 |
|
 |
|
|
 |
05-02-2023 |
Nacht en dag de tentakels van de geest. |
Zou ik het nog durven wagen (heb ik de moed?) vroeg ik me af, een geschrift op te brengen van 40 à 50 duizend woorden dat begint bij een boom in de vlakte en eindigt met een vrouw in het bed en dit in een lang verhaal zonder rustpunten of pauzes.
Een gekheid eigenlijk: een blog elke dag is realiseerbaar, maar een dergelijk geschrift, noem het een roman, schijnt me eerder wishful thinking. Evenwel op mijn leeftijd leef je van dromen of ze zich nu realiseren of niet, dromen zijn waardevol, ze breken in in de realiteit van de dagen en duwt deze naar de achtergrond, het is als een wolk witte rozen geplaatst in een donkere vaas naast je in de kamer waar je schrijft, zo leef je enerzijds met je voeten op de vaste grond en anderzijds met je gedachten bij de tuil rozen, wat inspirerend werken kan.
Ik zou mijn blog aldus kunnen opvatten en er honderd op elkaar volgend kunnen schrijven, maar ik ben zo niet ingesteld, mijn blog is geen verhaal, ik heb getracht deze als deel van een verhaal te zien maar het werd een mislukking, al zou ik wel willen een verhaal te bedenken dat nog nooit geschreven werd.
Ik heb ondervonden dat ik, ondanks de inzet die het me kost, er voortaan mee verder kan, met een blog per dag, de ene wat beter dan de andere kan ik verder. Het is een spel dat ik speel zoals de zon of de maan soms spelen met de wolken, of is het omgekeerd, zijn het de wolken die de spelers zijn. Zo ben ik het niet die het spel maakt, het zijn mijn woorden.
Het is ook dat mijn zoektocht naar, diep in de nacht begint als ik even ontwaak en mijn gedachten half slapend gaan naar wat ik schrijven zal. Soms is er een opening, en ‘brodeer’ ik er zinnen omheen die me bezig houden tot in mijn slaap. Dit gaat nu al jaren mee: mijn nacht en mijn dag hoofdzakelijk gericht op de blog die ik te schrijven heb.
Ik heb dit al tientallen keren geschreven, maar altijd komt het terug, ik weet niet meer wat het is, mijn dag in ‘peis en vree’ door te brengen.
Het is een voortdurende zelfpijniging en wat levert het op? Niet veel. Het blijft een trachten om ooit hoog te eindigen en uit het anonieme te kruipen, maar ik blijf hangen waar ik al zo lang aan het hangen ben, een pogen die op niets uitdraait, eigenlijk een onuitgesproken ontgoocheling die ik er bij neem. Het loopt evenwijdig met wat soms van het leven is.
En toch, elke dag opent zich op dit betrachten, op dit pogen te zijn wie je wenst te zijn en wat je bezighoudt, niet zo zeer wat je doet, maar wat je denkt. Het is het werk van de geest in jou die belangrijk is, meer dan de kleine of grote daden die je stelt, want dit zijn de handelingen die ontstaan zijn in de geest, de uitvoering van onze gedachten. Zo hoort het in elk geval te zijn, het loopt verkeerd als het zo niet is.
Onze geest, deel van de oceaan van geest waarin we onder duiken waarvan we de tentakels niet, of dan toch maar ‘nauwelijks’ kennen.
05-02-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-02-2023 |
Hoe leven we? |
Als je Daniël Barenboim – Buenos Aires, 15 november 1942 - de eerste symfonie van Johannes Brahms hebt zien dirigeren, de symfonieën van Beethoven, de talloze pianoconcerto’s, of de talloze sonates van Liszt, van Chopin, van Beethoven of Schubert of van zovele anderen, telkens zonder partituur voor zich en je hoort dat hij besloten heeft niet meer op te treden, dan vraag ik me af hoe hij zijn dagen doorbrengt met al die muziek, al die noten in zijn hoofd die moeten komen en gaan, als hij wandelt in het park of neerligt op de sofa, of toeschouwer is van een uitvoering ervan kritisch zoals hij is ingesteld – ik hoorde hem in ‘Master Classes’ – hoe die man leven moet zonder publiek dat hem rechtstaande toejuichte en op de handen droeg en nog altijd.
In dit verband hoorde ik ooit wat Rubinstein vertelde: dat hij ‘s morgens opstond met een pianoconcerto – een van Chopin meen ik - in zijn hoofd, dat hij ontbeet of de krant inkeek, of telefoons ontving of wat ook, en dat het concerto verder liep in zijn hoofd om het nu en dan eens terug op te nemen. Het is alsof je rond zou lopen met de ‘Recherche du Temps perdu’, van Marcel Proust in je hoofd en nu en dan er een pagina uit reciteren zou.
Hoe fenomenaal dit niet is of tot wat de mens Barenboim, Rubinstein en velen wellicht met hen, in staat is. Het overstijgt me, het is iets dat ik niet begrijpen kan, al wil en moet ik wel want ik zie het gebeuren voor mijn ogen de bijna onvoorstelbare vlugheid waarmede bijvoorbeeld de vingers over de toetsen glijden of over de snaren in een piano- of vioolconcerto is adembenemend. Niets schijnt onmogelijk én om het te schrijven én om het te interpreteren voor de kunstenaar die de mens is. Maar ook en dit is even ontstellend, maar dan in een totaal andere richting, de gruwel tot wat hij in staat is, Hiervan zijn evenveel voorbeelden voorhanden, maar we verzwijgen ze liever omdat het niet in onze aard ligt erover uit te weiden.
Dit is dan de dubbele wereld waarin we leven, de ene hemelen we op de andere vervloeken we, weigeren we aan het woord te laten of er ook maar iets over te zeggen al dringt het soms.
Aldus schijnen we schuldig aan ‘hoogverraad’. Leven we in een wereld waar alles koek en ei is, waar we rondlopen op rozen zonder doornen, het hoofd geheven in de wondere wereld zoals hij ons de laatste dagen wordt aangebonden op de VRT en we de ogen openen op het meest verrassend schouwspel dat ons getoond wordt. Hoe van het minimaalste af, alles geregeld werd met orde, groot vakmanschap en levenswijsheid.
Nog iets dat ons overstijgt en aantoont hoe alles hier op aarde en in de Kosmos geregeld werd, zoals de Bijbel het zegt, met orde en met inzicht.
En vanwaar deze orde en inzicht komen gaan we blindelings aan voorbij het raakt ons niet, het is, en dit schijnt ons voldoende als uitleg.
Tot we tot de jaren van verstand gekomen zijn en ons plots toch de vraag gaan stellen. Een vraag die ons opneemt in een andere wereld deze van de geest die, dit veronderstel ik, omheen ons aanwezig is in alle glorie. Mannen als Barenboim, als Rubinstein vertoeven erin in gezelschap van alle componisten en schrijvers en schilders en beeldhouwers en anderen die de kunst van de schoonheid beoefenen.
En dan wij, wat belet er ons er elke dag even in binnen te dringen en hoger te leven?
04-02-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-02-2023 |
Wachten om te wachten op de lente. |
Er zijn in het leven altijd goede dagen en minder goede, dit heeft niets met filosofie te maken, het is maar een zin om als begin van een blog/geschrift te gebruiken, dankbaar zelfs als alles verkeerd schijnt te gaan in de morgen en je er gans alleen voor staat om op je plooi te komen en normaal te functioneren; al weet je niet te bepalen wat het is normaal functioneren, maar laat ons stellen dat het hier een verder gaan is, een vervolg op de laatste zin die je gisteren schreef: je verdiepen, minstens een maand lang, in het leven van ‘Tutankhamen’ zoals gezien en beschreven door Christine el Mahdy (en niet de ‘El Mahed’ van gisteren) Britse Egyptologe, ‘born Christine Margaret Bamford (1950-2008).
Echter, in de tijden van nu, wie schrikt er nog als iets nieuws, zelfs iets sensationeel verteld wordt over de knaap-koning Toetanchamon, en dan nog uit een eeuw vóór Chr. die betwist wordt.
Ik zal er dus (voorlopig?) niet op ingaan, misschien wel even doorbladeren maar meer niet. Ik wil dit overlaten aan anderen die nog verder dan ik uit de tijd van nu leven, en meer tijd te verliezen hebben, dan ik, trouwens , wie zegt ons dat Christine el Mahdy ons ‘de’ waarheid te vertellen heeft?
Ik heb voldoende aan het onderhouden van mijn blogs opdat ik er nog iets zou bijnemen dat me enkel afleiden kan en eigenlijk, wat mijn opdracht betreft niets kan bijbrengen. Dus, mijn keuze is gemaakt, nu geen zijwegen meer inslaan, rechtdoor ligt mijn weg getekend.
Hiermede heb ik gezegd wat ik als inleiding op deze dag wou bekend maken, het is iets waar ik gisterenavond laat al aan dacht, maar de tijd ontbrak me toen en de tijd is een raar ‘beestje’, moeilijk te temmen. Dan toch voor iemand die tijd te weinig heeft – beter die teveel tijd verspilt – Na al die jaren weet hij het nog niet hoe zijn tijd maximaal te gebruiken, hij heeft dus nog heel wat te leren en, de tijd ontbreekt om het nu nog te doen, zo hij zit gevangen voor wat hem nog rest aan dagen.
En hij moet bekennen – eigenlijk ben ik al dagen lang een dagboek aan het schrijven, jullie weten evenveel over mij als ikzelf – dat het op gang komen in de morgen moeilijker en moeilijker schijnt te gaan, ondanks de muziek van ‘Klara’, die som zelfs geen balsem is als ik wakker word, maar amper wat geluiden om mijn alleen-zijn op te vullen.
Hoe moet het verder denk ik dan, gaat het verslechteren met de dag of kan ik er een einde aan stellen en terug ontwaken met een lach op mijn aangezicht?
En, het zou zonde zijn nu al te wachten op de lente en niet op de dagen die ervoor nog zullen komen.
03-02-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-02-2023 |
In bekoring gebracht. |
Hoe weinig of hoe talrijk ook jullie zijn die me lezen, ik heb tegenover mezelf een opdracht te vervullen waaraan ik niet ontkom of ontkomen wil. Dit brengt me meermaals, zoals vandaag, in een ongemakkelijke positie, wanneer alles gesloten blijft ondanks het morgenlicht dat me verblindt, maar ik sliep te lang, en iets schijnt ontregeld want ook mijn ontbijt liep uit. Hoe het kwam is me vreemd maar niets verliep zoals het gewoonlijk verloopt, en het ligt aan mij, alles gaat trager alsof ik geen controle heb over mijn handelingen. Wat vermag ik dan, hoe reageer ik erop?
Kortom ik ben een dof man, ik ken geen uitstraling, zeker niet deze van een ‘Toccata en Fuga’ van Johan Sebastian Bach in een bewerking voor orkest van de Brit Leopold Stokowski, wellicht deze uit de film ‘Fantasia’ van Walt Disney. Een uitstraling waar ik elke dag op zoek naar ga en, wonder, soms vind of meen ik die gevonden te hebben. Ondertussen ondervind ik elke dag, elke minuut bijna wat een rijke uitstraling de muziek bezit als ik even volle aandacht schenk aan wat ‘Klara’ me te bieden heeft. Ik blijf het zeggen: ‘Klara’ is mijn gezelschapsdame, mijn thuisgevoel, ze vult me aan, Strawinski vult me aan, Debussy, Ravel en ik noem dan niet wie ik in de eerste plaats noemen wilde Beethoven en Mahler. Maar ik rangschik ze niet, ik ondervind dat, als ik alle voorkeuren op zij duw en als ik aandachtig luister, ik in elk werk schoonheid vinden kan. Het ene werk is me wel meer vertrouwd dan het andere, maar welk muziekstuk het ook is ik ben klein gelukkig als ik in de orkestratie de maker ontdek, zo ontdek ik de maker van ’Le Sacre’ in de orkestratie van zijn ‘ Vuurvogel’, zelfs in zijn ‘Petroesjka’.
Veel is dit niet maar dan toch het brengt een zekere voldoening als je het correct gehoord hebt.
Dit zijn de kleine hoogtepunten van je dagen, veel meer verwacht je niet meer, vooral niet op een morgen als je gesloten blijft, tot je, zoals het vandaag gebeurde een zending boeken binnenkrijgt, boeken die toebehoorden aan een verre vriend die te vroeg overleden is, Robert De Telder, die door hem in de hand werden gehouden en die nu op je tafel liggen om, zoals het zich voordoen zal in de komende dagen/weken, regelmatig bekeken zullen worden, met als het maximale, ‘The complete works of Flavius Josephus’(A.D.37-100): de geschiedenis van het Joodse Volk, waarin De Telder zich zeer vlot bewoog en waarin hij zich uitleefde.
IN zijn schrijversleven is het ook Velikovsky geweest die hem gebracht heeft waar hij zich bevond namelijk als groot kenner van de geschiedenis van Akhnaton en Toetanchamon.
Over deze laatste was er ook het boek van Christine El Mahed: ‘Tutankhamen, The Life and Death of a Boy King’, zal ik het wagen het te lezen, meer dan 300 pagina’s kleine druk?
Of zou het niet teveel gevergd zijn van mij?
02-02-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-02-2023 |
Een lied dat kwam als een droom. |
Het lied kwam als in een droom in het holle van de nacht, het enige lied waarvan hij zich nog de woorden herinnerde: ‘I’ll be seeing you’, al heeft hij hierbij nooit aan een geliefde gedacht die hij zou of wou terugzien, geen naam die opdook van hier of daar, neen, het was zuiver het lied zelf, in al zijn vertederende schoonheid dat hij meedroeg, dat hij soms, lichtjes in de wind, zong op feestavonden met vrienden en kennissen. Als er gezongen werd en dat gebeurde wel eens, drongen ze aan omdat ze wisten dat hij toegeven zou en dan zong hij de aria, de woorden komend zoals hij ze zo goed nog kende:
I'll be seeing you In all the old familiar places That this heart of mine embraces All day through.
In that small cafe The park across the way The children’s carousel The chestnut trees The wishing well.
I'll be seeing you ...
Hij zong het telkens met overtuiging omdat hij geloofde in de poëtische kracht van de woorden. Maar niemand vroeg hem wie hij ermee bedoelde want zijn geliefde zat naast hem en kende de woorden na die zo dikwijls al gehoord te hebben.
Als het hem nu nog zou gevraagd worden, en wie weet hij komt misschien nog op feestjes van die aard en de sfeer ervan warmer en warmer wordend en men zou hem naar het lied vragen, dan zou hij nu wel weten wie hij terug zou willen zien, maar of hij het nog zingen zou in de gewenste tonen valt sterk te betwijfelen. Hij zou het prevelen misschien, zacht en vertederend, met de woorden die heel zwaar zouden liggen en hem wellicht bewegen zouden tot tranen of zeker tot het stokken van de stem. Hij weet niet of er nog ooit zulke feestjes zullen komen voor hem, maar als die zouden komen, zal hij wellicht aarzelen en zeggen dat de tijden van vroeger voorbij zijn, dat het lied nu een ander lied is geworden, dat de woorden nu hun volle betekenis hebben gekregen, een betekenis die hem zwaar ligt, en ze zullen begrip tonen.
Als hij er nu over nadenkt en dit is de reden waarom deze blog er gekomen is, het is nu een lied dat hij niet meer zingen zal, zeker niet in het openbaar, de woorden zal hij misschien nog wel diep in zich nog neuriën als hij alleen zal zijn met haar, alleen met haar in zijn eenzaam-zijn.
Denkt eraan hoe de dingen, de woorden dan, zich omkleden kunnen, all of a sudden.
01-02-2023, 08:07 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
31-01-2023 |
Over het zich goed voelen. |
De laatste dag van de eerste maand, nog elf maanden vol te houden en het is volbracht, moet het alleen nog doen, nog maken.
Zou Dante dit ook gedacht hebben ooit, bij voorbeeld als hij het ‘Inferno’ verlaten heeft en nu op het punt staat te beginnen aan zijn ‘Purgatorio’:
‘Per correr miglior aqua alza le vele omai la navicella del mio ingegno che lascia dietro a sé mar si crudele:[1]
Wat niet geldt voor mij. De waters waarin ik me beweeg waren niet woelig en worden niet kalmer, ik blijf verder varen in zelfde waters met een zelfde ritme en een zelfde ingesteldheid.
Wel is het zo, en dat klinkt eerder als een verwittiging, dat van de twaalf, er nog elf maanden overblijven en dat ik niet meer dralen mag maar doen moet wat moet gedaan. Maar ben ik hier elk ogenblik van de dag en de nacht 100 percent van bewust?
Wel neen, dit gevoel van de tijd die rest ken ik maar van tijd tot tijd, ik kom er vlug overheen want zo niet zou er me niets anders overblijven dan ‘verslagen’ af te wachten tot de elf overige maanden voorbij zijn, wat een enorme verspilling van tijd zou betekenen. iets wat een normaal mens zich niet permitteren kan of mag.
Integendeel zelfs, ik weet dat het nu is of nooit, om gestaag door te gaan, verbeten de strijd met het woord aan te gaan tot het fatale, maar tevens wellicht, het wondere ogenblik dat de andere wereld zich opent voor mij. Gewild weiger ik hier het woord ‘dood’ te gebruiken, ik wens het zelfs te bannen uit mijn woordenschat, omdat het te cru over komt en vooral omdat we niet weten, slechts vermoeden kunnen wat er achter schuilt.
De elf overige maanden zijn én een aanmoediging om niet te dralen, én een stille verwittiging om planmatig te werk te gaan en mijn tijd zorgvuldig op te vullen. Wat me dan elke spontaneïteit in wat ik doe kosten zou.
Daarom zeg ik jullie dat ik verder zal gaan zoals ik bezig ben, trachten het maximum te bereiken onder welke vorm ook, maar verder, al is het omslachtig, bezig te zijn zoals ik bezig was, hels soms, maar ook met heel wat mate. Zoals je dagelijks vaststellen kunt wat het is en hoeveel het maar is.
Het is niet omdat ik maar elf maanden meer heb dat ik plan ook maar iets te wijzigen aan mijn gewoontes. De maanden zullen op me afkomen – zo hoop ik toch – en ik zal ze waardig ontvangen alsof er geen telling mee gemoeid zou zijn. Maar het kan goed dat ik tegen dan, deze laatste zin zal vergeten zijn en ik erop terug zal komen niet eenmaal maar meerdere malen in andere bewoordingen of andere omstandigheden.
Mijn toestand – een vriend zegde me dat ik nu op mijn zesennegenstige ben en ik had er nog niet aan gedacht, hij deed me even schrikken – draagt in zich een beeld van mij dat weinig gunstig uitvalt, ook voor mijzelf. Het is maar dat ik er geen schuld aan heb en ook geen verdienste, mijn toestand is wat hij is. En als jullie het weten willen, nu dat het geschreven staat voel ik me er goed bij.
Goed bij wat er geschreven staat.
[1] Purgatorio: canto primo: 1-3: ‘Nu ik met het schip van mijn geest een zo wrede zee achter mij heb gelaten, hijs ik de zeilen om koers te zetten over beter water.’
(vertaling Frans van Dooren)
31-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-01-2023 |
Het doen en het niet doen. |
Zijn tekeningen van vroeger zag hij als voorbeelden van kleine kunst, klein omdat er weinig verbeelding in optrad; zijn geschriften daarentegen kenden wel die verbeelding, wat niet betekende dat het daarom grote literatuur was, want veel werd er niet over gezegd. Hij was echter gerust gesteld met wat hij gepresteerd had en bleef presteren. Hij had zelfs de indruk dat hij aan het overdrijven was in alles, ook in de woorden die hij zo juist geschreven had over zijn prestaties.
Maar hij zat voor zijn klavier en hij lag niet op de sofa en dat gaf hem voldoening, vooral dan in het begin van de nacht als hij op het punt stond te verdwijnen onder de lakens en hij zich neerleggen kon wetende dat zijn dag gevuld was geweest zoals hij het gewenst had, vooral dan gevuld met woorden want daar kwam het telkens op neer, woorden en nog woorden.
Hij was een man van woorden, hoewel hij het ook waagde te zijn van lijnen en figuren die te ontcijferen waren, ook voor hem, omdat de figuren zo tevoorschijn waren gekomen uit zijn hand, het enige verschil met de woorden die van ergens kwamen, van een plaats die niet te bepalen was, dan toch niet met enige zekerheid.
En ook als hij verder dacht, ook zijn hand geleid werd van uit een plaats die hij niet kende, maar het toch niet zijn hand zelf was die de figuren tekende, en het dus ook wellicht zijn geest was, een geest die waar woonde? Die hem toch gade sloeg en hem nu en dan aanmoedigde om meer dan wakker te zijn, en om hem als doender werk te geven.
Hoe we in elkaar steken weet ik niet, wel dat we creatief kunnen zijn in wat we doen en dit gebeurt dagelijks als we er op ingesteld zijn, als we weten dat wij het zijn die hier rondlopen en niet de machine in ons die een groot deel van de tijd overneemt en ons brengt waar we eigenlijk niet moeten zijn.
Weten hoe het gebeurt is één ding, één bijkomstig ding, maar het doen zelf is het belangrijkste want daar komt het op aan, de impuls om te beginnen en te blijven beginnen, het stuk door, tot het einde in het zicht komt en je besluiten kunt.
Die ‘doen’-beweging hangt nog altijd in mij en omheen mij en dit van bij het opstaan, soms zelfs vóór het ontbijt. Zo lang die beweging, die tezelfdertijd een deel aanmoediging inhoudt, ben ik ‘safe’. En er is nog steeds geen verzwakking, ik voel me sterk, in feite en ik meen het, sterker dan ooit.
Opnieuw ben ik er door gekomen, heb ik bereikt wat ik bereiken wou en kan ik een halve dag respijt nemen om terug op adem te komen en daarna stilaan te gaan denken aan wat ik morgen schrijven zal, voor het ogenblik weet ik het nog niet. Misschien komt het straks als ik op de sofa lig, intens luisterend naar Klara?
Du choc des idées, weet je, jaillit la lumière en muziekstukken zijn soms ideeën.
30-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |