Ik wil altijd beginnen met iets of iemand anders dan mezelf maar slaag er zelden in. Het is altijd een kijken binnen in mij om te zien wat er te wachten ligt of wat ik wakker schudden kan en ik ontmoet toch altijd iets, hoe weinig ook dat ik het vermelden waard acht.
Het is vandaag de kweeperenboom in de wijngaard van Gustave en Germaine op de flanken van de Rhônevallei in de Valais.
Ik ben een eerste maal naar die wijngaard geweest met vader om te helpen bij het oogsten van de druiven. Het jaar erna was het met Paul en Guy, en zo is het gebleven jaren lang, soms was er ook Pierre, soms Georges, mijn broer. De feiten zijn vandaag dat van de zeven alleen Paul en ik er nog zijn, de vijf anderen zochten de eeuwigheid op. Hoe schrijf ik erover nu zij er niet meer zijn, hoe vertel ik aan Paul, mijn vriend en wijnoogstgezel en aan jullie allen over die dagen van laat oktober die we er uitzonderlijk intens beleefden als deel van de grootste momenten in ons leven?
Hoe kan ik de beelden terug oproepen van de morgens terwijl de sterren doofden.
We verbleven in de chalet hoog in de bossen, van Aristide en Georgette, ook beiden opgelost in het eeuwige, in een chalet zonder elektriciteit maar met lopend water uit een kristalheldere bron. Een klein paradijs eigenlijk, totaal afgelegen met in de nacht een sterrenhemel die we niet meer kenden en Venus in de morgen, een klaarte als een stem die ons wenkte.
En de wijngaard zelf, gelegen op de flank van de Rhônevallei, met aan de einder de bes neeuwde toppen van de bergen daar, de Weiszhorn, de ZinalRothorn, la Dent Blanche en andere teveel om te noemen. Maar wat een landschap dat trilde in ons als we even opkeken met de druiventrossen die we knipten vochtig van de dauw in ons handen. Wij staande tussen de ranken, jong, gelukkig daar te zijn om te vergeten wat van de wereld was.
dan een vuist boven mij, onuitwisbaar in mij gegrift, zoals ‘Les dix heures’ om even te stoppen voor een homp brood met wat kaas en dan knippen tot de middag en na het maal, ik even ging neerliggen in het gras onder de kweeperenboom, in de geur van de kweeperen groter het knippen van de druiven, het dragen van de kisten, het laden en het vervoeren van de oogst naar de wijnproducent in Sion.
En dit alles met e Rhône vloeiend onder ons en de rust van de besneeuwde bergen aan de einder. En nog veel meer dat ik niet vernoemen wil om geen ‘hartepijn’ op te wekken, bij jou, Paul, en bij mij, al was het maar de muscatwijn van Travaletti, al was het maar het avondmaal bij Marie-Claude en Jacky – die er nog zijn - de avond van de dag dat Sadat werd vermoord in Egypte.
Herinneringen en hoe we die beleven als, zoals gisteren de kweeperenboom van mijn vriend in West-Vlaanderen oprijst uit de vele dagen die voorbij zijn.
l
16-07-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|