 |
|
 |
|
|
 |
31-08-2023 |
Einde maand. |
Dan toch het einde van de maand, nu augustus, voor de zoveelste maal gehaald.
Het was niet aan iedereen gegeven, velen zijn heengegaan, sommigen om september niet meer te ondergaan, anderen omdat het ‘Leven’ het hen niet meer gunde verder te gaan.
Wellicht – we zullen het nooit met zekerheid weten – stond het heel vroeg al, van bij hun geboorte zo geschreven, ergens in het domein van ‘het nergens’, dat ze september 2023 niet zouden halen. Het is dus geen toeval, het gebeurde omdat het zo gebeuren moest, gesteld de beweging van de aarde om de zon en van de zon tussen de sterren en gesteld vooral de omstandigheden op aarde, onoverzichtelijk, onontkoombaar, grillig in elkaar verweven op een onverklaarbare wijze en uitkomen opeen soort fataliteit, totaal onvoorzien en zeker totaal onverwacht.
Aldus mijn vraag er bovenop, haal ik september 2024 nog? Je hoort het wel hoe het zich zal voordoen.
Want, er kan ons zo veel gebeuren, het kan dat je slapen gaat en niet meer wakker wordt, of dat je in de wagen stapt en niet meer huiswaarts keert, of van een fietser die in het water rijdt en niet meer boven komt, of van een gewichtig man die een vliegtuig neemt dat onvermijdelijk vallen zou. Niemand van allen vóór hem die het wist, alleen hij, de laatste, had het moeten verwachten, maar hij meende dat dit ‘hem’ niet zou overkomen.
Maar hoe en wanneer en aan wie het ook gebeuren moge hoe vreemd het moet zijn voor zij die overblijven en horen dat iemand die ze zo goed kenden is weggegaan. Een holte plots in hun dagelijks ‘Dasein’ en een zwaarte in hun herinneren eraan toegevoegd.
Of, is het toch een lichtheid, is hij of zij die ging een stille stilte geworden in wat je, als overblijver doet en denkt, aanwezig in die stilte, soms groot aanwezig?
En dan, waaraan je denkt als het over jou zou gaan: de vele kleine en grote dingen, je boeken en je tekeningen elk met je eigen herinnering eraan verbonden, plots leeg van deze herinnering, overgebleven, eenzamer dan ooit; herleid tot wat ze in wezen zijn. Nu voor zij die bleven een herinnering aan jou, een wereld van verschil, een leegte voor de dingen zelf, een armoede.
Je denkt eraan terwijl Klara’s muziek de kamer vult, rijk en onschuldig, zoals het leven in jou.
31-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-08-2023 |
Eenzaamheid. |
Voel ik me eenzaam zoals gezegd wordt (op de VRT vanmorgen) van personen op leeftijd die alleen wonen. Ken ik hun eenzaamheid?
Neen, helemaal niet, ik ben trouwens niet alleen, ik leef met de persoon die schrijft en me bezig houdt, in feite van het eerste licht tot het laatste, zelfs tot in het donkerste van de nacht. Dit moet de belangrijkste dan toch de voornaamste reden zijn.
En ook, ik heb heel wat: ik heb KLARA; ik heb bezoek in de morgen, een jonge dame die me wat komt verzorgen, in de avond, de gebuur; ik heb Ilya Pfeijffer en zijn Alkibiades waar ik traag in vorder en ik heb op TV de mooiste concerten die ik kan bijwonen en er in opgaan tot ‘ontroerens’ toe; ik kan om het even welk boek uit zijn rek nemen en beginnen dromen, hoef het zelfs niet te openen. Ik heb dus heel wat, om dan nog niet te spreken van het leven in de tuin en van de vrienden om me heen.
Misschien, misschien ken ik bij momenten een greintje eenzaamheid maar ik let er niet op, het heeft geen vat op mij. Daarenboven, ik heb de kinderen en de kleinkinderen en de achterkleinkinderen. Ik ben een, in vele richtingen ruim voorzien man. Hoe zou ik eigenlijk me ooit echt eenzaam kunnen voelen?
En zoals je het nu ook al weet, ik reis in gedachten naar de plaatsen waar ik was, waarvan ik me, met een zekere intensiteit, tracht voor te stellen hoe ze waren en hoe ik er was, jong en krachtig en heelhuids, evenwel de behoefte tot schrijven nog niet kennende zoals ik deze nu ken.
De jaren hebben me zeker verrijkt als persoon, niet vereenzaamd.
30-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-08-2023 |
Euforisch. |
Ik heb me gisteren gedragen als een kind dat met zijn vader naar Disneyland mag gaan, zo enthousiast was ik, alleen maar omdat ik me in Zinal droomde en omdat ik me licht en gelukkig voelde.
Het is maar dat het uitzonderlijk is als ik hoor van een vriend dat hij daar rondloopt zoals ik er ooit rondliep. Schijnbaar heeft dit iets magisch voor de band die ik heb met dat dorp, maar wat ik schreef was licht overdreven. De foto van de ‘Besso’ was voldoende geweest en dan, ook niet. Maar ik zegde het al als ik schrijf ben ik een ander mens, is mijn werkelijkheid deze van het woord en het woord is oneindig, het kan alle kanten uit en ik wil het zo, ik geef het de vrijheid die het in zich draagt. Zo gebeurt het dat ik schrijf wat ik niet dacht te schrijven als ik mijn gedachten onbelemmerd neerzet voor de dagen die komen. Ik zie dan het onheil, als het er zou zijn, pas in de uren/dagen erna.
Dit alles om me te verontschuldigen bij mijn vriend, indien dit nodig zou zijn, die ik wellicht grondig gestoord heb in zijn mijmeringen aldaar.
Maar toch, alles nuchter overschouwend, vraag ik me af hoe het kon dat ik me dusdanig heb laten verleiden door enkele lijnen en enkele foto’s van een vriend, is het omdat het van hem komt of, is het omdat het handelde over Zinal of, is het omdat het handelde over hem in Zinal?
Ik denk dat het dit laatste was dat me bekoord heeft en dan nog wel buiten mate.
Zo, wat schrijft iemand die schrijft elke dag en dan ook als zijn woorden uiting zijn van een soort zomerse euforie die hem overviel en waar hij heel gevoelig voor was?
Uiterst gevoelig!
29-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-08-2023 |
Zinal CH, waar ik was zonder er te zijn. |
Ondanks wind en regen wordt het een heldere dag, een vriend mailde me, hij is in ‘Zinal.CH’ en stuurde me enkele foto’s. Onder meer deze van de Besso die, zoals de Matterhorn is voor het mondaine Zermatt, de totem is voor het volkse Zinal.
Hij weet nu, want ik antwoordde hem, dat hij me ontroerde en niet in kleine mate, én met het feit dat hij daar was én met zijn foto’s. Er bewoog iets in mij te weten dat hij er rondlopen zal wetende dat hij tot zichzelf zeggen zal - op welke plaats hij zich ook bevinden mag - Karel was hier.
Ik zal hem dus vergezellen als hij wandelt over de brug over de Navizence en verder, ‘Le Plat de la Lée’ in. We zullen beiden oog hebben voor de gevlekte orchis links van de wegel en verder rechts, voor de ‘linaigrettes’ in een poel water.
Als hij enkele honderden meters verder de weg zou verlaten en opgaan tot het kleine bosje rechts tegen de rotswand, zou ik meegaan met hem en uitkijken naar de kleine orchidee die daar ergens groeien moet tussen vlekken mos..
Misschien hebben we het geluk er een te vinden om een foto te maken misschien niet, er staan echter bloemen genoeg en zelfs, dichtbij de rotswand, struikjes génépi én edelweiss
Maar we zouden verder gaan tot aan de brug met het rotsblok ‘Arpittetas, chemin difficile’ en over de brug, stroomafwaarts terugkeren op de wegel langs de stroom, rijk aan een grote variëteit aan flora en misschien, naar gelang het uur, stoppen aan het restaurant bij de forellenvijver en er gezeten buiten aan tafel ‘une truite au bleu’ bestellen met een glas Fendantwijn..
Ik naast hem gezeten, luisterend naar wat hij te vertellen heeft en wat hij zich voorgenomen heeft te doen.
Zou hij het nog wagen de berg op te gaan, langs le ‘Chalet blanc’ naar ‘le Roc de la Vache’ of, op het einde van ‘Le Plat de la Lée’, verder gaan tot la Cabane du petit Mountet'?
Zou hij, met Gerda, zijn echtgenote?
28-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-08-2023 |
Herinner je, Rilke |
Herinner je, mijn vriend, Herinner je de avonden in de ‘cabanes’ en het sneeuwde; de dagen op de alpen in de klaarte of nog, en beter de bergen die we beklommen met touwen aan elkaar.
Maar bovenal op andere dagen in Raron, herinner je wie we waren, toen we de steile berg zijn opgegaan: de kerk van eeuwen over ons gebogen en als een baken, tegen de kerkhofmuur het graf van Rilke
met de rozelaar ernaast vol witte rozen en wit de marmeren steen, door lichen aangetast.
Herinner je wat we van hem er lazen:
‘Rose, oh reiner Widerspruch, Lust, Niemandes Schlaf zu sein unter soviel Lidern.’
Wij het nog altijd niet ten volle begrepen.
Dan bij valavond, Muzot bezocht, en roos de toppen in de sneeuw, herinner je: zijn huis omhaagd, het hekken dicht, de schemer een gedicht gebracht, hij was er nog, tegen de muur geleund.
De tuin, ‘mit einer Masse von Melissen und Stern-Anis’: van zijn aanwezig-zijn, de echo was.
We toen zijn heengegaan en hij ons blijven volgen is.
Nota bij dit gedicht:
Dit is een herwerking van een gedicht verschenen in een vorige blog (of blogs) van jaren terug. Dit is hopelijk de laatste versie ervan.
Er werd heel wat geschreven over het graf en het grafschrift van Rainer Maria Rilke op het kerkhof naast de hooggelegen prachtige (gerestaureerde) romaanse kerk van Raron (Rarogne), ongeveer op de scheidingslijn tussen ‘le Haut- et le Bas-Valais’, langs de baan Sierre - Brig.
Wolfgang Leppman schreef in zijn boek (1972) over het leven en werk van Rilke, vertaald in het Nederlands door Theodoor Duquesnoy: dat er niet minder dan 26 verschillende interpretaties van dit grafschrift bekend zijn.
Niet verwonderlijk dus dat Anton van Wilderode, in zijn voorwoord bij ‘Tussen stroom en gesteente’ van Maurits Van Vossole, dit grafschrift bestempelt als ‘sibillijns’.
Ondanks dit alles hebben we gemeend, deze plaats waar hij verbleef in Muzot bij Sierre, die we als pelgrimsoord hebben bezocht, te bedenken met een gedicht, waarin we gepoogd hebben de impressie die graf en grafschrift bij ons hebben nagelaten, op te vangen.
Het slot van mijn gedicht verwijst naar het slot van een gedicht van Rilke:
Einmal wenn ich dich verlier, wirst du schlafen können, ohne dasz ich wie eine Lindenkrone mich verflüstre über dir?
En dan laten we Paul Claes (‘Raadsels van Rilke’, De Bezige Bij, 1995) die het gedicht vertaalde, verder gaan :
Zonder dat ik hier waak en woorden, bijna als oogleden op je ledematen, op je borsten neerleg, op je mond.
Zonder dat ik je toesluit en je alleen met het jouwe laat, als een tuin met een massa melissen en ster-anijs.
27-08-2023, 05:10 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-08-2023 |
Verhaal in de morgen. |
Ik wil elke morgen beginnen met om het even wat maar niet, vooral niet met mezelf en over mezelf maar bij ondervinding weet ik dat ik er zelden in slaag. Vanmorgen wil ik er zelfs ‘niet’ in slagen omdat ik gevoeld heb, na me gewassen, geschoren en aangekleed te hebben, hoe zwak ik daar stond zodat ik me terug heb moeten neerleggen op mijn ‘veldbed’ in de kamer.
Ik teken dit op, niet opdat je dit weten zou en er rekening mee houden als je me leest, maar opdat ikzelf weten zou later - als er nog een later dan later komen zou – wanneer de aftakeling sterker is gaan toenemen. Het staat nu geacteerd op mijn tijdlijn die te allen tijde door om het even wie kan worden geraadpleegd.
Zo leef ik, gelukkig! Gelukkig verder in mijn woorden die ik koester en, zoals altijd, het beste zijn van wat ik nog ben. Ik geef me er voldoende rekenschap van opdat ik trachten zou er zo fier over te zijn als mijn vriend beeldhouwer, Daniël Janssens, fier is over de werken die hij, zeker en vast na veel arbeid, ons toont op zijn facebook, een facebook dat ik niet weet hoe te bereiken om zijn beelden over te nemen.
Ik stel vast wat hem betreft, en dit ook stemt me in een zekere zin gelukkig, dat hij een groot werker is, een zwoeger als kunstenaar, een groot houwer van beelden. Vele afgesteld op de menselijke gestalte, maar ook andere die zich situeren in de rijke wereld van de geest. Hij is geen Henry Moore of geen, gelukkig, Arne Quinze waar ik het onlangs (13 augustus) over had, Daniëls werken kennen de soberheid van hun gestalte.
Ik volg hem in de gestalte van mijn woorden die, zoals ik nu dagelijks ondervind ver, heel ver af liggen van deze van Ilya Pfijffer, wiens schrijven vele sporen van een langdradige literaire hoogstand nalaten in een taal gekenmerkt door de rijkdom van de woordenschat die de Nederlandse taal machtig is.
Dit is dan het verhaal dat ik overhoud van de eerste uren van de dag van 25 augustus 2023.
Deze zullen morgen, 26, te lezen staan in mijn Geschriften.
26-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-08-2023 |
Wat me nog wacht. |
Elke morgen stel ik het vast, mijn geschriften heersen over mij en ik kan of wil me er niet van bevrijden.
In feite zijn ze mijn leven, ik heb weinig anders meer dat ik nog doen kan en trouwens het volstaat me, wel niet ruimschoots, want ik zou nog willen afwerken wat ik in het begin van het jaar begonnen ben. Echter, na 30.000 woorden ben ik stil gevallen. In het begin was het de operatie aan mijn hand achteraf begreep ik dat waar ik mee bezig was geen voldoende draagkracht had en originaliteit miste. Hier omwille ben ik ‘vergeten’ om ermee verder te gaan.
Ik houd het dus bij deze geschriften. Ze vullen me soms zoals gisteren – al geeft mijn blog het niet aan - tot voorbij middernacht. Ik kan dus zeggen dat die ‘gast’, mijn blog, me gisteren een gans etmaal heeft bezig gehouden ook tijdens de atletiek op TV, want ik beken dat ik volg wat in Budapest op dat gebied gebeurt.
Er is nog iets dat me blijft achtervolgen: een gedicht van jaren terug, over het graf van Rilke aan het oude kerkje van Rarogne/Raron in ‘le Haut-Valais’: één, ik begrijp zijn epitaaf of grafschrift niet en twee, ik vind niet de passende woorden om te zeggen wat ik over het graf zelf vertellen wil.
Eigenlijk tracht ik al jaren het juiste begin en de juiste toonaard te vinden, maar ik blijf ermee in afwachting, het lukt me niet.
Wellicht deert dit jullie niet maar mij deert het wel en reeds al te lang opdat het me niet storen zou vooral dan in mijn kunnen.
Ik wil er voorrang aan geven en trachten het te laten verrijzen in een nieuwe vorm. Het moet me lukken vooraleer mijn geest is uitgedroogd.
25-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-08-2023 |
De verbeelding van het bos. |
En, ik heb het ook geweten, maar dat was in een vroege periode van mijn leven, dat ik in het hart van de maand augustus in een bos liep, uitkijkend naar de plaatsen die ik kende waar ik wist – of meende dat ik het wist – ‘chanterelles’ vinden kon.
Een magisch groot en wild bos, bedekkend de flank van ‘Les Diablons’ met eeuwenoude ‘mélèzes’. Een bos dat overweldigt, dat jou insluit, dat jou inademt. Je kent nog de wilde harsgeuren ervan, het mysterieuze ruisen van het o zo licht bewegen van de kruinen alsof het woorden waren die ze spraken onder elkaar over die kleine man die daar liep.
Het was een ‘erzijn’ in iets totaal anders dat van de wereld is, dat je in jou hebt opgenomen lijk van een gotische kathedraal het sacrale gevoel; hier van bundels licht, zilveren schichten die je kruisen waar je loopt in de strakke geur van hars en humus, met nesten krioelend van mieren hier en daar, wel een meter hoog. En je vindt de plaatsen terug met felgroen mos, gevoelig als een tapijt, getekend met de gele koppen van de ‘chanterelles’ die je maar te plukken heb, kleverig aan je vingers en de geur ervan die los komt als je ze neemt met een lichte ruk van je hand.
Maar het is dit niet wat je vertellen wou. Je herinnert je je eerste ontmoeting met Symphorien, een man van het dorp. De ganse morgen was er in het bos en over de bergen de roep van de regen geweest, je voelde de natheid in je nek toen je uit het bos kwam en je Symphorien zag op de weg, ook komend uit het bos met een zak op de rug. Je dacht dat het paddenstoelen waren, maar zoveel kon niet dacht je.
Je zegde hem ‘qu’il n’était pas possible d’avoir trouvé tant de champignons, tant de chanterelles’ .
Hij lachtte en zegde me ‘que c’était des ossements d’une biche.’ Hij had die gevonden, had een foto gemaakt hoe de beenderen er lagen en ging die nu ‘éterniser dans la même position dans son jardin’.
We daalden samen af naar het dorp en van het een kwam het ander. Hij vertelde me dat wat hij in het bos zocht geen paddenstoelen waren maar stukken hout of wortels die hij daarna bewerkte met mes en beitel om er een bepaalde vertrouwde vorm aan te geven. Hij was er jong mee begonnen toen hij hoog in de ‘alpage’ het vee hoedde. Het was een passie geworden. Ik moest hem eens opzoeken om zijn werken te zien, hij had er zelfs al verkocht ‘à des Belges’.
Ik heb hem, in de tijden dat ik er was regelmatig opgezocht om zijn werkmethode te bewonderen en te zien hoe hij van een vreemd stuk wortel een vreemd dier wist te snijden die hij dan ophing in zon en weer en wind aan de wanden van zijn chalet.
Op een dag gebeurde het dat hij me meenam naar Zermatt, om een rugzak génépi – hoewel beschermd maar er waren velden ervan - te gaan plukken aan de voet van de Matterhorn.
Terug in de Rhônevallei zijn we, een busseltje génépi gaan afgeven bij enkele van zijn (te) vele vrienden. En telkens werd een fles van hun beste wijnen geopend. We zijn laat in de avond une côte à l’os aan eten in een restaurant in Sierre. Ook met de beste wijnen, wat fout was.
Hij heeft zijn vrouw verwittigd en ik die van mij en we zijn - na het drinken van een génépi - wijselijk blijven slapen in het hotel om pas de volgende morgen de weg te nemen, even buiten de stad: de kronkelweg stijgend naar de Val d’Anniviers, naar Zinal.
Ik denk er nu aan dat mijn oudste dochter, Patricia, die de ziekte van het bos en van de chanterelles van mij heeft overgenomen op een dag het geraamte van een hinde of een jong ervan gevonden heeft en gefotografeerd, spijtig dat de kop ontbrak of niet meerherkenbaar was.
24-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-08-2023 |
Velzeke |
Het is maar dat ik elke morgen voor een leeg wit scherm zit. Ik weet wat ik te doen heb, en ben even - of soms dan toch een tijd - in verwachting van wat er komen gaat, hoe het zich geleidelijk opvullen zal en vooral met wat.
Ik stel me voor dat jij, als lezer, in een zelfde geest mijn blog opent met de vraag, wat heeft hij nu geschreven. En ik denk aan wat Borges zegt: 'es trivial y fortuita dat ik de schrijver ben en jij de lezer'. Het had dus omgekeerd kunnen zijn. Het verschil is dan wel dat jij het schrijven moet en dat ik, als lezer, uitkijken mag naar wat er komt. Nu kijk ik uit erna, als schrijver, naar elke reactie die eventueel komen zou.
Siert het me dat ik de schrijver ben?
Geenszins, het komt over als het resultaat van een samenloop van tal van omstandigheden die ver, heel, heel ver te zoeken zijn. Deze hadden totaal anders kunnen uitvallen zo voor mij als voor jou en nu, wel nu siert het mij als jij mij leest elke dag; en is het tevens een aanmoediging voor mij, een balsem voor - wat ik er ook over zeg of schrijf - de moeite die het me kost.
Vooral nu, nu sedert een lange tijd al, de herfst het is en niet meer de lente die zich heeft vastgezet in mijn lichaam en zeker ook nog in mijn rechterhand en -vingers als ik schrijf, en ik de gevolgen ervan ken, het is méér dan het vallen van de bladeren want er is niet de minste zekerheid meer dat de takken terug nog botten zullen dragen en open bloeien.
Weet echter dat ondanks de herfst over mij, ik nog altijd de hoop ken het te kunnen hebben over iets totaal nieuw, een verhaal of bijna-verhaal dat nog niet verteld werd, zelfs niet door Alphonse Daudet in zijn molen, een verhaal dat zich zou afspelen het liefst in een bos of aan een vijver of op een bloemenweide in een dorp dat ik niet ken maar dat de Romeinen kenden, Velzeke bijvoorbeeld.
Ik was er, zag wel waar ze huisden en hoe ze gebruik hebben gemaakt van de prachtige glooiing in het landschap – ze moeten lang gezocht hebben – en nu hoe onhandig de huizen er staan omheen een van de oudste kerken van Vlaanderen, toegewijd aan de Heilige Sint-Martinus.
Wendy, de buurvrouw* vergastte me op een foto van de heilige, als halfverheven beeldje de moeite waard, des te meer omdat er ook een dergelijk -bijna identiek - beeldje hangt naast het voorportaal van de kerk in mijn geboortedorp, Oordegem.
De foto is niet het verhaal dat ik zocht maar dan toch het begin ervan.
*Ik had haar en haar gezin, indachtig zijnde de hulp die ze waren, uitgenodigd op een lunch in ‘de Vink’ die middag.
23-08-2023, 07:56 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-08-2023 |
Het is maar |
Het is maar dat elke morgen een opstaan is uit de overhangende wolk van nacht, om in de schemer de dingen te zien en te weten dat je lichaam dat moeilijk om dragen wordt terug levend is, en levend zijnde, je bewijzen moet dat ook je geest terug is opgestaan.
Het is maar dat je dankbaar bent dat je dat schrijven kunt.
Het is maar dat je ànders denken gaat, daarom niet wijzer, maar met een grotere schuchterheid je je woorden zoeken zult, omdat je weet dat het ernst geworden is en je de dingen anders moet gaan zien, minder de noodzaak iets te moeten doen, meer de vreugde het te mogen, het nog te kunnen doen.
Het is maar dat het is alsof het schuiven van de dagen, de weken, de maanden, de seizoenen zelfs, geen schuiven is maar dag en nacht elkaar opvolgend lang gerekt zonder enig onderscheid, de dag er zijnde voor het schrijven van wat is, de nacht om weg te zinken in de vergetelheid van het ‘erzijn’.
Het is maar dat dit al zó is maar dat je het pas nu hebt opgemerkt, al lijkt het er niet op.
Het is maar dat je gelezen wordt door vrienden met een rijke kennis van boeken die je helpen willen om aan te vullen wat er al geschreven staat; je hen dankbaar bent.
Het is maar dat je dit schrijft opdat geweten zou dat je, ondanks al de onvolmaaktheden die je eigen zijn, je jezelf hebt ‘afgeschilderd’ opdat geweten zou hoe je er staat.
Het is maar dat je niet wijken wilt en dat je hoopt dat men je hierbij tegemoet zal komen en men je blijven lezen zal.
Het is maar dat vandaag voor jou de dag zich nog openen moet, dat het amper morgen is, dat je de voormiddag nog hebt, de middag en de namiddag, de dag misschien verheldering zal zijn, vooral dan naar de avond toe en deze verheldering zich sluiten zal op je nacht.
Het is maar dat uit al deze ‘maren’ de idee is opgestaan dat het je ‘optreden’ naar best vermogen amper voldoende is; dat je trachten moet het bestaande steeds te overstijgen, anders ingekleurd, voorgesteld en voller uitgediept. Maar dit heel moeilijk te bereiken valt, wat je wel weet.
Het is maar dat het woord je meester is, dat je dag erop is ingesteld.
22-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-08-2023 |
Integratie. |
We zien het schrijven als een gevolg van onze integratie, ons gegrepen zijn in het krachtenveld van het creatieve. We kunnen dus alle kanten op, én waarheen we geleid worden, én waar we wél overwogen heen willen. Het ene is van een gewaagde speelsheid zoals gisteren, het andere is een bouwwerk van gedachten in alle ernst opgetrokken. In beide gevallen zijn het de omstandigheden die beslissen over de keuze die gedaan wordt. Ben ikzelf het niet, ik zou dus kunnen stellen dat het het licht is dat de richting aangeef en dat ik maar te volgen heb en vooral me niet te verzetten.
En zoals het handteken van het licht in het oosten elke dag verschillend is zo ben ik ook verschillend van wie ik was de vorige dag, in elk geval zo wil ik tevoorschijn komen in het spoor dat ik achterlaat.
In mijn oude dagen tracht ik er zoveel mogelijk van doordrongen te zijn dat ik deel ben van het kosmisch gebeuren. Dat er krachten/golfbewegingen zijn die uitgaan van de wereld om me heen: de maan, de planeten, de sterren. Ik hoef er geen rekening mee te houden want ik heb er geen macht over. Er gebeurt wat gebeurt en ik heb er geen verhaal tegen, ik onderga het en tezelfdertijd profiteer ik ervan, vooral dan als ik aan het schrijven sla, dan voel ik de bewegingen soms als ik uitkom waar ik nooit had gedacht uit te komen en er iets overblijft waaraan ik nog niet gedacht had.
Zeker is, ik fungeer in functie van mijn integratie in het kosmische of in functie van de gedachtewereld waarin ik ‘rondloop’, het is vandaaruit dat alles ontstaat, ikzelf ben dus maar een instrument van deze wereld die schrijft wat hem wordt ingegeven om te schrijven.
Er is dus niets van wie ik ben, maar alles van de wereld waarin mijn geest zich beweegt.
Zo besta ik, bestaan mijn geschriften.
21-08-2023, 04:39 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-08-2023 |
Vrij als een vogel. |
Een vuurrode streep van het oosten naar het noordoosten en een val uit het bed was al dat mijn morgen was ware er Klara niet die me lijmde met het beste van Schubert: een begin van compensatie.
Compensatie voor wat ik niet heb en ik heb veel: ik ben er nog en kan schrijven dat ik er nog ben, binnendringen in het woord, in het massale leven ervan dankzij het fenomeen homo sapiens dat ik ben, met mogelijkheden die lopen tot in het ongerijmde als ik het maar willen zou en soms wil ik het, soms zoek ik het ongerijmde op om het woord te voeren tot waar het nog nooit was, ik er vertoevende in de vrede van het woord, het oneindige ervan in de morgen van mijn hart, van mijn tederheid voor jou.
Tot mijn gesprek met jou en ik je vertel over wat me bezielt soms, over wat ik zoek om, al was het maar een fractie van een ogenblik, je te lichten uit wat je wereld van elke dag.
Ik me er goed bij voel te zijn met jou zoals ik ben, zonder al te grote lichtpunten maar vooral zeer genegen, strekkend naar het broederlijke bijna.
Dit alles omwille van die bloedrode streep in het oosten die maar enkele tellen zichtbaar was maar toch lang genoeg om het te vermelden als belangrijk, zelfs als het niet belangrijk was het staat er toch en zal er nog een tijdje blijven tot de dag voorbij zal zijn, de dag die nog beginnen moet voor mij al heb ik al veel geschreven maar nog niet waar ik op wachtte om je het voor te stellen, vandaag nog misschien zo niet morgen of een dag erna.
Alles hangt af wellicht van een vuurrode streep in de grauwheid van de luchten of, wat ook kan van een val uit het bed of van Schubert in de morgen, alles kan opdat mijn verbeelding in werking zou komen, zelfs op hol zou slaan.
Zo ben ik nu eenmaal ingesteld als ik me tot jou richt, ik vrij als een vogel me openend op jou.
20-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-08-2023 |
Roos versus Woord. |
Het vuur in de rozen is gedoofd, is brak geworden, er blijft zelfs geen herinnering aan over, zoals ik me ook niet meer herinner welke woorden, lijk bladeren te vroeg neergedwarreld, ik gisteren en de dagen ervoor achtergelaten heb.
Niet veel zaaks meer de rozen, niet veel zaaks de voorbije woorden.
Wat ze gemeen hebben is niet zo duidelijk, staat nergens vermeld, maar hun begin en hun einde ligt dicht bij elkaar, ligt in de kracht, die kosmisch geaard is, zo voor de roos uit de knop die zich vormt en zich opent op het licht en zo voor het woord dat in de geest van de mens, in zijn binding met de sterren, is ontstaan.
De rozenbladeren zullen vallen in de aarde en vergaan tot humus waaruit nieuwe rozenknoppen – ‘rosebuds’ – zullen ontstaan. De woorden zullen opgeslorpt worden door de tijd nadat ze inspiratie zullen geweest zijn voor nieuwe gedachten of nieuwe geschriften.
Waar het voor de roos de weg was naar buiten, was het voor het woord de weg naar binnen. Zo heeft de roos niets te vertellen over het woord en heeft het woord heel wat te vertellen over de roos.
Deze vergelijking brengt me niet ver, het ene is, schijnbaar althans, van de materie, het andere is van de geest. In die voorstelling vullen ze elkander aan. Maar er is geest in de roos, in de stam, in de wortel van de roos, die weet hoe te botten, hoe de botten te openen tot roos, en dit weten is van het bevreemdende dat van de Kosmos is. In dit aspect verschilt het woord niet van de roos. Beide zijn één in al hun geledingen, zo in de zichtbare als in de onzichtbare.
Beide, woord en roos verstrengeld, wetend hoe er te zijn en hoe er te leven, de roos zonder het ‘zelf’ te beseffen dat het, het weet, het woord dat het weet.
Zo meen ik het te zien deze morgen, veel is het niet. Ik had het even ook niet kunnen schrijven maar dan waren er geen bladeren geweest die humus werden en ware de aarde - en mijn blad - bar gebleven, even bar als het land van T. S. Eliot.
19-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-08-2023 |
Abstract geschreven. |
De eerste gedachte vanmorgen was een abstracte blog te schilderen in woorden en in zinnen die geen nood hadden met elkaar iets te maken te hebben - het gevoel dat hij had toen hij gisteren luisterde naar het begin, ‘krqftig, entschieden’, van de Derde van Mahler, een lappendeken van klanken zo vond hij.
Woorden in zinnen naast elkaar, zoals de kleuren op een abstract schilderij: vlakjes niets zeggende verf, waarvan de kleuren nog te ontdekken zijn, naast en soms op elkaar, willekeurig met penseel aangebracht of met de punt van het paletmes of met de volle hand, als er maar iets staat, iets dat er voorheen nog niet was, een totaal nieuw gebeuren van kleuren, plots opgestegen uit het zand van het zijnde, plots, onnoemelijk plots, een knal en het was er, zoals bij Mahler: hoorngeschal en tromgeroffel en de wind en het licht van vele zonnen als van de sterren erin en erover en, soms de regen.
We weten weinig van al het abstracte dat er is en hoe het er is; ons ogen tasten af en onze geest dringt door, maar hierover weten we niets te zeggen, niet hoe de verhouding is tussen wat we zien en wat we denken, alsof het ene niets te maken zou hebben met het andere, zoals de tortel niets te maken heeft met de nok waarop ze zit, staat eigenlijk, het is haar plaats, ze kan er blijven en plots wegvliegen, en de nok er is zonder tortel.
Dit alles, Mahler en abstract en tortel in elkaar verweven. Er waren anders geen merkwaardige gebeurtenissen, vroeg in de morgen; later wel misschien, maar later is de maand september, later is de herfst, het rijpe fruit en de vallende bladeren. We hebben het al zo dikwijls geweten hoe alles overgaat van het ene in het andere. Wij, als toeschouwer hoe het allemaal verloopt.
Verrast soms dat het zo vlug gebeurt, dat er ons geen tijd gelaten wordt om even, even maar op adem te komen. We moeten altijd verder de tijd in. En wat indien de tijd niet zou bestaan?
Ik ben met slaap in de ogen, in de geest, aan dit geschrevene begonnen. Nu het er staat voel ik me beter.
18-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-08-2023 |
DeTortel. |
Ik dacht vandaag niets beter te hebben om mee te beginnen, niets hoger en niets lager, dan een tortel op de nok van het huis van de gebuur. Ik kan me er een ogenblik op instellen om te komen, mijn gedachten vrije loop latend, waar ik nog niet weet te zullen komen, hoewel het al ergens geschreven staat.
Het verrassende eraan is dat het er zeker zal staan - de plant aanwezig in de zaadkorrel nu nog wachtende op het kiemen - en het is in de ogenblikken van het wachten dat het mystieke van wat komen zal geborgen ligt.
Het is nog geen weten - zoals de korrel nog geen plant is - maar het weten is kiemende in mij om enkele lijnen verder te voorschijn te komen. Ik weet niet waar ik het moet gaan zoeken en het hoeft ook niet, ik word er naar toe geleid, woord na woord, zin na zin, tot ik denk nu is het genoeg, nu mag er een punt gezet en afgesloten.
Elke dag is het zo of er is een tortel, of er zijn de kleuren van een enige dageraadof, wat me in een totaal andere richting voert, is er Mahler of Schubert of zoals het nu dikwijls het geval is, is er de Alkibiades van Ilya Leonard Pfeijffer.
Hieruit wordt gepuurd, wordt gefilterd wat op dit blad te voorschijn komt, soms is het veel soms is het enkel wat er is aan voorafgegaan.
Vandaag is dit het geval.
Later, een andere dag, zal zelfde tortel zitten - een tortel heeft het voordeel elke tortel te zijn - op dezelfde nok van hetzelfde huis. Onvermijdelijk zal ik er anders uit opstaan om er anders over te schrijven, wat nog niet vaststaat zoals ook niet vaststond wat ik vanmorgen geschreven heb.
Zo brengt elke tortel zijn boodschap, al kan het ook een ekster zijn of, Ravel die de kamer betreedt.
17-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-08-2023 |
Te rade bij Borges. |
Hij had zich voorgenomen te schrijven over zaken die hij nog niet kende en niet kennen zou indien hij er niet zou aan denken om erover te schrijven.
Hij wou vanaf de morgen – het is in de morgen dat alles ontstaat - uitkijken naar de dingen die hij zou willen ontmoeten de dag door zoekend ernaar, om uit te komen in de valavond, als hij nog even de tuin inloopt, op wat hij vertellen wou.
Al is het niet veel, al zijn het maar een paar zinnen, nog onduidelijk eerst, maar daarna, hij ervan de woorden heeft gezien, in zilver geschreven op een donkere achtergrond.
Dacht hij toen dat het ogenblik misschien nog niet gekomen was, dat hij nog even wachten moest, dat wat hij wist nog niet duidelijk genoeg er stond, dat er nog één woord was dat hij zoeken moest om de gedachte te bekronen. Een woord dat het sleutelwoord was, dat nog niet bestond in de ‘Van Dale, een drie-betekenissen-woord dat hij ophangen wou, in kalligrafie getekend op een vaandel wapperend in de avondwind maar, voorlopig, voor de wereld, nog gedekt gebleven, omdat hij wachten moest op het licht van de nieuwe dag die, zo hoopte hij toch, nog komen zou.
Hij nu begonnen is opdat hij op een zelfde wijze zou kunnen afsluiten, en niet zo maar, maar wel om er glorierijk uit op te staan?
Dit is dan wat van de morgen was, die door liep naar de avond toe langs waterwegen begroeid met veldbloemen waarvan hij de naam niet kende, zodat hij denkt schrijvend te zijn terecht gekomen in een vreemd land dat er gisteren nog niet was, en ook eergisteren niet.
Maar nu de zin die hij gedacht had, met dat ene woord dat hij nog vinden moest, het woord dat draalde, het woord dat een fakkel was in de nacht van het ongeschrevene, en dat hij, ondanks de Van Dale die hij raadpleegde, niet vinden kon, wellicht omdat het nog uit te vinden was. Hij de zin vandaag niet schrijven kon.
Morgen dan misschien. Maar morgen is een andere dag en zal het misschien niet meer passen voor de zin die vandaag bijna geschreven werd.
Het was toen dat hij aan Borges dacht.
16-08-2023, 04:48 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-08-2023 |
Maria-tenhemelopneming |
De dag is bevreemding omwille van de ‘Maria-tenhemelopneming’. Is bekoring, is verwachting dat hij openbloeien zal, zich ‘verglorifiëren’ zal en wij ons ‘smijten’ zullen in wondere tekens van verbazing om wat we hoorden ooit en een tijd hebben geloofd, de hemel een plaats tussen de sterrenstelsels in.
We zochten woorden als bloemen in de wegen langs de waterkant waar we langs zullen komen of, beter nog, van toen we er vroeger waren, droom gebonden.
We zochten lang omdat we ze wilden, hoogstaand uitgeroepen als van een onvermoede poëtische genialiteit. Maar de woorden kwamen niet, schenen niet beschikbaar, niet meer bestaande zelfs, dacht ik.
Tot een vriend, lezer van mijn Geschriften, me verraste met de foto van een veld zonnebloemen – een landbouwer die een braakliggend stuk grond had bezaaid – en mijn vriend onvermijdelijk de zonnebloemen associërend met Van Gogh én veelwetend, hij verraste me een tweede maal met ‘Starry, starry night’ van Don McLean (https://youtu.be/oxHnRfhDmrk, een prachtig lied, bekrachtigd getoonzet met schilderijen van de grote Vincent. Of twee vliegen in één slag voor we horen wil.
Meer kon ik niet verwachten. Jullie ook niet.
15-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-08-2023 |
Roerselen van Leven. |
Ik ben in de avond/nacht van 12 augustus al beginnen denken aan wat ik achterlaten zou voor de dag van 14 augustus, maar ik vond heel weinig ik was schijnbaar uitgepraat, leeg geschreven. Het gebeurt meer en meer de laatste tijd, al lijkt het er niet op het is toch zo.
Toch is het zo tot ik het raam openschuif op de stilte van de morgen en de stilte me vastgrijpt en zich in mij nestelt, tot in mijn bloed denk ik.
Maar waarom is die ene morgen verschillend van de andere, ik kende gisteren niet dit gevoel, noch de dagen ervoor, maar het is alsof ik plots, de bijzonderheid van de stilte helpend, nieuw geboren ben of alsof er dan toch iets nieuw in mij is opgestaan, een andere kijk op het licht, op het sfeerbeeld van wat is en op de geuren van de tuin met de anijs hoog opgeschoten en in volle zaad en de twee zonnebloemen lijk vlammen geel.
Maar er is meer, het zit hem in de manier van het erzijn, alle planten erin, de druivelaar, de vijgenboom, de lijsterbes, staren me aan en ik voel hoe ze er staan, hun wortels diep in de aarde elkaar rakend zoals ze elkaar raken in een wolk van groen in hun gebladerte Ik hen groeten wil door hen op te nemen in mijn geschriften, ik hen een leven geven wil dat reiken zou tot ver buiten de tuin. Hen alle de eeuwigheid van mijn geschriften toekennen wil opdat ze er nog zouden zijn in de herfst en de winter zoals ze er waren in de zomer.
Hoe licht ik geraak ben door wat ik zie en voel als ik opsta uit de nacht en geconfronteerd word uitzonderijk met wat van de stilte is die van de natuur is, de rust ondanks de roerselen van het grote leven dat erin aanwezig is.
Zoals het nog steeds aanwezig is in wat ik schrijf dag aan dag.
14-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-08-2023 |
Evolutie? |
Ik lees in ‘De Standaard’ van een man, een kunstenaar die ik niet ken, Arne Quinze[1] het volgende:
‘Toen ik 12 jaar geleden in Sint-Martens-Latem kwam wonen was mijn tuin een gemillimeterd gazon omringd door hoge hagen. Ik haalde meteen een ploeg en gooide het gras en de hagen eruit… Intussen staan hier 150.000 planten. Dat is een verademing: ik sta op en ga slapen in een paradijs.’
Hij was zeker niet de eerste, twintig jaar ervoor was onze vriend Marc Herbert - de oprichter van de groepering ‘Ouders van verongelukte Kinderen’ - ermee begonnen. Hij liet de planten in zijn tuin gewonnen op het bos, vrije loop, zodat het bos gegroeid was tot op zijn terras. We begrepen destijds niet waarom maar hij vond dat hij niet het recht had de natuur te kortwieken, hoewel hijzelf in zijn lichaam door die natuur gekortwiekt werd door het verlies van twee kinderen en door een vroeg heengaan.
En ik hoor nu ook dat er landbouwers zijn die een strook grond onbebouwd laten liggen en bezaaid hebben met veldbloemen. Wat een hemel verschil maakt voor vlinders, bijen, kevers, andere insecten en wellicht vogels. Het wijst in elk geval op een andere instelling wat de natuur betreft en kunnen niet anders dan ons erom verheugen.
Echter, wijst dit niet op een gestage groei van onze bewustwording van het leven om ons heen, ‘het leven in de natuur’ dat we zomaar niet negeren mogen, dat onze volle aandacht krijgen moet.
En welke diepere betekenis moeten we hieraan geven?
Is het de mens zelve die tot dit besluit gekomen is, die ineens, zomaar, de waarde van de natuur ontdekt heeft en van houding veranderd is of, is de wijziging, die uiterst belangrijk is, uitgegaan van de geheime wegen van de natuur zelf die onderhuids of via een onzichtbare geheime impact gewogen heeft op onze gedachtewereld?
Een vraag die ik me o, zo graag stel, want dan is een vriend die me onlangs de foto’s van zijn tuin stuurde, en ook ikzelf met mijn voorschoot groot stukje tuin, er het ‘slachtoffer’ van geworden.
Het weze dan zo, de Kosmos laat ons niet los, integendeel.
Evenwel, ondertussen sneuvelt het Braziliaans regenwoud[2] en worden drie-eeuwen-oude olijfbomen bedreigd in Griekenland
[1] De Standaard van 5 & 6 augustus: ik ken nu wel zijn werk, ik zocht het op bij Google, hij is de man van de ’Rock Strangers’ in Oostende.
[2] ‘De Amazone staat op instorten’ lees ik van de Braziliaanse natuurwetenschapster Luciana Gatti in de Standaard van vandaag 12 augustus, in een bijdrage van Ine Renson.
13-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-08-2023 |
Alkibiades. |
Ilya Leonard Pfeijffer moet, op de muur vóór zijn schrijftafel, een sterk gedetailleerde kaart van het oude Griekenland hebben gehad om te beschrijven wat hij ons vertelt met alles erop en eraan, met de reden waarom en waarom niet, over de vlootbewegingen van de Spartaanse en Atheense schepen die onmogelijk nauwgezet te volgen zijn door de lezer, zonder de kaart te raadplegen vooraan in het boek, en dan nog, de bewegingen volgen doet weinig ter zake, het paginalange geschrijf erover verteer je niet zo licht omdat je er het nut niet van inziet.
Niets belet ons echter vast te stellen dat wat hij schrijft heerlijk is van taal en vindingrijkheid. Het is telkens een waterval van woorden en zinnen. Hoe hij het kan, en dit kunnen weet vol te houden, verdient alle respect, bewondering zelfs, maar of het ons boeit te weten hoeveel schepen er liggen en hoeveel manschappen, en hoe en waar deze liggen, is welnuttig voor een bevelhebber, maar de lezer leest er over, dan toch is dit mijn geval.
Dit betekent ook dat ik heel traag vorder; Ik ben nu voorbij halfweg en volg Albidiakes in al zijn bedenkingen en bewegingen zonder er al te veel aandacht aan te besteden,. Het wordt wat langdradig, storend zelfs, maar ik begrijp dat hij niet anders kan dan verder te gaan met wat hij begonnen is en wellicht tot het einde toe.
Voor mij is het zonder twijfel een meesterlijk geschreven boek, en ik blijf wel nieuwsgiering hoe het aflopen zal, evenwel zijn er ellenlange passages waar ik onachtzaam aan voorbijga omdat ze weinig betekenisvol zijn.
Maar ik blijf Alkibiades volgen in zijn pogingen terug opgenomen te worden in zijn enige liefde, de stad Athene, die hem destijds ter dood heeft veroordeeld omwille van de heiligschennis die hij zou gepleegd hebben. De diplomatie die hij hiervoor aanwendt zal tijd vergen maar alles wijst erop dat hij slagen zal in zijn opzet;
Een geslepen man die Alkibiades, (een soort Bart De Wever in het meervoud). Iemand die weet hoe hij het aan boord moet leggen om te bekomen wat hij bekomen wil.
Uiterst ongewoon in alle opzichten is het boek zeker.
12-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-08-2023 |
Hand in hand. |
Of ik nu ontwaak met Bach, welke ook, of met Moessorgski, of met Francis Poulenc, het is verwondering, én hen te horen, én, en dit is elke morgen zo, er nog te zijn, de dag te zien opengaan als ik de gordijnen openschuif omhuld met klanken die de kamer vullen, mijn wereld van de eerste ogenblikken die zich de dag door manifesteren zal in al wat ik doe en niet doe. En raak ik, met de hand uitgestrekt van waar ik ben, de oneindigheid van het ‘erzijn’, groot levend al in al wat is en wat nog komen kan, elke eindigheid uitsluitend, niet in aanmerking nemend, vol er zijn tot voorbij de schamelheid der dingen die er staan of liggen of hangen, die me spreken van wat vroeger was – vroeger veraf en vroeger dichterbij – die me bezighouden zelfs tot ontroering toe soms,
En waarom niet?
Waarom zouden kleine dingen van vroeger me niet meer raken nu, meer dan voorheen: een potje waarvan ze de scherven kleefde die ze raapte op het kerkhof van Giverny - o zo dichtbij Claude Monet - waar we ooit waren vroeg in de lente of was het laat in de herfst of was het wel op het kerkhof? Het staat er nu gevuld met potloden en stiften, stil sprekend zonder woorden, maar toekijkend, omkleed met herinneringen aan dagen die waren, lichtende dagen van samenzijn en niet weten wat was van het sterven en het heengaan.
Zo spreken de kleine dingen tot mij, ze zijn er om me gezelschap te houden tot ik er niet meer zal zijn en over te blijven, verlaten, ontdaan van al wat was, niemand wetend wat er van is, van wat er ooit van was: een lichtblauwe vijver bestrooid met waterlelies in volle bloei.
We er aan voorbijgegaan zijn toen, hand in hand, wellicht dromend.
11-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-08-2023 |
Feestavond. |
Een rustige dag in het verschiet, dacht ik, een dag lijk gisteren en de dagen ervoor maar toch, toch wachtte ik op iets bijzonders iets dat niet van die dagen was, een gebeuren dat opduiken zou uit de schemer van de tijd.
Ik wachtte erop al wist ik niet op wat: een bezoek, een e-mail of, een bericht over mijn boek dat ergens gelezen werd, geopend, onderlijnd op vele plaatsen?
Maar niets kwam, de eerste uren verliepen normaal, het zal voor morgen zijn, dacht ik of, je hebt zwaar gedroomd zoals het zo dikwijls is gebeurd in je leven, dromen die niet zijn uitgekomen, dode letter zijn gebleven.
En dan gebeurde het, kwam er een telefoon, een uitnodiging op een lunch in het ‘Hof van Oranje’, men ging me komen halen om 18.00 uur
heb, zijnde ineens van een latere generatie, al wat van de morgen en de middag was terzijde geschoven, alle geschriften afgesloten en me klaar gehouden, gelaarsd en gespoord zoals het hoefde.
Het werd een schitterende avond met een schitterend diner en schitterende mensen. Een verjaardag die gevierd werd en men had me erbij betrokken, ik een oud man, slecht te been die bij de arm moest genomen worden om uit te stappen en plaats te nemen aan tafel.
En een wereld van vroeger die zich opende. Ik was terug onder de mensen, heelhuids hoewel sukkelachtig in mijn handelingen, maar niet in wat ik te vertellen had, niet in mijn reacties op wat verteld werd, herinneringen aan de vijver die opdoken van alle kanten en in alle vormen.
Een droomavond werd het, een verjaardagsfeest (Annie) om niet vlug te vergeten, ik dan toch niet, het was een avond waarop ik mezelf vergat en vergat waar ik was en wie ik was en na een ‘oud-Zottegemse’ hen allen heb uitgenodigd op mijn verjaardag op het einde van 2023.
Eigenlijk een pokerzet. Maar wie geen vooruitzichten heeft, sterft veel te vroeg een stille dood, daarom ook kijken we vooruit, de toekomst vrank uitdagend in de ogen kijkend.
Wat dromen betekenen, hoe we nood hebben eraan zelfs al weten we dat ze zich niet vervullen zullen, het is goed nu en dan te denken dat je ergens anders bent, aan zee of liggend aan een bergmeer. Even maar opgaan in het ongerijmde van het zijn, je lichaam verlatend en opstijgend hoger en hoger tot je niet meer vallen kunt.
De avond van 8 augustus had er iets van.
10-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-08-2023 |
Moed. |
Ik ga verder op de ingeslagen weg zonder omzien, zonder me te bekommeren of ik gelezen word of niet, ik heb er trouwens geen idee van, het aangegeven aantal bezoekers is onbetrouwbaar, het neemt niet deze op die me lezen op hun gsm. Ik beken evenwel dat het weten dat ik gelezen word een aansporing is, een aanzet om vooral niet te ontgoochelen, al is ontgoochelen een te sterk woord, beter ware misschien dat het een ‘ontlasting’ is voor de lezer, het verdwijnen van de neiging me te gaan opzoeken uit pure gewoonte.
Dit staat er dan al was ik eerst niet zinnens dit te schrijven maar de woorden zijn gekomen zoals ze altijd komen, passend of overbodig. Ikzelf wil er weinig vat op hebben, ze dagen op en ik neem ze. Zo gaat het.
En in feite is elk moment gunstig om ze uit hun bolster te halen en ze aan te bieden als de vruchten van mijn geest. Keer op keer gebeurt dit, ik heb er geen andere verklaring voor, evenwel als ik me meet aan Pfeijffers werk, ben ik onbestaande, is mijn geschrijf maar een beekje terwijl het zijne de Wolga is. Ik weet dus waar ik sta, niet dat ik me er niet goed zou bij voelen, verre van, want velen zullen zich niet goed voelen als ze geconfronteerd worden met het bewuste boek van hem, van de meester zoals ik hem noemde in een blog van de vorige dagen.
Ondertussen heb ik eens te meer volbracht wat ik gebruikelijk doe. Het komt er simpelweg op aan uit te voeren wat ik me heb voorgenomen te doen, kleine zaken stellen geen probleem, een geschrift nalaten wel, het vergt een inspanning, het vergt een dosis moed. Iets dat ik elke dag moet gaan halen, ergens, ergens. Wat ik nalaat kan de indruk geven dat het zo maar gebeurt.
Geloof het echter niet.
09-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-08-2023 |
Anders. |
Ontwaken is het huis vullen met KLARA die me de dag door zal gezelschap houden, ze is als het licht dat binnenstroomt afkomstig uit de geest van zovele componisten en muzikanten die er hun leven hebben mee gevuld en vereeuwigd.
Ik haal dit aan omdat ik erdoor in een omgeving leven kan die samen met het schrijven erover de eentonigheid die het leven zou kunnen zijn geen schijn van kans laat. Ik word van vroeg in de morgen opgenomen in de sfeer van grote momenten die komen en gaan naarmate ik luister en verheugd word door wat ik hoor of, de muziek zomaar over mij laat gaan en deze momenten zijn er veelvuldig. Maar de muziek is er ze omhult me, ik voel ze onderhuids aanwezig, trouwens ik kan er niet over zwijgen als ik er vroeg in de morgen, zoals nu, over schrijf.
Vergeef het me als ik me aldus herhaal, maar KLARA is een zeer belangrijk feit in mijn leven. Stel dat ze er niet zou zijn, ik levend in de achttiende eeuw bijvoorbeeld, welke notie van muziek zou ik gekend hebben, misschien zou de literatuur haar werk hebben gedaan en zou ik rondgelopen hebben met een boek in de hand of in het hoofd, maar nu loop ik rond met honderd stukken muziek en honderd boeken in het hoofd, het verschil is aanzienlijk, ik baad in een ongelooflijk enorme rijkdom van ‘zijn’, in een oceaan van geest, ik ben een gelukkig man waar de leeftijd, vooral dan als ik zit of lig geen vat op heeft, ik zweef al die tijden zelfs als ik rondloop in de tuin geholpen door mijn stok is er nog altijd het geruis van de golven die aanspoelen op het strand.
Ik heb dus geen klagen eigenlijk, ik neem wat is, dan toch in de volheid van deze morgen van 7 augustus, een morgen die anders is dan vorige morgens toen ik over andere zaken geschreven heb omdat ik anders begonnen was.
De morgen van nu is uitzonderlijk, dit is hoe jullie hem zien moeten.
In elk geval, ik zag hem anders.
08-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Anders. |
Ontwaken is het huis vullen met KLARA die me de dag door zal gezelschap houden, ze is als het licht dat binnenstroomt afkomstig uit de geest van zovele componisten en muzikanten die er hun leven hebben mee gevuld en vereeuwigd.
Ik haal dit aan omdat ik erdoor in een omgeving leven kan die samen met het schrijven erover de eentonigheid die het leven zou kunnen zijn geen schijn van kans laat. Ik word van vroeg in de morgen opgenomen in de sfeer van grote momenten die komen en gaan naarmate ik luister en verheugd word door wat ik hoor of, de muziek zomaar over mij laat gaan en deze momenten zijn er veelvuldig. Maar de muziek is er ze omhult me, ik voel ze onderhuids aanwezig, trouwens ik kan er niet over zwijgen als ik er vroeg in de morgen, zoals nu, over schrijf.
Vergeef het me als ik me aldus herhaal, maar KLARA is een zeer belangrijk feit in mijn leven. Stel dat ze er niet zou zijn, ik levend in de achttiende eeuw bijvoorbeeld, welke notie van muziek zou ik gekend hebben, misschien zou de literatuur haar werk hebben gedaan en zou ik rondgelopen hebben met een boek in de hand of in het hoofd, maar nu loop ik rond met honderd stukken muziek en honderd boeken in het hoofd, het verschil is aanzienlijk, ik baad in een ongelooflijk enorme rijkdom van ‘zijn’, in een oceaan van geest, ik ben een gelukkig man waar de leeftijd, vooral dan als ik zit of lig geen vat op heeft, ik zweef al die tijden zelfs als ik rondloop in de tuin geholpen door mijn stok is er nog altijd het geruis van de golven die aanspoelen op het strand.
Ik heb dus geen klagen eigenlijk, ik neem wat is, dan toch in de volheid van deze morgen van 7 augustus, een morgen die anders is dan vorige morgens toen ik over andere zaken geschreven heb omdat ik anders begonnen was.
De morgen van nu is uitzonderlijk, dit is hoe jullie hem zien moeten.
In elk geval, ik zag hem anders.
08-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-08-2023 |
Marathon. |
Schrijven is een spel, is in de eerste plaats literatuur bedrijven en literatuur de schoonheid van het woord etaleren en overdragen op de inhoud ervan.
Ik onderga dit als ik Pfeijffers ‘Alkibiadis’ lees. Hij is een meester, zoals Rembrandt er een was, maar hij meester van het woord en van de zin en van de inhoud, op alle plaatsen onstuitbaar zoals ik nog nooit iemand gelezen heb. Hij overtreft Nooteboom in zijn schrijven, niet in warmte, maar eerder in het ijzige, het blote van het woord, losgewrikt van gevoelens.
Zo ervaar ik hem, hij is zo intellectueel dat hij vergeet wat van het hart is - alsof hij geen hart bezitten zou. Hij is zonder de minste twijfel zoals ik hem lees een groot schrijver, ik kan het niet genoeg zeggen, zijn zinnen lopen vlot, zijn woordenschat is oneindig en wat hij schrijft is doordacht en rijk en enig aan gedachten, want hij heeft het over zaken waar niemand, niemand het over heeft.
Het is duidelijk als ik schrijf dat ik hem onderga, zijn boek ligt open op tafel, ik ga er dikwijls – meestal – aan voorbij, maar als ik erin ga lezen dan is het voor een lange tijd dat ik bij hem ben, dat ik hem zie schrijven met bewondering voor wat hij schrijft en voor de tijd die het hem gevergd heeft om op een zo korte tijd zijn boek te schrijven, zeker 1500 à 2000 woorden per dag en dit is heel wat uren. Dit is dan nog iets waarom ik opkijk naar hem.
Hij stond nochtans niet goed aangetekend bij mij, ik heb ergens een ‘De Standaard-knipsel’ liggen waarin hij zich uiterst negatief, spottend zelfs, uitlaat over de Vlaamse poëzie, wat ik hem toen niet vergeven heb en nimmer de nood heb gevoeld hem te gaan lezen, zijn ‘Genua’ bijvoorbeeld.
Ik heb in wat ik schrijf over zijn Alkibiades geen oog gehad voor de Google-commentaren op zijn boek. Ik heb het recht mijn mening te hebben over wat ik lees en hoe ik het lees, als iemand die weet wat het is elke dag te schrijven over iets dat enkel in ‘potentie’ in de geest of waar ook aanwezig is.
Het eruit halen wat er in zit, kost heel wat kennis en inzet en dit is tekenend voor het Boek.
Het is (misschien) meer dan dagelijks een marathon lopen.
07-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-08-2023 |
Honderdvoudig. |
Het huis is vol met de klanken van KLARA, zo vol dat ik ze niet meer hoor, dat ze zijn zoals de meubels, de schilderijen, de boeken die ik niet meer zie, ze zijn van het huis en het huis is van zichzelf, niet van mij die er in rondloopt zoals ik rondlopen zou in een klaarte die van het bos is of neerzitten aan het water dat van de vijver is, weliswaar ik gevuld met gedachten, gedachten die binnenkomen en weer vertrekken of wijken moeten voor andere, even onstuimig zodat ik de tijd niet heb ze te houden tot ze geschreven staan. Want schrijven is mijn adem in deze uren, in deze dagen.
Het is ooit, ooit anders geweest een tijd dat mijn tekenen mijn adem was, mijn ingesteld zijn, mijn levensvreugde. Ik draag er nog de echo van als ik ervoor sta en weet hoe het was en hoe ik ervan doordrongen was. Toen ook waren het hoge tijden voor het creatieve in mij, voor de punten en de lijnen, de vormen als met stuifmeel bestoven en ik niet wist van waar het stuifmeel kwam er geen bloemen stonden om me heen ,enkel de kamer er was en, wat ik nu weet, hetbaroma van het kosmische in het licht dat binnenviel.
Of hoe we van buiten uit geïnspireerd worden om dingen te doen, grote en kleine - kleine vooral die groot uitvallen - en erdoor verzadigd worden van een blijheid dieat wel stil valt nu en dan maar dan weer terugkomt en open bloeit lijk een zonnebloem die zich keert naar de zon, ons leven rijk terug van dingen die waren en gebleven zijn.
Zo van het schrijven, de inhoud losgehaakt en gekeken naar de woorden hoe ze er staan, vernieuwd en geschikt in een juiste vorm die van de dromen zijn die we vergaten bij het opstaan, misschien één beeld ervan nog overgebleven als een schaduw van een boom, een ceder uit Libanon die er vroeger stond, hoog en statig, o, zo statig bewust van zijn waardigheid en nu, het hopeloze betracht, die waardigheid te leggen in de woorden die er gekomen zijn, ademend de harsgeur ervan, je hand op de schors die er nu niet meer is, jij echter een ogenblik honderdvoudig levend.
06-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-08-2023 |
Een dag die nog niet begonnen is. |
Het is in stilte dat de dag zich opent over mij, neutraal zonder overwegingen van wat was en van wat komen gaat. Hoe ik hem betreden ga weet ik nog niet, zelfs niet in gedachten en zeker nog niet in woorden, maar de hoop is er dat alles zich voltrekken zal zoals het nu eenmaal hoort voor mij op de een of andere wijze. Nu kan het nog alle kanten op maar ik weet nog niet welke kant voor mij zal gekozen worden.
Niemand weet het, niemand en ik wacht op de zin die nu komen gaat tenware hij niet komen zou en ik hier voor jullie zou staan de handen en de geest leeg, een ‘verrassingsloos’ dor veld uitdijend voor mij en ik erin gegrepen, niets te zeggen hebbende, maar dan niets zoals niets nooit geweest is, de tegemoetkomendheid van niets als zo iets bestaan zou of, op deze wijze uitgelegd, bevreemdend alleszins en niet te omhelzen noch nader uit te verklaren.
We staan erbij als een gesloten boek dat nooit gelezen zal worden omdat geschreven in een taal die nog niet bestaat, die nog moet worden uitgevonden door mij en ik er niet klaar voor ben, vandaag niet en morgen evenmin.
Ik geen uitweg meer zie of wil zien om hieruit te geraken, de zin die ik verwachte niet is opgedaagd, ik hem ook niet meer verwacht vandaag, zelfs niet in de avondschemering, ‘entre chien et loup’ hij komen zal, het hoofd te droog, te dor.
Heb ik van alle dagen deze uitverkoren om niet méér te zijn dan wat verloren woorden op een hoop gelegd, onordelijk met elkaar verbonden betekenings-loos zoals zovele dingen in het leven van elke dag zonder gevolg achterwege blijven, maar toch opgetekend worden om pas achteraf de betekenis ervan te ontdekken, misschien als het te laat zal zijn, te laat om enige betekenis te hebben.
Hij zat middenin een labyrint toen hij dit geschreven heeft, hij heeft er lang in rondgelopen, hij is er niet meer uitgekomen, morgen misschien.
Dit alles over een dag die nog niet begonnen is.
05-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-08-2023 |
Langzaam. |
05.55: Het eerste schamel licht, later, mijn eerste schamele woorden, zo op mij afgekomen uit het onbekende van het geheugen dat zich openen gaat zoals elke morgen als ik begin te schrijven denkend aan wat ik nog niet gezegd zou hebben, alsof ik, ondanks het vele dat er al staat nog iets in meer zou te vertellen hebben en dit heb ik niet . Daarom mijn schamelheid die ik nog maar eens etaleer onder een andere vorm en gelaagdheid.
Waarom ik het blijf doen heb ik al dikwijls gezegd, het is mijn morgengebed, mijn intrede in de dag, liefst het eerste dat ik doe om het daarna te hernemen liefst voor het sluiten van de dag. Tussen die twee aangelegenheden verlopen de uren, wemelt het van momenten van traagheid in alles wat ik doe, bewust of totaal onbewust. Momenten die onbeschreven blijven en mijn leven uitmaken of dan toch wat er nog van overblijft en buiten het schrijven is er niet veel meer.
Aldus indien ik ophouden zou met schrijven dan zou ik ophouden met leven, ophouden te bestaan. Mijn blog is dus meer dan een strohalm, het is mijn zwemvest, mijn reddingsboei.
Het is ook iets dat me tergt, dat me uitdaagt om keer op keer tot het uiterste te gaan en niet te versagen, het zou een nederlaag zijn, een teloorgang van wat me nog rest aan fierheid en persoonlijkheid.
Argumenten genoeg om te volharden al weet ik niet altijd ‘hoe’, zoals vandaag, het te hebben over mijn schamelheid van het erzijn.
Er rest me nog weinig meer om te tonen dat ik levend ben, zachtjes levend nog, langzaam ademend, langzaam uitkijkend, langzaam uitdijend.
04-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-08-2023 |
Eerste en laatste zin. |
Onmiddellijk nadat mijn blog staat ingelogd beginnen mijn problemen. Ik heb me totaal geledigd en moet nu gaan denken aan mijn volgende. Ik ken dus geen respijt, de ene blog volgt op de andere. Het is ‘Eine Geschichte ohne Ende’ zoals in het boek dat ik ooit las (van wie het ook moge zijn) over een jongetje op de rug van een draak of, vergis ik me schromelijk?
Vroeger kon ik mijn eerste zin - in afwachting van ermee verder te gaan - met de hand neerschrijven, nu kan ik dit niet meer en zou ik mijn PC moeten openen, wat ik niet doe, ik zal hem wel zo onthouden. Maar dit is niet evident. Ik vergeet. Ik zocht gisteren naar het woord ‘tomorrowland’ en dit is niet het enige woord dat achterwege blijft. En ook wat is er van een mens die niet normaal schrijven kan, ik ga mettertijd mijn geschreven letters vergeten.
Hopelijk komt er dus vlug verbetering in mijn toestand dan toch tenminste wat mijn schrijven betreft. Echter van de verbetering van mijn oud lichaam verwacht ik niet veel meer, wel, nog altijd, van deze van mijn geest, ik hoop dat deze blijft standhouden, ongrijpbaar voor slijtage en zo lang ik kan schrijven over het weinige wat er nog gebeurt in mijn leven, als het gezang van een merel gaat het voortreffelijk.
Dus, wat het me ook kosten moge, welke de problemen ooit zijn, ik ga verder op de gewone wijze, de ene dag wat meer dan de andere. In feite heb ik het stadium bereikt dat het schrijven zelf belangrijker is dan wat ik schrijf, want ik heb al zo veel geschreven, jullie weten al zoveel van mij.
Maar toch nog dit, wat ik gisteren hoorde op Canvas van professor Brian Cox, dat de schepping(!) de omzetting was van energie in materie.
Er was dus in den beginne een onzichtbare, ontastbare wolk energie, die van alles kan geweest zijn en misschien ook een naam had.
Een naam die we niet mogen uitspreken om geloofwaardig te blijven.
03-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Eerste en laatste zin. |
Onmiddellijk nadat mijn blog staat ingelogd beginnen mijn problemen. Ik heb me totaal geledigd en moet nu gaan denken aan mijn volgende. Ik ken dus geen respijt, de ene blog volgt op de andere. Het is ‘Eine Geschichte ohne Ende’ zoals in het boek dat ik ooit las (van wie het ook moge zijn) over een jongetje op de rug van een draak of, vergis ik me schromelijk?
Vroeger kon ik mijn eerste zin - in afwachting van ermee verder te gaan - met de hand neerschrijven, nu kan ik dit niet meer en zou ik mijn PC moeten openen, wat ik niet doe, ik zal hem wel zo onthouden. Maar dit is niet evident. Ik vergeet. Ik zocht gisteren naar het woord ‘tomorrowland’ en dit is niet het enige woord dat achterwege blijft. En ook wat is er van een mens die niet normaal schrijven kan, ik ga mettertijd mijn geschreven letters vergeten.
Hopelijk komt er dus vlug verbetering in mijn toestand dan toch tenminste wat mijn schrijven betreft. Echter van de verbetering van mijn oud lichaam verwacht ik niet veel meer, wel, nog altijd, van deze van mijn geest, ik hoop dat deze blijft standhouden, ongrijpbaar voor slijtage en zo lang ik kan schrijven over het weinige wat er nog gebeurt in mijn leven, als het gezang van een merel gaat het voortreffelijk.
Dus, wat het me ook kosten moge, welke de problemen ooit zijn, ik ga verder op de gewone wijze, de ene dag wat meer dan de andere. In feite heb ik het stadium bereikt dat het schrijven zelf belangrijker is dan wat ik schrijf, want ik heb al zo veel geschreven, jullie weten al zoveel van mij.
Maar toch nog dit, wat ik gisteren hoorde op Canvas van professor Brian Cox, dat de schepping(!) de omzetting was van energie in materie.
Er was dus in den beginne een onzichtbare, ontastbare wolk energie, die van alles kan geweest zijn en misschien ook een naam had.
Een naam die we niet mogen uitspreken om geloofwaardig te blijven.
03-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Brian Cox. |
Onmiddellijk nadat mijn blog staat ingelogd beginnen mijn problemen. Ik heb me totaal geledigd en moet nu gaan denken aan mijn volgende. Ik ken dus geen respijt, de ene blog volgt op de andere. Het is ‘Eine Geschichte ohne Ende’ zoals in het boek dat ik ooit las (van wie het ook moge zijn) over een jongetje op de rug van een draak of, vergis ik me schromelijk?
Vroeger kon ik mijn eerste zin - in afwachting van ermee verder te gaan - met de hand neerschrijven, nu kan ik dit niet meer en zou ik mijn PC moeten openen, wat ik niet doe, ik zal hem wel zo onthouden. Maar dit is niet evident. Ik vergeet. Ik zocht gisteren naar het woord ‘tomorrowland’ en dit is niet het enige woord dat achterwege blijft. En ook wat is er van een mens die niet normaal schrijven kan, ik ga mettertijd mijn geschreven letters vergeten.
Hopelijk komt er dus vlug verbetering in mijn toestand dan toch tenminste wat mijn schrijven betreft. Echter van de verbetering van mijn oud lichaam verwacht ik niet veel meer, wel, nog altijd, van deze van mijn geest, ik hoop dat deze blijft standhouden, ongrijpbaar voor slijtage en zo lang ik kan schrijven over het weinige wat er nog gebeurt in mijn leven, als het gezang van een merel gaat het voortreffelijk.
Dus, wat het me ook kosten moge, welke de problemen ooit zijn, ik ga verder op de gewone wijze, de ene dag wat meer dan de andere. In feite heb ik het stadium bereikt dat het schrijven zelf belangrijker is dan wat ik schrijf, want ik heb al zo veel geschreven, jullie weten al zoveel van mij.
Maar toch nog dit, wat ik gisteren hoorde op Canvas van professor Brian Cox, dat de schepping(!) de omzetting was van energie in materie.
Er was dus in den beginne een onzichtbare, ontastbare wolk energie, die van alles kan geweest zijn en misschien ook een naam had.
Een naam die we niet mogen uitspreken.
03-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-08-2023 |
De merel. |
De merel in de tuin heeft geen boodschap aan de geluiden van de straat, maar goed ook, wie ware hij nog? - ik zonder de bergen? - indien hij er zich zou laten door afleiden?
Ik heb me neergezet, geef hem al mijn aandacht en hoor hoe zijn gezang helder en verfijnd, trillend als pianoklanken in een lege kamer, afsteekt tegen de gewoon geworden geluiden van de dagen. Het effect ervan is, en hier overdrijf ik pour mieux me faire comprendre, alsof het geluid van ‘tomorrowland’ ineens afgebroken zou worden en er een Dolcinella-passage uit de Don Quijote-Suite van Telemann, of beter het oneindige van Bach's Partita nr 2 voor piano. over de hoofden zou worden ‘uitgebazuind’.
Eigenlijk, als ik bezig ben hoor ik de straat niet, hoor ik enkel de merel. De ene zijn van de wereld, de andere, van de merel, zijn van het buitengewone, zelfs al zijn ze regelmatig terugkomend, zijn van een andere aard, een toonaard die we niet genoeg benadrukken kunnen als we er diep op ingaan. Het is een gift van de natuur, een gift van het zijnde en het komende.
En als ik er ‘een blog’ bij stilsta dan is het omdat ik me realiseer dat het iets uitzonderkijk is zoals de veldbloemen - de korenbloem, de papaver de vele andere - uitzonderlijk zijn als ik zie, mezelf wegdenkend, hoe ze er staan in hun vormen, in hun kleuren en geuren, maar, zoals altijd we gunnen ze geen blik, we zijn teveel bezig met onszelf. We gaan er aan voorbij zoals we voorbijgaan aan het gezang van de merel en verwondering kennen we niet meer, het is maar doodgewoon dat het zo is.
Echter wat indien er noch de merel zou zijn noch de bloemen, wel wetende dat ze er ooit waren maar nu opgeslorpt door de tijd verdwenen voor altijd uit onze omgeving welke gevoelens zouden we erbij hebben?
Daarom ook heb ik gemeend dat deze blog een doel had, ook voor mij, als ik de merel hoor, hel en flinterdun in de morgen en naar de bloemen sta te kijken en zie welke rijkdom ze vertegenwoordigen.
Maar zag ik het ooit zo?
02-08-2023, 01:16 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-08-2023 |
Uit een vorig 'Dasein'. |
Als je me het vraagt: een bijzondere dag 1 augustus, in Zwitserland de nationale feestdag. Ik kan er niet aan voorbij zonder het te vermelden omdat deze dag in mij is gebrand even diep, zo niet dieper, dan deze van 11 en 21 juli.
Schrijf ik erover of ga ik er in mijn geschriften aan voorbij, liefst ditmaal het voor mij houden ik vermelde het al te dikwijls de vorige jaren?
Innerlijk gebeurt er iets in mij, dringen onvermijdelijk bepaalde herinneringen zich op: vrienden die ik er kende, de Salamin’s, de Cotter’s, de Epinay’s, de Solioz’s, zoals de wijnen die ik er dronk te beginnen met ‘le vin du glacier’, zoals de alpage-kazen die ik er at; anderzijds zoals de ‘cabanes’ waar ik overnachtte en de bergen die ik er beklom, waaronder de Besso, de Bieshorn – meer dan vierduizend meter – en vele andere; Dit alles is in de Valais, in de Val d’Anniviers, voor mij, een heel belangrijk deel in mijn herinneren, en ik kan er onmogelijk aan voorbij zonder er iets over te zeggen.
Vooral dan enkele plaatsen met een grote variatie aan alpenbloemen zijn me duurbaar en een plaats met bekermos, en andere waar ik wist ‘chanterelles’ te vinden. Plaatsen die ik in mij heb opgenomen en die ik zo kan oproepen om er ogenblikken te zijn, mezelf vergetend.
De maand augustus dat ik er met de familie verbleef was een tijd van klaarte in mijn geest, alles was er gericht op de bergen en het licht, op de vrienden en het onwezenlijke van het daar zijn en nergens anders, Ik was er zeer intens alsof ik er geboren was – misschien in een vorig leven? – en er opgegroeid in een grote verbondenheid met de natuur die een zegen was, die zich verspreidde en zich vestigde in mij, in alle cellen van mijn lichaam en vooral van mijn geest. Ik ontdekte er Titus Burckhardt, de islamkenner, de man van de gotische kathedralen - zijn boek dat ik niet las – ik ontdekte er Charles Ramuz en zijn ‘Derborence’.
Ik mag volmondig zeggen dat de bergen, dat mijn verblijf aldaar een belangrijke impact heeft gehad op mijn leven en me blijft beademen en inspireren.
Wie ware ik geweest zonder de bergen van de Valais, wie?
01-08-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |