Geschriften
Inhoud blog
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.
  • Hoe zal ik ze noemen?

    Zoeken in blog



    30-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stephen Hawking

     

    Ik las, dat aan Stephen Hawking, na een lezing, gehouden in het Sydney Opera House, door een tienermeisje de vraag werd gesteld wat volgens hem het kosmologisch effect was van het vertrek van Zayn Malik, bij de band ‘One Direction’.

    Het antwoord van Hawking mag er zijn: ‘Eindelijk eens een vraag over een belangrijk iets.’

    En ik herneem – schaamteloos - wat De Standaard hierover in het kort wist te melden. Ik herneem het omdat het, én een waardevol antwoord is op een eerder stupide vraag; én omdat het voor mij het bewijs is dat, ondanks alle bijna grenzeloze gebreken van zijn stoffelijk omhulsel, zijn lichaam, de geest van Hawking niet in het minst door deze gebreken werd aangetast; én omdat zijn reactie  voor mij een hoogstaand literair antwoord is naast het feit dat het zich situeert op een  schijnbaar wetenschappelijk niveau waarmee hij op de meest eenvoudige en tevens op de meest schitterende humoristische wijze, zo voor de vuist weg, zijn nimmer aflatende zienswijze duidelijk maakt. Dit zijn de woorden van Stephen Hawking zoals De Standaard die overbrengt: 

    ‘Mijn advies aan een meisje met een gebroken hart zou zijn om theoretische fysica te leren. Misschien kunnen we op een dag bewijzen dat er meerdere werelden zijn en het valt niet uit te sluiten dat er een wereld bestaat waarin Zayn nog steeds bij ‘One Direction’ is. Of een waarin zij en Zayn gelukkig getrouwd zijn.’ 

    Een dergelijk passend antwoord kan ik niet in het niets laten verdwijnen, het maakt me gelukkig en ik wil zijn woorden nog een tijd levend houden, niet zo zeer om het antwoord zelve, wat al niet weinig is, maar omdat hij, in de miserabele toestand waarin hij zich bevindt een groot mens blijft aan wie humor niet ontbreekt. Qu’on se le dise, dat men het verspreide over alle facebooks van de wereld. 

    Ik dacht ook aan wat ik ooit las, toen hij, na een conferentie van fysici, gehouden  in 1981 in het Vaticaan, waarin hij zijn ‘no-boundary theory concept and the fact that there could not be the need of a Creator’ had uiteen gezet - wat bepaald niet strookte met wat de paus, Jean Paul II, bij de inleiding tot de conferentie had gezegd[1] - hij samen met de andere fysici in audiëntie werd ontvangen op het zomerverblijf van de Paus in Castel Gandolfo, en toen zijn beurt kwam, hij oog in oog kwam te ‘staan’ met de Paus. En ik laat hier de auteurs van het boek, ‘Stephen Hawking a Life in Science’[2] aan het woord: 

    As Hawking’s wheelchair came to a halt in front of the Pope, John Paul left his seat and knelt down to bring his face to Hawking’s level. The two men talked for longer than any of the other guests. Finally the Pope stood up, dusted down his cassock and gave Hawking a parting smile…

    Welke woorden de twee toen gewisseld hebben, weten we niet, misschien heeft de Paus hem gezegd dat hij ook, zoals zo velen,  zijn twijfels had over wat er in den beginne kon geweest zijn? 



    [1] ‘Science cannot in itself resolve such a question  - the origine of the world – what is needed is that human knowledge that rises above physics and astrophysics which is called metaphysics, it needs above all the knowledge that comes from the revelation of God’

    [2] Michael White & John Gribbin: ‘Stephen Hawking, a Life of Science’, Viking, Penguin books ltd, 1992.

    30-04-2015, 00:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat indien?

     

     

    Wat indien ik destijds, de recensie van Christine Rousseau in Le Monde over ‘Le Cahier’ van José Saramago niet had gelezen en wat indien ik zelfs, nimmer had gehoord van dit ‘cuaderno’, met wat zou ik, in de voorbije jaren, mijn dagen hebben gevuld? Want het is een onweerlegbaar  feit, mijn blog vult mijn dagen en blijft verder uitlopen als mijn meest intense bezigheid die alle prioriteiten krijgt. Zo wat indien het ‘cuaderno’ van Saramago  mijn wegen niet had gekruist, zou ik ooit begonnen zijn aan een blog? 

    Een vraag die natuurlijk onbeantwoord blijven zal, er is wat er is, maar ik weet ook dat wat ik toen begonnen ben, wellicht meer nodig heeft gehad dan het voorbeeld van de atheïst die Saramago was, die na zijn dood zelfs niet wou opstijgen naar de sterren, hij was - wat hij reeds van de hoofdpersoon, Baltasar Sietesoles in zijn ‘Memorial do convento’ had gezegd -  van de aarde en van de aarde bleef hij. 

    De dag dat ik el Cuaderno in handen kreeg - ik kocht het in een kleine onopvallende boekenwinkel bij een kleine onopvallende dame die er al jaren in slaagde haar boeken-en schrijfspullen-winkeltje open te houden in een klein dorpje in Spanje - voelde ik aan als een grote dag en na enkele pagina’s lectuur ben ik na een paar dagen met mijn blog gestart. Ik kwam toen terug uit Granada waar ik het Alhambra had bezocht en waar ik was buitengekomen, overweldigd door, én de architectuur, én het effect van de met decoratieve Arabische letters bekleedde muren, én vooral door de kunstwerken die ik te zien had gekregen in het kleine maar verrukkelijke museum binnen het Alhambra.

    En heeft de bloghistorie van Saramago er toe bijgedragen, er is ook het Alhambra geweest dat in mij een drang naar creativiteit had losgewrikt, een drang en een schrijflust die ik voorheen nimmer zo intens had aangevoeld. Zeg ik dan, wat indien ik het cuaderno van Saramago niet had gelezen en wat indien ik het Alhambra niet had bezocht, zou ik wel ooit begonnen zijn aan het voor mij, op het eerste gezicht toch wel intrigerend mechanisme van de publicatie op het internet van een dagelijkse blog?

    Sta me toe het te betwijfelen. 

    Eigenlijk, kan ik veel verder gaan en me dezelfde  vraag stellen bij elke belangrijke – het vervolg van tal van kleine minder belangrijke – beslissing die ik nam, wat indien ik B had gevolgd of C en niet A. Het meest opvallende hierbij is  dat het de vraag is die we ons allen stellen, wat indien ik dit had gedaan en niet dat. Het antwoord is heel simpel, het is het scenario, dat voor jou geschreven stond in het Boek van het Leven – het Boek van Psalm 139, 16 - dat gevolgd werd,  het exclusieve, het enige waaraan je niet ontkomen kon. En de ‘wat-indien-vraag’  die je ooit, vroeg of laat, of nu en dan, of meer nu dan ‘dan’, stellen zou, was inbegrepen in dat scenario. 

    En nog, wat indien de tekst die ik gisteren, met heel wat moeite had geschreven, niet door een onoplettendheid van mij de mist was ingegaan, weggespoeld zonder spoor na te laten, zodat ik vandaag de blog heb geschreven die door het Boek was gepland om geschreven te worden, die je nu gelezen hebt.

    29-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boeken en energievelden

     

    Er liggen heel wat boeken op mij te wachten om gelezen te worden,  maar ik heb ook nog heel wat te schrijven. Het lezen geeft me inzicht hoe anderen er in slagen hun schrijversproblemen op te vangen, maar anderzijds heb ik minstens vier uren per dag nodig om te schrijven wat ik gepland heb te schrijven, en bij ondervinding weet ik dat vier uren intens bezig zijn gedurende een etmaal zeer uitputtend is voor mij. Ik heb dus geen keuze, de boeken zullen ofwel blijven liggen ofwel in diagonaal moeten gelezen worden. Wat maar een halve oplossing is, maar beter een halve dan helemaal niets. Dus verontschuldig ik me bij een hele rij schrijvers en dan vooral bij diegene die een recensie krijgen in een of ander dagblad of tijdschrift.

    Ik sta dus op de planken voor mijn publiek gekleed met wat ik in mijn leven heb gelezen, ontdaan van al wat ik niet gelezen heb en dit is ontmoedigend veel. Aldus ben ik aangewezen op de ideeën die in mij zijn ontstaan, ideeën zoals deze die ik gisteren heb verkondigd in verband met wat we erfden uit de Kosmos. Heb ik het bij het rechte eind, of neem ik hiermede een te hoge vlucht of nog, zijn het maar wat zinsbegoochelingen, wie zegt het me?

    Ik zie twee van mijn achterkleinkinderen, Lucca en Amaury bezig, zie in hun blinkende ogen hoe ze maar voor een procent mondig zijn, maar elke dag neemt hun mondigheid toe. Amaury, twee jaar, kan reeds tellen, al begrijpt hij niet dat de cijfers die hij spreekt cijfers zijn, het is maar een deel van een liedje voor hem; Lucca is amper zes maanden, maar hij kijkt rond zich met een sterke wil om te leren wat Amaury doet. Ze leven buiten mij maar ook in mij, en dan is er nog, in de Valais, Alexia, die opgroeit als kind, gesproten uit mijn aderen via mijn kleinzoon Stéphane.

    Een wereld in wording die ik zal achterlaten, voor wie ik, als de tijd me nog enkele jaren gunt, een verre herinnering zal zijn om daarna te verdwijnen. Misschien later, veel later, zullen ze ooit geconfronteerd worden met wat ik als geschrift heb achtergelaten, echter niet met wat ik zal gelezen hebben, met wat gestapeld ligt ergens in mijn hoofd of – maar in deze zin zullen ze me herkennen - in het energieveld dat ik meevoer omheen mijn lichaam. Als een van hen dit ooit zou lezen, Amaury of Lucca of, je weet maar nooit, Alexia, dat ze dan volmondig beseffen dat ik deze ene zin:

    alles wat ik las en schreef ligt beschreven, niet in mijn hoofd of hersenen, maar in het energieveld omheen mijn lichaam’ en dat, wat ik vandaag neerschrijf voor hen, uit dit energieveld is opgerezen. 

    Het is Gonda, mijn echtgenote die me er op wees dat ik enkel ‘zotte’ dingen schrijf die weinigen begrijpen/lezen, maar dat het tijd werd dat ik eens iets schreef over mijn achterkleinkinderen, die ik niet meer zal zien opgroeien zoals ik het wel willen zou.

    Alexia, Amaury, Lucca deze blog werd geschreven voor jullie. Zelfs als er later, niets meer overblijft van deze woorden, de werking van de kosmische geest zijnde wat hij is, werd de zin en de betekenis ervan  in jullie neergezet en zal, eens de jaren er zijn,  met grote zekerheid, minstens tot een van jullie doordringen. Of je  dan weten zult dat hij van mij, je overgrootvader afkomstig is, heeft geen belang, ik ook heb tal van zaken mee gekregen van ouders en grootouders, waarvan ik de herkomst niet heb geïdentificeerd.

     

     

    28-04-2015, 06:31 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gezegende

     

    ‘La bénédiction de DIeu dans la solitude’, is de titel van een nocturne van Franz Liszt. En de vraag die hierbij oprijst, begin je aan een compositie, welke ook, met de titel neer geschreven boven op je blad of, componeer je eerst de muziek, beschrijft je het landschap van je geest en je gevoelens, om dan later er een titel op te kleven omdat het wel moet, omdat er een naam moet aan gegeven worden? Mijn antwoord is duidelijk, je schrijft je leeg en achteraf haal je uit wat er geschrevene staat een titel die het geheel omkleedt, of haal je er het sleutelwoord uit om het te merken.

    Wat Liszt omringde was de eenzaamheid en uit dit gevoel steeg hij op in de klanken van zijn ziel, wou hij zijn God dankbaar zijn, omdat, dankzij deze eenzaamheid, hij het geluk had gekend, als een zegen van God, zijn nocturne te schrijven.

    Telkens ik een blog heb afgewerkt is er een gevoel van dank dat opstijgt uit mij eens te meer te zijn aangekomen, te hebben volbracht wat ik me had voorgenomen zonder vooraf eigenlijk te weten waar mijn woorden me brengen zouden.

    Dit is van alle gebeuren het meest verheffende, ik noem het mijn gebed, ik noem het mijn samenspraak met wat er van uit de Kosmos tot mij komt. Ik kan het ook nuanceren en zeggen dat het van uit het kosmische is, dat ik bij mijn geboorte heb meegekregen, dat ik het heb kunnen schrijven of, dat dit kosmische, en het weze gezegend, de humus was, de bron waaruit telkens mijn woorden opborrelen zoals bij Liszt zijn muzieknoten die klanken betekenen. 

    Of nog, elke creatieve actie vloeit voort uit de kosmische gelaagdheid die in ons aanwezig is. De wil of de beweging naar meer, aanwezig in het kosmische gebeuren is ook deze van ons. We ademen kosmos uit als we schrijven of componeren of schilderen, we haken ons, als grassprietje, vast in het krachtenveld van het leven dat, zich voortdurend hervormend, uitstrekt tot in de verste sterrenstelsels.

    Wij, de homo sapiens ons eveneens hervormend stilaan, stilaan, tot de homo sapiens sapiens. Een andere rol is er niet weggelegd voor ons.

    27-04-2015, 10:02 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De 'nada's' van Borges

     

    Een paar dagen al dat ik het gevoel heb dat de woorden niet komen zoals ik het wensen zou, dit is de reden waarom ik gaan putten ben uit het manuscript dat, alhoewel too slowly  in progress, anders wellicht nooit het daglicht zou gezien hebben. Ik weet dat dit voorbijgaande is, dat mijn intellectueel en fysiek bioritme heel laag staat, emotioneel, heel hoog – ik zocht het op – dus als het vandaag iets minder is, vergeef het me, ik laat jullie niet vallen, ik blijf trouw aan de opdracht aan mezelf mee gegeven voor mijn laatste jaren, een opdracht die ik honoreren zal, zoals destijds een wissel werd gehonoreerd door de betaling ervan, aan trekker of geëndosseerde, op de vervaldag.

    Alles op de keper beschouwd is het niet denderend wat ik schrijf  en hoe ik schrijf. Ik lees tussendoor van Erwin Mortier, zijn ‘Godenslaap’. Ik sta versteld bij zijn enorm rijke woordenschat en hij grijpt me voortdurend bij de keel door het verrassende van zijn verbeelding. Het verhaal dat hij gebruikt verdwijnt erbij, heeft niet het belang dat eigen is  aan de roman, het evolueert in de schaduw van zijn taal. Ik kende Erwin Mortier niet, ik leer hem nu kennen, die man schrijft grote literatuur. Ik weet nu dat wat ik schrijf maar wat nada’s zijn en dan denk ik onvermijdelijk aan Jorge Luis Borges die over zijn ‘nada’s’ het volgende schreef. Alsof hij zich tot mij zou richten:

    Onze ‘nadas’ verschillen weinig, de omstandigheid dat jij de lezer bent van deze oefeningen en ik de schrijver is onbeduidend en onverwacht[1].

    Of wat hij schreef maar ‘nietsen’ waren is een andere zaak maar, als er iemand is geweest die zinnige dingen heeft geschreven dan was het wel Borges.

    Waarom schrijf ik dan? Er is maar een geldige reden, ik schrijf omdat het nog het enige is dat ik bij machte ben te doen, wat letters aan elkaar koppelen tot woorden en, pagina na pagina samenbrengen tot een geheel, ongeacht of wat ik schreef waard is gelezen te worden. Of is het maar triviaal en had om het even wie, die in mijn omstandigheden zou geleefd hebben, de zaken kunnen schrijven die ik hier achterlaat, is een vraag die Borges  zich niet stelt, hij weet het.

    En, als ik schrijf wat ik achterlaat, vraag ik me dan voldoende af of de golflengte waarop ik ben afgestemd bij het schrijven  overeenstemt met de golflengte waarop mijn eventuele lezer is afgestemd? En als het niet zo zou zijn  moet ik dan verbaasd zijn dat de zin en de betekenis van mijn woorden soms moeilijk doordringt bij velen?



    [1]Nuestras nadas poco difieren; es trivial e fortuita la circunstancia de que seas tù el lector de estos ejercicios, y yo su redactor. Jorge Luis Borges : Obra poética, Bibliotheca Borges, Alianza Editorial, quinta réimpression, 2002.

    26-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manuscript in progress

     

    De eerste maand augustus na het overlijden van zijn echtgenote bracht hij door in Grimentz, in dat oude, tijdloze dorp van de Val d’Anniviers in Wallis, de plaats waar ze jarenlang met de kinderen, hun verlof in augustus hadden doorgebracht. Eens te meer, overweldigd door licht, ruimte en bergen, door de sfeer van het dorp en de vrienden die hij er ontmoette was zijn verblijf een baken geweest, een Steinmann op zijn weg naar de berusting. In de door de zon gebrande chalet die hij er huurde en lijk de voorsteven van een boot  in de vallei  scheen gegroeid, betrok hij, wat de eigenaars noemden, la chambre des preux, de kamer der heldhaftigen, een kleine kamer met open haard en veldbed en een wand vol boeken en foto’s. En de aanwezigheid omheen hem van de kinderen en kleinkinderen, brachten in hem rust en aanvaarding van al wat was en een toegankelijkheid naar al wat nog komen kon.

    Zij was er de afwezige aanwezige in de stemmen en de handelingen van allen die er waren, aanwezig in het licht, in het gezang van de vogels voor het licht opkwam, en als hij neerzat aan de schrijftafel, zijn dagboek open voor hem voelde hij een diffuus geluk dat hem optilde en als een gulp warmte over zijn rug lag als hij schrijven ging en hij in zijn woorden haar aanwezigheid voelde, haar kijken naar hem, haar houden van hem - de Heer bezat me in het begin van zijn dagen – zij ontvankelijker dan ooit en hij haar elke gedachte gevend, haar omkringend met zijn geest en bloed en lichaam. 

    Hij meende toen het symbool te begrijpen van de roos van Rilke, de roos die niet zonder doornen is, de liefde die niet zonder pijn en het leven dat niet zonder de dood is. En dacht hij terug aan Rilkes grafschrift, hij er meende te mogen lezen dat hij, Rilke, die slapende is voor de levenden, thans levend is onder de slapenden. En zeker niet te zijn, en nimmer geweest is, slapende zoals zij die door het leven gaan met gesloten oogleden.

    Was dit de betekenis van Rilkes woorden? Wellicht niet helemaal, maar het voldeed hem. Hij was ervan overtuigd dat Rilke geloofde in de eeuwigheid van het leven. En hij was er nog meer van overtuigd omdat hij thans, zoals zovele anderen die het grafschrift lazen, voortdurend begaan is met de betekenis ervan, wat reeds op zichzelf een bewijs is van de eeuwigheid die Rilke is. Zijn epitaaf komt wel niet elke dag op de radio, zoals de muziek van Mozart, maar dit hoeft ook niet, hij, Ugo, draagt het beeld van zijn graf met de woorden en de rozenstruik met zich, zijn dagen in en het feit dat hij er over schrijft is een voldoende bewijs van Rilkes eeuwigheid onder de mensen. 

     

    25-04-2015, 00:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genomen uit een Manuscript (vervolg)

     

    Genomen uit een manuscript in progress, vervolg. 

    Hij kan van vele gedachten niet zeggen hoe het komt dat bepaalde herinneringen, zonder de minste overgang, opduiken terug en je vasthouden, niet zoals deze waar een briefkaart met het beeld van Akhnaton de aanleiding was, maar andere, zoals vader die plots opduikt of een broer die je in lang niet meer zag of hoorde, of een ver onooglijk klein gebeuren uit je jeugd dat komt en weer verdwijnt.

    Of andere nog, zoals zo-even terwijl hij de groenten waste en klaar sneed voor de soep en toen hij aan de ui begon, onmiddellijk dacht aan Ernest Hemingway en wat hij erover zegde: ‘an onion is like a rose’, of aan Pablo Neruda die de ui vergeleek met ‘un planeta’[1].

    Maar, gisteren de herinnering, getekend Akhnaton, was van een andere geaardheid, was een herinnering die hij verborgen hield, die hij niet wenste terug te halen, omdat het zo oneindig was geweest, zo overweldigend, zo allesomvattend. 

    Hoe ver dit alles achter hem lag nu, en ook hoe dichtbij nog de man die hij toen was, alsof wat geweest was, een gebeuren betrof dat hij ergens kon gelezen hebben samengebald als verpakt in één bundel, geschreven in een andere taal, in een ander land, over een man die hij kende en die rondliep met de gedachten die ook de zijne waren. 

    En het was toen, uitgesproken die morgen terwijl hij de mantel wegnam van de ui, die hij als een kleine, gladde, blinkende ‘planeet’ in de handen hield, dat in hem een niet te stelpen verlangen oprees het essentiële van wat geweest was, en zich sloot met die postkaart van Akhnaton, voor eens en voor altijd neer te schrijven om er zich van te bevrijden, om het te houden en het niet te houden, in één bundel pagina’s voor hem op te tafel te leggen en te bewaren, lijk een ruiker gedroogde bloemen onder een glazen stolp. 

    Van die morgen af, het ogenblik, dat de natuur zich aan het hernieuwen was, vertrekkende van uit de trein die door het ontluikende landschap reed, over die kaart van Akhnaton en de witte bloesems van die boom in de nacht, via Hemingway en Neruda, kwam in hem een niet te stuiten drang, al wat was van hem, en haar, open te breken en dit verhaal niet te stoppen tot hij aankomen zou op het punt in de tijd en de ruimte waar hij zich thans bevond, losgeslagen, staande in de keuken met het mes in de hand en die schreeuw in hem, zich steeds maar herhalend nu, hoe hij het doen zou, een punt zoekend in de tijd waar hij beginnen zou, het punt dat een scharnierpunt was, waarin al wat geweest was gestapeld lag en waaruit alles dat nog kwam reeds  in potentie aanwezig was. 

    Maar als hij zoeken ging besefte hij dat er vele dergelijke scharnierpunten waren in zijn leven, dat elk hoofdstuk dat hij schrijven zou een scharnierpunt was, en dat er in feite maar één echt punt was dat het punt was van het ‘nu’.



    [1] Cebolla / clara como un planeta / y destinada / a relucir, / constellation constante / redonda  rosa de agua / sobre la mesa / de las pobres gentes… (Ajuin / helder lijk een planeet / en bestemd / om te schitteren,/ blijvende constellatie, / bolronde waterroos / op de tafel / van de arme lui…)

    24-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genomen uit een manuscript

     

    Genomen uit een manuscript in progress. 

    In een boekje van Mircea Eliade dat hij deze morgen achteloos uit zijn rek had genomen om te lezen op de trein die hem naar de hoofdstad bracht, een kaart gevonden met het beeld van Akhnaton en op de keerzijde ervan, overgeschreven in haar zo vloeiend, inviterend handschrift, enkele regels uit een gedicht van Carl Sandburg,  uit zijn bundel ‘Honey and Salt’:

    You and a ring of stars / may mention my name / and then forget me./  Love is a fool star. 

    Terwijl de trein door het ontwakende landschap schuift, komen met de kaart voor zich, een na een de herinneringen terug, wetende dat ze hem met die kaart wist te treffen omdat hij haar, een avond in de bergen, gesproken had over de binding die er was tussen Akhnaton en Oedipus en las hij, wat hij vroeger niet had opgemerkt, half verscholen onder de postzegel schuin in de hoek van de kaart : ‘Life could be a dream’.

    Ze verliet hem niet de ganse dag tijdens de uren vergadering, die hij had. Ze was nog aanwezig toen hij die avond laat was thuisgekomen, toen hij uitkeek over het grasperk en de witte schemer van een boom in volle bloei hem verwarde, één ogenblik, één flits maar dat hij droomde dat ze hem tegemoet kwam, een wit kleed als een fluisterwolk om haar lichaam,  zwevend.

    En uitgebalanceerd op het laken van de nacht, de roep er was van de maansikkel en op korte afstand ervan de schittering van Venus. Hij dacht : noch afstand noch tijd kunnen hier iets aan wijzigen, herinneringen blijven lijk bloesems in de wind dwarrelen over mij, over mijn handen, over mijn bezig-zijn en nu onverwacht en onverhoopt, haar levend teken terug en sterren in mijn ogen, zo spreek nog eenmaal mijn naam, en vergeet me dan, vergeet me, for love is a fool star.

     

     

     

    23-04-2015, 01:41 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bundeling

     

    Ik heb het besluit genomen – eerder laattijdig -  mijn (Web)blogs, geschreven in 2014, te bundelen en deze vooraf te laten gaan met volgend voorwoord. Er de nadruk op leggend dat, zoals ik een leven lang heb gewerkt aan elke blog die ik schreef zo heb ik een leven lang gewerkt aan dit Voorwoord.

    Voorwoord. 

    Deze op elkaar volgende dagboekfragmenten, werden geschreven door Ugo Carl d’Oorde, geboren in het dorpje van Oost-Vlaanderen op 29 december van het jaar 1927, en zijn verschenen als blogs, in de dagen van het jaar 2014.

    Als inleiding er op wil ik de lezer nu reeds op het hart drukken dat je evenwel niet geboren bent op een bepaalde dag op een bepaalde plaats, maar dat je geboren bent op alle plaatsen die je bezocht en waar je je ooit bewust bevond, dat je bent van al die plaatsen en van al die tijden, dat daarenboven alles over jou, in en over elkaar ligt, het heden gegroeid uit het voorbije en het komende gegroeid uit het heden, realiteit en droom vermengd, zodat het geschrevene, zo wens ik het toch en zo zal het ook gebeuren, de kleur en de smaak heeft van melk in koffie, en koffie in melk, crèmekleurig. Dus de realiteit niet duidelijk afgelijnd, droom en verbeelding niet wazig-wit, maar beide gevoileerd, innig vermengd.

    En een tweede bemerking, even belangrijk en voortvloeiend uit de eerste, een dagboek begint niet met de eerste regel van de eerste bladzijde, een dagboek begint met al wat er is aan voorafgegaan, geschreven of niet geschreven, verspreid of opgeborgen gebleven.

    En wat betreft de woorden die de persoon in mij schrijft, verwijs ik naar Jorge Luis Borges die  in zijn essay over ‘ la Poesia gauchesca’, uit zijn bundel ‘Discusión’, de vraag herhaalt aan Whistler gesteld, hoeveel tijd het hem gevergd heeft om één van zijn ‘Nocturnos’ te schilderen en het antwoord van Whistler : ‘toda mi vida’. Het moet dan ook duidelijk zijn dat wat geschreven wordt op de komende pagina’s, ontstaan is uit, en in de verlenging ligt van, al de dagen in mijn leven die er zijn aan voorafgegaan.

    Zo zijn deze fragmenten hier, niet begonnen op deze dag van 1 januari 2014, maar zijn ze, al staat of stond er nog niets van opgetekend in welke vorm ook, begonnen zelfs vóór de dag van mijn geboorte. Om maar te zeggen dat mijn leven zijn wortels heeft, én bij mijn ouders, grootouders en de vele geslachten ervoor, onvermijdelijk doorweven met de stand van sterren en planeten, al is er over dit laatste niets bewezen of kan er niets bewezen worden. 

    Aldus mijn voorwoord op wat geschreven werd van 1 januari tot 31 december van het jaar, gezegend of niet, 2014.

    22-04-2015, 00:26 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Orchidee

     

    De orchidee die ik had afgeschreven als stervende is terug tot leven gekomen, zijtakken zijn gesproten uit de schijnbare dorheid, hierop zijn andere takjes gegroeid en hebben zich zwellingen getoond die nu botten  geworden zijn. Ik heb, uit respect voor wat er gebeurde,  in de veranda waar ik schrijf, de plant naast mij op de tafel gezet, ik lees dat het een phalaenopsis is.

    Nu ze hier naast mij staat ziet ze toe hoe mijn vingers over de toetsen glijden, is ze geroerd als ik naar haar kijk, nog meer als ik even een donkere fluwelen tak ophef en over de knoppen wrijf en woordeloos spreek tot haar, even woordeloos als zij spreekt tot mij. 

    Haar zeg ik, als ze me vraagt wat ik aan het doen ben, dat ik over haar aan het schrijven ben, niet omdat ik niets anders weet om te schrijven maar, omdat ik het verrassend vind dat ze uit haar lethargische toestand is opgestaan als een verrezene. Terwijl, zeg ik, ik maar een doodgewone burger ben die niet de minste kans maak om als verrezene op te staan uit de grote lethargie die me wacht.

    Ik zeg haar ook dat ze lijk een boek is dat ik lees, nu ik zie dat al wat er reeds gebeurde slechts een inleiding was en hoe de zwellingen botten werden en de botten bloemknoppen waar nu, binnen in, de bloem zich vormt met stamper en meeldraden, zoals binnen in mij de woorden ontstaan die mijn blog zullen vormen. Er is, zeg ik nog, in het lichte scheuren van de bloembladen een begin van kleur te ontdekken, een kleur die in mijn woorden deze is van de geest in mij. 

    Ik zeg haar ook dat ze mijn gezelschapsdame is als ik schrijf, dat ze mijn muze is, omdat het zo fenomenaal is die grote simpelheid die haar bestaan omgeeft en dat het me spijt als ik haar in de nacht alleen laat in de duisternis. 

    Wat ze begrijpt. Trouwens zegt ze, de nacht geeft me vleugels, ik zwerf uit, ik heb geen behoefte aan slaap, ik blader wat in je boeken, betast de letters ervan en weet van het vreemde dat er in te lezen staat, vooral als ik de onderlijnde passages ontmoet dan weet ik dat jij het waart die deze lijnen getrokken heeft.

    Zeg ik dan dat het wellicht een passage is die wat dieper inging op het leven, waarbij het aardse verlaten werd en de schrijver de hoogte is ingegaan om te zoeken naar zijn oorsprong en hoe zijn bestemming zal zijn. Zoals ik, zeg ik nog schrijf over het wonder dat jij als eenvoudige orchidee ons te lezen geeft.

    Zeg ik haar nog dat ik het zo belangrijk vind hoe ze met haar wortels die de glazen doorzichtige pot in graven en andere wortels er boven uitsteken, en hoe slank ze is, lenig en geladen met blijheid als ze zich keert naar het licht. En antwoordt ze me dat ze gelukkig is te zien hoe ik bezig ben en hoe ik schrijf  en hoe ik opkijk van tijd tot tijd naar haar zodat ze het gevoel heeft deel te hebben aan wat ik schrijf.

    Ze weet het allemaal dus, mijn orchidee, opgestaan uit de doden. Ik vraag me zelfs af of ook de glazen pot er omheen niet iets te zeggen heeft. Hij staat daar maar, bewegend in zijn stilte, te kijken. Misschien wou hij ook deelnemen aan ons gesprek, misschien heb ik er niet voldoende op gelet en was ik fout hem te vergeten.

    Misschien, het kan allemaal als je schrijft en het woord je zo dankbaar tegemoet komt gewandeld.

     

     

    21-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Torenkamer

     

    In de torenkamer waar ik, zoals Michel de Montaigne verblijf, staan nu de woorden die ik schreef, als spijkerschrift op kleitabletten, gegrift in de muren, in de bevloering, in het plafond, zelfs in de deur en in het raamkozijn.

    Ik kan er in rondwandelen, de woorden laten voor wat ze zijn en door het venster kijken en de sterren noemen die ik zie, ik kan naar de wereld kijken onder mij die me niets te vertellen heeft. Maar van de woorden die de muren bedekken zal ik die ze schreef, nimmer weten hoe ze er gekomen zijn, niet weten hoe ze van hun blad werden gerukt en met een enorme kracht geprojecteerd op de ruw bepleisterde muren, zodat de letters haaks en scheef er staan en moeilijk te ontcijferen zijn. Ik zelf vind het heel vreemd neer te zitten aan de zware eiken tafel en te zien en te ervaren wat mijn leven is geweest en hoe het meest essentiële dat er van was, thans gestort is in de muren om me heen. 

    Met er in neergezet, voor wie de, als spijkers in de wanden geslagen woorden, ontcijferen zal, de velden en de bossen uit mijn jeugd, elke verrukking ervan, elke begoocheling en elke vasthechting aan zaken en vrienden erin opgenomen; en dan, van de rijpe, de schrijvende man,  de massa herinneringen die er aan zijn vastgehecht, in elkaar zijn opgegaan en doorgegeven; en thans, de uitspraken van de man van vele jaren die zich aan het voorbereiden is voor de allerlaatste reis waarvan het punt van vertrek in de verte opdaagt uit de mist die zich aan het uitklaren is. 

    Ooit zal er een bulldozer komen die huis en toren omver zal duwen tot een puinhoop met nog brokken muur met flarden tekst die in het puin zullen overblijven, brokken van woorden die later, veel later, lijk half vergane kleitabletten zullen opgegraven worden en bewaard in musea en op andere plaatsen om ontcijferd te worden en bij benadering zal worden uitgemaakt wie deze schreef en hoe hij leefde in tijden die elke verbeelding zullen tarten. 

    Als dit gebeurt zal ik er op toe zien, met de glimlach op de lippen, vanuit de vensteropening, het enige dat van de toren overbleef.

    20-04-2015, 00:23 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschrift tot uitdoven gedoemd

     

     

    Je hebt je eigen regels om je woorden te verankeren, je schrijft zoals een Alechinsky schildert, zoals een Debussy componeert, je tracht dag aan dag je innerlijkheid af te tasten in een bevreemdende omgeving waar alle zekerheden hun twijfels kennen, om je er uit te spreiden, en in een geschrift je sporen na te laten, verzakend aan tal van bekoringen. 

    Je hebt dit geschrift gewenst als een vilten schreeuw om  expressie te geven aan wat verborgen blijft, angstvallig opdat niet zou geweten zijn dat alles is gekend en reeds neer geschreven, zodat er niets meer te ontdekken valt, terwijl je toch maar zoeken blijft naar het allerlaatste restje dat te weten is, halsstarrig als je bent. 

    je ontdekt dat we er zijn om er te zijn maar niet om er te blijven, alsof ons geen doel werd meegegeven, geen opdracht om te vervullen. Doel en opdracht, wat inhoud geeft aan een ander zoeken om je in orde te stellen met wat in de Kosmos is ingeprent en evolutie betekent, en dit tot binnen in jou tot het ogenblik van je versplintering in quarks en eonen van licht. 

    Dat er niets verkeerd is aan wat je schrijft, dat alles kan en mag als het maar binnenshuis gehouden wordt of verteld aan zij die het horen mogen. Zodat er klaarheid komt in wat op te lossen is, bekend te maken wat bekend gemaakt mag worden of anderzijds, voor altijd dingen te verzwijgen, neer te zetten in donkere ruimtes ver onder de grond waar je nadien nimmer meer komen zult. 

    Aldus gebeurtn het dat de morgen zich opent op je blog, en de dag dan pas begint als alles is gezegd dat je gegeven werd te zeggen, of het nu veel is of tergend weinig, het is niet aan jou te oordelen, zodat je wachten kunt op wat de volgende dag zal worden, gesloten of in een ruime openheid van waaruit de woorden je bestormen zullen. 

    Het is de weg die je gekozen hebt om je te wentelen,  tot in der eeuwigheid – zoals je je wentelde in je jeugd in het hooi – in de wijsheid van het zijn.

     

     

    19-04-2015, 00:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe de dag zich schrijven zal

     

    Het land is openheid, is bloei en vreugde, een festijn dat aanvangt om niet meer op te houden voor een lange tijd. 

    Erin ondergedompeld spat ik open in een veld elektronen, in lijnen en ovalen. Kringelend als het water van de vijver, heb ik alles lief wat ik ken en hoop te kennen, tot de winden komen, de blauwe luchten, de wolken en de regenbogen; heb ik alles lief wat is en gezegend nu wat er tevoorschijn komt. 

    Kortstondig is de tijd van het ogenblik. 

    Onbevangen wachtend op de beelden die zich uitstorten over mij, ineengedrongen in trillingen van ingetogenheid, waaruit ik niet meer ontsnappen wil omdat het is zoals het nooit is geweest, behalve. 

    Behalve toen ik, op de hoogte naar Kawkaban[1] toe, dacht aan jou die mijn geliefde was en ik, naar de diepte toe, je naam toen riep in een zevenvoudige echo naar mij terug gekeerd, alsof je me hoorde en je ogen een kreet om me nimmer te vergeten. 

    Zo weet je nooit hoe je dag zich vullen zal, eindigen zal, of wat je schrijven zult achteraf door de stilte opgeslorpt, geborgen als je gebogen zit tussen de plooien van je herinneren. 

    Hongerend naar het voorbije dat je niet houden kon. 

    Als je diep in jou gekeerd, overlopen zult hoe het was en hoe het leven zich ontwikkeld heeft. Het wijde land van je jeugd, de bossen en de straten je bedekkend met hun geuren en hun energieën die je o zo goed gebruiken kunt om je los te rukken van het beeld van de wereld die eeuwen oude relikwieën  tot stof verpulveren wil. 

    Alles een tijd maar blijvend, verstrengeld wat is van jou en van die vriend van jou, ook een fervente lezer, ineengezakt in lusteloosheid omwille van het niet weten hoe het verder moet met hem. 

    In de tijd van grootmoeder wandelde je met haar blootvoets in het mulle zand van de holle weg, de bermen begroeid met de intense geur van wilde tijm van duizendblad, van camile, in het gegons van vliegen en van bijen, van vlinders lijk zeepbellen, jij haar hand houdend, en toen ze een kaars aanstak in de kapel midden de velden en ze bidden ging opdat niet geschieden zou wat al gebeurd was. Jij nu, getekend door de jaren zoals zij toen getekend was, in gedachten teruggegaan langs die holle weg die er nu niet meer is, ook geen tijm meer, geen camile, geen duizendblad of wat ook, geen gegons van bijen meer, naar die kapel en die brandende kaars van haar, de weg van vele tijden terug genomen, ootmoedig om te bidden, een laatste maal. 

    Al weet je niet hoe je bidden zult na al die jaren. noch hoe de dag zich verder schrijven zal.


    [1] Stad in het nu vergane Yemen

    18-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Lichaam en Geest

     

    Deze aaneenschakeling van blogs wordt mijn dagboek. Het vertegenwoordigt het essentiële van de vijf laatste jaren van mijn leven. Wat onschuldig is begonnen  is nu ernst geworden, al heb ik het nimmer zo bedoeld het is gegroeid in die richting. Heeft het dichter komen tot, er iets mee te maken, is het een soort van verheerlijking van het ogenblik dat zich aanbiedt met zevenmijlen laarzen geschoeid?

    In elk geval mijn lichaam is verraderlijk. Ik kijk uit hoe het opstaat uit het bed en hoe het slapen gaat. De jaren hebben gemaakt dat het eerder een hinder is geworden dan een gemak om mee te leven, een  zwaarte eerder dan een lichtheid, meer een pijn dan een vreugde. Ik moet het aanvaarden zoals het zich voordoet, de ene dag wat beter dan de andere en ik kan niet anders dan het te ondergaan zoals het zich aanbiedt.

    De woorden die ik schrijf zijn mijn balsem, zijn mijn enige soelaas, vallen deze weg dan ben ik maar wat schroot, hoe cru het ook moge gezegd zijn. Maar,  mijn geest is actief, hij is mijn redding, hij  is mijn houvast. Dus het gaat goed met mij, ik stijg telkens op met mijn blog en zweef, de vleugels wijd open, een meeuw gelijk. 

    Toen ik gisteren slapen ging was er de schittering van Venus in het zuiden, de planeet die mijn hart veroverde dankzij van Velikovsky. Een lichtpunt om (ooit) over te schrijven omdat hij om vele redenen uitzonderlijk is, ik kroon hem vandaag zoals ik het lichtpunt kroon van een vriend, Rik van Damme, die me de cover mailde van een nieuwe dichtbundel van hem, met een titel die enkel hij kan schrijven : ‘Wanneer de wind gaat liggen’.

    Ik groet hem hier. Ik zeg hem dat zijn gedichten voor mij meer zijn dan ‘zinvolle stofjes in het grote oog van de eeuwigheid’, dat het flarden geest zijn die hij de wereld in stuurt, geladen met eeuwigheid, gestold in de tijd  en in volle wind ademend. Ik verheug me met hem, een bundel uitgeven is een zuivere, heerlijke prestatie, het is me nooit gelukt, heb ook nooit een poging gedaan omdat ik vreesde nog niet te hebben bereikt – denkend te veel aan T.S.Eliot en te weinig aan het milieu waarin ik was opgestaan en opgegroeid -  wat ik bereiken wou. Ik heb wellicht te hoog gemikt en ben er niet in geslaagd. Al dacht ik het soms, opstijgend in mijn woorden, tot het me duidelijk werd dat er meer nodig was en ook dat mijn ingesteldheid niet strookte met de gang van zaken in de wereld  die me boven het hoofd was gegroeid. 

    Zo verlopen de dagen van de mens, geconfronteerd met een vermoeid  lichaam, en zo verloopt het met de mens die zijn lichaam op zij laat liggen en in de huid van zijn geest kruipt waar het hechte leven geleefd wordt. Dit is de weg die allen die schrijven bewandelen, ook de vriend met zijn nieuwe bundel. Ook hij moet deze ontdubbeling kennen als hij neer gaat zitten om de streling van het woord af te tasten tot in de nabijheid van de echo van de gevoelens in hem, tot vergeving van alle leed anderen aangedaan en benadrukkend alle vreugdes in het leven opgedaan.

    Poëzie bedrijvend, ingeslapen voor het open raam en wakker wordend bedekt met bloesems van de kerselaar.

     

    17-04-2015, 07:06 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn goed gesternte

     

    Op dit uur doe je geen vondsten meer, schrijf je geen poëzie meer, lees je hooguit een of andere wijsheid van een of andere schrijver, waar bijvoorbeeld W.H.Auden je mee vergastte: 

    ‘Some books are undeservedly forgotten, none are undeservedly remembered’;

    of de jonge Desiderius Erasmus: 

    ‘Als ik wat geld heb koop ik boeken, en als er daarna wat overblijft koop ik eten en kleding’. 

    Maar je kunt ook, omdat het je in de dag bezighield, terugkomen op je idee van gisteren en zeggen dat er tussen, er was ‘niets’ in den beginne en, er was ‘iets’ in den beginne, geen middenweg is, geen ontsnappingsroute, geen halve ‘niets’ of halve ‘iets’, neen, ofwel beken je kleur, ofwel druip je af, zo is het nu eenmaal. 

    Niet dat ik het ’iets’ omschrijven kan, maar als ik de foto’s zie door de telescoop Hubble genomen - ik vertelde al over de foto’s in de National Geographic - nu in de Standaard van 14 april dan moet dat Iets grenzeloos ontzaglijk zijn, overrompelend veelzeggend, en blijven we in de onmogelijkheid er een passende allesomvattende naam voor te vinden. We kennen er wel een, maar die naam is bezoedeld door de mens.

    Aldus blijven ons enkel nog de negenennegentig eigenschappen van die naam, een getal dat, in Arabische cijfers weliswaar, gegrift staat in de linker- en rechter handpalm: 81 en 18, - acht een omgekeerde V, één een verticale streep – eigenschappen die door negenennegentig verschillende namen kunnen vervangen worden. 

    In feite zit ik nergens met deze oplossing en komt het neer op een naam die zo intellectueel-spiritueel-technisch geladen is dat het fenomenale ervan noch met mensenmaten, noch met godenmaten te omschrijven valt en is 'De of Het Onnoembare’, de enige naam die kan gegeven worden. Het Iets zijnde wat geen naam heeft, het IS. 

    Na dit te hebben geschreven kun je terug de normale mens worden die je bent, je engagement in die ‘hemelse’ zaken voldoende gekend zijnde kun je gerust gaan neerliggen en wegglijden in het ongerijmde van de slaap. Je weet dat je er uit ontwaken zult met de vraag van elke dag: ‘Was nun kleiner Mann?’, bij wie ga je vandaag te rade? rekenend op je goed gesternte dat je vergezellen zal op je tocht doorheen de wereld van de gedachten.

    Dit zoals het gisteren was, zoals het eergisteren was, erop vertrouwend dat de Muze je omhelzen zal.

     

    16-04-2015, 02:53 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat er in den beginne was

     

    Een poging, zoals ik er al zovele heb gedaan, om op te gaan in de poëzie van het woord. 

    In den beginne was er niets, helemaal niets, nog minder dan niets, is het paradigma van velen. Uit dit niets is voor hen alles ontstaan, uiteindelijk ook de mens met ogen om te zien, oren om te horen, longen om te ademen, met een lichaam dat functioneert op een wijze waarbij elk deeltje van de minimaalste bouwsteen ervan tot de meest ingewikkelde cel, op een perfecte wijze in elkaar verweven zijn en op elkaar ingesteld, de mens inschakelend als wezenlijk  deel van het Universum dat even perfect, van het allerkleinste tot het allergrootste in elkaar is verstrengeld en, universele wetten respecterend, alles op elkaar inwerkend.

    Dit alles en, lieve mensen, nog meer dan alles, ontstaan uit het absolute niets, waarin we, eens onze tijd verlopen, zullen opgeslorpt worden, het niets verdwijnend  in het niets. Of, onze background en onze mindscape zijnde het zegevierende – met of zonder hoofdletter? - niets.

    God zegene en beware me, zoals mijn moeder sprak, als ik, ingesteld op mijn  eeuwigheid, een poging zou doen om dit te geloven: de dood of het niets als bestemming.

    Ik zeg en ik statueer dat dit een vreemde bedoening is. 

    Ik weet dat ik hakkel als ik zeg dat het niets een IETS was en dat ik als paradigma meer dan gelukkig ben, te gelukkig misschien - het kan - als ik zeg en schrijf dat in den beginne het Woord was, dat in den beginne Tao was, en dat dit voor mij het enige begin is dat kans maakt de werkelijkheid te zijn; dat er geen ander begin kan geweest zijn en dat als bewijs en teken ervan, het Higgs deeltje zich heeft gemanifesteerd, en heeft het zich niet gemanifesteerd, was het maar een inbeelding, het deeltje is er als deeltje van het Woord (of van Tao).

    Deze blog is dan mijn Steinmann, waarvan er zovele staan in de bergen als punt waar je aan voorbij moet om te komen waar je wenst te komen. Ik schrijf hem in vette letters. De allereerste letter, zoals het destijds gebruikelijk was – het geschreven woord sacraal zijnde - omkranst met goud, de tekst die volgde bezaaid  met bloemen en stuifmeel, met bijen en vlinders, met kevers, met al wat de natuur ons te bieden heeft, van atoom omcirkeld met elektronen tot paradijsvogels, hoe meer hoe liever, zijnde in zijn geheel gezien al wat van  het meest verhevene is, ons geleerd, ons meegegeven aan ons, Westerlingen,  in het raderwerk van onze genen : in den beginne was het Woord.  

    Een zin waar ik kan mee vertrekken.

     

    15-04-2015, 00:30 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het leven dat herneemt

     

    Ik hoor van iemand dat hij begonnen is met al wat hij doet op te tekenen. Ik hoop voor hem dat hij het optekenen niet minutieus heeft ingeschat, want dan moet hij ook de tijd beschrijven nodig voor het optekenen zelf. Het enige nut dat er aan het bijhouden van een dergelijk dagboek verbonden is ligt hierin dat hij meer dan vroeger zal nadenken  over hoeveel tijd hij heeft verspild met nutteloze zaken.

    Ik zal er niet aan beginnen, ik tracht een vast stramien te geven aan mijn dagen, maar het gebeurt heel dikwijls dat het onvoorziene dit stramien in de war brengt. Uiteindelijk als ik er over nadenk is enkel het schrijven van mijn blog  waar geen enkel dag aan ontsnapt. Eens de blog geschreven heradem ik, al weet ik dat het een geschiedenis is die geen einde kent. Maar dankzij mijn blog laten de dagen een spoor na, niet zo zeer gebonden aan het gebeuren van die dag maar eerder aan de gedachten van die dag, wat niet hetzelfde is en in die gedachten is geen stramien te bespeuren,  ze zijn uiteenlopend, ze springen van de hak op de tak omdat ze meestal een etmaal uit elkaar liggen, wat ruimschoots voldoende is om op een totaal ander terrein op zoek te gaan naar het meest verbazende, het meest geschikte, telkens hopende hiermede wat literatuur te hebben bedreven.

    Mijn schrijven heeft aldus zijn voordeel, gisteren was er een soort droomtoestand, een teruggrijpen naar wat was of had kunnen zijn. Deze morgen is er het grote licht van een heldere morgen, is er de merel die over het gras huppelt – hij moet zijn nest hebben in de dicht op elkaar gegroeide takken van de ceder – zijn er de tulpen die gaan kleur bekennen; is er het onzichtbaar roeren van de sappen in de struiken en de bomen. Het wondere leven van de natuur heeft zich aangemeld nu de zon opschuift naar haar verste punt in het noordoosten, nu de botten zwellen gaan en een begin van kleur bekennen.

    Ik dacht nog, ik zal horen hoe de botten, hoe  het leven eens te meer zal openbarsten, ik zal zien hoe het licht zich wentelen zal omheen de dingen die me omringen en waarvan ik deel van ben. Dit is wat ik optekenen wil. Heb het zo dikwijls al meegemaakt en nu, op het punt waar ik aangekomen ben, groeit de intensiteit van het beleven ervan.

    Laat me, laat me de nieuwe lente binnengaan en zelf lente zijn, de weinige lentes die me nog overblijven, een ogenblik denkend aan wat George Steiner schreef: ‘La mort sera chose intéressante’.Wat hij, Steiner, hiermede precies bedoelt ontgaat me, maar hij moet zijn redenen hebben, hij is een verstandig en zeer belezen man. Voor mij echter,  zelfs uit zijn context genomen, is het een belangrijk gegeven die een belofte inhoudt, maar dan liefst een belofte voor (veel) later.

     

    14-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pflaumenblütenzweig

     

    Voor jou een blanco blad, je voelt je moe, het liefst van al wil je gaan neerliggen in je bed, de ogen sluiten en slapen. Maar je doet het niet, je zit neer en wacht op wat er komen gaat, hopend terecht te komen waar je nog nimmer geweest bent. Maar op dit uur doet je geen vondsten meer, al las je nog een haiku, vóór je, op de wijze van Dante, naar je kamer ging:

    Einem, der ihn brach, / schenkt er dennoch seinen Duft, / Pflaumenblütenzweig[1],

    Om over na te denken voor het inslapen en Hamlet er bij te nemen dat er andere dingen in het leven zijn dan filosofie. Je weet het maar al te goed, je wordt er voortdurend aan herinnerd, met deze haiku eens te meer, waarin mens en plant, of mens en natuur in elkaar opgaan, geen geheimen hebben voor elkaar en het gefilosofeer gevoerd wordt op een toegankelijke hoogte maar dan wel voor de ingewijden  die het leven in al zijn facetten en ondoorgrondelijkheden respecteren en hoog achten.

    Zo, op dit uur, schrijf je geen poëzie meer,  daagt er geen onverhoopte zin meer op die een suggestie zou kunnen zijn, is er hooguit de echo nog die je meeneemt van een haiku van een Japanner die al lang overleden is maar toch nog even teruggekomen is op aarde. Misschien heeft hij de aarde zelfs nog niet verlaten, maar is hij blijven hangen in de oude pruimelaar waaruit hij een tak met lentebloesems heeft  afgebroken om die te plaatsen in een vaas op tafel, omdat er een vriend op bezoek kwam die een tak met Pflaumenblüten waardig was of, maar dit is maar een gissing, heeft zijn geest zich geïncarneerd in die pruimelaar.

    Alle mogelijkheden blijven open. Het weten en het niet weten is een persoonlijke aangelegenheid afhankelijk in brede mate van de verbeelding die we wensen te bewandelen of niet. Literatuur is het bewandelen van de ruimte van de geest. Nu het lichaam dat we bewonen enigszins geblokkeerd is door tal van ongemakken is het de enige wandeling die ons nog rest. En als we erover schrijven en niet over wat we dagelijks doen of laten dan is het gewild, dan is het onze instelling op het bevreemdende, het nog niet gezegd zijnde.

    Of we er in slagen weten we niet, ondertussen zijn we enkele minuten ouder maar niet wijzer.



    [1] ‘Vollmond und Zikadenklänge’,C. Bertelsmann

    13-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Binnen dringen in de tijd.

     

    Regelmatig – maar niet telkens - als ik de trap opga in de woning, denk ik aan Dante die komend uit het donkere woud, de heuvel opgaat, weliswaar op een vreemde wijze, ‘si che il piè fermo sempre era il più  basso’[1], zo dat de rechtervoet telkens de laagste staat of, altijd de rechtervoet naast de linker plaatsend. Het is ook op deze wijze dat de jaren me toegetakeld hebben; bij Dante was het als inleiding tot een initiatie, bij mij is het slijtage. Het laat het me evenwel toe er mijn blog mee te beginnen, nog niet wetende hoe het verder moet nu het regent over de tuin en nu de merel in de ceder zijn gezang als een klarinetist de wereld in stuurt.

    Waar is de tijd dat geschreven werd dat een vleugelslag van een vlinder in China een weerklank kende tot in Mexico en nog verder, het ganse Heelal door, om het maar te herhalen en te geloven ook als lichtgelovige. En eigenlijk, waarom niet? Ook deze elektronische woorden zullen niet eindigen in Perth maar nog verder doordringen, de ontzaglijke ruimte in, nu en morgen en de dagen erna.

    Of een boodschap, uitgesproken vele eeuwen voor mij, zoals van Shakespeare aan Horatio gericht en als ik deze aanhaal, ook aan mij gericht:

    There are more things in heaven and earth, Horatio / Than are dreamt of in your philosophy.[2]

    Nederigheid die geboden is vergeten we maar al te graag, gelukkig zijn er wijze mensen die niet nalaten ons eraan te herinneren en ons met beide voeten op de grond te plaatsen. Zo is wat ik schrijf niet veel, weinigen zijn er die er op reageren, het is dus maar de gewoonste zaak van de wereld. Tegenover mijn woorden stel ik het werk van een naamgenoot, Erwin Mortier, wiens boek ‘Godenslaap’, vertaald in het Engels als ‘While the gods were sleeping’ genomineerd werd voor The Independent Foreign Fiction Prize, waarmee hij zich in het gezelschap bevindt van Haruki Murakami, Daniel Kehlmann, Jenny Erpenbeek, Thomàs Gonzàles en Juan Tomàs Avila Laurel. Nederigheid is, wat mij betreft hier troef, want geen enkele van deze schrijvers heb ik gelezen, laat staan dat ik hun naam reeds heb gehoord.

    Ik zegde het al, terwijl het regent over de tuin en het land, terwijl de kamer gevuld en bemeubeld is met de nocturnes van John Field, schreef ik op deze uitzonderlijke morgen - in feite zijn alle dagen uitzonderlijk – een blog, onder meer over nederigheid en over een handvol van de miljoenen schrijvers die deze morgen hun gedachten ordenen tot een bladzijde tekst waarmede ze de eeuwigheid willen uitdagen al weten ze dat ze er niet in slagen zullen. Maar van allen is het schrijven, boven al, het teken van het grote leven in hen.



    [1] Inferno, canto I, 30. [2] Hamlet, Act 1, Sc 5

    12-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Oude Testament in Arabië?

     

    Ik heb het beeld van het spookdorp Maarib nog op mijn ooglens, grijze schimmen van gebouwen die afbrokkelen, gelegen niet zo ver af van de stenen muurresten van een dam waarin de naam Saba, gebeiteld staat.

    Het was het jaar dat ik kennismaakte met het werk van Kamal Salibi die met zijn eerste boek, ‘Die Bibel kam aus dem Lande Asir’[1] - ik las de Franse vertaling ‘La Bible est née en Arabie’ en zijn tweede, ‘Secrets of the Bible People’[2], de plaatsnamen uit het Heilige van het Heilige, het Oude Testament, met een grote accuraatheid  gaat situeren op de kaart van Arabië. De theorie van Kamal Salibi is meer dan revolutionair in die zin dat de geschiedenis van het Oude Testament zich volgens zijn bevindingen, niet heeft afgespeeld in Egypte, de Sinaï-woestijn en Palestina/Israël, maar in Arabië. Salibi steunt zich hierbij op de honderden bijbel-plaatsnamen die hij vindt in Arabië, terwijl de bijbelhistorici moeite hebben om er enkele te vinden in de  algemeen aanvaarde regio’s.

    Als historicus en als schrijver wordt Salibi nog altijd doodgezwegen, kenmerkend voor zij die met zaken voor de dag komen die niemand wenst te horen omdat deze te baanbrekend zijn om zo maar aanvaard te worden. Galileo, Darwin, Wegener die allen een wereldbeschouwing ondersteboven haalden, zijn er voorbeelden van. Succes heeft hij hiermee natuurlijk niet gekend bij de Joodse fundamentalisten die hem niet gelezen hebben en zelfs hadden ze het gewaagd hem te lezen, ze zouden hem voor eeuwig verwenst hebben, zoals ze Velikovsky verwenst hebben omdat hij de tussenkomst van Yahweh in de Tien Plagen van Egypte herleidde tot een natuurcatastrofe.

    Al zijn er de archeologen van de Tel Aviv Universiteit, de professoren Israel Finkelstein, Neil Asher Silberman en Zeev-Herzog, die bevestigen dat na 150 jaar opgravingen er nog geen duidelijke bewijzen gevonden zijn, noch van een Joodse beschaving, noch van het bestaan van enige grote tempels of paleizen in Palestina. De bijbel- geschiedenis moet volgens hen gezocht worden in centraal Arabië.

    Duidelijk is het me evenwel, Abraham heeft nimmer een voet gezet in Palestina en zijn zoon Isaac werd niet naar de berg Moriah in Jerusalem gebracht om er geslachtofferd te worden. Niemand echter haalt deze gegevens aan om te wijzen op het absoluut onhistorisch onrechtvaardige, het graf van Abraham te situeren in het centrum van het Hebron (!) van Palestina, om op basis hiervan, een naam Kyriat Arba uit te roepen en er een Joodse enclave op te eisen en uit te bouwen.

    Ik schrijf dit neer maar ben er me voldoende van bewust dat niemand wakker ligt van het feit dat het Beloofde Land, in zover van een belofte kan gesproken worden, zich bevindt in Arabië en niet in Palestina. Zoals de zaken zich thans voordoen veel maakt het niet meer uit, maar aan de Joodse fundamentalisten mag het toch eens worden gezegd, al zullen ze dit nooit lezen.



    [1] Dit boek kende een moeilijke bevalling en werd voor het eerst gepubliceerd in afleveringen in ‘der Spiegel’. Daarna uitgegeven in 1985 én in het Duits bij Rowohlt Verlag GmbH, Reinbek bei Hamburg, én in het Engels, én in het Nederlands: ‘Het ware Land van Abraham’ bij Elsevier, Amsterdam-Brussel. Mijn exemplaar in het Frans kwam uit in 1986 (Ed.Grasset & Fasquelle). Ik kreeg het ten geschenke in Yemen op 24.12.1986, in Al Tawila aan de Rode Zee.

    [2] Secrets of the Bible People,JonathanCape ed.London, 1988

    11-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Yemen destijds

     

    De nacht ingegaan zonder iets te hebben geschreven omdat, zoals het nu en dan gebeurt, ik gekluisterd bleef aan een programma op TV. Maar vóór de komst van het licht klaart mijn horizont en wandel ik met helder hoofd, tussen geschriften en gedachten in de onbeperkte ruimte van de geest. Wandel ik de wereld in, de herinnering binnen die geschiedenis is en wordt het relaas ervan neergezet in woorden, een fractie tijd van de dag, als ik ga schrijven. 

    Ik was in Maarib (mrb in het Arabisch), een totaal verlaten dorp in Noord-Yemen, of wat nog restte van de huizen in leem opgetrokken huizen, de gevels nog versierd met strakke vormen in witte lijnen. We waren er de laatste dagen van een van de vele gezegende jaren dat je in Noord-Yemen nog vrij, in dorp en natuur, kon rondlopen. 

    We trokken er rond met een gids, kamperend of in het beste geval, de nacht slapend in de slaapzak in een gemeenschappelijke kamer of zaal, en heel die tijd had ik het wondere gevoel me te bevinden in een omgeving die ik kende, een plaats, waar ten tijde van Mozes en zijn zwerftocht door de woestijn, het water te bitter was om te drinken, zoals ik dacht dat het geschreven stond in het Boek Exodus. Het was een vreemd gevoel dat me volgde. Achteraf heb ik me afgevraagd of dat gevoel daar was ontstaan of heeft het zich later geopenbaard toen ik kort daarop Kamal Salibi ben gaan lezen. Ik vergiste me echter, in die bewuste Bijbelpassage was er sprake van Marah en niet Maarib, maar ik ontdekte ook – en dit was zeer bevreemdend – dat Salibi, in zijn, ‘The Secrets of the Bible People’[1], over het Marah van Mozes en de Bijbel, het volgende vertelde: 

    When they reached Marah (mrh), today Murrah (mrh) in Whadi Khubb, they found its waters too bitter to drink. The name of this place, in its Biblical as in its present Arabic form, actually means bitter[2]  

    Maar Salibi schrijft ook[3] dat Mozes in Maarib, zou langs gekomen zijn. Wat erop neerkwam, dat ik wel degelijk, naar Salibi’s maatstaven, in de sporen van Mozes had gelopen en dat ik het, als regelmatige lezer van de Bijbel, had aangevoeld, alhoewel in de Bijbel-geschriften nergens vermeld staat dat de tocht van Mozes en de Israëlieten zou plaats gevonden hebben in het Noorden van Yemen. 

    Zo, wat indien Kamal Salibi  de plaatsnamen Marah en Maarib uit de Bijbel juist zou gesitueerd hebben, wat trouwens dichter bij de waarheid aanleunt gezien de Bijbelkenners er nimmer in geslaagd zijn deze twee namen te situeren op de Exodus-route van Mozes doorheen de woestijn. 

    Echter, voor zij die er zouden aan denken, Kamal Salibi en zijn in vele gevallen, enorm interessante boeken te lezen, weze gezegd dat er zijn die een jaar lang Arabisch hebben gestudeerd om de tekst gemakkelijker te kunnen opvolgen.

     



    [1] Kamal Salibi: ‘Secrets of the Bible People’. Saqi Books, 1988, London, p.192./ [2] Exodus, 15, 23. ‘Zij kwamen in Marah, maar het water van Marah was niet te drinken omdat het bitter was. Daarom heet die plaats dan ook Marah’.(Willibrord vertaling 1975). / [3] Pagina 193

     



     

    10-04-2015, 04:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk God gesloten

     

    Het wordt tijd dat ik mijn hoofdstuk God – wie ik denk God te kunnen zijn – voor een tijdje, want ik ken me, op zij schuif. Maar dan toch nog dit opdat ik begrepen worde zoals ik wens begrepen te worden: 

    In deze zware tijden, doe ik afstand van de God, gevangen en gestold in een religieus denken dat nog immer vastgekleefd is aan een Universum, herleid tot de aarde met de hemel erboven. Want vanuit deze ingesteldheid volstaat het zich uit te roepen als de spreekbuis van die aldus dichtbije God om het fundamentalisme in het leven te roepen en in leven te houden, met al de thans opduikende gevolgen van dien. Het is aldus de mens die zich die God toe-eigent, hem afbakent, hem spreken laat. Het is de mens, beperkt in visie, beperkt in zijn eigenschappen die optreedt in Zijn naam en zelfs doodt en oorlog voert in Zijn naam. 

    Dit gebeurt niet alleen heden ten dage, dit gebeurde en begon, ten tijde van Mozes en van Jozua, zijn opvolger. Yahweh stond zelfs aan de zijde van de Perzische koning Cyrus II, want de Deutero-Isaïas hoorde zelfs dat Yahweh uitriep : 

    Omwille van Jacob, mijn dienstknecht, omwille van Israël, mijn uitverkorene, heb ik u bij uw naam geroepen, u een erenaam gegeven en gij kende mij niet. Ik ben Yahweh en niemand anders en buiten mij is er geen God. Ik omgord u en gij kent mij niet… 

    Een volk dat Gods naam in zijn vaandel voert en ten oorlog trekt tegen een ander volk met eveneens de naam van God op de vlag gebrodeerd, of God strijdend tegen zichzelf. Voor de mens kan dit allemaal. Hij kan Hem om het even wat in de voeten schuiven en blijven uitbazuinen dat zijn God een rechtvaardige, een liefhebbende is, de grootste is. 

    En, terwijl we ons blind staren op het minuscuul gebeuren op deze minuscule aarde, toont het ‘april 2015’ – nummer van het National Geographic Magazine, negen foto’s, genomen door Hubble’s Wide Field Camera 3; negen foto’s van het oneindige immense Lichaam dat de Kosmos is of, zijn het negen foto’s van ‘a universal, cosmic consciousness’?

     

    09-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Yehuda Amichai

     

    Op 4 november 1993, kocht ik in London, in de ‘World’s greatest bookshop ‘W&G Foyle ltd’, 113-119 Charing Crossroad, London, WC2HOEB, de ‘Selected Poems’ van Yehuda Amichai, translated by Chana Bloch and Stephen Mitchell,  voor de prijs van 5.99£.

    Ik vond het kasticket er in gekleefd bij het openen van het boekje, dat ik zo maar uit mijn rek ‘Poëzie’ had genomen – verrassingen wachten je - meer was er ogenschijnlijk niet, een boekje uit het rek genomen, maar om welke reden het kasticket bewaard werd, zoals men een bloem bewaard tussen de bladen van een boek of een takje dwergvarens, weet ik niet meer – ook Borges kende dit vergeten – maar het was voldoende opdat ik  het mee zou nemen naar een bepaalde plaats in het huis en te lezen waar het openviel, onvermijdelijk, zoals het vele malen gebeurt, op de naam God: 

    And on Sabbath eve they sewed my handkerchief / to the corner of my pants pocket so that I wouldn’t sin by carrying it / on the Sabbath. And on holy-days kohanim[1] blessed me / from inside the white caves of their prayer-shawls, with fingers / twisted like epileptics. I looked at them /  and God didn’t thunder: and since then his thunder has grown / more and more remote and become a huge silence… 

    En, terwijl ik gisteren schreef dat wat Hem betreft, we ogen hebben maar niet zien, de roep van Amichai : 

    God becoming a huge silence, een grote stilte, geen woord meer dat over zijn lippen komt, geen hand meer die wordt uitgestoken, ondanks onze schreeuw naar Hem, ons uitkijken naar Hem tot achter de horizont. His thunder has grown more and more remote and become a huge silence. 

    Voor Amichai de stilte die van God uitgaat en de poëzie, die het gesprek is met Zijn stilte, de wandeling is binnenin Zijn stilte, de spirituele geladenheid van zijn lang gedicht ’Travels of the last Benjamin of Tudela’; het gedonder van God dat verder en verder afdrijft en een grote stilte wordt, voor Amichai. Tegenover de mens in zijn conversatie met het wonder dat de natuur is, dat het atoom is, de zichtbare tekens van zijn bestaan, en het leven van Yehuda Amichai, dat niet zonder de dood is en de dood een opening: Death is not sleep but gaping eyes, the whole body / gaping with eyes since there is not enough space in the narrow world. 

    De stilte van God is geen negatieve stilte, maar een wondere stilte die  de belofte inhoudt van een ‘Erna’ als een even groot wonder als het wonder dat van het leven is. 

    Zelfs al zijn we niet in staat een van beide te doorgronden, het is de verrassing die ons wacht en waarin we vast geloven.



    [1] Descendants of the priestly families

    08-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lethargie

     

    Welk bewijs, ander dan dit van het wonder dat het atoom is, dat het higgs deeltje is, dat het (nog twijfelachtig)  Z’-deeltje is, om dan nog niet stil te staan bij wat we elk ogenblik van ons leven kunnen zien, het wonder dat de natuur is, om te weten dat er IETS is of IEMAND is, dat of die alles, maar dan ook alles niet alleen overstijgt, maar ook uit het potentiële Niets heeft zichtbaar gemaakt.

    Ik weeg mijn woorden en weet dat deze maar een benadering zijn van wat er was en wat er is. Een stelling steekt er boven uit als een grote vraag : Wat kun je ‘in meer’ verlangen - wel wetende dat er geen stem zal komen, geen geschrift, geen e-mail – om een nog groter bewijs te hebben van het bestaan van dit Iets of dit Iemand.

    Want, eens te meer zijn het de krachten die opwellen uit de aarde, uit de luchten, qui  crèvent les yeux en is het oneerlijk als we deze niet zouden zien - omdat het schijnbaar de gewoonste zaak van de wereld is - als wonderlijk. 

    En het kan en het mag niet dat er niet over nagedacht wordt, dat dit niet doordringt tot diep in de geest van de levende mens en, dan spreek ik évidemment niet over de mens die dood geboren is en door het leven gaat als een robot, ‘want ze hebben ogen en ze zien niet, of wat erger is, ze willen niet zien wat er te zien en vast te stellen is’. 

    Het is pas als we allen gaan inzien wat dit wonder – ik heb er geen ander woord voor – inhoudt dat de wereld veranderen zal, dat we zullen weten wat er te weten is en de mens verrijzen zal uit zijn lethargische toestand waarin hij zich bevindt.

    07-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eugene Ionesco

     

     

    Het gebeurt dat ik, om een of andere reden, die ik niet ken of niet wens te kennen, een van mijn boeken uit het rek neem en het open, gewoonlijk op te plaats van een postkaart die als bladwijzer heeft gediend en dan te vallen op een onderlijnde passage om te lezen wat ik maar al te graag wou lezen. Zo was er deze avond voor het slapen gaan ‘Fragments of a Journal’ van Eugene Ionesco[1], waarin ik, in een door hem – echter niet uit de originele versie - overgenomen passage uit ‘Exit the King’, zo maar lezen kan: 

    ‘(Is there a universal consciousness? Is consciousness all pervading? Is there a dormant consciousness in stone, as I believe Leibnitz thought? Neither Planck, nor Heisenberg, nor Einstein, nor de Broglie wholly rejects the idea of a universal, cosmic consciousness. There may be some plan, some intention. If there is an intention, there is consciousness. These thinkers do not exclude the idea of a God who would be that consciousness)’. 

    Een ‘kosmisch bewust-zijn’ aanwezig in de steen van Leibnitz, of wat ik ooit dacht over het ‘Ik Ben’ uit  Exodus, het ‘Ik Ben’ aanwezig in al wat is. 

    Ik lees ook bij hem dat hij niets anders kan dan schrijven. Zo lees ik op het einde van zijn test-tekst in zijn Journal over ‘Exit the King’: 

    Perhaps I shall keep on to the end writing books and plays, because I can’t do anything but that. I’m incapable of any other profession. Since I’ve known myself, I have never done anything else. 

    Schrijven is een ziekte, is een drug, ik voel het, ik beleef het. Maar mijn schrijven heeft niet de geladenheid die een schrijver als Ionesco heeft. Het is maar wat sukkelgeschrijf, wat kopieerwerk van wat ik las of zou kunnen gelezen hebben. Ik moet Ionesco verder lezen, naast al wat klaar ligt om herlezen te worden. Ionesco weet wat schrijven is en hoe het moet. Maar er is meer, ik zal nu ook Wildiers gaan lezen in wat hij schrijft over zijn ontmoeting met Ionesco.

    Een raad die ik geef aan zij die een ruime bibliotheek in huis hebben, vergeet een dag het dagblad te lezen en klasseer voor de zoveelste maal je boeken in hun rek. Verrassingen wachten je.



    [1] Eugene Ionesco: ‘Fragments of a Journal’, translated from the French by Jean Stewart, Ed. Paragon House, New York, 1990.

    06-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hopen op het Licht

     

    Het is me duidelijk dat alle twijfelgedachten, met hun echo in het dogmatische - Hugo Claus zou nooit geschreven hebben zoals hij schreef en over wat hij schreef ware hij niet verteerd geweest door dit dogmatische - onze Westerse wereld hebben gebracht tot waar we ons thans bevinden: losgeslagen en ontheemd, zoekend naar nieuwe begrippen en nieuwe formules, vertaald naar onze tijd toe, gekenmerkt door een zoeken naar een totaal nieuwe horizont die aanvaard kan worden zowel door gelovigen als niet-gelovigen.

    Maar het is niet aan mij om te zoeken naar een nieuwe vorm van geloof die nochtans broodnodig is geworden, als ik hoor dat nog slechts 5% van de bevolking regelmatig op de dag des Heren (of de dag ervoor, wat fout is geweest) het misoffer bijwoont.

    Wat ik hier schrijf is een wanhoopskreet, ook omdat ik niet van stof wil zijn om tot stof terug te keren en ook omdat ik niets wil te maken hebben met een God die tussenkomt hier op aarde, er zijn reeds oorlogen genoeg in zijn naam geweest.

    Laat Yahweh bij diegenen die hem danken en loven, maar dat men me toelate ‘God’ te bekijken van uit een andere, kosmisch gerichte gezichtshoek, ‘de Kosmos, Zijn levend lichaam zijnde’.

    Hoef ik te zwijgen als alles in mij roept naar een mens van een andere dimensie die me, over al het bestaande heen, verbindt met het Alpha, het begin van alles, en me tevens situeert op mijn weg naar het Omega, het einde van alles? Zo niet is de dood, de donkere holte en niet de lichtende eeuwigheid en heeft het geen zin verder te willen reiken dan wat Steven Weinberg, wat de te vroeg overleden Leo Apostel, wat zovelen met hen, in hun grote oprechtheid meenden te moeten besluiten: hopen op het licht maar vrezen dat het de duisternis zal zijn!

     

    05-04-2015, 00:54 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe de dag zich vult

     

    Hij weet dat hij niet voortdurend bewust is van het ‘absolute Andere’ waar hij het zo dikwijls over heeft, dat hij dus niet voortdurend ingesteld is om erin binnen te dringen. Dat dit ingesteld zijn een proces is dat moet worden ingeleid, dat hij er slechts al schrijvend in bewegen kan, zich meer en meer verliezend om meer en meer van het ‘ganz Andere’ te zijn.

    Om te beginnen, en dit leerde hij bij Ouspensky, dat hij blijvend moet trachten bewust te zijn dat hij het is die spreekt en schrijft en niet de machine in hem, die maakt dat hij handelingen stelt,, niet alleen zonder er bij na te denken, wat maar al te dikwijls gebeurt, maar ook zonder het besef te hebben dat hij het is die ze stelt, hij en niet iemand anders, en daarenboven dat hij voelen moet dat die ‘hij’ die hij is, niet meer is dan een stukje kosmos, geïntegreerd in wat hem omringt..

    En als hij schrijft over wat hij schrijft dan is het omdat het vooral de momenten van verbondenheid zijn die hem doen schrijven. Andere momenten die talrijker voorkomen, laat hij voor wat ze zijn. In de woonruimte waarin het gebeurt, is hij meer omringd met boeken dan met meubels: boeken tegen de wand, boeken op zetels, boeken op de radio, op de vensterbanken. Hij heeft nood aan boeken, heeft nood aan hun veelzeggende stilte die is van het leven die is van het woord.

    Vanmorgen is hij een cursus-blok gaan halen in het warenhuis dichtbij en heeft hij bij het buitenkomen, de zon gezien lijk een lichtende schijf doorheen het grijze van de wolken. Hij is verder gereden tot de vijver van een vriend, tot wat hij noemt de spiegelvijver om te voelen hoe licht en water hem tot rust bracht, ook omwille van Paulus die hij las en wat hij schrijft over de verrijzenis van Christus die, naar hij vermoedt, Paulus gezien heeft – Paulus was een man van de geest - als een geestelijke verrijzenis, als een overgang naar een totaal nieuw leven.

    Dit waren de gedachten die roerden in hem, die terugkwamen keer op keer, alle andere verwijderend, toen hij omheen de vijver wandelde. Waren deze gedachten de wezenlijke en geestelijke omgeving waarin hij zich bevond en de vijver, de spiegel waarin wat niet te noemen is, geborgen lag, maar des te intenser aanwezig. 

    Zo schuiven zijn dagen voorbij, niet ‘as lazy cattle moving across the landscape’ een zin die hij meent zich te herinneren uit ‘Goodbye Mister Chips’, en zo zijn de dagen gevuld met vele van deze gedachten, vullen deze zijn morgens en zijn avonden, soms een deel van zijn nachten zoals nu, en enkele ervan die hij verwoorden zal.

    04-04-2015, 00:44 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoge winden zijn het

     

     

    Hoge winden zijn het

    over ons gewaaid,

    over ons uit ongekende oorden,

    ruikend naar hysop

    ruikend naar engelwortel

    en in de onderlaag

    ruikend naar poeder en gruis van stenen.

     

    Alsof het gisteren nog was,

    de dag niet aangekomen,

    de zon verdwaald gebleven

    en wij de armen laag,

    het woord verstild,

    haperend

    aan struiken die nog botten moeten,

    vroege tederheid,

    voor later.

     

    Je zag het

    voor  de wind gekomen

    voor het gras gezaaid

    hopende een bloemenweide

    hopende met vlinders en met kevers,

    met bijen die gonzen zouden

    over je hoofd en leden.

     

    Je dacht er aan en aan zovelen,

    al zou je van vele dingen

    gedichten willen schrijven.

     

    Je waart er soms

    in lage wolken opgestaan,

    op winden wachtend

    die je doorkruisen zouden,

    je bevruchtend:

    woorden uitgekozen

    om er op in te gaan

    en ermee de dag te openen,

     

    hanami-ënd.

     

    P.S. Hanami, letterlijk (kersen-)bloesems kijken.

    03-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zich bloot geven

     

    Ik stel vast dat ik me meer en meer begin bloot te geven in mijn geschriften. Waar ik vroeger het strikt individuele trachtte te vermijden ben  ik thans geneigd de dingen te zeggen zoals ze zijn en dan vooral wat mijn persoon betreft, mijn kwaliteiten als die er zouden zijn onder ogen te nemen en openlijk uit te komen voor mijn gebreken en deze zelfs nog wat aan te dikken pour mieux me faire comprendre. Hoe zulks komt weet ik niet met zekerheid maar ik zou het durven toeschrijven aan mijn ouderdom waarbij elke schroom wordt afgelegd en ik het gepast vind open voor mijn publiek te verschijnen. Het kan ook dat ik in de voorbije jaren steeds een voile heb gelegd over het beeld dat ik schetste van mezelf terwijl ik nu tot op het bot ga, alsof het nodig zou zijn aan, om te beginnen mezelf, te tonen wie ik ben.

    Het woord is een gevaarlijk iets, het blijft, en het blijft ongewijzigd als een rots in de branding. Als ik dan verneem dat een lezer – die ik hier warm groet - mijn blogs van september 2011 af, zijnde deze die nog behouden bleven, gaat overlopen, dan stel ik me de vraag of het niet beter ware zelf eens te gaan herlezen wat ik in die dagen wel kan geschreven hebben om te oordelen over het al dan niet behouden van wat er gegrift staat. Ik zou dit ook kunnen doen voor de blogs van het voorbije jaar wat betekenen zou dat ik dagelijks heel wat uren, onbeweeglijk bijna, het hoofd gebogen, voor mijn scherm zou zitten.

    Voor mij is een planning meer dan nodig, en ik zegde het al, ik zie dan telkens de rijzige gestalte van Harry Mulisch voor mij staan met een klein schriftje in de hand waarin hij het plan van zijn ‘Ontdekking van de Hemel’ had opgetekend. Ik zelf heb zelfs nog geen plan in mijn hoofd, ik loop rond alsof ik nog jaren te leven heb en dus tijd zat om te doen wat ik nog allemaal te doen heb.

    Terwijl, boven het ‘nog te doene’, mijn geest fungeert als een ontvangtoestel dat me blijvend in de mogelijkheid houdt de ruimte omheen mij lijk een drone te doorkruisen, op te vangen wat gedetecteerd wordt en deze vagsten, want dit zijn ze, onverholen neer te schrijven als blog tot mijn heil en glorie.

    Zo gaat het in mijn wereld, zo houd ik mijn blog-geschiedenis gaande met de hulp van wat ik wel niet de voorzienigheid noem, maar er dan toch dicht bij aanleunt.

    02-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ets
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Hoe interpreteer ik bijgaande tekening (ets) die ik ooit maakte toen ik dacht, me Bernanos en zijn ‘Journal d’un Curé de Campagne’ herinnerend, dat de kleine dingen heel wat te zeggen hadden, en toen mijn pen een etsnaald was die door mijn hand geleid, rond liep in de waslaag, aangebracht op een koperen plaat.

    Wat een tijd het was als ik ver terug ga naar een periode in mijn leven dat ik meer tekende dan schreef en ik gelukkig was als ik de plaat met de tekening terughaalde uit het bad van ijzerperchloride en reinigde om te zien hoe het product zijn werk had gedaan en de tekening, in de waslaag, nu gegrift lag in de koperen plaat, die ik daarna nog in te inkten had en,  de overtollige inkt weg te slaan met de palm van de hand.

    Kwam nog, de ceremonie van het afdrukken om dan te bereiken wat hierboven werd afgebeeld. Veel meer dan een Spielerei was het niet, maar het was creatief en het was telkens een nieuwe geboorte.

    Waarom ben ik niet verder gegaan? Jan Hoet die eens op bezoek was en zag wat ik had verwezenlijkt aan potloodtekeningen en etsen vond dat er in mijn werk iets stak, iets groot, het was meer dan een goed begin, wat ik ontbrak zegde hij, was respons, was dialoog.

    Ik was met mijn werk niet in dialoog gegaan met andere ‘creatievelingen’, ik was blijven hangen in mijn beginfase – zoals ik ben blijven hangen in mijn schrijven - die ik onvolgroeid heb achtergelaten. Nog een gemiste kans dus zoals er meerdere zijn geweest in mijn leven.

    De tekening hier overgenomen, al is ze oninterpreteerbaar, is aldus een afbeelding van al de door mij gemiste kansen.

    Meer valt er niet over te zeggen.

     

     

    01-04-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs