 |
|
 |
|
|
 |
06-10-2019 |
Zijn van het Universum |
Zich geïnspireerd voelend door Itzhak Bentov, had hij het aangedurfd een verklaring te vinden voor het klassieke adagio: du choc des idées jaillit la lumière. En wel omdat hij ook de wereld van de gedachten meende te mogen zien als een veld van op elkaar inwerkende elektromagnetische velden. Hij was dus verder gegaan dan ver, een vorm van provocatie van de zichtbare realiteit der dingen.
Zo bestond hij in al zijn uitingen, vertrekkende van uit het binnenste van de dingen of liever wetende wat volgens Bentov de dingen zijn, een onzichtbaar veld van trillende golven - of snaren volgens Witten - dit ook zo voor onze gedachten moest zijn. En, eens je aan het schrijven bent, eens je weet dat je eigenlijk niets weet van wie of wat we feitelijk zijn, alle gissingen een plaats mogen krijgen en als mogelijkheden kunnen voorgesteld.
Niet, dat hij door deze voorstelling niet geschrokken zou zijn van zichzelf, maar gisteren vond hij het maar normaal te schrijven wat hij schreef, alsof hij nog steeds onder de indruk was van die laatste zin van d’Ormesson: ‘Dieu est la seule réalité’. Waarin hij Dieu vervangen wou door Universum, omdat dit, zo dacht hij toch, ook de idee was van Spinoza, de grootste wijsgeer van de zeventiende eeuw geproduceerd door het Universum. Zoals, wij allen, niet alleen als lichaam maar ook en vooral als geest, een product zijn van het lichaam én de geest van het Universum.
En kom niet verklaren dat de geest van de mens ontstaan is - een toevalligheid - uit het lichaam, want dit is een absurditeit, enkel voedsel voor de athéïst.
Product van het Universum: in deze zin heeft Kahlil Gibran het juist gezien als hij in zijn ‘Profeet’[1] er op aandringt dat:
‘Your children are not your children. They are the sons and daughters of Life’s longing for itself. They come through you but not from you. And they are with you yet they belong not to you.
De profeet in Gibran wist het dus dat we in de eerste plaats kinderen zijn van het Leven, ze komen er wel via jou, de ouders, maar ze zijn niet van jou, ze zijn van al wat is, en:
You may give them your love but not your thoughts. For they have their own thoughts.
Het was niet de bedoeling hier over uit te weiden als ik mijn schrijven begonnen ben, maar soms dagen er uit het verleden zinnen op die er bij passen en wat kun je anders dan deze overnemen in al hun glorie en zoals ik ze ontdekt heb op mijn vele tochten doorheen heel wat boeken.
Trouwens wat ik gisteren vertelde over Nietzsche en zijn visie op de muziek is volgens mij nog meer geldig wat het Woord betreft.
Zonder het Woord stonden we nergens.
[1] Kahlil Gibran: The Prophet, 1923, William Heinemann, London, 1989.
06-10-2019, 06:37 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-10-2019 |
De wereld van de gedachten. |
Hij dacht, zoals Nietzsche: 'Ohne Musik wäre das Leben ein Irrtum'.
Hij had naast zich in het bed, een vroegere gsm zonder simkaart die hij aanzette in de morgen zodat hij, en er waren weinig uitzonderingen, oortjes helpende, zijn dag begon met Klara. Gisterenmorgen was het even na zes met Bach, vanmorgen was het voor zes: het andante sustenuto van een sonate voor piano en viool, van - hij had het erna opgezocht - een totaal onbekende, Emmanuel Durlet (1893-1977) een Antwerpse pianist, hoogleraar en componist. Het feit dat hij het had opgezocht bewijst dat zijn sonate hem uitzonderlijk geboeid had. Hij wou weten wie er achter schuil ging omdat het muziek was van een bewogen originaliteit en een verrassende wisseling van klank en ritme, sterk persoonlijk.
Hoe kon het dat hij nog nooit van Durlet en zijn werk had gehoord of beluisterd en waarom gebeurde dit vandaag, en ook, hij had evengoed het zo kunnen laten, verder gaan alsof er geen sonate van Durlet, noch voor hem, noch voor zijn lezers was geweest.
Het is maar dat hij op de loer ligt om dingen te ontdekken die hem aan een blog kunnen helpen. Itzhak Bentov schreef een boek over het op de loer liggen met de titel ‘Stalking the wild pendulum’[1], op een ogenblik in de tijd dat er in de verste verte nog geen sprake was van ‘stalking’, het woord zelfs nog niet was doorgedrongen tot de spreektaal van niet-Engelstaligen.
Bentov in zijn dagen, ’lag op de loer’ voor een reeks grootvadersklokken, in een lange gang aan de muur opgehangen, waarvan, na verloop van tijd, alle (identieke) slingers, een identieke beweging kenden, gelijktijdig uiterst rechts naar gelijktijdig uiterst links. Hij wees dit toe aan de trillingen veroorzaakt door de slinger die zich via de wand van klok naar klok voortplanten.
Een zelfde fenomeen trad op, maar hier veroorzaakt door akoestische energie in het geval van twee gelijk gestemde violen, naast elkaar: ‘the air waves generated by the first violin impinged on the second violin’, het aanraken van een snaar van de eerste viool veroorzaakte luchtgolven die zelfde snaar van de tweede viool deden zingen.
Ik ga verder en leid er uit af dat, in een conversatie handelend over een bepaald onderwerp, allen er aanwezig afgestemd blijven op het onderwerp en dat de gedachten die bij elk van hen opwellen, onuitgesproken nog, zich mengen met elkaar en hieruit, nog altijd onuitgesproken, een nieuwere, mooiere gedachte oprijzen zal, die ineens geuit zal worden door een onder hen en als waardevol door alle deelnemers zal worden erkend en gezien als ‘le choc des idées d’où jaillit la lumière’.
Gedachten dus die nog onuitgesproken zich verplaatsen als trillingen, worden opgevangen en zich kristalliseren in een soort telepathische besluitvorming die opduikt als uit het niet.
Bentov in zijn boek is echter niet zo ver gegaan. Al kan het dat hij de mogelijkheid ervan overwogen heeft. Ik zelf heb er geen moeite mee. Ik zie het als een mogelijkheid als ik lees van Bentov:
‘That our physical bodies and all matter is made up of interacting electromagnetic fields vibrating at tremendous frequencies.'
Waarom zou dit dan ook niet gelden voor de gedachten die we hebben?
Wat dan werkelijk iets zou zijn om heel verwonderd over te zijn. Verwondering dat het leven is en dit op alle domeinen ook deze van de geest.
[1] Itzhak Bentov: ‘Stalking the wild pendulum’, 1977, ISBN 0 745 0332 8
05-10-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-10-2019 |
Bach naast d'Ormesson. |
Je dag beginnen met de eerste tonen van Bachs Weihnachtsoratorium geeft je een impuls die je niet verwachtte toen de nacht nog liep en Johan Sebastian je verraste en je wenkte om op te staan. Want zijn muziek was meer dan een eerste zin die je overvalt, omdat je ineens een wereld betreedt die je projecteert ver in de tijd, en dit terwijl je nog een flard hield van die laatste zin van d’Ormesson : ‘la seule réalité est Dieu’ uit zijn boekje over de ‘verdwaalden’ die we zijn.
Een korte, geladen zin die we beamen kunnen al weten we niet of de God van d’Ormesson deze niet is van Abraham. Het in elk geval een zin is als een klok, en zeker passend bij het Weihnachtsoratorium, want wat Bach, hierin oproept, is een hulde zoals zo dikwijls bij hem, een hulde aan het Leven, een hulde aan het ‘Ewig Dasein’.
Waarover ook jij betogen wilt in dit geschrift van jou waarmede je je dag binnen gaat, deze bijzondere morgen, bijzonder om diverse redenen, ook om het bezoek dat je verwacht en dat je nu ziet in het licht van ‘God is de enige realiteit’, waarvoor je d’Ormesson danken wilt.
Een zin waarin jij het equivalent van God op het oog hebt en dus ook schrijven kunt: ‘het Universum is de enige realiteit’, wat weliswaar een andere klank draagt, maar uiteindelijk ook niet, als ik luister naar de klanken massa van Bach die nog altijd in mijn hoofd hangt terwijl ik deze woorden opteken.
Geef je, je er zelf rekenschap van wat het betekent Bach te horen en d’Ormesson te lezen, een man van jouw leeftijd, die wat hij ook moge denken over God, een broeder in de geest is, zoals onvermijdelijk Bach er een is en zovele anderen met hem, ook zij van wie je het bezoek verwacht vandaag.
Maar hoe vreemd het allemaal gaat: Bach te beluisteren vroeg in de morgen, eigenlijk het laatste uur van de nacht en, eens je neerzit, eens je schrijven gaat - al had je helemaal niets te schrijven toen je de ogen opende - uit te wijden over de laatste zin van d’Ormesson, die klonk zoals de eerste tonen in de opening van Bach.
Natuurlijk een vondst van jou. Maar, als je de lijst ziet van de massa werken van d’Ormesson, en de inhoud ervan vermoed, dan kun je hem zien als een soort Johan Sebastian - wat minder wellicht - weet je dat je met hen niet alleen in een wereld van de geest terecht bent, maar ook met hen in iets kosmisch bent verzeild. Iets dat je weet dat er is, maar waarvoor jij, noch Bach, noch d’Ormesson een nauw passend woord hebben.
Je tekent, je denkt, je schrijft maar, steeds met dat Iets op de achtergrond in een laag die onzichtbaar is, zoals het ondergronds weefsel van zwam en paddenstoel die in overvloed vandaag in de weiden uit de grond schieten zo, om er meer dan verwonderd over te zijn.
Zoals ik verwonderd ben over de woorden die hier staan, terwijl ik helemaal niet wist hoe te beginnen, gelukkig was er Johan Sebastian om me te helpen.
04-10-2019, 06:49 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-10-2019 |
Momenten |
Deze morgen - van alle morgens uitverkoren - Martha Argerich en het Andante uit het pianoconcerto van Maurice Ravel.
Alles krimpt samen in mij, alle woorden, alle zinnen gaan zwijgen, alle tekens van ver en dichtbij. Ik, ademend de momenten die van Ravel waren en nu breed open gespreid worden in klanken zoals ik er voor het ogenblik geen andere ken en geen nood heb er andere te kennen, waar ook en in welke vorm ook: ik er vol van ben.
Ik er door gevoed wordt, opgeheven, opgenomen in een volume van ‘zijn’, wat ik telkens ervaar als het Andante opduikt, hier of daar, tussen twee geschreven paragrafen in, en er, zoals nu, de regen is tegen het raam en de wind in de bomen. Maar ook, zoals het ooit was, onverwacht, in de wagen in het verkeer, of het liefst, in de wijdheid van de velden, de droom van Ravels Andante, zingend in je hoofd en er lang blijvend.
Of, als een surprise-punt in om het even welke tijd, ook die nog komen moet als deze die al lang voorbij is. Je het kent als een lang woordeloos gedicht dat je meeneemt naar waar je al eens waart, en keer op keer, er terug keert om er te zijn als de klanken zich wentelen in jou en omheen jou. Jij, meegenomen in een stroom van zilver en goud en van smaragden en robijnen verpulverd voor jou uitgestrooid.
Hoe je haar handen bewegen ziet, hoe je de toetsen voelt aan haar vingertoppen, hoe parels van klanken - glazen knikkers op rode vloeren uitbollend - hoe je opsluit in je hart, het grote moment in het leven van Ravel, zijn Andante. Unieke momenten van het grote zijn, echoënd in Martha Argerich, de Argentijnse pianiste,, met haar losse grijzende haren, hoe lichtend haar handen, speels over het klavier, dansend.
En al dit is gekheid voor een deel van de wereld, maar een hoge hoogmis voor jou en voor vele anderen met jou. Je kent heel wat passages in sonates en concerto’s, in symfonieën, maar Ravels Andante is er een die er boven uitsteekt. Het is een deel van jou, een deel dat je opzoekt, een deel dat hunkert naar jou, zoals jij er naar hunkert op morgens zoals deze als er de roep is van de herfst in de schuivende wolken.
Zo deze morgen in oktober: enkele momenten van de vele momenten in het leven, uitverkoren en opgetekend om er te staan, liefst voor een lange tijd. Om terug te nemen, later, als er nog een later komt en misschien, maar zeker is het niet, als je, je afvragen zult wat je bezielde toen je dit schreef. Zoals ik me afvroeg wat me bezig hield, en hoe het was, toen ik even ben terug gegaan naar wat ik schreef, de eerste dagen van vorig 2018, na het heen gaan van Hubert, een vriend die me thans regelmatig nog bezoekt, en ik hem.
Wie zal het zeggen hoe het allemaal gaat?
Zo bestaan we dus, zo-even de betovering van Ravel en Martha Argerich, zo-even ‘het’ ogenblik van een jaar en negen maanden terug. Of hoe dichtbij het allemaal ligt, het leven een opeenvolging van momenten zijnde. Ondertussen is er al de tweede symfonie van Gustave Mahler, zijn ‘Auferstehung’, een monument.
Hoe intens je leven kunt dezer dagen!
03-10-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-10-2019 |
Zijn we verdwaald? |
Ik geef me er onvoldoende rekenschap van, dat er onder de genodigden op mijn blog, ook lezers zijn die zich strikt houden aan het lezen van hun dagblad elke dag, maar ook eens zijn gaan kijken naar mijn geschriften die ze ontdekt hebben. Mijn buurman, Stefan, een jonge man van goed in de dertig denk ik, verraste me gisteren ermee. Hij las me, zegde hij, soms begrijp ik het niet allemaal, maar ik weet nu toch waar je elke morgen, heel vroeg, mee bezig bent.
Ik volg hem als hij zegt dat ik hem soms overtref met wat ik te berde breng. Ik ben dus te onbesuisd, te elitair, ik schrijf dus te veel voor mezelf en plaats al mijn lezers op mijn eigenwijs niveau. Is dit wel nodig, kan het niet wat eenvoudiger, de eenvoud en toegankelijkheid die ik vroeger moet gekend hebben?
Er zijn voorzeker nog andere Stefans onder mijn lezers, en niet de minste, die me zeggen dat ik het soms aandurf heel hoog te stijgen - lijk een leeuwerik, zegde me onlangs iemand - is het niet meer dan wenselijk dat ik ook met hen rekening houd als ik bezig ben? Een aanvulling zijn van wat er in het dagblad staat, van wat de TV als nieuws brengt en wat minder gefilosofeer of, is het juist mijn gefilosofeer dat aantrekt?
Of het nu begrepen wordt of niet, er zal dan toch altijd iets ervan hangen blijven, en des te meer als het een wereld is, een landschap van de geest is dat ze niet kennen en ik aldus totaal nieuw ben in hun leven. Wat een pluspunt is want ik schud hen wakker, ik wijs hen op een ander aspect van het leven, de grijze zone waar ze weinig benul van hebben misschien.
Ik hoef dus niets te wijzigen aan wat ik schrijf. Het is niet aan mij om me aan te passen, het is aan hen om zich aan te passen aan wat ik hen vertellen wil, zelfs over mijn visie op God en zijn Universum, want dit Universum is Hij en niemand anders.
En kom ik terug op d’Ormesson: waar ik hem absoluut niet meer volg is als hij spreekt over God alsof het een persoon zou zijn verscholen in de wolken. En ook als hij zegt, p. 67:
‘Nous ignorons d’où nous venons, nous ignorons où nous allons, nous sommes tous des égarés’.
Het is zeker dat we ‘verdwaalden’ zijn als het beeld van God dat we hebben zich niet heeft gewijzigd en we hem verwijten blijven toesturen om het onheil hier op aarde; als we niet begrijpen dat de mens in de eerste plaats een stuk Universum is, stof van de sterren is, en als dusdanig de weg volgt door het Universum ingeslagen, waar we min of meer een beeld van hebben.
Evenwel, ‘nous sommes tous des égarés’, we zijn allen verdwaalden, als we niet beseffen dat wat het Universum/God op het oog heeft, enkel de geest in de mens is, en al de rest bijzaak is, menselijk is, voorbijgaand is.
02-10-2019, 06:01 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-10-2019 |
Zwaarmoedigheid. |
Ik heb d’Ormesson hard behandeld met mijn laatste blog, ik heb hem niet het minste respijt gegeven, heb amper de eerste 50 pagina’s van zijn boek gelezen en ik waag het hem tegen te spreken, hem te contesteren wat geest en materie betreft en hij die zich niet meer verdedigen kan. Het is oneerlijk vanwege mij, maar ik kon niet nalaten het te doen, ik kon niet aanvaarden - kan het nog steeds niet - dat de geest zou ontstaan zijn uit de stof, want dan teken ik mijn eigen doodsvonnis, want dan is de dood niets meer dan een holte, een leegte, wat ik niet nemen kan.
Dit is wat ik deze morgen, en het is nog heel vroeg, verklaren wil. Het is geen kleinigheid, het is niet iets om zo maar aan voorbij te gaan, het is iets om op te tillen, om te bekijken van uit elke invalshoek omdat het doorslaggevend is. In elk geval, het zit me in de genen, het is mijn Leidmotief, mijn anker. Het is het enige dat me nog rest als geestelijke waarde en het is wat me rechthoudt in tijden zoals deze van nu.
Zo ben ik dan met de jaren geworden. Ben ik aangekomen wat mijn geestelijke evolutie betreft, heel dicht bij de top van de berg die ik mijn leven lang aan het beklimmen ben geweest. Heb nu nog enkele stappen te doen om de top te bereiken, waarna ik kan afdalen om te verdwijnen uit elk gezichtsveld, maar dan toch, na vervulling van de opdracht die ik als mens, meen meegekregen te hebben.
Ik stel vast de laatste dagen, de laatste weken, dat ik meer en meer zwaarmoedig word in mijn geschriften. Schrijven is geen lichtheid meer, ik kom er niet meer toe los en rij te zijn. Ik blijf symbolisch dralen op een van die verlaten kerkhoven, zoals ik er zoveel heb gezien in Yorkshire, Wales en Schotland, waar we ooit waren. De namen lezend, met lichen bedekt. Hoe uitgesproken licht ik me toen voelde tussen die graven, met een wereld nog ver voor mij uit die nog te ontdekken was, bloot te leggen was in elke levensader ervan en dronken van verwachting, dit te doen om dat te bereiken, om daarna, getooid met een laurierkrans op het hoofd, verder te gaan.
Maar, vandaag, waar zwerf ik uit, hoe eindig ik deze beschouwing die me eens te meer te ver heeft gebracht, te ver is doorgedrongen tot het diepste, het meest geheime van mijn gedachten?
Er is bij mij, onmiskenbaar, een zwaarmoedigheid opgetreden, een zwaarte die ik niet mijden kan en die zich manifesteert vanmorgen, meer dan op andere dagen; waarin ik verga, vanmorgen. Een kreet die ik slagen wil, de kreet van Edvard Munch die nazindert tot diep in mij en trillen blijft, zoals de snaren van een viool trillen blijven nadat de strijkstok is opgeborgen. En er is geen enkel teken in het vooruitzicht dat wijst op beterschap, het onmogelijke zal zich niet voordoen, ik blijf gevangen in wolken van onzekerheid.
Het is de eigenheid van oktober, van de herfst, die toeslaat.
01-10-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-09-2019 |
Beschouwingen over de geest. |
Hij schrijft ook Jean d’Ormesson, pagina 46 :
Les êtres humains pensent avec leur cerveau. C’est notre corps qui pense. La pensée sort de la matière comme l’histoire sort du big bang. Elle est soumise au temps puis qu’elle surgit de la matière. Elle est changeante, passagère et mortelle comme les hommes et leur histoire.
Zoals hij het stelt, het is ons lichaam dat denkt, zal hij wel gelijk hebben als hij schrijft; ‘la matière produit de l’esprit, personne ne le contestera.
Ik heb hier meer dan moeite mee, et je le conteste, want ik geloof niet dat de materie de geest heeft gebaard. De materie bezit niet het inzicht om geest te produceren, wel het omgekeerde kan, de geest die een materiële vorm kan produceren, die een materiële vorm kan aannemen. De materie, de stof bestaat niet zoals we denken dat de stof er is, totaal levenloos, beweegloos, een dorheid. Materie is atoom, is elektron, is neutron en proton, zijn nameloze, minimale deeltjes, waarmee alles begonnen is. En alle deeltjes wisten hoe te ‘progresseren’, hoe ze zich verder dienden te gedragen opdat een Universum tot stand zou komen die de denkende mens, de toekijkende mens zou voortbrengen.
‘Wisten’ ze en deze kennis kon enkel geest zijn en deze was er van bij de aanvang: kennis en wetmatigheid. Een soort perfecte, meer dan perfecte Computer die alles geregeld heeft, zó dat hieruit kon voortkomen: het boek van d’Ormesson, mijn reactie op dit boek, ook het feit dat jullie me lezen zullen en nadenken over wat ik schrijf, ook een Donald Trump als president van de VS. Al deze mogelijkheden zaten verweven in het uiterst, uiterst vreemde moment, precies vóór de Big Bang.
De naam ‘God’ geconfisqueerd zijnde in het westen door de Bijbel en door Rome hebben we het moeilijk een naam te vinden voor deze Computer. Ik geloof echter niet dat er een andere naam voorhanden is. Of, noemen we hem ‘het Woord’ of, noemen we hem ‘Tao’?
Ik weet dat wat ik hier gisteren en vandaag geschreven heb, ver dragend is voor de mens en zijn rol hier op aarde, niet zo zeer de rol van de mens als dusdanig, maar de rol van de geest in de mens. Het is deze die centraal staat in het Universum. Echter, we zijn nog niet zo ver opdat we precies weten zouden wat dit inhouden kan.
Evenwel, de ingecalculeerde evolutie reikt ons de helpende hand.
30-09-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |