor zichzelf, maar niemand zou hem ooit hierbij volgen dat het de echo van Frans Sierens zelf kon geweest zijn, die hij ontmoet had in de koffiebar.


    Of, dacht hij, is dit zuivere inbeelding, was die man een vriend van Sierens die verrast was die vreemde dedicatie van Orson Welles te vinden en om die reden, enkel om die reden, het boek heeft gekocht. Het overige moet ik maar zien als een normaal gebeuren met iemand die wetende wat hij wist, verging van eenzaamheid, een eenzaat zoals jij, die dankzij hun ontmoeting even doorbroken werd en bij beide, een echo nalaten zou voor de dagen erna.



    *

    Frans Sierens: ‘Een sterke geur van terpentijn’, De Clauwaert, vzw Leuven 1978

     


    30-10-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag vijfenvijftig: Proust en wat er op volgde (2)



    Hij las de ganse paragraaf en stopte, dromend, het boekje sluitend, de vinger tussen de bladen, toen de heer tegenover hem, plots zegde: ‘Ik hou van mensen die hier komen en het wagen een boek te lezen, mag ik weten wat u zo boeit aan dat ‘prutske’ van een boek dat u leest?’


    Ugo keek op naar de man voor hem, zag hoe mager en scherp zijn gezicht getekend was, grijswit bijna tot zelfs de lippen, half geschoren ook, rechtop zittend, zijn wit kopje koffie in de hand en zijn ander hand op een boek in het bruine inpakpapier dat hij kende van ‘De Slegte’.


    ‘Een prutske? Helemaal niet, helemaal niet, het is Proust die iets schrijft over ‘la lecture’*, over het lezen. Ik vond het bij ‘De Slegte’, een kwartier geleden.’


     ‘Ik hou van mensen die een boek lezen in een volle koffiebar zoals hier’, herhaalde hij, ‘en dan nog wel Proust. Ik heb hier ook al dikwijls een boek gelezen, ik heb hier zelfs ooit een boek geschreven. Mag ik weten wat Proust vertelt over ‘la lecture’


    Ook een schrijver, dacht Ugo en hij ziet er uit als een schrijver, een veelschrijver, een Brusselmans: ‘Waarom zou u dit niet mogen weten, u vooral niet? Het is een tekst, genomen halfweg het boekje. Luister, ik tracht u, in dit geroezemoes van stemmen, de droompassage erin die ik ontdekte, voor te lezen.’


    ‘Ja, doe maar, het kan niet droom genoeg zijn.’


    Ugo dacht, ik ken je man, ik ken je van ergens. Hij boog zich wat verder over de tafel en, er op lettend de twee jonge dames aan de tafel ernaast niet te storen, herlas wat hij gelezen had:


    ‘Avant chacun des morceaux presque en forme de cantiques dont il est parsemé’ - en ging verder, de tekst vertalend - ‘heb ik de stilte beluisterd van de gelovige die deze teksten luidop las, en bij elk ‘dubbelpunt’ de lezing even onderbrak om het volgende vers aan te vatten; alsof het een psalm was die hem herinnerde aan de vroegere psalmen uit de Bijbel’.


    Hier stopte hij en keek naar de man voor hem die knikte met het kopje koffie in de hand. ‘Nu komt het’ zegde Ugo, nu komt wat ik zo prachtig vind : ‘et plus d’une fois, tandis que je lisais, il m’apporta le parfum d’une rose que la brise entrant par une porte ouverte avait répandu dans la salle haute où se tenait l’assemblée et qui ne s’était pas évaporé depuis dix-sept siècles. En vertaald is het even mooi: meer dan eens, terwijl ik las, bracht hij me de geur van een roos die de wind, langs een openstaande deur, had binnengebracht in de hoge ruimte van de zaal waar de vergadering zich ophield. Een geur die na zeventien eeuwen – eigenlijk waarom zeventien? - nog niet verdampt was.’


    Hij las dit en voelde eens te meer de grote poëtische kracht van Prousts woorden, even zeer in de klank van het woord als in de betekenis ervan.


    ‘Verrassend,’ zegde de man, ‘zuivere poëzie. Proust is een groot man, maar ik, ik ben er nooit in geslaagd zijn ‘Recherche’ volledig te lezen, ik ben halfweg gestopt, het was me te langdradig vond ik, hoewel geniaal geschreven, te geniaal misschien.’


    ‘Voor mij ook, geniaal maar moeilijk vol te houden tot het einde. Ik las wel zijn ‘Jean Santeuil’, een jeugdwerk van hem, dat na ‘La Recherche du temps perdu’ werd gepubliceerd. Veel herinner ik me er niet meer van, maar het was Proust en niemand schrijft zoals Proust.’


    ‘Om hem te lezen, moet je in hem verdwijnen, il faut que tu te perdes en lui, dat je opgezogen wordt door hem. Hij is Proust en niemand is zoals hij, een baken van de Franse literatuur, eigenlijk van de wereldliteratuur, daarom niet een lichtende baken, maar een obelisk die met zijn schaduw de literatuur omheen hem bevloeid heeft. Je moet weten, ik schreef vroeger ook, ik weet wat schrijven is, maar hoe Proust het deed en de hoeveelheid die hij schreef gaat me te boven. Trouwens, ik hield het bij wat toneel en wat recensies, maar het liefst dook ik in de detective verhalen en het zijn ook deze die mijn favoriete lectuur waren.’


    ‘Proust, een obelisk, niet een Pyramide?’


    ‘Neen, een Pyramide kent niet de schaduw van een obelisk. En een groot deel van de Franse literatuur groeide op in de weergalm van Proust.’


    En toch ken ik je, dacht Ugo, ken ik je van ergens: ‘En schrijft je nu nog?’


    ‘Neen, het is de moeite niet meer.’


    Hij dronk zijn koffie, en riep de dienster voor een andere koffie: ‘Kijk, wie ik ben heeft geen belang meer, als ik de dokters mag of moet geloven heb ik nog een paar maanden om te lezen of te schrijven. Ik kijk nu naar de gedragingen van de mensen die niet met de dood in hun hoofd rond lopen. Ik heb je opgemerkt tussen de rekken boeken van ‘De Slegte’. Zag hoe je naar de boeken keek en ik herkende me zelf erin, en als ik hier binnenkwam, vroeg ik me af of ik je hier ook zou aantreffen. En inderdaad je bent hier kort na mij binnengekomen. Ik wist het, ik zag het aan de manier waarop je in de boeken bladerde dat je hier een koffie zou komen drinken en ik zorgde voor een plaats voor jou. En eens je binnen was kon je niet anders dan hier rechtover mij komen zitten.



    * Marcel Proust: ‘Sur la lecture’, Edit. Mille et une Nuits, 1994, pag.54 :  




    29-10-2018, 20:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs