Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    16-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 101: Anja (1)


     


    ‘Hou me’ zegde ze, ‘hou me heel even’. Hij haalde haar naar zich toe, zijn arm om haar schouder, wat hij zo lang al had willen doen. Hij droomde natuurlijk, maar ze was dicht bij hem, zo levend dicht tegen hem aanleunend. De herinnering lijk een doorzichtig kleed over zijn gedachten. Hij droomde: het was ondenkbaar dat zij, die op die namiddag in augustus van welk jaar ook, was weggereden van hem, hier voor hem stond.


    ‘Hoe kan het, Ugo, hoe kan het dat ik jou, vandaag, op dit uur, hier op deze plaats terugvind. Is dit toeval of is het iets dat niet anders kon dan eens gebeuren?’


    Hij dacht te zeggen dat het geschreven stond deze morgen, op alle plaatsen en in alle sterren: ‘Het wordt toeval genoemd, het kan voorbestemming zijn, maar ook niet, echter nu jij het bent kan het enkel een ontmoeting zijn die al lang wachtte om plaats te vinden.’


    Maar hij was er niet zo zeker van. Hij had nog mensen ontmoet, zo in de straat, mensen die hij in lang niet meer had gezien, hij had hierover nooit gedacht dat het zijn bestemming was hen opnieuw te ontmoeten. Nog onlangs bij het buitenkomen uit een winkel waar hij een gsm was gaan kopen stond voor hem Dorsan G. die hij vroeger gekend had, klaar, om de winkel binnen te gaan. Die ontmoeting hield geen belofte in, maar hier wou hij maar al te graag aannemen dat hun ontmoeting gewild was.


    ‘Of is het toch toeval?’ vroeg hij haar, denkend dat bestemming in een door God verlaten plaats te veel gewenst was.


    De geluiden in de straat lijk het geruis van aanrollende golven: ‘Weet je, Ugo, als het toeval is dan ligt dit vandaag aan enkele kleine details, is het een kwestie van minuten, van seconden geweest, om dan maar niet te spreken van al wat aan die kleine feiten van vandaag is voorafgegaan. Ik had nu in de wagen moeten zitten op weg naar Bourgondië en toch ben ik hier, alsof dit ogenblik een vervolg was op het ogenblik dat ik, in die wondere maand augustus, ben weggereden van jou. Trouwens, ik had toen nimmer mogen weggaan van jou zonder je adres of telefoon te vragen. Ik had dan geen tien jaar moeten wachten om je terug te zien.’


    ‘Tien jaar’, zegde hij, ‘tien jaar al?’


    Wat had hij gedaan in die tien jaren die voorbij waren opdat hij hier vandaag, op dit ogenblik van die tijd die voorbij is, zou gestaan hebben? Niet zo veel eigenlijk, de jaren waren voorbij gerend, enkel wat geschriften hadden ze nagelaten, wat luttele woorden, halfvergeten herinneringen her-opgeroepen, en nu meer dan ooit als een paal boven water, het boek dat zich plots verder schreef.


    ‘Je hebt gelijk, Anja, nu je hier voor mij staat is er opnieuw het ogenblik van het afscheid in die enorme ruimte van de bergen, in het grote licht van die maand augustus. Wat er tussen ligt is een holte.’


    ‘Het is inderdaad als een holte, als een leeg vat, maar ik, ik ben hier in deze stad komen wonen en jij, woon je hier ook?


    ‘Ik woon hier nog altijd in gedachten, het is de stad waar ik van houd, maar na de Bank ben ik terug gegaan naar de plaats van mijn jeugd en woon ik nu in S. een twintigtal kilometers hier vandaan.’


    ‘En toch ben je hier, precies waar jij en ik moesten zijn. De wegen van je God zijn ondoorgrondelijk.’


    ‘Het is niet God, wie Hij ook moge zijn, het is het web waarin verweven ligt al wat ooit geweest is voor jou en voor mij, dat gemaakt heeft dat we hier vandaag voor elkaar zouden staan’ - om je te kussen, dacht hij, om je te houden en lief te hebben, dacht hij – zoals het geschreven werd.’


    ‘Door God?’


    ‘Door het web gebeurtenissen, dat misschien God is, maar dan niet de God van onze jeugd’.


    Ze stonden nog steeds voor de ingang. Mensen kwamen buiten, andere gingen binnen. Hij dacht, als ik alleen gebleven ben, was het omwille van haar, was het opdat hij haar thans zou kunnen zeggen dat hij nog steeds zonder vrouw was, omdat het voorzien was dat hij haar vandaag, de eerste dag van de nieuwe lente, ontmoeten zou? ‘Heb je even tijd, vroeg hij, ‘kunnen we hier wat verder een koffie gaan drinken?


    ‘En je boodschappen dan?


    ‘Die kunnen wachten, ik had enkel maar wat inkt nodig’.


    ‘Kom je daarvoor naar Schleiper?’


    ‘Neen, ik weet nu dat ik kwam om je terug te zien, het was duidelijk een rendez-vous,  zoals Paul Eluard het wist - met de liefde dacht hij - ‘met jou Anja.’


    ‘Graag dan, nu ik je heb, laat ik je zo maar niet los.’


    Hij nam haar gevulde Schleiper-tas over en ze wandelden naar het dichtst bij gelegen café of restaurant of wat het ook was. Hij zat er waar hij zitten moest, zij voor hem, hij voor haar, handen op de tafel die naar elkaar toegingen. Zegde ze:


    ‘Herinner je, Ugo, toen ik die namiddag weggereden ben en na enkele seconden ben gestopt heb ik je toch gezegd dat dit geen afscheid kon zijn. En jij hebt toen geantwoord dit is een ‘à Dieu’, de groet van de mensen uit het dorp, ik zie je terug als de Dame Fortuna van Dante het wilt en je voegde er nog aan toe, want je woorden zijn me bijgebleven, dat ik me in jou had gezaaid, in je lichaam als in je geest en dat uit dit zaad een boom zou groeien. Maar, denken nu dat ik je op een flits na had kunnen missen, denken dat ik van morgen klaar stond om weg te rijden naar dat dorp in Bourgondië, en toen ik buiten kwam en er aan dacht dat ik eerst boodschappen te doen had: papier en stiften en kleuren te halen bij Schleiper, ben ik hierheen gekomen alsof jij het was die me riep, alsof mijn geest je aanwezigheid had aangevoeld’.


    ‘Sheldrake’, zegde hij – onmiskenbaar dacht hij - ‘zijn morfische resonantie!’


    ‘Wie’, vroeg ze hem, ‘ wie regelde dit, jij?’


    ‘De golven omheen jou en mij, en al wat is, al wat is van het voorbije en het nog komende, van de bergen en de gletsjer, van de wolken hier en van het landschap en, nog meest van al, aanwezig in de hoop die leefde in ons, de hoop ooit elkaar terug te zien.’


    ‘Magie. Wat je daar opsomt is magie, is het magische van het zijn, dus bestemming. En de tijd er tussen was, zoals je zegde, de holte van het weg-zijn-van-elkaar.’


    Ze was ouder geworden, rijper, wijzer, inniger. Haar lichtende ogen grijs bijna, haar mond, iets breder misschien dan normaal, haar blonde haren met het licht erover, goud en zilver en de rode sjaal achteloos over haar schouders. Ze was vrouw, vrouwelijk en toegankelijk zoals ze voor hem zat.


    16-12-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag Honderd: Het weerzien



    Achter de schermen van het dagelijkse, in het onbewuste, het ongekende, het nog ongrijpbare, worden de wegen getrokken die we bewandelen zullen om uit te komen op nieuwe plaatsen, nieuwe kruispunten in ons leven. Of, anders geformuleerd, je ontkomt niet aan wat voor jou, waar ook, staat of wordt opgetekend, altijd, altijd ben je aanwezig op het precieze ogenblik, op de precieze plaats, waar je zijn moest opdat gebeuren zou wat je te gebeuren stond. Je ontkomt er niet aan en als je er over nadenkt stel je vast dat elk kruispunt, zoals je het noemen wilt, ver, heel ver in de tijd ligt - ooit schreef je, bij je voorouders, Neanderthalers - in elk geval je leven is een snoer van kruispunten, het ene vloeiend uit het andere.


    Die bewuste morgen had hij, vóór de dag opkwam de laatste pagina’s van zijn manuscript herlezen en er verder aan gewerkt tot voorbij Hugo Claus, en was er in hem, om wat hij geschreven had, bij het ontbijt een voldaan gevoel om redenen die hij dus kende en ook om redenen die hij niet kende maar die hij vaag, ergens als een gele vlek - une tache jaune - aanwezig voelde. Hij was buiten gegaan in het prille breekbare licht over het erf en tussen de bomen en hij zag er een belofte in, het was lente, duidelijk lente, hij vergiste zich niet, hij zag het ook hier, zoals aan de Leie, in het teergroene van de treurwilg met vinken en meesjes onderste boven aan de zaadzakjes die hij er in opgehangen had. Hij voelde zich los en ruim, hij voelde zich oneindig, want hij wist voor zich zelf dat hij in zijn manuscript gedachten had samen gebracht die waardevol waren. Zelfs als over zijn werk gezegd zou worden, dat het elitair was: een soort dagboek dat te hoog gegrepen was en dus geen ‘hapklare’ literatuur, wat er stond voldeed hem. Hij had gepresteerd wat hij zich voorgenomen had en dit binnen de tijd die hij zich gesteld had. Hij vond zelfs dat hij het afsluiten kon, dat hij er niets meer aan toe te voegen had dat er een meerwaarde zou aan geven. In de nacht had hij zelfs gedacht terug te gaan naar zijn tekenen en zijn etsen, maar zeker was, hij had een vrije dag verdiend, en maakte zich klaar om naar de stad van zijn hart te gaan, al was het maar om eens door de boekenwinkels te lopen, misschien even binnen te gaan in die prachtige, gerestaureerde Sint-Niklaas kerk en ook, en dit mocht hij niet vergeten, een paar flesjes Herbin-inkt te gaan halen bij Schleiper, waar hij in lang niet meer was geweest.


    Hij kleedde zich in stadskledij, sloot alles af, nam de wagen en reed weg door de verlaten straten van het dorp: een snipperdag, dacht hij, kan er wel af. 


    *

     


    Nu hij beseft dat alles gebeurd moet zijn zoals het ergens voorzien was, wist hij dat de beslissingen die we nemen en de gebeurtenissen die zich voordoen, altijd het gevolg zijn van tal van kleine als van grote feiten uit je leven en uit het leven van anderen; dat al deze feiten met elkaar, waar ook beleefd of ontstaan, verweven liggen, in en over elkaar geschoven worden, en dat elk nieuw gebeuren het resultaat is van deze verweving waar we totaal geen vat op hebben.


    En wat het toeval betreft, want dit is het woord waar hij aan denken zou, weet hij wat de grote Jorge Luis Borges wist te zeggen over het gebeuren dat hem in aanraking bracht met de drie kleine boekjes van de Divina Commedia, een gebeuren dat hij niet wou zien als toeval, want schreef hij: ‘Het toeval (alleen dat toeval niet bestaat, dat wat we toeval noemen onze onwetendheid is, over de complexe machine van de oorzakelijkheid) maakte dat ik kennis maakte met drie kleine boekjes in de boekenwinkel Mitchell...’


    Het kon dus dat de hoop zelf dat iets gebeuren zou, de oorzaak zou zijn van een zich stilaan (in het geniep) vormende werkelijkheid. Achteraf zal hij haar zeggen dat hij die voormiddag, ingesteld was op het komende, en dat dit het was dat hem had weggelokt naar de stad alsof hij er naar toe gezogen werd, alsof er een roep was, een aanwezigheid was die hem wachtte. Het wondere was dat hij ook die morgen in hem nieuw leven voelde, alsof er van het omringende een krachtige impuls uitging, alsof er in de voedingsbodem van het voorbije, duizend zaden klaar lagen om te ontkiemen, zoals dit al was gebeurd in de houten wijnkist waarin hij gezaaid had in de rijkste aarde en hij, vóór zijn vertrek, doorheen het met waterdruppels bedekte glas, de eerste groene stengels, elk met een beginnend blaadje had opgemerkt.


    Achteraf ook, zocht hij naar een reden voor hun her-ontmoeting. Hij dacht die toe te mogen schrijven aan de geur van de aarde die morgen of aan de vreugde die hij gekend had toen hij zijn tekst herlas, of nog aan iets helemaal anders dat hij niet vermelden wil om niet over te komen als een heretic. Maar het was bijna automatisch dat hij zonder veel na te denken de wagen had genomen en via de snelweg naar het centrum van de stad was gereden waar hij voor het Gerechtshof, uitzonderlijk als voorbehouden voor hem, een parkeerplaats had gevonden – van nu af was alles tot op de seconde na getimed, maar dit wist hij niet – hij stapte uit in het gewoel van de stad dat hem omhulde, stak de Leie over en nam rechts de Ajuinlei, waar hij zag dat die inkom van Schleiper gesloten of afgeschaft was en dat hij de ingang Onderbergen nemen moest, een huizenblok om en dit, dacht hij, voor een paar flesjes ‘Lie de thé’- inkt, echter voor hem even noodzakelijk als de oude Sheafferpen. Een inbeelding misschien maar bij het schrijven is voor hem elk detail van belang. Hij kwam aan de ingang Onderbergen, op het ogenblik dat de glazen deur openschoof en een dame buiten stapte. Een ogenblik stonden ze oog in oog en toen greep ze zijn arm:


    ‘Cabane du Grand Mountet’, zegde ze, ’Ugo’. Ze sprak zijn naam, een naam waarvan hij nimmer gehouden had, maar voor haar was het een blijheid.


    ‘Anja’, zijn stem klonk hees, hij droomde.


    …/...


     


    15-12-2018, 06:34 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag negenennegentig: Hugo Claus



    Hij schreef dit neer de dag dat hij hoorde dat Hugo Claus overleden was. Met een onwezenlijk gevoel luisterde hij naar de stem op Klara die over zijn beschreven bladen en zijn boeken gleed en echoënd de kamer rondging. Zijn ogen vochtig als hij naar buiten ging onder de zwijgende bomen. Weten zij het ook van Claus en de dood. Weten zij ook, zoals hij het eens hoorde uit de mond van Claus, die avond in dat café, vóór het schilderij van de uitgestrekte langoureuze dame met de halfopen lippen, dat hij wandelen ging op de boomgaard met een glas champagne in de hand telkens als hij een goed gedicht had geschreven. Een zin van Claus die hij, Ugo, maar al te graag herhaalt?


    Dagen erna volgt hij, staande voor het scherm, de uitvaart in de Burla-schouwburg. Hij hoort wat Erwin Mortier weet over hem, wat Cees Noteboom, wat anderen vertellen over zijn werk, over zijn kunst, over zijn groot-bruisend leven. Tranen drogen op zijn gezicht.


    Nochtans had hij, buiten zijn gedichten, weinig van hem gelezen, maar Claus imponeerde hem van zijn ‘Metsiers’ af. Hijzelf had in zijn jeugd ooit een novelle geschreven, van een tachtigtal pagina’s, over een moeder die haar oudste zoon afstond aan een vreemde vrouw, in een huwelijk dat haar verrast had en niet welgekomen was, maar verder was hij niet geraakt.


    Claus echter leefde om te schrijven, om te creëren, hij was hierin een kolos. Van het ogenblik dat dit haperde was het geen leven meer voor hem. Hij heeft het ons duidelijk gemaakt.


    Het was geen kwestie van lijden of niet lijden, maar, niet alleen zijn lichaam was stervende, ook, wat hij niet verwerken kon, wat hij niet aanvaarden kon, zijn scheppende geest was stervende. Hij ook zou eenzelfde beslissing nemen indien de geesteskracht hem ontbreken zou om te lezen of te schrijven of zijn woorden te formuleren tot zinnen.


    Hij schreef in zijn dagboek die avond, met de beelden van de kist, waarin hij het dode lichaam van Claus wist opgebaard, nog op zijn netvlies:


    Waarover handelt dit boek nu eigenlijk? Het is geen verhaal dat ik te vertellen heb, geen spettering van woorden die ik tegen de wanden van mijn kamer slinger, maar vandaag, is het een dag van droefheid die ik hier lijk een krans van woorden neerleg over Hugo Claus. En, ‘we die with the dying’, zegt T.S. Eliot. We sterven met hen die sterven. Hun beeld ankert zich vast en houdt ook onze ogen gesloten.

     

    * 


    Wat is er van de eeuwigheid voor hen die sterven gaan? Hij heeft in zijn gedachten dat schitterend boekje van Adonis*, de schrijversnaam van Ali Ahmed Said, die ons de visie brengt van Al-Macarri een Arabische dichter-filosoof, die leefde in de tiende eeuw:


    ‘Al-Macarri creates his world – if create is the right word - with death as his starting point. Death is the one elixir, the redeemer. Life itself is only a death running its course. A person’s clothes are his shroud, his house is his grave, his life his death, and his death his true life.


    En in zijn gedachten leeft ook de zin die George Steiner** de wereld in stuurt: ‘La mort, je le sens, sera chose intéressante’.


    Dit wordt me duidelijk, denkt Ugo, heel duidelijk zelfs, als ik me zie/weet sterven, zijnde een wolk, niet een lichaam: een wolk van deeltjes tot Higgs deeltjes inbegrepen.


    Hij denkt, toch gaat het gaat goed met mij, het is nimmer in mijn ganse leven zo goed geweest. Ik voel dat ik leef, ik voel dat de geest beweegt in mij, ik voel dat de wereld zich buigt over mij. Dat wat ik denk, Elohim te zijn, zwelt omheen mij en dat ik me wegschrijf in Hem, totaal opgezogen ben door Hem, ook wat was, ook wat is, ook wat nog komen zal.


    Het gaat me heel goed, God van mijn hart, en in meer is er een opening, naar iets dat gebeuren kan, iets vreemd maar ook iets beloftevol. Het gaat me heel goed, schrijvend in de cirkel licht over me.


    Mahler op de radio. Hij denkt, het ouder worden voelt als een lichtheid, een helderheid, een stilte ook die me toelaat weg te duiken in de vijver van de geest en er in weg te drijven.


     


    *Adonis:  An Introduction to Arabic poetics, translated from the Arabic by Catherine  Cobham, Ed.Saqi books London, 1990, pag. 65.

    **George Steiner : Grammars of Creation


     


     


    14-12-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag achtennegentig: kerkhoven.


     

    Hij vertelde dit aan Marc H. die hij, diezelfde namiddag, na de lunch, had bezocht. Hoe goed het is op een dag zoals deze een eenzame vriend te bezoeken, zijn hand te drukken en binnen te gaan in de ruime woonkamer met de vleugel piano en het werk van Jan Burssens aan de muur, een Brusselmans ook, en een boerenvrouw van Gust De Smet, een schilderij van een ietwat kleiner formaat dan het schilderij verkocht bij Sotheby, zoals Marc hem vertelde.


    Maar de namiddag, die al lang vastlag, was slecht gekozen. Zelfs als het land vol is met de beginnende tekens van het nieuwe leven, ontsnapt hij niet aan de greep van de dood. Zo is er stilte tussen hen als Marc hem een doodsprentje aanreikt van het dochtertje van zijn broer dat, op weg naar school, het slachtoffer werd van een verkeersongeval. Hij noemt haar naam, al is ze niet meer van deze aarde. De tekening op de voorzijde toont niets meer dan een pluim, getekend door een vriendje van haar. Ugo denkt aan T.S. Eliot:


    My life is light, waiting for the death wind,

    like a feather on the back of my hand...


    Maar Simeon van het gedicht had zich al verzoend met de dood, maar zeker niet het meisje, en zeker niet zij die overbleven. Terwijl hij een goed moment beleefde enkele kilometers hier vandaan kreunt de mens om het onheil dat hem overvalt.


    Het leven stuwt je altijd verder, de tijd in. Marc neemt hem mee met de wagen, langs dreven en bossen om uit te komen aan de kerk waar ze binnengaan en waar de wijding hangt van brandende kaarsen. Hij denkt: hoewel al mijn Gregoriaanse dodenmissen een parfum hebben nagelaten die het eeuwig leven suggereert, zal ik ooit de moed hebben in mijn testament te vermelden dat ik wel graag zou worden binnengebracht in de kerk, maar dat het niet nodig is een mis te celebreren voor de rust van mijn ziel?


    En nog, denkt hij, is de ruimte van alle kerken, alle kathedralen niet voldoende geheiligd door de mens die deze bouwde opdat er in meer, blijvend iemand zou moeten geslachtofferd worden voor een zonde die nu, zoals hij al schreef, als mysterieus gezien wordt? En, zou het kunnen dat ik word binnengebracht in de kerk van mijn dorp, al was het slechts achteraan, dat men Mahler speelt, of misschien liever het Andante uit de zevende symfonie van Beethoven; dat men enkele teksten neemt uit het Evangelie van Thomas of de passage uit Lucas waar hij zegt dat het koninkrijk Gods zich binnen in ons bevindt, of een tekst die men halen kan uit zijn geschriften, met op het einde, als slot erover uitgestrooid, het ‘In paradisum, en het ’Dies irae’. Zou men dit dulden na al wat hij geschreven heeft en hier staat opgetekend?


    Hij stelt de vraag aan Marc bij het buitengaan. ‘Waarom niet, antwoordt hij, ’als je maar lang genoeg wacht om te sterven. De Kerk kan zich niet blijven opstellen binnen haar systeem, Rome zal niet altijd de ogen blijven sluiten voor wat er zich aftekent in de wetenschappelijke wereld; maar kom, ik wil je iets tonen.’


    Ze rijden verder naar het kerkhof. De zon is verdwenen en de lucht is als van staal. Uit de as van de doden kruipt het leven omhoog, stijgt het onstuitbaar in de ragfijne takken van de berken die getooid zijn met het lichtste groen.


    Ze gaan voorbij het graf van het zoontje van een vriend van hen, een jongetje dat hij gekend had, dat hij mee begraven had en de stem van de blinde zigeunerjongen die toen zong, hangt nog altijd over de doden. Ze staan stil voor de plaats waar twee kinderen uit het huwelijk van Marc begraven liggen. Een gietijzeren plaat met een vers van Hugo Claus dat hij leest:

    Voor de herfst raakt het blad van de kerselaar los

    en zakt en valt tegen het gebladderd gras…


                      De rust van het land over het dorp, de tinteling van het licht in de ramen waar ze langs rijden, beweging en rust, waar had hij dit                   nog gehoord. Waarom zijn het enkel de woorden van de dichter die onze wonden helen kunnen?

    *


    Hij schreef dit neer de dag dat hij hoorde dat Hugo Claus overleden was... 



    13-12-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 97: Noble and humble men of heart



    Boeken ook: de nachten lang en wegdromen terwijl  hij las en in gedachten op plaatsen was die hij zo goed kende, een lichaam, tegen hem gedrukt, warm en slank, dat hij omknellen kon met een arm, als hij wandelde met haar, in de herfst of in de lente en in de winter zelfs,  langs de stroom, met de reiger op de oever en de eenden die neerstreken, soms.


    En nog kan hij niet los van wat was als hij ‘s middags neerligt op het bed met het venster open, de meesjes en de merels en de mussen en het in gedachten zomer is met de wind over het wiegende koren en ze beiden diep in het korenveld waren doorgedrongen en zijn hand geschoven onder haar half open bloes, een kleine godin die ze toen was. En omdat ze niet wachten konden, omdat het leven zo overrompelend was, zo tintelend, zo bruisend om hen heen, het gouden stuifmeel dwarrelend over hen tot diep in hen zich vasthakend. Terwijl ze opstegen met de leeuwerik, als ze neerlagen in de warme aarde, met haar hand in zijn hand en ze kleiner werden naarmate de leeuwerik hoger klom: het golvende korenveld met de akkers en velden er omheen, en de donkere vlek van het bos. En zij beiden, beweegloos, ademend met het koren, ademend met de aarde, tussen het rood van papavers en het blauw van korenbloemen.


    Zovele herinneringen die hij niet meer houden kan. Hij is het medium langs waar alles zich opnieuw voltrekken kan, waziger steeds en meer en meer herleid tot de essentie, de sappen, de zaadcellen ervan.


    Hij denkt, als ik dit alles neerschrijf dan blijft dit hier in tekens omgezet; als hij schrijft dat ze beiden blootvoets door het warme, mulle zand van de veldweg wandelden, dan blijft dit behouden en kan er nimmer iets aan gewijzigd worden, niets in min, maar veel in meer. 


    Zoals hij zich uit ‘Dokter Zhivago’ nog herinnert hoe Yuri’s moeder begraven wordt en Yuri de nacht doorbrengt in een cel van het klooster met door het raampje, het zicht op de tuin met de bevroren groenten. Ook dit beeld blijft bewaard voor de eeuwigheid, alsof hij het zelf heeft beleefd, heeft neergeschreven.

     

    *

     

    Het is lente denkt hij, het is onherroepelijk lente, de aarde bloedt, de luchten ruiker naar zonnebloemen, in hem is een groot verwachten, iets dat op het punt staat te gebeuren. Hij is op weg naar de club waarvan hij lid is gebleven. Twee bijeenkomsten - telkens de eerste donderdag van de maand - heeft hij gemist en de voorzitter had hem gebeld en gevraagd of hij ziek was. Neen, helemaal niet had hij gezegd - niet dat hij ziek was van het schrijven - maar hij ging komen. Hij zit neer aan tafel in een bekend restaurant aan de oevers van de Leie.  Vóór hem de weidevlakte die begint aan de boorden van de stroom en in een lange, trage, zuivere beweging, zich uitstrekt over de weiden tot de huizen en bomen aan de horizon, met in hun midden, er boven uit, zoals het hoort, de toren van de dorpskerk.


    Links de canadabomen, een compacte massa die het kasteel van Ooidonck bijna volledig verbergt en, rechts, de droombomen, linden, eiken, beuken, hun kruinen geëtst tegen de grijze luchten; dichterbij, een brede treurwilg, teergroen al, het eerste teken van wat nakend is.


    Hij aquarelleert dit in woorden zoals een vriend die ging - zoon van Albert Saverijs, de schilder - het placht te doen als hij hier met hem aan tafel zat. Hij ook zou gezien hebben dat er plots een straaltje zon uit de wolken kwam. Hij ook zou gezien hebben hoe in de verte een band licht over de weide gleed en hoe er gekleurd werd in een grote variatie van groenen tot waar de meeuwen zich vallen lieten in het overstroomd gedeelte, en zwermen ganzen neerstreken, en hoe, aan hun voeten bijna, op het glinsterwater, meerkoeten wegdreven naar hun bestemming.


    Turbulentie in hem om de middag die hen samenbracht: de stemmen door elkaar, de gezichten, de verhalen over wat gebeurde of ging gebeuren. Hij denkend aan de schakeringen groen en de band licht alsof hij deze de kleuren  bevruchten wou en ook turbulentie in hem om wat hij hen te zeggen had: woorden die hij klaar had om gesproken worden, als zijnde de gedachten van de verre bomen, woorden die zich mengen zouden met de rimpels op de Leie - het gesprek van het licht dat zich mengt met water - Rimbaud moet er een gedicht over geschreven hebben.


    En dan is het, terwijl er het trage vloeien van water is - hij ziet het, zoals het gisteren was en het morgen zal zijn als niemand van hen hier nog aanwezig is - is het zijn beurt om zoals het gebruikelijk is, de maaltijd te openen met een gedicht of een tekst of een woord dat vroeger een gebed moet geweest zijn.


    Hij heeft iets voorbereid. Hij heeft een tekst geprint en uitgedeeld, een tekst die hij ooit heeft opgetekend, toen ze,  na hun overtocht naar Dover, in Rye, overnacht hadden in ‘the Mermaid’ en hij, in de valavond, de parish church had bezocht en de tekst in the south transept window, had overgeschreven. Hij staat recht voor hen. ‘Hoort’, zegt hij, ‘wat geschreven staat in de glasramen van de parish church van Rye‘:

     

    Jupiter – Comet – Moon – Sun – Milky way – Saturn

    O ye angels of the Lord

     O ye fire and heat

      O ye lightnings and clouds

       O ye wheels

        O all ye beasts and cattle

     

    O ye waters

     O ye winter and summer

      The earth

       O ye seas and floods

        O ye priests of the Lord

     

    O ye shower and dew

     O ye ice and snow

      O ye mountains and hills

       O ye whales and all what live in the waters

        O ye children of men

     

    O ye winds of God

     O ye nights and days

      O all ye green things upon the earth

       O all ye fowls of the air

        O ye holy and humble men of heart

     

    Er was stilte toen hij zweeg, allen wellicht verwonderd, verbaasd: Ik weet niet, zegde hij, of ik de tekst goed gelezen heb, mijn Engels kan beter. Ik weet evenmin hoe deze te ontcijferen is, maar het is een oude tekst, gedacht en geschreven door iemand die wellicht dichter tot God stond dan wij, door iemand die verweven was met God en de natuur, met de Kosmos zelfs. Dit wou hij open op de tafel leggen en open over het landschap hier dat van de Leie is: een wereldbeeld van wat toen hier ook aanwezig zal geweest zijn en nu aan het verdwijnen is. 

    Hij stond daar voor de vrienden aan de gedekte tafel. Voor hem uit de Leie beemden, het licht erover, wijd open nu, de wolken laag. Zijn woorden die nog even hangen bleven, hij nog rechtstaande, de vrienden die keken naar hem: holy and humble men of heart, zoals hij hen noemen wilde en zoals hij wist dat ze waren.


    12-12-2018, 07:21 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 96: Hoe het was en hoe het voelde.


     

    Het laatste uur van de nacht is hij wakker geworden met een kloppende hoofdpijn. Hij is opgestaan, heeft een aspirine genomen en is weer ingeslapen. Hij droomt dat hij bij de kapper zit die hem vraagt of zijn haar kort genoeg geknipt is. ‘Neen’, antwoordt hij, ‘knip er nog een stuk in meer af opdat iedereen zien zou dat ik boete wil doen voor de pijn die ik anderen heb aangedaan’.


    ‘Zoals u wilt, mijnheer, maar dan zal er niet veel meer overblijven op je hoofd.’ En hij knipt maar. Zijn grijze haren vallen met bosjes op het witte laken, een plukje voor elke pijn die hij bracht. Hij voelt de tranen over zijn wangen. ‘U zou nog meer moeten wenen’, zegt de kapper, ‘want u hebt velen pijn gedaan’. ‘Ik weet het, ik weet het’ wil hij antwoorden, maar de woorden komen niet, ze blijven hangen in zijn keel.


    Hij schiet wakker, de ogen vol tranen. Het is juist, denkt hij, ik moet boete doen voor al het verkeerde dat ik gedaan heb. Spijt hebben is niet genoeg, je haren kort laten knippen is niet genoeg, evenmin als het neerschrijven van woorden.


    Maar hij wil het gezegd hebben. Hij wil het, opdat allen die hem lezen, weten zouden dat zijn aftasten van wat de god Elohim kan zijn, niet voortdurend op zijn agenda stond; dat er ook vele momenten waren dat hij simpel mens was onder de mensen, met de vele gebreken die de mens door te maken heeft en dat hij hierover weinig of niets gezegd heeft, omdat er niets over te zeggen valt maar veel over te zwijgen.


     

    *

     

    Zo is de morgen met de regen tegen de ramen en de wind omheen het huis, een kleurloze morgen en is er, komende van nergens, een herinneren dat hij niet bepalen kan. Dit overvalt hem maar al te dikwijls de jongste dagen. Het is een zachtheid, een geur, een omgeving, die hij beleefd moet hebben. Het komt, hij houdt het een ogenblik, een fractie van een ogenblik slechts en dan is het voorbij. Maar de vleug herinnering blijft:


     

    Je waart de velden in de regen,

    de stroom, de trage wegen.

    Je waart de bomen, je waart met witte ogen,

    de meeuw ver afgedreven.

    de regen zal niet blijven duren,

    de warme haard is daar, het bed,

    de tijdloosheid. Hij hoopte maar,

    hij hoopte maar, nooit meer gezocht

    naar woorden maar over mij gebogen:

    mijn liefste  lief, zal ik je haren drogen?

     

    Ze waren ergens in de Kempen - was het niet Zoersel? - in het zomerbos, in de wildste geuren van varens en van dennen toen plots het onweer hen overviel. Hij had haar hand genomen en ze waren naar de bungalow gerend. De regen ruiste in de bomen en het leven sprong op in hen, alsof ze waren opgenomen in de beweging van de aarde en hun geluk de echo ervan was. Dit was wat hij zich herinnerde en het was pas toen ze stilstonden bij de deur en hij de sleutel zocht dat hij zag hoe kwetsbaar ze wel was en hoe klein ook en hoe het water uit haar losse haren droop over haar ogen. En als een gevoel van oneindigheid zijn nat lichaam tegen haar lichaam gedrukt. Hij nam haar op en droeg haar naar het bed. Er waren geen gedachten meer, er was alleen de grote roep van de regen en de bomen, van het gras en de rozen, van het immense leven dat in alles om hen aanwezig was en toen hij haar nam, hun beider schreeuw scheurde de kamer, scheurde de muren en bleef hangen in het geruis van de wereld.


    Daarna had hij de haard aangestoken terwijl de avond viel en de deemstering binnensloop. Ze waren op het schaapsvel voor de haard gaan liggen, kijkend in het soepele spel der vlammen en nog was het bloed niet voldaan, hij had haar even maar aangeraakt en gevoeld hoe open ze was, hoe vol verlangen en, in haar bewegend, haar houdend, haar handen in zijn haren, in zijn hals, over zijn rug. Haar woorden zich mengend met de woorden die hij niet spreken kon. En haar schreeuw terug. En, toen ze naast hem neerlag, schaamteloos blootgewoeld fluisterde ze in zijn oor:  ‘Ugo, je zoon beweegt in mij.’ Alsof ze het weten kon dat het mirakel zich voltrokken had.


    Avonden en ochtenden daarna van een grote intensiteit, alsof de krachten van het bos hen bezaten. Hoe vlug dit alles niet voorbij was. Hoe vlug de maanden, de jaren er niet over schoven zonder dat ze beseften dat de jeugd hen ontglipte, dat het bloed trager vloeien ging en de ziekte kwam in haar. 


    * 


    Dit alles is nu van de tijd na de dood, is van een naam op een grafsteen, van een dwergspar geplant in het deeltje aarde waarvan men denkt dat de wortels naar haar toegroeien en haar eens raken zullen in haar eeuwigheid. En de dwergspar die groeien gaat en jaar na jaar in volume toeneemt, zodat hij de naam overschaduwt en ook de vele dingen die hij nu niet neerschrijven wil omdat het eindeloos is en omdat we die with the dying*, en hij, denkend aan wat was van haar of, zijn toedekken van al wat stierf met haar.


    See, they depart and we go with them*: een schakel nog, voldoende om de weg terug te zien in de regen die neerstroomde, en haar nat lichaam tegen zijn lichaam en de niet te beschrijven heerlijkheid van schoot en bevrijding.


    De echtgenoot die hij was stierf met de stervende. En jaren erna is de lucht stilte terug en schijnt het bloed gezuiverd te zijn en hernieuwd te vloeien in zijn aderen al is er nog wel altijd het geruis dat blijft, zoals het geruis blijft van de boom die geveld wordt, en van zijn takken ontdaan, wordt weggevoerd naar de zagerij.


    Het geruis van het bloed dat je nog wel horen gaat op lange avonden met Bach of Mozart of Shostakovich, of Janacek of Debussy, of Ravel, of zovele anderen. Of een vrouw terug die je meeneemt naar bed lijk een boek dat je neemt om te lezen en niemand die begrijpt waarom je roep de klank heeft van pijn. En Bach terug en Beethoven en Schubert en Mahler en nog Mahler of Lieder eines fahrenden Gesellen en, Ich habe nie Adé gesagt,  ik heb niet je hand gehouden toen je sterven ging, een dag in juli.


     


    *T.S.Eliot: ‘Four Quartets’: Little Gidding’ V, 218-219


    11-12-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 95: 'Todopoderoso' wat het schrijven betreft



    Hij dacht in bed aan wat hij geschreven had aan John. Hij voelde dat hij iets belangrijks eraan toevoegen moest, iets van Jung. Ik moet het  nu doen dacht hij, morgen is het weg, is het verloren. Hij stond op, sloeg een deken over zijn schouders, ging de trap af - het vuur was uitgedoofd, de kamer was een geronnen kilte. Hij mailde aan John:


    Ik kan in de morgen schrijven over de avond, ik kan in de lente schrijven over de herfst; ik kan, gezeten aan de vijver, schrijven over een chalet in de Valais: ik ben - ‘todopoderoso’ zou Borges zeggen - almachtig wat het schrijven betreft, omdat mijn geest van alle tijden is en van alle plaatsen. Ik ben zoals de particule die hier is en ook ergens aan de overkant van het zijn, ergens in het niet-zijn. Wie zal me, in de dagen waarin we leven, tegenspreken en zijn tegenspraak zwart op wit uitbrengen ten overstaan van de wereld die op hol geslagen schijnt. Soms denk ik zelfs dat we op de vooravond van een revolutie staan waarbij alles vernietigd en alles opnieuw zal geschreven moeten worden.

    Dit is het bevreemdende, mijn beste John, waarmee ik mijn vorige brief aan jou aanvullen wou. Ik dacht er aan in bed, ik had iets over het hoofd gezien. Nu, aangekomen waar ik sta, is het aan de dood dat ik denk en, of de dood het einde is.


    Is Ravel, die ik hoorde vanmorgen, dood; is Beethoven dood, is Mahler, Johan Sebastian Bach, dood en opgeslorpt door de tijd. Is dit dan de onherroepelijke waarheid waar we elke nacht mee slapen gaan en moet ik me hier voor eeuwig en altijd bij neerleggen?

     

    Was het schilderen van Da Vinci, van Van Eyck, is mijn schrijven weinig meer dan wat stuiptrekkingen van een vroegere holbewoner, is een leven eigenlijk méér dan wat gerimpel op het water van de vijver?

     

    Als ik zie welk wonder het leven is. Zie of meen te begrijpen hoe we in elkaar zitten: een massa atomen, elektronen, neuronen en wat nog allemaal. Zie hoe onze hersenen functioneren, hoe we leven, ons herinneren wat was en hieruit opmaken wat komen kan, zien hoe velen creatief bezig zijn, dan is het verdict dat er niets is na de dood, te simpel.


    Mijn visie is deze van Carl Gustave Jung: je moet, wil je geleefd hebben, over de dood hebben nagedacht, je er zelf, na rijp beraad, een idee over gevormd hebben en je er niet, als een levende dode, hebben bij neergelegd. 


    Een plant is een plant, een dier is een dier en een mens is een mens. Echter, is het mens-zijn niet méér dan het plant-zijn, dan het dier-zijn? Is het nodig of wenselijk, wat het ‘zijn’ betreft, ons op een voet van gelijkheid te plaatsen, om te besluiten zoals voor plant of dier, na de dood is er niets?


    Ik denk dat het leven zin heeft, en dat in die zin het doel ligt. Het is een oordeel met tal van facetten. Het betekent echter niet dat ik de absolute zekerheid heb van wat ik vooropstel, het betekent enkel dat ik erover heb nagedacht en tot een besluit ben gekomen en dat ik dit besluit uitdragen mag en moet.


    Een van de facetten ervan is dat er ‘Iets’ moet zijn. Ik vind dit in de natuur om me heen, in de boom die zaad draagt voor de nieuwe boom, en de vraag die ik me hierbij stel, wat was er eerst het zaad of de boom? 


    Wel het antwoord is simpel, zo simpel als verbazend, boom en zaad zijn het uiteindelijk product van een evolutie binnen de boom en binnen het zaad. Een evolutie die gelijktijdig in beide, boom en zaad, plaatsgevonden heeft om uiteindelijk, en wij zijn er nu getuige van, uit te komen in ‘schijnbaar’ twee gescheiden entiteiten. Dit geldt evenzeer voor kip en ei. Maar, wie of wat heeft er gemaakt dat de boom, boom werd én zaad, en wat was er vóór de boom zaad droeg, onder welke vorm was de boom er en was het zaad er? 


    Boom en zaad, al wat is, is voortgekomen uit wat in den beginne was, uit van wat was dertien miljard jaar terug in de tijd. En op dat punt in de tijd was er ook, over alles en nog wat gespreid, was er wat er was vóór alles: de wil, de drang tot scheppen. En in die drang tot scheppen, de drang tot het verder scheppen, dat van de evolutie is. Een evolutie die niet te stoppen is. Zo was er in dat punt, in dat allereerste begin, de lucht aanwezig, het water, het vuur en de aarde, en uit deze vier elementen, plant en dier en, uitzonderlijk, de mens, de denkende mens, de homo sapiens.

     

    En zeg me niet, zoals Jacques Monod, dat dit alles toeval is. Zeg me niet, dat er van in den beginne, niet de ‘wil’ was te komen tot de mens. Niet tot de mens als plant of dier, maar tot de denkende mens, tot – en dit is de zin ervan - de geest aanwezig in de denkende mens. En dan, en ik denk aan José Saramago’s halsstarrigheid te verklaren: alles is ‘nada’. Heeft hij er ooit over nagedacht, zoals Jung wou dat we er over nadenken zouden.


    Denken wij erover na? Stellen wij ons geen vragen over de geest van de mens die heel wat meer is dan de stof waarover gesproken wordt in vers 3, 19 van Genesis? Zo, ik zeg het maar, ik schrijf het maar: voor mij is de dood een nieuw begin en is het leven een wandeling, ook een pelgrimstocht naar dit nieuwe begin. 


    Et honni soit qui mal y pense.


    10-12-2018, 07:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs