 |
|
 |
|
|
 |
20-11-2022 |
Ik heb niet veel te bieden |
Ik heb niet veel te bieden, de Natuur daarentegen heel wat en uit het boek van de Natuur, uit de Alpen, dankzij mijn oudste dochter Patricia, een foto van de ‘soldanelle’ - de kwastjesbloem leert me Wikipedia - gemaakt op de plaats waar de kinderen zinnens zijn mijn as uit te strooien.
Wat rest van mijn lichaam zal er uiterst intiem zijn met de flora, wat een betere plaats is – wat het ook betekenen mag? - dan uitgestrooid te worden op een verloren hoek van een verlaten weide waar niemand nog komen zal om iets van mij terug op te roepen, terwijl ik nu de zekerheid heb, aangetrokken als ze zijn door de Alpen van de Valais, een aantrekkingskracht die aan het overgaan is op de achterkleinkinderen, ze niet anders zullen kunnen dan me te herdenken op die specifieke plaats die ook hen duurbaar is geworden.
Ik had er ook de foto van een edelweiss, een génépi, een lelie Martagon, een saxifraga kunnen aan toevoegen maar de soldanelle staat symbool voor de variëteit aan bloemen en planten die er kunnen gevonden/bewonderd worden.
Het stukje alpenweide is doordrongen van het eeuwige, het bestendige, het blijvende,. Bedolven onder de sneeuw in de winter komt het in de lente terug tot leven in al zijn verscheidenheid aan vormen en kleuren, een blijheid voor het oog een rijkdom voor de geest. Een uitverkoren plaats waar het oneindig goed is er te vertoeven, er rond te lopen en te genieten van de Natuur die zich als een film op tv opent voor jou.
Ik was er wel geen honderdmaal maar ik was er dikwijls en dan vooral met de kinderen omdat ik hen wijzen wou op de treffende schoonheid ervan. Ik weet dat ze de liefde voor de natuur geleerd hebben en dat ze deze uitdragen op hun kinderen en kleinkinderen en het is zo dat het moet. Het grondig spijtige is dat de gletsjer die voorheen tot dichtbij deze plaats reikte, nu een massa dode stenen geworden is, een ramp zoals ik het zie en niet te verhelpen.
Ik ben, behalve de geest in mij, niet veel meer dan een uitgedroogde gletsjer, het is aldus dat ik mijn dagen doorbreng in stilte. Ik heb nog weinig te vertellen gezien ik niet meer buiten kom, gezien ik de wereld heb afgesloten, gezien ik binnen in mijn cel geen klankbord meer ben van wat er gebeurt buiten mijn cel.
Houden we het zo voor de tijd dat het nog duren zal, in elk geval zoals ik het voorspelde tot het einde van het volgend jaar. Komt mijn voorspelling uit, dan is het een goede voorspelling, komt ze niet uit dan is het een verkeerde voorspelling geweest.
En dan, ja wat, een ontgoocheling? Neen, een groot aanvaarden.
20-11-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-11-2022 |
Morgens |
Mijn vertrouwen dat het me elke dag lukken zal mijn blog te brengen is groot, is oneindig zelfs geworden, echter niemand zegt me dat het zo blijven zal, niemand, dus is het beter wat dit betreft mijn vertrouwen te milderen want nederigheid is geboden ook in het geïnspireerd zijn. Want niet elke dag lever ik een blog af die meer dan een voldoende krijgt en nochtans is het op dit ‘meer-zijn’ dat het telkens aankomt. Het betekent dat ik meer wil leven als ik aan het schrijven ben, dat er een grotere intensiteit in mij aanwezig is die zich dan uit in mijn woorden.
Dit is wat ik betracht, soms lukt het , soms lukt het groot en soms niet. Het is lijk de muziek van KLARA soms bevalt ze me, sta ik er stil bij en wordt ik er stil van en soms helemaal niet; het is ook zoals de dagen die komen en gaan, zoals de essays van Hertmans soms lees ik ze vlot en soms stotter ik bij het lezen van een passage, het is maar dat hij hier geen hapklare lectuur is, het zijn zinnen van het hoogste niveau te lezen door iemand van eenzelfde niveau en dat ben ik niet altijd, om niet te zeggen zelden.
Maar, ondanks mijn beperktheid of beperktheden doe ik mijn best als ik voor de dag kom met mijn geschriften, wat voor mij dan het hoogste is dat ik op dergelijke ogenblikken bereiken kan.
Ik schrijf ook geen essays, ik neem over wat me te binnen valt, woorden die van ergens komen, van waar ze komen blijft me een raadsel maar ze zijn er en ze laten zich nemen door mij alsof het vrienden waren, vrienden die kwamen neerzitten aan mijn ontbijttafel vroeg in de morgen, als het licht een smalle band lichtend groen is onder een donkere wolkenmassa. We zouden er samen naar kijken, zwijgend verwonderd over het breder worden van de band groen en lichter worden ervan, verkleurend naar het roze bijna met het eerste blauw.
Mijn morgens zijn, buiten de muziek van KLARA en de opkomst van het licht, niet veel, daarom in mijn eenzaam-zijn beleef ik dubbel wat ik heb, ik stel het vast en een tijd laten schrijf ik erover zo goed ik kan.
Ik herhaal me als ik zeg dat het een vreugde is het te doen, geen uitbundige, die ken ik niet meer, maar een ingehouden blijheid die even blijft terwijl ik schrijf en dan overgaat in een voldaanheid als ik er uiteindelijk in slaag het aantal woorden te schrijven die ik bij mijn begin op het oog had.
Mon Dieu, veel is het niet, veel is het nimmer, het is maar even een buiten mezelf treden om even te schrijven over wie ik ben op ogenblikken in de morgen pas opgestaan uit de slaap. De ogenblikken dat ik terug het leven van de woorden in mij opneem en neerzet op de wijze dat ik gewoon ben het te doen, zoals ik al zegde, soms op een grote, soms op een mindere wijze, maar altijd zo dat ik eindig met een voldaan gevoel. Ogenblikken in mijn leven die van waarde zijn voor iemand in mijn toestand.
Een toestand die ik meen te beheersen.
19-11-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-11-2022 |
Het licht dat dempt. |
Had verwacht/verhoopt dat de lezers van mijn boek, vrienden van hen zouden aangeraden hebben om mijn boek, ‘De Adem van de Dagen’ dat mettertijd aan het verdwijnen is, te kopen. Maar dit is ijdele hoop geweest en gebleven, het boek is dus een stille dood gestorven. De reden kan veelvuldig zijn: onleesbaar, geen spanning, te veelzeggend of te diepgaand. Ikzelf zal het nooit te weten komen en ik leg me er bij neer, het was een mislukte poging, een verkeerde inschatting van mijn kunnen en daar zal het wellicht op neer komen. Een zaak is zeker zonder hulp van buiten uit geraak je nergens.
Zo kruis erover, het raakt me niet meer, zeker niet zoals het me had kunnen raken, maar de omstandigheden – de ondergrond van mijn gevoelens - zijnde wat ze zijn gaat het on-succes ervan over me heen en ga ik verder met wat ik nog denk te doen te hebben.
Ik zag mijn broer Georges gisteren (°1936)) voor de laatste maal. Ik sprak met hem over hoe het gegaan is met onze jeugd, hoe het leven was toen, de zomers, de winters. In feite was ik (°1927) weg van huis toen hij aan het opgroeien was, ik weet dus niet zo veel van hem, juist genoeg opdat hij mijn broer zou zijn. We zijn dan gisteren uit elkaar gegaan, ik met de beelden in mij die we opgeroepen hadden.
Deze morgen echter overvalt me de realiteit van de feiten die zich aanmelden. Deze ook zitten nu geankerd in mijn ondergrond waar ze zich mengen zullen met wat er al aanwezig is. Het wordt een dofheid, een last om mee te nemen als ik schrijven ga: ogen die vochtig worden als ik eraan denk en ik me er niet tegen verzetten kan, ook niet wil, ik aanvaard wat is en houd het zoals het is.
Dit is trouwens hoe ik besta, niet ‘gekwetst van binnen’ zoals in een of ander gedicht, maar geladen met een soort van verdriet, dat eigenlijk geen verdriet is, eerder een pijn maar dan geen pijn zoals deze van het lichaam, maar een holte van pijn.
Ik schrijf erover om de pijn te verdoven, maar dit is vandaag weinig hulp, ik voel nog te zeer zijn lange omhelzing toen ik vertrok, zijn mager, scherp gelaat tegen het mijne, broer tegen broer.
Wat verwacht je nog meer dat ik zeggen zou, als ik hiermede alles heb gezegd van wat leeft in mij, een donkere wolk die overdrijft of hangen zal blijven. De tijd van de dagen die komen zal het uitmaken: zeker is, niets hoeft zich te wijzigen, het is zoals het is, en zoals het is neem ik het en houd ik het.
Het is het gevoel van de oude man in mij, weliswaar getemperd door de jaren, door het weten dat het leven te nemen is zoals het op jou afkomt, in de geest grootmoedig zijnde.
De nieuwe dag is er, het licht vaal nog, zal zich vastkleven in de variëteit van groenen en gelen in de bomen aan de overkant, je zult er lang naar kijken met een groot ontzag voor wat de natuur, voor wat het leven van de Kosmos je biedt en je zult dankbaar zijn, heel dankbaar dat je er over schrijven kunt alsof alles een gebed was.
Dankbaar zijn, ik sterf nog niet.
PS. Indien interesse voor het boek: Google 'De Adem van de Dagen'.
18-11-2022, 06:41 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-11-2022 |
Het wachten op. |
Is het dan zo uitzonderlijk voor een open nog krachtige geest, elke dag, ongeacht de toestand van het lichaam, een blog te schrijven over om het even welk onderwerp; Is niet elke actieve geest ertoe in staat dit te verwezenlijken, of wordt er verwacht dat als een zekere leeftijd bereikt wordt elke activiteit is stilgevallen en we nog juist goed genoeg zijn om weggedoken hier of daar, gedoemd zijn einde af te wachten?
Alles ligt beschreven in de aard van het wachten. Ik ook wacht af wat er gebeuren gaat, maar niet zo maar, mijn afwachten is geen stilstand, het vertoont geen machteloosheid, integendeel het verwerp het wachten, het gaat er tegen aan met alle krachten voorhanden. De geest blijft bewegen en verwerpt elke toegeving aan het negatieve, hij laat niet toe enige verzwakking te tonen, hij dwingt door te gaan in een zelfde ritme en met eenzelfde gedrevenheid.
Hoe zou je willen dat ik in dergelijke omstandigheden bezig zou zijn met wat me vroeg of laat te wachten staat, of welke zou dan het uitzonderlijk karalter ervan wel kunnen zijn?
Er is er geen, er is enkel wat is, en er is wat gerealiseerd wordt en niet ontkend kan worden. Ik houd het daarbij zonder meer.
Ik ga zelfs nog reizen, ik bezoek nog, weliswaar in gedachten, de plaatsen waar ik me uitzonderlijk goed voelde. Gisteren nog, in volle bewustzijn, én van de plaats, waar ik de auto achterliet, én hoe ik de weg overstak, de helling beklom en rondwandelde in de alpenweide, alles vergetend maar gefascineerd door het leven van het kleine gebeuren dat ik daar zag: stukken witte rots begroeid met mossen en lichen, er omheen in de wind licht bewegende alpenbloemen enig in hun soort en dit in een landschap dat ik me voorstelt van bergen en luchten en een gletsjer die, ongelukkig maar het is, langzaam aan het wegkwijnen is. Ik denk eraan en ben zelfs innerlijk geroerd dat het zo is.
Als ik straks terug zal rijden zal ik stoppen aan de ‘barrage’, zal ik bij de nakomelingen van Clement Salamin die de zoon is van mijn overleden vrienden Fernand en Emmy, ik zal op het terras gaan neerzitten in een zetel met in mijn rug de warmte van het schaapsvel en ik zal een glas Ermitage bestellen dat een jonge dame met de glimlach omdat ze me kent, me brengen zal. Ik zal het in de hand houden naar het licht toe en de kleur ervan opnemen, de kleur van de wijn die de geest is van de aarde waarin de druif opgroeide en rijpte in de zon, gelouterd door de inzet van allen die gewerkt hebben opdat de druif wijn zou worden. Ik denk eraan terwijl ik de wijn ga proeven, een plechtig ogenblik van het erzijn in het hart van het erzijn, met voor me uit het licht over het meer, de weg erlangs, en veruit de noorderwand van ‘les Pointes de Mourty’ met wat nog rest van wat sneeuw op de toppen en de berghut die je er weet, waar je zo dikwijls geweest bent, met vrienden, en met de kinderen tot die keer dat je afgedaald bent met hen, niet langs de wegel langs waar je gekomen waart, maar terug over de gletsjer, over het licht krakende ijs onder je voeten, een geluid dat je nu nog altijd denkt te horen. Al is er niets te horen, de wijn te drinken al is er niets te drinken, er groot en rijkelijk te zijn al is er niets te zijn. Maar je waart er, enkele ogenblikken en het is je voldoende want, dit alles neerschrijvende was het alsof je er waart, terwijl je er niet waart.
En ik, zoals het gezien wordt, wachtend ben op de dood die zo goed is nog wat te dralen, schijnbaar echter, want de uitslag van mijn bloedonderzoek is alles behalve gunstig en ik loop nu rond met de benen van teen tot knie omwikkeld met ‘Rosidal K’.
Zie je het gebeuren?
17-11-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-11-2022 |
Hoe je je dag achter jou laat. |
Ik zou een ganse dag moeten neerliggen met mijn benen hoger dan mijn ligging om de zwelling van mijn voeten te minderen, maar dan, wie doet er mijn schrijfwerk, wie loopt er heen en weer om de stramheid van mijn lichaam te milderen, en ik er tussenin die beslissen moet dit doe ik en dit doe ik niet als er nog zoveel te doen is, of, ben ik het slachtoffer van mijn inbeelding nog heel wat te doen te hebben?
Laat ik het maar houden bij het schrijven van wat woorden om aan te tonen dat ik er nog ben en nog steeds omgang kan hebben met het woord, geladen of luchtig. Wat me ontbreekt, totaal ontbreekt, is humor, humor dat een teken is van wijsheid. Ik ben dus maar een halfslachtige en het is niet met nog véél te ‘doen’ dat ik hieraan iets wijzigen zal.
Maar toch ik blijf geplaagd, ik blijf achterna gezeten door het ‘doen’ het is sterker dan mezelf. Achteraf stel ik vast dat ik vele dagen na elkaar ijverig ben geweest als een bij en de tijd geen aandacht kreeg, hij werd opgebruikt op een degelijke wijze en dan ook periodes heb gekend dat ik mijn tijd niet de tijd gunde om gebruikt te worden en ik er nodeloos bij liep.
Dit op te merken is te wijten aan mijn schrijven van elke dag, ware dit er niet dan verliep elke dag, hoe actief of inactief ik ook ware geweest onbesproken in een flow van onachtzaamheid als onbelangrijk, terwijl nu elke dag een merkteken meekrijgt en ik duidelijk weet, wel niet hoe hij verliep, maar dan toch hoe hij zich afzonderde van de andere dagen door wat ik naliet als geschrift, waarin enkele belangrijke ogenblikken van mijn gedachtewereld werden bloot gegeven.
Eigenlijk, en ik weet het, veel betekenend is dit niet want terwijl ik dit schreef dacht ik – en ik weet niet waarom – aan Scobie uit ‘The Heart of the Matter’ van Graham Greene; dacht ik aan de Valais, een plaats hoog boven Grimentz, aan de voet van de Moirygletsjer waar de kinderen zinnens zijn mijn as uit te strooien over wat ik altijd mijn tuin heb genoemd, een tuin met arnica en génépi, met edelweiss en soldanelle, met gentiane en saxifraga, een unieke florawereld, een deel van het testament dat ik nalaat voor hen.
Het zijn flitsen van gedachten die plots oprijzen in mij en even vlug voorbijgaan gevolgd door andere even onverwachte.
Zo, hoe leven we, hoe is die fameuze gedachtewereld van ons gestructureerd opdat op het meest onverwachte ogenblik, de meest onverwachte gedachte zou opduiken en je bezig houden zodat je wenst ze neer te schrijven als een gebeurtenis van je dag. En je weet dat je heel wat dergelijke flitsen niet hebt vermeld, maar dan toch, Graham Greene daar gelaten, de meest belangrijke van alle hebt vermeld.
Je dag die opgetekend werd is dus maar een flard van al wat er in een etmaal is gebeurd. Maar je kunt niet alles optekenen zoals je niet alles kunt lezen.
16-11-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-11-2022 |
De dag die het waagt me te ontglippen. |
Je hoeft niet verder te lezen als je vindt dat mijn blog te persoonlijk is, te veel begaan is met mijn lot, waarbij ik zelfs in lichte mate durf overdrijven. En ik ben er om te durven schrijven wat ik denk over mezelf, onverbloemd opgetekend, telkens en telkens opnieuw.
Op wat of op wie beroep ik me dan om te zijn zoals ik ben en niet een poging doe om me te verschuilen achter weinig zeggende woorden. Ik deed het misschien in het begin, jaren geleden, maar ik spreek nu voluit hoe het gaat met mij en, wat ik niet dikwijls zeg, hoe ik me dwingen moet om verder te gaan met de glimlach op de lippen.
Maar als het op het schrijven van mijn blog aankomt ben ik volledig ingesteld op mijn persoon. Ik zie en hoor wel wat er omgaat in de wereld maar niets ervan dringt door tot mijn geschriften, ik laat dit over aan de journalisten, ik laat dit over aan Stefan Hertmans die in zijn ‘Verschuivingen’ het heeft over de nieuw opgedoken plooien in de maatschappij, echter niet hoe die glad te strijken zijn.
De lectuur van zijn boek vordert traag, het is ook geen gemakkelijke lectuur, maar de tijd om het te doen ontglipt me schijnbaar, verpruts ik aan andere zaken, of misschien is het omdat ik een zekere traagheid heb aangenomen in mijn doen en ook, de tijd verstrijkt te vlug, er zit geen rem op de wijzers, noch van Big Ben, noch van mijn uurwerk, de dag verschuift en ik bemerk het pas als hij voorbij is.
Ik zal er dus niet in slagen te volbrengen wat ik nog dacht te volbrengen, de wil was er wel destijds al ik herbegonnen ben en hij is er nog maar ik kom er niet toe een schema op te stellen van wat ik precies zou willen en niet willen.
Een zaak is zeker ik moet op de ene of andere wijze actief blijven, ik moet zo weinig mogelijk acht slaan op de toestand – stijfheid, pijn, gezwollen voeten – van het lichaam waarmee ik hier rondloop, het houdt me teveel bezig, het verspilt mijn aandacht en mijn tijd.
Mijn tijd die kostbaarder en kostbaarder wordt want hij wordt raarder en raarder, hij wordt stilaan flinterdun, dunner dan dun,
Nog niet zoals bij mijn broer die het leven hier op aarde niet meer aankan en op het punt staat in vol vertrouwen het echte, glorierijke leven binnen te treden, de last die hij hier betekent voor zijn omgeving is niet meer draagbaar voor hem.
Ik ga hem opzoeken in het verre Puurs, maar of ik een steun zal zijn betwijfel ik, hij heeft bij volle verstand zijn beslissing genomen en ik bewonder de wijze waarop hij er over spreekt, het is een grote reis die hem wacht.
Waarheen hij gaat weet hij niet, maar het niet-weten verhoogt de spanning om het te weten, misschien ook komt hij ineens alles te weten.
15-11-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-11-2022 |
Het verscholene. |
Waarom, een oude man zoals ik, heeft hij plots vochtige ogen als hij een achtergelaten pull vindt van het kind – de Rachelle van vijf jaar - dat zijn hand nam om hem te ondersteunen als hij naar een andere kamer ging?
Hij schrijft dit terwijl, o, terwijl zoals het gisteren was en de vele dagen ervoor, de zon, nu een iets verder naar het oosten toe, een iets dat bewijst dat het een andere dag is, te voorschijn komt; terwijl zijn gedachten nog altijd deze zijn van de dagen ervoor: eenzelfde niet wijkende sadness die bij momenten geen jota meer of min is dan deze die hij meedroeg van de dagen ervoor als hij schrijven ging.
ij de man in het oude verrimpeld lichaam, zoekend naar de sprankels geest, geborgen in een gevoeligheid die hem overvalt, zelfs bij het zicht van een achtergelaten rode pull van een kind.
Hij het schrijven wil, hij het vasthouden wil omdat hij zich nu op het gebied van het gevoel, zo kwetsbaar voelt, kwetsbaarder dan het kind, kwetsbaarder dan hij ooit geweest is.
Hij het wellicht nooit herlezen zal eens de dag voorbij, maar het zal er staan als een teken van zijn gevoeligheid die hij niet meer meester is maar die bij het minste voorval of gedachte zelfs, opwelt in hem en opstijgt naar zijn ogen alsof hij wenen wou van de morgen af de dag in tot in de avond laat, tot in de nacht.
Hij schrijvende , die de sadness niet aan kan, niet wetende wie hij is noch wat hij nog verlangt, noch wat hij doen wil, noch wat hij schrijven wil, noch waar hij heen wil om er iet meer te zijn.
En toch, en toch er rest nog altijd dat greintje leven in hem, de wil die hem optilt en hem in alle richtingen in beweging houdt om er te zijn en er te staan als een zuil van diepe ingehouden stilte voor een tijd nog, zoals het was en is en blijven zal, tot het einde van zijn dagen.
Wat er nu is zal niet meer overgaan, het water van de vijver zal zelfde kringen houden en het spiegelbeeld van al wat is in hem in beweging houden.
Het zal het bewijs zijn dat hij, onder het oppervlak van het hypergevoelige, de man is die op weg is naar zijn einde toe, maar gaaf wil houden alle krachten die zijn leven waren.
En wat die onderliggende ‘sadness’ betreft, hij neemt die mee verscholen wellicht in wat hij nog aan woorden nalaten zal in de dagen die hij nog, als toegift, krijgen zal van de Ene of de Andere.
14-11-2022, 06:07 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |