 |
|
 |
|
|
 |
30-06-2013 |
Geest en Materie |
Het
bos is een heiligdom in de valavond, een plaats waar de geheime krachten van de
natuur zich in de dag hebben opgehoopt en nu tot rust zijn gekomen, gistende
samensmeltingen die hij nimmer kennen zal maar die er toch aanwezig zijn in het
laatste licht, in het laatste ruisen, in de laatste groei van grassen en varens
en kruiden of het mysterie van de aarde en van het innerlijke leven voelbaar
hier, te ontcijferen hier in licht en duister, in leven en dood en wat tussenin is.
Hij
denkt dit alles moet gezegd en geschreven worden, herhaald worden, opdat
duidelijker en inniger de band zou groeien met zon en sterren en planeten, met
quasars en pulsars, met stralingen en energievelden, met de totaliteit van
geest in materie, al deze elementen die nodig zijn opdat dit bos in de avond
zou zijn wat het is, en zoals we het ontdekken, een steeds maar hogere
gecompliceerdheid in al wat zichtbaar en onzichtbaar is en de mens die getuige
is, de verlichte en de lichtgevende, de zichtbare drager van de geest op aarde.
Hij
las Richard Dawkins vandaag. Hij gaat niet akkoord met hem als hij paradigma
stelt dat de geest ontstaan is uit de materie. Dit paradigma is beslissend voor
de volledige tekst van zijn boek The God delusion(a black swan book, 2006),
men ontneemt hem niet het geloof dat het de geest is die de materie heeft
gebaard.
30-06-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-06-2013 |
Aubade |
Terwijl
de vogels me elke morgen een aubade brengen, zo breng ik een aubade in woorden
aan zij die me lezen. Veel is het niet, het maakt deel uit van mijn ontwaken,
meestal uit een verwarde droom, om de dag binnen te stappen langs een gang van
latente pijnen in de heup of in de benen die alleen door mijn woorden kunnen
gedempt worden.
Ik
ken aldus mijn ouder en ouder wordende ouderdom. Als ik dan lees in het
tijdschrift van de Bank dat een oud-collega is heengegaan, Luc Van den
Wijngaert hij was mijn ouderdom dan weet en zie ik op welke wijze mijn
afscheid de wereld van de Bank zal worden ingestuurd, een foto met een korte
tekst.
Dit
ook zal dan een laatste aubade zijn voor zij die het lezen zullen.
Het
lot is me gunstig geweest, al was mijn gezondheid niet de meest perfecte, ik
haalde het dankzij de levenskracht die me eigen was en ook dankzij de dokters die
me behandelden. Voor de rest kan ik maar hopen gespaard te blijven van elk
onheil dat mijn woord raken of doden zou. Dit ware het allerergste.
Elke
dag die de duisternis ingaat neem ik afscheid van het licht en ga ik de dode
nacht in. Elke morgen is een nieuw verrijzen naar de het schone van bomen en luchten,
van regen en zon, van de glinstering in het bedauwde gras, van de spiegel in
het kleine watervlak met de rode vissen, is er de schoonheid van het woord dat
ik opzoek. En elke morgen is een vooruitzien naar wat de dag brengen zal aan
woorden die mijn aubade zullen zijn.
Dit
duurt nu al een lange tijd, duurt nu al veertig nieuwe manen opdat ik me er
gemakkelijk zou van bevrijden, ondanks de zin die telkens opduikt welk nut het
heeft en wie het is die aandringt opdat ik niet ophouden zou.
Uiteindelijk
is het leven niet kort, het heeft een lange aanloop, het heeft een lange vurige
gestalte, het heeft een nagloei in de houtskool tot het een vunzen wordt en
uitdooft in een kruis.
29-06-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-06-2013 |
Levenskracht |
Het
regent over de dovende bloemen van de rododendrons het ongekende, onbegrepen,
ondoorgrondelijk leven dat zijn werk heeft gedaan. Hij hoort het stille ruisen
van de regen op de bladeren en in de aarde maar de geluiden en wat er gebeurt
binnenin de plant, binnenin de bloem, de vrucht kan hij enkel gissen. En zelfs
indien hij het werk van de cellen vermocht te zien en te doorkruisen, zelfs
indien hij vermocht te zien binnen in de cellen, dan nog zou hij niets afweten
van de krachten die deze cellen beheersen, bezitten en bezingen, zoals hij
totaal onwetend is over het ruisen van zijn bloed in de aderen. Hij kan enkel
vermoeden dat de orde die dit alles regelt immens moet zijn en van een grote
perfectie.
En
uit deze zelfde krachten en uit nog veel meer, zijn de boeken en geschriften opgestaan
die thans op zijn tafel liggen, die in zijn boekenrekken staan, die zowat
verspreid liggen over het ganse huis. De boeken waarin de geest van zovelen is
opgeborgen, van zovelen die dag en nacht hieraan hebben gewerkt, schrijvend in
de rust van hun kamer, of gezeten onder de bomen, of in de trein - zoals hij
het ooit zag van Louis Paul Boon - de woekerende geest omheen hen aftastend met
de geest in hen.
Zo-even
nog, lezend in The Song of Songs,
dacht hij eraan welke volume, welke geladenheid een woord, gegrepen door de
poëzie kan verwerven. Evenwel opdat de lezer getroffen zou worden door deze
geladenheid van het woord moet hij zelf poëzie zijn, open staan voor de diepte
van het woord, voor de totaliteit van het woord, om te beseffen dat de
realiteit ervan doorbroken wordt en dat de essentie erin zich mengt met de
essentie in ons, zoals de krachten van de natuur zich mengen met de essentie
van de geest in ons.
Ons
zelf kennen is dan ook een benaderen van wat te weten, van wat te kennen is
buiten ons.
28-06-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-06-2013 |
Het schuiven van de dagen |
Hij dacht van morgen aan dat kleine verrukkelijke
boekje, Goodbye Mr. Chips van James
Hilton, uit zijn jeugd. Hij wist dat hij het in lang niet meer had gezien
tussen zijn boeken, hij zal het uitgeleend hebben, wat fout was. Ook Chips was
vijfentachtig en zijn dagen waren moving
like lazy cattle through a landscape een zin die hij zich nog meent te
herinneren - maar Mr. Chips (hij hette eigenlkijk Mr Chipping) had niet de
activiteit die hij nog kent, had zeker geen blog te schrijven, zelfs geen
dagboek bij te houden, hij had enkel maar van tijd tot tijd een schooljongen die kwam aankloppen te ontvangen.
Evenwel, als hij naging wat hij zich afvroeg toen
de maand juni begon of hij met zijn blogs wel het einde van de maand zou halen,
is het een schuiven van zijn blogs geweest dat het juiste beeld is als hij telkens
neerzit om te doen wat hij van zich zelf anderen ook wellicht - verwacht.
Zo zijn het van vele dingen de boeken in zijn hoofd
meer dan de gebeurtenissen die opduiken in zijn herinneren en zijn het van de boeken
slechts een paar zinnen die bleven, zoals het nu zijn blogs zijn die
overblijven van de vele dagen die zich
openden en weer sloten.
Hij heeft niet meer te gaan van hier naar daar,
geen afspraken na te leven, geen voordrachten te geven, geen grote reizen meer voor
te bereiden en af te werken, alles ligt binnen het zich openen en sluiten van
de dagen, hij wachtende op de nodige tekenen die gedachten voortbrengen.
Ik ben dus niet veel meer dan een man op zoek naar
woorden die verrassen, ook de lezer. Maar het zijn in de eerste plaats woorden
voor mezelf, ik ben het die in de eerste linie staat om te lezen wat hij, Ugo,
geschreven heeft. Dit is ten minste de idee die Borges me ingefluisterd heeft.
Een idee die te nemen of te laten is, want de schrijver ervan heeft zich al
teruggetrokken en ik kan hem niet meer terugroepen.
27-06-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-06-2013 |
Beelden als herinneringen |
Voor zijn dagboek gezeten, zijn hand klaar om te schrijven daalt de rust
in hem - of het nu morgen is of avond of nacht - het is het ogenblik dat hij
reëel bestaat, gedoken in zichzelf, schrijvend. Woorden vloeiend lijk het water
uit een bron, en hij weet precies dewelke, de bron van Le Plat de la Lé
in Zinal.
En verder schijvend ineens het beeld van het kerkhof naast de kerk van
Rye, waar hij wandelde onder de eeuwenoude yew-trees
en de namen trachtte te ontcijferen op de met mos en lichen overgroeide
grafstenen. En onmiddellijk een ander, verlaten kerkhof in Schotland, op het
eiland Mull, langsheen de weg naar Iona, the
holy Isle, en in een hoek, verborgen achter een zerk, een beeldje in wit
marmer van een dame zonder hoofd met een kind op de arm. Een beeld dat er, twee
jaren later, toen hij er was met Pierre H., nog steeds stond op de plaats waar
hij het had teruggezet. En er zijn andere kerkhoven. Er is dit van O. waar hij voor het laatst, maar
dit is lang geleden, met moeder was en haar volgde langs de graven om de namen
af te lezen en van haar ouders en van haar broers en zusters en telkens een
Onze Vader en een Wees Gegroet die ze las voor hun zielenrust. En hij, zwijgend,
de handen gevouwen.
Niet veel als herinnering, niet denderend, niet waardig vermeld te worden, maar toch neergezet voor later, omdat het zijn leven was, een opvolging van kleine gebeurtenissen die nu hun tijd krijgen en worden ingekleurd. Wie schuift deze beelden precies nu binnen in de woorden die hij zonder
te moeten nadenken, neerzet in zijn dagboek en omwille van het bevreemdende ervan
overnemen zal in zijn blog voor morgen.
26-06-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-06-2013 |
Uit noodzaak |
Ik begon mijn blogs van dit
jaar met de verzuchting én van Salmon Rushdie, én overgenomen door Stefan
Hertmans dat:
het verstandig zou zijn zich terug te
trekken uit de wereld van het commentaar en de polemiek, en zich weer te wijden
aan wat hij het liefst deed, aan de kunst die zijn hart, zijn verstand en zijn
geest van jongs af had gestolen
Ik volg deze
verzuchting al een hele tijd nu en toch voel ik er me in zekere mate schuldig
bij. Want, in mijn schelp gedoken, ontsnap ik niet aan de geruchten, die me
bereiken van hoe dicht en van hoe ver af deze ook mogen komen, Ik hoor hoe en
waar er gedood wordt en wie, tot bergbeklimmers toe, afgemaakt door
fanatiekelingen, in de naam van Allah.
Het ergste is dat
ze beweren hiermee een goede daad te hebben gesteld - het waren ongelovigen - en dat hen later hiervoor een beloning
wacht. Het is een gevaarlijk type die Allah van de fanatici.
Wanneer komen de
weldenkende, door ons aanvaarde, Allah-gelovigen in massa in de straat om deze
moordpartijen openlijk en met aandrang aan de kaak te stellen en een einde te maken
aan de voor ons, mensen van de eenentwintigste eeuw, onbegrijpbare vete die er
bestaat onder elkaar tussen de groepen aanhangerts van Mohammed?
Of zijn slachtpartijen
zoals het doden van een aantal bergbeklimmers, een normale zaak voor hen en
noodzaakt het afslachten van ongelovigen geen betoging want deze verdienen niet
beter.
En eigenlijk, als
ze het zo goed hadden met de levenswijze in hun landen van herkomst, waarom
hebben ze het land van de ongelovigen, niet alleen betreden maar hebben ze er
zich ook gevestigd? Wat nog in zekere mate te begrijpen is omdat er hier een
vrijheid is die ze niet kenden in hun land. Maar als die vrijheid hen duurbaar
is, waarom laten ze zich hier opnieuw in de doeken doen door al wie het
fanatisme, eigen aan de religieuze machthebbers in hun vorige contreien, hier
willen binnenbrengen en waarvoor ze hun tijd nemen.
Deze laatsten wensen geen
integratie, ze wensen overheersing, het zit hen in de genen.
En wij, het Westen,
sluit de ogen, het zal wel zo geen vaart lopen. De Duitsers las ik, hebben dit
ook gedacht toen de Nazis opdoken uit de mist.
25-06-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-06-2013 |
Hij en ik. |
Waarom schrijf ik sommige blogs in de ik-vorm en
andere in de hij-vorm. Het houdt wellicht verband met het ogenblik waarop ik
begin te schrijven, maar een precieze verklaring heb ik niet.
Jorge Luis Borges schreef er een aardig stukje
tekst over die in het Engels werd overgenomen in The Minds I van Douglas R. Hofstadter en Daniel C. Dennet (Basic
Books, Inc. Publishers, New York, 1981).
Borges and I
is de titel van het korte essay van Borges en het begint als volgt:
The other one, the one called Borges, is the
one things happen to. Ik wandel in de straten van Buenos-Aires en zie de
dingen om me heen. Borges ken ik van de
post, van de naam op de lijst van de professoren of van de naam in een
biografisch woordenboek. Ik, ik hou van zandlopers (hourglasses), van de achttiende-eeuwse typografie, van de smaak van koffie, van Stevenson; hij deelt
deze voorkeuren maar voor hem zijn het maar de attributen van een toneelspeler.
Er is wel geen vijandschap tussen ons beiden, ik
leef, ik laat me zelf leven opdat Borges zijn literatuur kan bedrijven en zijn
literatuur justifieert mijn bestaan.
En de ik gaat verder: het kost me niets te
zeggen dat wat hij schreef niet zonder waarde is, maar dit kan me niet redden,
wellicht behoort wat goed is tot niemand, ook niet tot hem, maar tot de taal en
de traditie. Trouwens ik ben bestemd om uiteindelijk te vergaan en enkel een
deel van mij kan overleven in hem.
En dan:
Little by little, I am giving over everything to him, though I am quite
aware of his perverse custom of falsifying and magnifying things
Ik zal
overblijven in Borges, niet in mezelf (alhoewel het waar is dat ik iemand ben) maar ik herken me minder in
zijn boeken dan in vele andere of in het laborieus getokkel (strumming) van een
gitaar.
Hij eindigt met deze waarheid:
I do not know which of us has written
this page.
Alhoewel ik absoluut-absoluut
geen Borges ben, herken ik mezelf in wat hij schrijft, weet ik ook, zoals
Borges, dat mijn leven maar de vlucht is van Bedes sparrow through the banqueting-hall on a winters day, dat
ik alles achterlaten zal en dat, wat die ik betreft, alles tot de
vergetelheid behoort, behoudens wat die
hij geschreven heeft.
24-06-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |