 |
|
 |
|
|
 |
14-03-2021 |
Het ietsje in meer. |
De dag, de zoveelste nieuwe dag sedert hij zijn dagen is begonnen te identificeren, opent zich moeilijk. Hij kan hem niet ontwijken, hij kan hem niet dichtsnoeren om niet te zijn, maar hij zit met het gevoel dat hij zich klem gereden heeft met zijn blog, dat hij te veel van de hak op de tak bezig is en dat hij zich moet heroriënteren. Maar de dagen volgen zich op in een tempo amper bij te houden, zo vlug gaat het en zo indringend, dat hij zich zelfs niet meer herinnert waarover hij het de vorige dagen heeft gehad. Wel nog wat hij gisteren schreef over zijn verhouding met Klara. Hij stuurde zijn blog zelfs door aan hen, maar er kwam geen reactie. Wat hij nu ervaart als negatief voor wat hij schreef.
Hij komt tot de conclusie dat er heel wat dagen moeten zijn dat hij zich vergaloppeert, dat het mengen en beheersen van elementen als droom, en realiteit, herinnering en inventiviteit, moeilijker en moeilijker worden en soms geblokkeerd raken. De vloeiende lijn ontbreekt erin, het gaat hier niet om een verhaal dat doorloopt dag aan dag, het is eerder elke dag een nieuw beginnen, een nieuwe zoektocht naar woorden en begrippen. Het resultaat wordt dan een lappendeken van korte stukken tekst die achteraf een geheel zouden moeten vormen, tenminste zo er een ‘achteraf’ zou komen.
Aanziet dit niet als een zelfbeklag, helemaal niet, het is een weergave van wat er is en hoe het er is en ook, dat het niet anders kan, dat het voor hem - ook voor jullie - een nemen of een laten is. Een toestand die er is als toestand en waaraan hij niets wijzigen kan of wil.
En in feite, wat heeft hij nog te vertellen dat hij nog niet gezegd heeft: de vraag die hij zich meer en meer begint te stellen. Kan hij nog iets nieuws boven halen en, wat belangrijk is, heerst er bij zijn lezers een gevoel van nood hebben aan geschriften die wat dieper graven naar waarden die aan het verdwijnen zijn, ofwel het gevoel waarde voor hun inspanning te krijgen?
Zijn blog van vandaag is dan ook een herademing, een poging duidelijker af te lijnen hoe het verder moet. De lezer moet er dus rekening mee houden dat elke blog in de eerste plaats een ‘voorlopig’ afzonderlijke bijdrage is.
Maar om nog even terug te komen over wat hij gisteren schreef over zijn verhouding tot Klara. Er is het element, te vertoeven dankzij de klassieke muziek in een omgeving van schoonheid die soms oneindig is, maar ook, en dit ook is belangrijk, het gevoel dat zijn nu-ogenblik gespreid wordt over eeuwen die beginnen in de vroege middeleeuwen, wat een rijkdom geeft aan het gevoel te schrijven - ik zit volop in een hoogstaand gesprek van Katelijne Boon met Diane Broeckhoven, precies nu over de muziek van Eric Satie, zijn Gnossiennes - dit gesprek zit verborgen in de woorden die ik schrijf, ware dit gesprek er niet geweest hij zou zijn blog vandaag anders geëindigd hebben, maar nu voelt hij zich in groot gezelschap, en wat hij hoort, heeft zijn weerklank als hij - de ik in mij - spreekt over de ‘schoonheid’ die hij ontmoet, al schrijvend luisterend naar Klara.
Dit is hier het ietsje in meer dat hij altijd tracht mee te geven aan zijn woorden, een betrachten het eeuwige te bereiken met de vingertoppen.
14-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-03-2021 |
Woord en Muziek |
Muziek en hoe die gedacht en geschreven wordt blijft me een raadsel, is van een andere wereld en toch vergezellen klanken me bijna een ganse dag, loop ik er mee rond, hoor ik van wie ze komen en wie ze uitvoeren; namen en nog eens namen en ik luister maar, ik hoor de textuur ervan maar zelden de diepere betekenis, ik ben een leek hierin. En toch kan ik niet zonder, zoek ik de klanken op om de stiltes in mij te vullen, de stiltes te bevolken; alsof ik geen nood meer heb aan stilte om te schrijven, maar enkel verder kan met op de achtergrond een wereld van klanken, wondere.
In feite als ik erover nadenk kan ik er goed weg mee, kan ik er zelfs heel goed weg mee want ik ben een gulzig iemand, ik wil de muziek van Klara niet missen terwijl ik schrijf, ik moet dus maar beide met elkaar verzoenen: woorden schrijven badend in een zee van klanken.
Maakt dit aan iemand wijs, en toch is het zo, toch schrijf ik, luisterend met een half, soms met een kwart oor naar de klanken die me vergezellen. Ik weet dat er velen zijn, schilders, beeldhouwers die muziek nodig hebben als ze werken, wel ik ben niet verschillend, het is wel geen inspiratie voor mij, die komt van elders, het is vooral om niet te missen wat er gebeurt in de wereld omheen mij, de enige wijze die ik heb, nu ik me amper nog verplaats om 'in’ te blijven. Het is een soort verdediging tegen het stil vallen - stil in de betekenis van een gebrek aan ‘in’ zijn - zo zie ik het toch.
Hoe gecompliceerd ik hier rondloop in mijn laatste dagen, precies alsof ik me nog zoveel mogelijk bagage wil eigen maken alvorens te vertrekken - ‘an unanswered Question’ van Charles Ives - er is hier wellicht iets van, maar het is meer omdat ik de schoonheid zie van het ‘maximaal geestelijk in beweging blijven’, een schoonheid die ik niet missen wil, of het nu terecht is of onterecht, c’est une idée fixe à moi.
Het is ook dat ik zoveel mogelijk plukken wil van al wat er nog voor mij te plukken valt, mijn dagelijkse blog schrijven is er een van, maar tussendoor wil ik iets dat mijn woorden aanvult. En, zoals ik zegde, al begrijp ik er weinig van, of het nu Copland is, of Cage, of Brahms - zijn Deutsches Requiem - of Bach, of de lange halen muziek van Charles Ives, alles is welkom, sterk verrassend soms, zelfs al blijf ik een leek in wat de muziek me vertellen wil.
Mijn honger naar de muziek van Klara is groot, minder echter hun ‘Valkenaers & Vanhoudt’ van 22.00 tot middernacht, precies de ogenblikken dat ik niet schrijf - of er niet aan denk - en nood heb aan woorden, deze die ik niet beluister in de dag.
13-03-2021, 05:45 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-03-2021 |
De ruimte die van de geest is. |
In de ruimte van de geest, op trage ogenblikken als de tijd zich stolt omheen de dingen, is het alsof hij plots op het punt staat het beeld te grijpen dat alles uitklaren zal: datgene wat niet te verwoorden is en toch, lijk het geruis van de wind in de bomen, aanwezig is, ons begin en ons einde in een enkel punt verstrengeld.
Hij leeft in de onbegrensde ruimte van de geest waar alles mogelijk is, droom die realiteit kan zijn en realiteit die droom kan zijn. Waarin hij zijn herinneren vervormen kan en aanvullen tot een nieuw herinneren, waarin hij wegglijden kan om te zijn wie hij nog niet was of niet dacht te kunnen zijn, kleine, onbenullige gebeurtenissen, die toch hun belang hebben of zullen hebben, vroeg of laat.
Zoals onze primitieve(!) schilders op de achtergrond van hun doeken, droom-landschappen wisten te schilderen om meer intensiteit te geven aan hun onderwerp, aldus aantonend dat in hun verbeelden er ook een totaal andere wereld aanwezig was, zo ook wenst hij de aanwezigheid van het niet te verwoorden Andere, te onderlijnen.
Hij wil dus dit zeer conformistisch, kleinburgerlijk leven dat hij gekend heeft en in al zijn dagelijkse gebeuren nog kent, bemeubelen met de dingen die hij niet bezat, herbeleven wat geweest is en dit herbeleven schuiven in en over wat hij gewenst heeft dat het zou geweest zijn.
Hij wil dat de muren van de woning die hij betrekt doordrongen zouden zijn van alle huizen die hij heeft bewoond, van alle plaatsen waar hij is geweest en van alle tijden die hij heeft gekend. Zo wil hij thans alle blanke vlekken kunnen invullen, nu hij heel goed weet dat in zijn lichaam de krachten aan het minderen zijn, en dat deze afname enkel gecompenseerd kan worden door een grotere aanwezigheid van geest.
Hij werd een man van boude zaken.
*
Wat is dit ruisen?
Wat is dit ruisen dat van verre komt,
van achter de dorpen, van achter de heuvels.
Het ruisen dat het spreken is van wat niet wordt gezegd,
niet gezegd kan worden, niet opgetekend in een verhaal met tekeningen geïllustreerd, in holtes licht binnen sijpelend onder romaanse gewelven in pijnpunten op kapitelen.
Wat is dit ruisen dat van verre komt en van dichtbij de luchten in langsheen de sterren, gebrandmerkt en vermenigvuldigd tot we er over struikelen
niet wetende, wat er is dat moet geweten en toegedekt zal blijven, nog voor eeuwen.
Dit ruisen we hoorden het, immer door hebben toen geaarzeld gemeend van waar het komen kon maar het niet begrepen, niet naar ons toegehaald om erin te worden meegenomen, opgelost.
Mystiek die van vroeger is.
12-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-03-2021 |
De vraag van een leven lang. |
Op deze dag - het oosten een rode gloed - ontwaak ik, uitzonderlijk de dag al gevorderd. Ik denk, de kunst van het schrijven is te vertrekken in wat van de wereld is, wat van de natuur is, even als toeschouwer erin binnen te treden en er dan uit te verdwijnen, opgelost, in de omgeving van waar je vertrokken bent. Dit zou de correcte vorm zijn.
Nu weet ik dat het andersom gaat bij mij. Ik vertrek bij mezelf, ik stap even de wereld binnen en ik keer terug naar mezelf met hopelijk een wijsheid in meer die ook een onwijsheid voor anderen kan zijn. Dit is, schijnbaar althans, bij mij het ritueel van elke dag waaraan ik niet meer ontkom al wou ik het.
Wat echter niet belet dat ik met veel respect opkijk naar allen die een poging doen om zich een beeld te vormen van wat de oneindige Oneindigheid van het Universum, zo naar buiten als naar binnen, betekent voor de mens die ermee geconfronteerd wordt. Vele ideeën dienaangaande zijn eeuwen geleden opgestaan, neergeschreven, heropgenomen en keer op keer aangevuld, aangepast en verfijnd. Het wereldbeeld dat eruit is ontstaan is overweldigend, is niet te vatten, zelfs het beeld van wat de Big Bang zou betekend hebben, hoe deze tot stand is gekomen en hoe hieruit het Universum zich heeft gevormd, zijn gebeurtenissen die alle verbeelding tarten. Is het dan niet beter, zo denk ik op een dag zoals deze,(( de dingen op hun beloop te laten en zich vooral niet al te veel vragen te stellen, noch over wat we de Schepping noemen, noch over het al dan niet bestaan van een Schepper.
Ik las van Lao Tseu : ‘quand un esprit inférieur entend parler du Tao il le tourne en dérision, s’il ne le tournait pas en dérision, le Tao ne serait pas le Tao.’
Indien Tao gemakkelijk te begrijpen zou zijn dan is het Tao niet. We zouden hier in het Westen, ‘Tao’ kunnen vervangen door ‘God’. Zij die deze naam horen vernoemen en er lichtzinnig over doen, spreken over God maar niet over ‘de’ God. Spreken maar over de God waar, atheïst als gelovige, niet kunnen over zwijgen en zich hierbij beperken tot, hij is niet, of Hij is; Echter niet hoe Hij verweven zit in het Universum, de ene plaats waar hij gezocht kan worden. Waarbij we komen tot de vraag, als Hij niet is, wie of wat is het dan dat het Universum voortbracht, en als Hij is, Is er dan, én het Universum én God, of, is het Universum het materieel aspect van die God?
Maar er lichtzinnig over doen is de kop diep in het zand steken uit ongemak erover na te denken.
Er zijn van die fenomenen zoals Lao Tseu, zoals Boeddha die we, evenmin als God, zelfs evenmin als Allah, ‘onbeluisterd’ en onbesproken aan ons laten voorbijgaan. Dit is de weg van zij die ingeslapen zijn.
Het bevreemdende hierbij is - en dat maakt de grootheid van de vraag uit - dat we op voorhand niet zullen weten dat, waar we uitkomen, de plaats is waar we uitkomen moesten.
Maar, erover nadenkend, en dat is een leven lang, opent diepgaande perspectieven, en dit is waar we nood aan hebben.
Perspectieven houden ons in leven.
11-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-03-2021 |
Het verwachten dat elke blog terugkomt |
De dochter van een goede vriend mailde me, onlangs, een foto, gevonden in het archief van haar vader, de aquarellist en etser, Jef Vaes. Ik was verrast én door mijn jeugdig uitzicht én door het silhouet van Stonehenge op de achtergrond. Ik wou toen teruggaan, naar wat ik over die reis met hem en zijn zoon Francis geschreven had, maar ik kon me het jaar niet meer herinneren en kwam terecht in maart 1992 op een boek dat ik toen aan het lezen was: ‘The unauthorized Version: Truth and Fiction in the Bible’, van Robin Lane Fox[1].
In die tijd zag ik - de Bijbel een belang rijke factor zijnde -dit boek als een nieuw geestelijk avontuur en de eerste zin eruit die ik overgenomen had in mijn dagboek, was een zin uit het Evangelie van Johannes - King James’ versie - zijnde de woorden van Jezus aan Pilatus gericht:
‘To this end was I born and for this cause came I into the world, that I should bear witness to the truth. Every one that is of truth heareth my voice’.
‘What is truth?’ asks Pilate and does not receive a reply.’[2]
En mijn bemerking van toen was, dat ofwel de schrijver van het Evangelie van Johannes het niet wist, ofwel dat Jezus het niet nodig vond Pilatus uit te leggen wat waarheid was, omdat voor Hem de Waarheid maar een woord was, de Waarheid het leven was en het zoeken er naar, het zoeken was van waarden om er naar te leven. Iets dat niet kan aangeleerd worden, je weet het of je weet het niet. En het is beter het te zwijgen dan het uit te leggen.
Ik ben nu niet teruggegaan naar het boek, een lijvig werk van een kleine 500 bladzijden, mijn antwoord van toen is nog altijd mijn antwoord van nu. Ik weet niet wat er is van ‘de’ Waarheid, ik heb er trouwens geen behoefte aan het te weten, ik heb die nimmer gezocht ook niet, en het zwijgen van Jezus gaat in deze richting, want voor Hem is het, het Leven, en Hij is het leven, zo zegt Hij toch.
Dertig jaar in een mensenleven is een lange periode, als de jaren nog moeten geleefd worden, echter eens voorbij zijn het maar wat volgeschreven pagina’s en als je erin bladert ben je even verrast met wat je ontmoet aan woorden, als met de foto van jou die je ontving.
Evenwel, de foto vertelt me van een reis die ik maakte met Jef Vaes en zijn zoon Francis, het boek van Robert Lane Fox vertelt me over mijn lange zoektocht naar wat van de Bijbel en de Geschriften was. Naar het ware, het echte dat erin te vinden was, de echtheid van het boek als boek. En hoe verder ik erin vorderde hoe verder ik erin verdwaalde me vragen stellend of wat Robin Lane Fox vertelde dan wel de ware geschiedenis inhield. En ik stond even ver na de lezing ervan dan toen ik eraan begonnen was.
Maar de gedachte dat de Waarheid het leven is en dat in die richting elk zoeken overbodig was: het leven was het leven, sensationeel en wonderlijk, zo verbazend zo ontzaglijk, dat wat er zal uit voortvloeien even ontzaglijk en even wonderbaar zal zijn. Dit is de visie die ik van al mijn lectuur heb overgehouden. Ik vind ze verdedigbaar, ik vind ze vol (zelfs blijde)verwachting.
[1] Robin Lane Fox: ‘The unauthorized Version, Thruth and Fiction of the Bible’ ; Viking 1991.
[2] Een vraag van Robin Lane Fox: Was er een tolk aanwezig bij het gesprek of was het een vondst van Johannes de evangelist?
10-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-03-2021 |
Wat 'a blog a day' betekent. |
Ik ben gisteren vroeg gaan slapen, vroeger dan anders. Naar de morgen toe werd ik wakker uit een droom: ik was ergens in Engeland, ik denk in een pub, waar gedebatteerd werd over wat ik schrijven zou. Nu ik schrijf, komt die droom heel onduidelijk over, het was geen debat, het was ikzelf die zocht naar wat ik als nieuwe blog schrijven kon. Het kwam er dus op neer dat ik een groot deel van de nacht naar de morgen toe, bezig ben geweest, slapend of dromend, over wat ik deze morgen schrijven zou.
Weet dat dit een film is die bijna elke avond begint, schijnbaar doorloopt in mijn slaap en waarmee ik dan wakker word. Ik meen dat ik dit nog niet gezegd heb, zelf opgemerkt wel, en dan vooral deze nacht van 7 naar 8 maart toe: mijn blog is een obsessie, in die zin dat alles er omheen, staat en draait. Ik ben er voortdurend mee bezig en al het overige moet wijken of krijgt (te) weinig aandacht, want ik voel me maar gerustgesteld als mijn tekst geschreven staat. Dit is de reden waarom ik opsta vóór het eerste licht - vanmorgen was een uitzondering - dat ik soms nog eens herlees, wat ik de vorige avond meen te onzorgvuldig heb ingelogd, wat dan moet overkomen als geschreven vroeg in de morgen. Maar laat ik jullie zeggen dat dit een risico is dat ik niet lopen wil en dat het zelden gebeurt dat mijn blog niet ingelogd is voor ik slapen ga. Om dan terug uit te zoeken over wat mijn volgende blog zal gaan: een verhaal dat van mijn dagen is en dat ik niet weet hoe hieraan iets te veranderen.
Ik zou als reporter moeten rondlopen in de straten, pubs bezoeken, tentoonstellingen, concerti en aanhoren wat de mens die ik er ontmoet bezielt of wat er gebeurt in hun wereld om dit daarna binnen te brengen in die van mij. Maar ik ben een kluizenaar - vandaag zijn we dit allemaal - ik zou een grote verbeelding moeten hebben zodat ik geen nood heb aan ontmoetingen van om het even welke aard, ik zou die dan zelf, als echt gebeurd, kunnen brengen elke dag. Wat een artist zou ik hiervoor moeten zijn om dit jaren vol te houden?
Zo wat jullie te lezen krijgen zijn voortdurend gesprekken met mezelf, gesprekken die niet ophouden, noch in de dag, noch in de nacht. Globaal gezien is dit het beeld dat ik uitdraag. En zoals ik ben ingesteld - het is een lang wordingsproces geworden - schrijf ik. Het resultaat is dat ik met de jaren een ‘gewoon’ dagelijkse gesprek met mezelf ben ontleerd, ik kom ik telkens terecht op de snee van het metafysische, waar ik moeilijk te volgen ben, omdat het de wereld is, het landschap is van het gevleugelde woord dat doordringen wil tot de kern van de zaak, die ook de kern van het leven is, zijnde tot in de kern van het atoom, waar alles nog te ontdekken is.
Een gekheid dit te willen, dit te betrachten waar ik me, soms zelf niet meer terugvinden kan, noch wie ik ben, noch waar ik heen wil.
Schrijven blijft aldus een opdracht.
09-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-03-2021 |
Keerzijde |
En, als ik gisteren de Bijbel niet heb vernoemd als hoeksteen, dan is het omdat de Bijbel voor mij een uitvloeisel is van de twee stellingnames die ik vooruitschoof. Verder, wat de andere boeken betreft, er zijn er een niet te tellen aantal, om er duizelig bij te worden, deze hebben ook hun belang gehad, maar de twee vermelde – met vanzelfsprekend de Bijbel als vluchtheuvel - steken er boven uit. Essentieel echter hebben deze aanvullingen me enkel geleerd hoe het gesteld is met de mens en zijn handelingen, zo materiële als geestelijke, zo afstotelijke als hoog waardevolle, zo de mens als aasgier en als fetisj.
En bij wat er al geschreven staat van mij, wat heb ik er nog aan toe te voegen? Weinig in meer, ik kan enkel herhalen, of verhalen op een andere wijze, een betere of een minder goede, wat al geschreven staat. Het enige dat ik nog vermag, en dit is tezelfdertijd een noodzaak voor mij, is hernemen, is her-inkleuren, is herschikken in andere verbanden. Dit is mijn leven, het woord is mijn adem, is mijn bloed.
Ik schrijf dit nu, in het vooruitzicht van wat onvermijdelijk eens komt en onderteken het met mijn eigen naam. Ik weet dus ten volle dat, op een dag, mijn boeken zullen dicht geslagen worden, met al mijn onderlijningen, nota’s en tekeningen erin geborgen; dat ze misschien, als ze in goede handen terecht komen een verder leven, een leven met mij erin, zullen kennen en ernaast, dat al wat geschreven staat zal wegzinken in een rustgevende openheid, wachtende om genomen te worden en, zoals het gebeurde met het Woord, bevrucht te worden.
Twee hoekstenen zal ik uitgedragen hebben, meer niet, maar het schijnt me voldoende toe. Over al het overige zwijg ik beter, het is het vermelden niet waard. Ik ben niet opgestaan uit het anonieme, ik ben geen nummer geworden met sterallures, ik ben in alle stilte achter gebleven, een naam in een oud register, of in het beste geval, op een verborgen muur in een verborgen kamer aangebracht.
Had ik het anders gewild?
Het had inderdaad anders gekund ware ik anders geweest. Nu heb ik wat ik verdiend heb, meer niet. Nu Schrijf ik dat de oude, kramakige man die ik ben geen verzuchtingen meer kent, ik wil dit gezegd hebben want straks is het te laat, lig ik er met gesloten ogen en mond naast wat brandende kaarsen, van de tijd ontdaan, mijn geestelijke vleugels uitgeslagen zwevend, een arend gelijk.
Voorlopig en tot nader orde blijf ik me vastklampen aan het woord, wil mijn geest zich niet verdord, wil hij nog altijd, lijk een goochelaar zijn witte duif, zinnen uit zijn hoed halen,
en er soms met een zekere fierheid op terugblikken. Ik ga me wel ontdoen van die Ugo d’Oorde die lange tijd mijn gezel is geweest, soms als vriend, soms als dwarsligger en als kwelgeest, soms en meestal als redder in nood en het is als dusdanig dat ik me hem wil herinneren.
Nu er geschreven staat wat ik wou dat geschreven stond kan ik normaal verder.
08-03-2021, 06:36 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |