 |
|
 |
|
|
 |
15-09-2019 |
La raison |
Er is een reden waarom ik gisteren mijn ‘Grévisse’ heb bovengehaald, ik heb een geschrift willen nalaten voor mijn kleindochter Gwendoline die in de Valais geboren is en Nederlands onkundig is. Maar ze studeert en ze schrijft. Niet over - gelukkig - wat ik schrijf, maar ze zit ‘geborgen’ voor het ogenblik in de archieven van de Valais, met hgar ‘mémoire de maîtrise d’études avancées’ handelend over ‘le trésor de Sion à travers les anciens catalogues de reliques’. Ze stuurde me het werk dat haar, als ik de voetnoten bekijk, heel wat opzoekingen moet gevergd hebben en waarin ik enkel vreugde vinden kan in de taal die ze gebruikt om haar bevindingen kond te maken.
Ze weet dat ik schrijf, dat ik een blog heb, maar ze heeft niet de minste notie over wat ik schrijf. Heb ik er goed aan gedaan haar te verrassen met mijn gefilosofeer met religieuze inslag? Ik wacht af hoe ze reageren zal, ze is amper vijfentwintig.
Ooit schreef ze me dat ik het was die haar geïnspireerd had om te studeren en, zegde ze, schrijfster te worden. Ze had, telkens ik er op bezoek kwam, van kinds af, me zien schrijven in een dik rood dagboek - ‘a page a day diary’ van de Economist - en ze vond dit zo intrigerend dat ze dat ook wou doen. Ze studeerde aan de Universiteit van Lausanne en is nu werkzaam in de musea van Sion.
Ik aarzel nog even om haar mijn blogadres te geven en haar lastig te vallen met mijn beschouwingen over God en Universum. Maar anderzijds moet ze weten dat de leeftijd wat doet met de mens. Op haar ouderdom had ik hierover niet de minste zorg, ik vermoed zij dus ook niet, en ik weet niet hoe ik zou gereageerd hebben hadden ze me op de ouderdom van vijfentwintig over God en zijn Universum gesproken hadden zoals ik het waag te doen. Zou ik wel geluisterd hebben?
Wat meer is, ik weet niet hoe ze is ingesteld ten opzichte van de Kerk, of ze gelovig is, pratikerend of niet. Ik heb het altijd veel te druk gehad - mijn schuld natuurlijk - om dichter bij mijn kleinkinderen te staan, zelfs mijn eigen kinderen moeten er onder geleden hebben. En nu word ik diep verrast door haar studiewerk die de stempel draagt ‘1560 schola Genevensis’.
Ze verwacht van mij dat ik het grondig lezen zal en haar mijn bevindingen laat geworden. Het is het tweede werk dat ze me toestuurt, wat bewijst dat ze zeer actief is. Ze zit vast, voel ik, in de geschiedenis van de Valais. Ze moet al heel wat weten over bepaalde families die een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de Valais.
Eens, zegde ze me onlangs, schrijf ik een roman over één van die families. Nog wat geduld, pappie Carl, zegde ze, de roman is al bedacht, ik moet hem nog juist schrijven. Wat ze moet gehoord hebben van een beroemde Franse toneelschrijver, was het niet Molière of Racine, die dit antwoordde aan ‘le roi Soleil’ die de vraag stelde hoe het stond met zijn toneelstuk?
Nu dit geschreven staat weet ik, dat ik haar toch maar naar mijn blog van 14 september, die ik schreef voor haar, moet verwijzen.
15-09-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-09-2019 |
Bekentenis |
Weten jullie, als ik schrijf, op dagen zoals deze van gisteren, over wat ik schrijf dan ben ik een ander persoon; dan is het iemand totaal anders dan de mens die ik ben in de omgang en die niet verschilt van jou of van wie ook; echter, zodra ik neerzit om te schrijven vindt er een metamorfose plaats en word ik die iemand die totaal anders is, een stuk filosoof, een bezetene die meent dat hij over dingen schrijven moet die buiten het alledaagse liggen.
Ik verbaas dan mezelf als ik lees wat er geschreven staat. Het is me duidelijk dat hij die schrijft een zwever is, een dromer, een soort afvallige die je te aanvaarden hebt zoals ik hem te aanvaarden heb, want zonder hem weet ik niet of ik de volharding kennen zou die ik nu wel ken.
Il m’ invite avec insistance, à me lever avant le soleil, pour qu’il puisse se mettre à écrire et sa façon d’insister est telle que je ne puis que lui donner satisfaction pour qu’il se taise. Chaque jour commence ainsi. Je ne sais plus comment c’était lorsqu’ il n’était pas encore là. Peut-être qu’ il n’y ait jamais eu de moment qu’il n’était pas là, mais comme les choses se présentent en ce moment même, il me laisse faire, la langue ne lui convient pas, il n’est pas accoutumé à s’exprimer autrement qu’en Néerlandais, et il attend patiemment que je finisse à dire ce que j’avais l’intention de vous dire.
Vous savez : au fond, c’est un homme poli et civilisé, un homme raisonnable, mais il connaît aussi des moments que je qualifierais d’ excentrique, il tient parfois des propos d’un hors-la-loi. C’est ainsi que je le connais et c’est ainsi qu’il se présente à vous, un homme possédé par la parole, possédé par le Verbe, par le ‘au commencement était le Verbe’. Depuis que je le connais tout ce qu’il dit, tout ce qu’il écrit est imbibé de cette adage qui est un des facteurs clés de notre civilisation.
Et il y croit fermement, c’est sa source d’inspiration, il n’en a pas d’autre, c’est son Alpha et son Omega. Sa vie spirituelle se passe entre ces deux extrêmes. Un jour il est tout entier de l’Alpha, un autre jour il est de l’Omega, et un autre jour il est des deux simultanément.
Je ne puis le suivre tout le temps, ni où il va, ni comment il y arrive, mais j’ai confiance en lui. Je sais qu’il ne quittera jamais le chemin qui est le sien, qu’il ne niera jamais sa croyance en l’esprit qu’il considère comme étant une particule de l’esprit de l’Univers, qui est en même temps, l’Esprit du Dieu de ‘baereshit bara Elohim’, ‘au commencement Dieu créa’: les premiers mots de la Bible, le livre des livres.
Même s’il avance qu’il n’y avait rien à créer, que tout était là en puissance d’être, et que ce tout s’est matérialisé à partir du moment du Big Bang, il croit en outre pouvoir dire que cette matérialisation représente le corps et le visage de l’ Esprit-Dieu.
Ce corps et ce visage étaient là, abandonnés comme une île perdue en plein océan. Il leurs fallait un observateur, un témoin, sans lui l' Univers en soi, n' avait pas de sens, il était là, sans y être. C'est l'homme qui lui a donné existence!
Il en résulte que si Dieu s’est présenté sous forme d’Univers, c’est qu’Il voulait être vu, et qu’il lui fallait quelqu’un qui pouvait Le voir, et Le voir comme Il voulait être vu. Et si l’ Univers-Dieu y est, c’est que l’ homme y est, les deux sont inséparables. Oserais-je avancer que l'homme était le but même de l’Univers? Toutefois s' il ne l' était pas, sans lui, l’Univers seul, n’avait aucune signification.
Nous, l’homme, sommes ici pour découvrir Dieu représenté en son Univers et peut-être de nous rapprocher le plus possible de l’Esprit à Lui. C’est ce qu’Il attend de nous, les siècles, les millénaires à venir.
Nous autres, ici présents, nous ne sommes qu’en route. Y arriverons-nous un jour?
14-09-2019, 07:35 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-09-2019 |
Pluksels van de geest |
Ik krijg bijna dagelijks beelden toegestuurd genomen door de Hubble Space Telescope. Als leek, wat het fenomeen Universum betreft, noem ik deze beelden ‘pluksels van de Geest/God’ omdat ik weet dat ze komen van uit het diepste diep van het Universum. Dergelijke beelden moet schering en inslag zijn voor de astronomen die ze bestuderen om er uit te halen wat er uit te halen is. Wij echter durven eraan voorbij gaan als waren het landschappen van bij ons, wat ze hoegenaamd niet zijn, het zijn bewijsstukken van wat er is en dat we niet weten dat het er is.
Maar we zijn toch gemaakt om uit die beelden een filosofie over te houden die ons bezig houdt op een totaal ander vlak dan de filosofen van vandaag en van gisteren We hebben oog voor het essentiële, het zijnde van het zijnde. En deze conclusies zijn tweevoudig,
Allereerst is er het concept Universum. Alles hierin was geregeld van in den beginne - misschien zelfs ervoor in het tijdloze - tot in het minste van zijn atomaire geledingen, tot in het minste van zijn wetmatigheden, opdat het zou zijn zoals het is, perfect in al zijn maatstaven opdat de mens zou kunnen ontstaan.
En vervolgens is de mens geëvolueerd tot homo sapiens dankzij de structuur en wetmatigheden van het Universum, zoals die er zijn en staan - elke andere structuur of wetmatigheid hadden dit onmogelijk gemaakt - een Hubble Space Telescope weten te bouwen en niet alleen te bouwen maar op te hangen in de ruimte om er optimaal gebruik van te kunnen maken.
Aan de mens nu om, én te zien wat hij ziet en er zijn besluiten uit te trekken, én te weten tezelfdertijd dat wat hij ziet slechts mogelijk was dankzij de aard van het Universum; dankzij het feit dat dit alles van in den beginne, van bij de Big Bang was voorzien.
Anders gezegd en herhaald: we zijn aangekomen op een punt, met het Universum zichtbaar tot in zijn verste geledingen, bijna tot in zijn ontstaan. En dit dankzij de mogelijkheden die het Universum hem bood om een Space Telescope te bouwen en in de ruimte te houden. Een telescoop die ons de mogelijkheid biedt te ontdekken hoe de ruimte er uit ziet en er onze conclusies uit te trekken.
En dan, vanuit een andere gezichtshoek, is het Universum zo geconstitueerd dat het ook mogelijk is voor de mens die hij is, door te dringen tot het diepste diep, het oneindig kleinste deeltje van het atoom. De CERN in Genève is er het voorbeeld van.
In één woord, van in de beginne, van bij de aanzet, de Big Bang, was alles geregeld opdat de mens die komen zou in de mogelijkheid zou kunnen gesteld worden dieper en dieper binnen te kijken in de structuur van al wat is. Dit betekent dat hij in staat zou zijn te zien, niet alleen wat zichtbaar is maar ook en vooral wat onzichtbaar is.
Dit proces van het zien van het onzichtbare is aan gang. We zijn al zo ver gevorderd dat we de grens van de fysica hebben bereikt en dat we binnengedrongen zijn in de metafysica, de wereld die meer van de geest is dan van de materie.
De evolutie die aan de basis hiervan ligt is een kosmische evolutie, die zich situeert binnenin de materie. We vragen ons dus af, welke de volgende stappen zullen zijn die de evolutie, ons bij brengen zal.
Aan de finale conclusie durven we al even denken, we evolueren naar het beeld van God toe, en als ik sprak over de ‘pluksels van God’ zijn dit de eerste tekenen van zijn Geest die ook deze van het Universum is?
Ik had vanmorgen kunnen schrijven over het vormen van een nieuwe regering of, over de vorming van Allah’s kinderen in hun meest prille jeugd, maar ik ben, zoals zo dikwijls al, afgedwaald omdat er beelden waren opgedoken vanuit de Kosmos.
Veel is er niet nodig om van gedacht te veranderen.
13-09-2019, 06:20 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-09-2019 |
Travelling. |
Ik schreef mijn dag van 12 september maar het brengt me geen voet vooruit. Ik sta terug waar ik gisteren stond en waar ik straks zal staan, met altijd een blog te schrijven, eindeloos, a never ending story, zoals er boeken zijn die nooit eindigen, best niet eindigen. Boeken die pas beginnen als ze gelezen zijn, die uitzwermen in de geest, in de in de mogelijke ontwikkelingen die ze in hun laatste zinnen verbergen. Dit is het magische van een boek, van een roman, als lezer schrijft je er verder aan, de personages leven verder, zelfs als ze dood zijn. Voorbeelden genoeg van boeken die ik las.
‘For whom the bell tolls’ is er zo een: Roberto die de trekker overhaalt, de luitenant die sterven gaat, en Maria, zijn meer dan lief, die wenend meegevoerd wordt door Pilar. Hoe sterft Roberto en wat gebeurt er met haar en het kind dat ze draagt van hem? Geen enkel verhaal is af, zelfs als ze daarna ‘lang en gelukkig leven’ dan nog wil je weten hoe ze dit zullen zijn.
Ik stel me de vraag wat er bij jullie hangen blijft van de blogs die je dagelijks voorgeschoteld krijgt. Bijvoorbeeld, wat er overblijft van wat ik, op een bepaalde dag, in de mond heb gelegd van een vriend, beeldhouwer die de formule van Einstein, E = MC2, in een beeld had omgezet, namelijk dat de factor ‘C2’, de snelheid van het licht in het kwadraat, iets goddelijks over zich had; dat alleen een God aan zo iets zou kunnen denken - God het binnenste van het Universum zijnde - Ik heb het hergebruikt achteraf, maar wat ik toen in een opwelling heb gedacht is me bijgebleven.
Is het zo of is het niet zo, ik vond dat het de wereld mocht ingestuurd worden want het gebeurt niet zo dikwijls dat je iets origineels, weliswaar als uitdrukking, schrijven kunt. Er is al zoveel gezegd en geschreven in de wereld van het woord.
Ik heb er andere geschreven die spontaan opwelden in mij, die ik nergens anders gelezen had - wat heel logisch is want ik lees weinig nowadays - de twee: lezen en schrijven zijn niet gemakkelijk te verzoenen, vooral als je blijvend geconfronteerd wordt met een prioriteit die je niet uit het oog moogt verlezen.
Ik word dan meer geraakt als ik hoor van een vriend dat ze rondtoeren in Zuid Frankrijk, in de streek van Maussane-les-Alpilles. De streek waar we ettelijke malen samen waren, samen ‘le moulin de Daudet’ bezochten, la Chapelle de l’Ange Gabrie, de wondere, bijna witte Abdij van Montmajour. Ik weet hoe gelukkig we er waren, en ik voel me gelukkig voor hen: Paul en Yo en Anita, grote mensen op alle gebied en grote vrienden. Je bent er met hen, je loopt er met hen in de straten van Les Beaux de Provence, in de straten van St.Rémy, de stad van Van Gogh. Je bent met hen in Avignon, je bezoekt er le Palais des Papes. Het is, erover schrijvend, dat je er aanwezig bent met hen.
Dit ook is van een soort boek van er samen te zijn. Het boek dat we samen lazen en beleefden. Er is een onverbreekbare band die maakt dat we er zijn samen met hen, en vermelden ze het niet, ik weet dat we in hun gedachten zijn als ze bepaald plaatsen bezoeken.
Zo: gisteren was ik op l’arrête du Zinalrothorn, vandaag in ben ik in Maussane -les-Alpilles. I’am travelling a lot these days.
12-09-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-09-2019 |
Nine eleven |
Doomsday: als ik denk wat er op een ‘elf september’ ooit gebeurde, een vliegtuig dat zich boorde in de Twin Towers in New York. Het beeld bij de datum 11, overvalt me, dit op het ogenblik dat ik dacht te schrijven: ‘ik kan er niet over dat ik bij hoog en bij laag durf beweren dat het ontstaan van het Universum, van de Big Bang af, en zelfs, er vóór indien dit kan, de mens en dan de geest in de mens, centraal staat en dat alles erop gericht was en is, de mens voort te brengen.’
Dat hiervoor een oneindig, schijnbaar eeuwig, Universum in volle beweging nodig was opdat de homo sapiens tevoorschijn zou komen, die mee genomen wordt, innerlijk zeker - door de evolutie in het Universum.
Hoe waag ik het dit te verklaren bij hoog en bij laag. Het is als een ‘nine eleven’ maar dan op een totaal ander en totaal onverwacht vlak, op het vlak van de geest in de materie.
Ik schrijf dit, ik kan het blijven herhalen, maar ik kan de volgende vraag niet ontwijken: ‘En nu, stel dat het zo is, hoe verloopt het verder, nu de mens er is, hoe ziet zijn toekomst er uit? Het Universum blijft uitdeinen, ook de geest van de mens is begrepen in die uitdeining, en dan wat, wat of wie komt er uit voort, een homo sapiens/sapiens?
Ik heb me, met mijn verklaring klem gereden, ik kan niet verder of beter, ik waag me niet verder. Wat er staat is ofwel een vloek, een onwaarheid in het kwadraat of, is een lichtpunt, een fosforescerende baken naar het komende toe.
Teilhard de Chardin als hij schreef dat we evolueren van het Alfa naar het Omega, was het dit dat hij op het oog had - en dan nog hij betrok er Christus bij - moet ik hem gaan herlezen of, moet ik Dantes ‘Paradiso’ gaan herlezen om een gelijk te krijgen; want ik wens gelijk te krijgen. ik wens een nine eleven in de omgekeerde richting, namelijk dat de geest, deze van de mens, als deel van de geest van het Universum het doel was voor het ontstaan van het Universum
Jullie die me lezen: weet dat jullie me uitdagen; dat jullie me vragen dingen te schrijven die ongewoon lijken, maar waar ik achter sta. En dit elk ogenblik van de dag. Elk ogenblik dat ik in beweging moet blijven opdat ik dingen zou verkondigen, die zich situeren, het liefst, op de snee van het mes.
Ik ken zo een plaats in de Alpen. Vertrekkende van uit Zinal, over la cabane du grand Mountet, de weg naar de top van de Zinalrothorn. En, eens voorbij le Blanc de Moming, op de kam van de berg, een lange gebogen lijn naar l’épaule du Zinalrothorn, een lange, stijgende lijn in de sneeuw, amper dertig centimeter breed, met de afgrond links en rechts, een ‘wegje’ dat je te volgen hebt tot aan l’épaule, vanwaar, in het rots-gedeelte de klim verder gaat tot aan het kruisbeeld op de top.
Het is op deze snede dat ik geschreven heb deze morgen. Nu het licht er is als ik de gordijnen openschuif, ben ik enigszins gerust gesteld, de dag opent zich normaal en wordt het een morgen zoals alle voorgaande, ogenschijnlijk dan toch.
PS.
Er zijn twee mogelijkheden om de Zinalrothorn te beklimmen, de ene vertrekt uit Zermatt, de andere uit Zinal. Ik ken alleen deze laatste, maar ik kwam niet verder dan ‘l’épaule’, na le Blanc de Moming te hebben ge-‘escaladeerd’. Google toont je het hele gamma beklimmingen in de Alpen ook deze vertrekkende van uit Zinal.
11-09-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-09-2019 |
De mens in het Universum |
Ik herlees wat ik gisteren schreef en voeg er iets aan toe, iets dat ons de ogen zou moeten openen, une idée fixe à moi die ik maar blijf herhalen: zonder de aanwezigheid van de mens is het ganse Universum zinloos; of het er is of niet is; of er maar één is of er nu duizend zijn van dergelijke Universa, het is en blijft betekenisloos als er niemand is om het op te merken, om erover te oordelen, te interpreteren waarom het er is.
Dit iemand is er en toch zien we het niet of willen we het niet zien. Toch komt het in ons niet op waarom we er zijn, wij de mens, en als ik spreek over ‘de mens’ dan is het over de geest in en van de mens, het centrale punt waar omheen alles draait. Dus niet zijn stoffelijke gedaante die maar is als het stoffelijke in het Universum, maar de geest die leeft in al dat stoffelijke. Het is daar dat het om gaat, en meer specifiek, de geest in de mens dat een slechts een deeltje is van de geest die van de Kosmos is.
We blijven, en zeker als atheïst, gefocust op het stoffelijke, we hebben geen oog voor wat binnen in de stof is, het hart ervan, de ziel ervan, en we dwalen en verdwalen in ons eigen woorden.
Atheïst zijn is zeggen, al dat gedoe van de New Physics - nog iets dat een hoofdletter krijgen moet - we zien er geen jota van, dus is larie en apekool. Dit betekent dat ze geen beeld hebben van wat evolutie is, een evolutie die plaats vindt in het binnenste van de materie met zijn weerslag op wat van de geest is, wat van het kennen, het weten is. Want het binnenste is meer dan wat aan en in elkaar geankerde cellen of atomen.
Ik maak me wel zorgen over de inhoud van wat ik geschreven heb: Is het grillig wat ik schrijf, onbenullig, gemakkelijk te weerleggen, is het simpelweg wat gebazel, wat literair gedoe? Er tegenover is er een troost, een versregel uit de bundel ‘Four Quartets’ van T.S.Eliot die ik wel eens durf gebruiken als ik me vragen stel over wat ik voorop stel. Eliot heeft het over zijn pogen, woorden te gebruiken om zijn gedachten uit te drukken, maar dicht hij: elke poging is een gans nieuwe start en ook een andere soort van mogelijke faling. Maar, zegt hij verder: ‘For us, there is only the trying. The rest is not our business’.
Het is zo iets als, doe wel en zie niet om. Echter, voor iemand die schrijft is het niet zo eenvoudig, al wat je neerzet op je blad met deze stelregel te bedekken. Het is een zuiver oosterse stelregel die Eliot gaan halen is uit de Bhagavat Gita:
‘Let your reward be in the actions themselves; never in their fruits. So be not moved by the fruits of actions. Nor let inaction dwell in you’.
Het komt er dus, en voor mij zeker, vooral op aan, actief te zijn in het landschap van de geest, en actief te blijven. Te trachten woorden te gebruiken om gedachten, beelden, herinneringen, gebeurtenissen, op de meest frappante wijze weer te geven. Eens dit gedaan is mijn werk af. Heb ik, zoals nu, gezegd wat ik deze morgen meende te moeten zeggen.
Is het de waarheid, is het een deel ervan, is het gemakkelijk weerlegbaar, wie zegt het me als ik het niet zou zijn?
10-09-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-09-2019 |
De volgende dag. |
Ik heb me gisteren onbewust - een ogenblik dat ik de controle verloor - laten gaan. Om terecht te komen in een bui van gelatenheid, van niet meer weten waar ik stond en waar ik heengaan wou. Verloren in een herfstlandschap, een tol die zijn snelheid verliest en waggelend nog wat pogingen doet om niet stil te vallen.
Jij als lezer oordeelt erover, maar je hebt niet de leeftijd die ik heb en je weet niet dat de jaren je bij momenten zwaarmoedig maken, momenten die thans veelvuldiger opduiken dan een paar jaren terug, met centraal staand, het weten dat ik een massa geschriften ongeordend ga achter laten.
Het zijn al die bijkomende ongemakken van het lichaam die je ineens, sterk opgeblazen, overvallen en je geest benevelen. Gelukkig zijn er vrienden die reageren op je uitval, je et de neus op de feiten duwen. Een troost en de mogelijkheid tot een opflakkering zijn de mails die ik als reactie op mijn blog van gisteren ontvangen mocht. En dan vooral een verwijzing naar de on-line magazine ‘www.doorbraak.be’ met de titel ‘God of Niets’.
Niemand in dat artikel zegt me hoe die God is. Er wordt over Hem gesproken alsof hij een persoon was, een entiteit, een vergoddelijkte mens. Er wordt niet gedacht aan de God van Spinoza, of aan de God waar ik het over had onlangs, gekneld in een simpele formule die ik herhaaldelijk heb trachten te bewijzen, maar waar ik volledig achtersta, namelijk, ‘God = Universum’, een twee-eenheid. Welke betekenis er alsdan kan aan gegeven worden en of er nog sprake kan zijn van atheïsme, betwijfel ik, want atheïsme verwijst naqr God als persoon. Een persoon die Hij zeker niet is.
Een passage heb ik uit de tekst ‘God of Niets’ gelicht:
‘Het lijkt er op dat alles in het universum precies zo is zoals het is om ons bestaan mogelijk te maken. Deze kosmologische constante zorgde in 1998 voor zeer veel consternatie in de wetenschappelijke wereld omdat deze niet nul bleek te zijn (zoals altijd gedacht) en dit bijna het ultieme bewijs leek te zijn dat het ganse universum bestaat enkel en alleen om ons bestaan mogelijk te maken.’
Wat weten we, ‘arme zondaars die we zijn’, wat weten we van wat er overblijft van onze essentie, na de dood. Niet van ons omhulsel, ons lichaam, maar wel van onze, om het even welke deeltjes: elektronen, quarks, partikels, Higgs-bossons. Deeltjes die ik zie eerder als een vorm van kennis, van geest, dan als stof.
Ik heb dit onlangs nog verteld in een blog. Het Universum - omwille van de formule gebruik ik een hoofdletter - is er omwille van de mens, en niet omgekeerd. Natuurlijk is dit schokkend voor iemand die zich atheïst noemt, het mag dan nog Steven Hawking of Steven Weinberg zijn. Het feit alleen zich als atheïst te zien bewijst dat ze een achterhaald beeld van God zijn blijven aankleven.
Een totaal andere visie haalde ik ooit uit de Hindoe geschriften, waar te lezen staat:
Never have I not been, never have you not been, and never have these princes of men not been; and never shall the time come when all of us shall not still be. As the tenant soul goes through childhood and manhood and old age in this body, so does it pass to other bodies.
Of, zoals de ziel die we in pacht kregen - die we ontleend hebben - overgaat in ons lichaam van onze kindsheid, naar onze volwassenheid en naar onze late jaren, zo gaat ze over op andere lichamen.
En ik begrijp dat het deeltje geest dat we als mens in pacht hebben gekregen, onsterfelijk is en overgedragen wordt van leven op leven en, ‘altijd ben ik er geweest en altijd zal ik zijn’.
Het oerbeeld van het levende ‘nu’, komende van ‘in den beginne’ en uitgerekt tot in het eeuwige, doorgegeven van mens tot mens, zoals het geschreven staat in de Bhagavad Gita. Het is dit beeld van het deeltje geest dat ons in pacht gegeven werd dat even belangrijk is als het beeld van God.
Zo niet, nog belangrijker.
09-09-2019, 08:22 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |