 |
|
 |
|
|
 |
05-07-2015 |
Paulus in Arabië |
Omheen Paulus is er bij mij tot op vandaag een vraag blijven hangen: na te hebben ingezien wie de Jezus was die hij vervolgde, is Paulus, zoals hij zelf schrijft, afgereisd naar Arabië waar hij drie jaar verbleven heeft om pas daarna Petrus en Jacobus, broer van Jezus, te gaan opzoeken.
Of het nu Arabië was of een andere plaats heeft weinig belang, wel waarom hij in plaats van rechtstreeks naar de bron te gaan in Jeruzalem, hij vertrokken is naar een andere bron, deze die Jezus zou gekend hebben, om voor zich zelf uit te maken wie die Jezus was en wat hij verkondigde. En, ik stel me hierbij een andere vraag: Jezus, kende hij de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament; kende hij de toen reeds bestaande Griekse Septuagint-vertaling uit de 2de eeuw voor Chr; of kende hij geen van beide - ondanks wat er in de Evangeliën vermeld wordt over deze kennis - en haalde hij de leer (?) die hij verkondigde uit een totaal andere bron die Paulus is gaan opzoeken?
Tal van vragen die enigszins een licht kunnen werpen én op de Jezus die beschreven wordt door Thomas in dezes Evangelie én op het feit van Paulus’ vertrek naar wat hij noemt ‘Arabië?
Het (apocriefe) Evangelie van Thomas geeft ons een beeld van Jezus de esoterieker, doordrongen van de spirit van het Oosten, een doorn in het oog van de Hogepriesters omdat hij dingen verkondigde, o.m. over zijn en de Vader, die indruisten tegen hun wetten en gebruiken.
De God van Jezus was zijn ‘Vader’, de oorsprong van alles, zoals hij ook de Vader is van ons allen. We komen voort uit die Vader en keren terug naar die Vader, een ander beeld kon hij niet kennen, Paulus heeft die idee overgenomen, zijn verrijzenis is de verrijzenis van de geest – het god’s of Higgs’ deeltje in ons – en als hij, Paulus, het niet woordelijk gezegd heeft dan is het omdat het (nog) niet uit te leggen was aan de mens van toen.
Zoals het ook nog steeds niet uit te leggen is aan de mens van nu
05-07-2015, 06:38 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-07-2015 |
Entre chien et loup |
De avond valt. Je zit in de tuin aan tafel met vrienden. Gefilosofeer over het geheime leven dat van de natuur is, over de bomen, of die toekijken of niet, of die weten of voelen dat we er zijn of niet, over de roerloosheid in de struiken en in de bladeren alsof alles om ons heen al ingeslapen is. De lucht is bezaaid met kleine pakjes wolken met het blauw van de hemel er tussen in en wij gedachten zaaiend lijk klanken waar we naar luisteren. Dan dichtbij, de zang van een merel. Daarna stopt plots het gesprek en is er enkel de stilte van de om haar as wentelende aarde op haar baan omheen de zon.
Het licht dat doffer wordt nu, dat vaal effen wordt, de merel, nu hoog in de kruin van de ceder die we zoeken maar hij houdt zich geborgen. We luisteren lang, aan elkaar gekluisterd in gedachten. Wie verbreekt de stilte, wie weet er nog iets te zeggen?. Buiten ons is er niets, geen wereld, geen verte, een auto misschien, een hond die blaft misschien, al wat is, al wat roert gebeurt binnen de cirkel van het samenzijn.
De tijd die hangen blijft, gedachten die niet gesproken worden. De tijd is van de bomen, van de struiken, is van de morgen toen we weg waren van elkaar, is van de avond nu we samenzijn. Het laatste licht over het klein bewegen van handen en gelaten, het laatste licht, de laatste fonkeling in het glas.
Magie van de avond, plots nacht.
Dit niet te bepalen, niet te berekenen ogenblik van het laatste licht, plots opgeslorpt, het moment, entre chien et loup, terwijl we verder vertellen over hoe het vroeger was, herinneringen aan andere avonden, met andere vrienden, een verre deur die toeslaat, de nacht die ons overvalt.
De volgende morgen ben je een wijsheid rijker, malted whisky drink je best met water en best met mate.
04-07-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-07-2015 |
Na Beauvoorde |
De kerk van het dorp verlaten gelaten, zullen we de grote ‘actors’ opnoemen die er die namiddag, zoals altijd, waren: het kasteel en zijn geschiedenis, geschreven en vergeten, de grachten er omheen met eend en eendenkroos, weerspiegelend wat van de luchten en de wolken was, en dan, met hun kruinen van gezangen, in de bomen onze vrienden, het goddelijke licht dat leven was, dat onze adem was, en ruimer nog erover uitgestreken ons blij gevoel, in ons opgeslagen nu om er lange nog te blijven.
Als andere, meer opmerkelijke actors, heerste er de mens, veelvuldig, bewegend onder elkaar, in vele kleuren opgestaan, Met naam en toenaam onderlijnd hebben we hen meegedragen in vluchtige momenten die ook woorden waren. Maar voor ons, om het toch maar nimmer te verliezen, vooral opnieuw, de bomen over ons gebogen, het groen gewemel dat ook van zilver was, in het geruis als van koralen.
Wat we ook vermelden moeten, is het eerste exploot van Tom Lanoye die ons Louis Paul Boon toen bracht, Geeraarts ook en boven al, ons las wat Havelaar geschreven had hoe hij geleden had, hij de koffiemakelaar, de man van wie we lazen in de verste plaatsen van onze jeugd, van Saidjah en Adinda.
Wat we ook te melden hebben, is van Lanoye zijn tweede exploot die in grote theatraliteit ons Hugo Claus gebracht, Bourgondische woorden, beklijvend overweldigend door een bergstroom uitgestort. Waarna, alsof nog niet genoeg het was, , met het getwinkel van Gezelle de spot gedreven. Hij toen beter had gezwegen.
Dit alles en nog heel wat meer konden we schrijven over de dag van ‘De dynamische Canon van de Nederlandstalige Literatuur’ in het kasteel en in Beauvoordes tuinen.
Hebben we die dag bemind?
De tocht was een beleven van het Vlaamse land, de wegen en de luchten, de dorpen, de meersen en de velden, en wat meer is, van het tot elkander komen in gesprekken en ongemerkt hoe iets groeien kan, een vorm van samenhorigheid in geest en in gemoed, een binnendringen waar we nog niet waren, een osmose die zal hangen blijven, vele momenten door woord en handeling, in een gouden snoer aan elkaar geregen dat we verder in de dagen, door ons vingers zullen laten glijden, en we niet meer achterlaten zullen, niet opbergen zullen in een kluis of lade.
Wat is er van de mens en van zijn vrienden, hun lucht inademend, hun handen naar je gericht, groot, met meer dan een vleug tederheid, precieus de tafel waar ze zaten, het brood, de drank, de heiligenbeelden, de molen waar hij stond op de achtergrond. Al wat was, omkranst, omhoog geheven.
En later, naar de avond toe op het terras, met het stadhuis zoals het altijd is geweest voor ons uit, toekijkend, en wij, bijna uitgeblust, het glas geheven, en gedacht maar niet uitgesproken, hoe goed het was, te zijn daar waar we waren. De foto toen genomen, nog even voor het afscheid nemen.
Of de dag van vele dagen nu toegedekt op deze woorden.
03-07-2015, 00:04 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-07-2015 |
Ken je zelf |
Ibn‘Arabi, toen de Islam nog een filosofische kern telde, die de kosmos inkeek vele eeuwen vóór het Westen er toe kwam, stelde dat de mens het doel, de reden, het waarom was van het Universum.
Dit is, in de tijden van nu, een boude uitspraak, maar ik denk die te mogen onderlijnen, ik heb dit in de vijf jaren dat je als lezer me kent al ettelijke malen geschreven, het is ook mijn vaste idee dat zonder de denkende, de van een levend geheugen voorziene mens, het gebeuren dat het Universum is, een gebeuren is zonder inhoud, zonder merg in de ruggengraat. De observerende mens maakt hiervan een gebeuren met inhoud, het Universum wordt, zoals de mens hierin wordende is.
Het Universum beweegt, IS beweging, het groeit in de mens, het ontplooit zich voor ons ogen en het ontplooit zich in de diepte – onze queeste - in de geest, op het spirituele vlak. De bestemming van de mens is - en ik herhaal me nu - het kosmisch gebeuren te ontcijferen, te zoeken naar de betekenis ervan, om te ontdekken dat het spirituele hierin centraal staat.
Fysisch is de mens een schakel zoals alle leven in plant en dier een schakel is; psychisch is hij een functie, een werktuig en draagt hij bij tot de spirituele evolutie van de Kosmos – of Damien Hirst hiertoe bijdraagt met de schedel van ‘Adam’ te bekleven, te bekleden met diamanten is een andere zaak – maar al wat ik doe op het vlak van mijn schrijven is het uitoefenen van de functie die ik heb als mens, zijnde evolueren in de richting waarin het Universum evolueert, in de richting van een steeds dieper bewustzijn van mijn gebonden-zijn aan het ‘In-Universum’, aan ‘ le dedans de l’Univers’.
Conoscete a ti mismo, ken je zelf en weet, weet dat het Universum er is opdat jij er zou kunnen zijn, en dat het kosmisch gebeuren er is omwille van jou en jij, mens, deelachtig aan dit gebeuren, omcirkeld door dit gebeuren.
Zo, wie ben ik en ook wat ben ik, veel verschil is er niet.
02-07-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-07-2015 |
Hoge bazuinen |
Hoge bazuinen jagen de merels weg, de reigers en de uilen, heb ik dan deze dag uitverkoren om te zijn wie ik nimmer was en te laten verwelken lijk de rozen in de tuin, de zinnen in mijn achterhoofd, genadeloos.
Ben ik, halverwege het jaar, de heuvel op gegaan, met voile omwikkeld en besproeid met wijwater en met walm uit het wierookvat: de geur van kaarsen, eens uitgedoofd, waar ik - nog even niet klaar om af te reizen - te wachten stond.
Na avonden lang gelezen te hebben dat van alle zaken geduld en nederigheid de hartslag is, maar het niet toegepast, verwikkeld als ik was in vreemde theorieën over hoe het al ontstond, hoe simpelweg de mens erin verweven hij het toch niet zag, te onwetend nog, later dan misschien.
De tegenpool van wat op weg al is, ergens ver af in oorden die ons bijgebleven zijn, al was het maar van Kawkaban en Ibb, de huizen en de straten, al was het maar de romaanse kerken van Chapaise en Brancion.
Of een te hoge vlucht genomen, vroeger, en nu terug gekomen op het eiland waar ik geboren ben, de plaats terug gevonden, de holle weg begroeid met thymus, absint en duizendblad waar ik aan de hand van moeder was, het licht, une symphonie des psaumes.
Als levend teken woorden predikend, genadeloos aanhouden dat de dood een nieuw beginnen is, een voortzetting van wat was voor we er waren. Alsof dit zo vreemd zou zijn, zo ongerijmd, zo uit de lucht gegrepen.
Alsof we beter hier nog wat blijven zouden om te zijn wat we tot op heden nog niet waren, een baken of een wollen bed van poëzie die ons voeren zal inwaarts de zeeën en de oceanen, de vlakten van de geest en de oneindigheid, later hopende te keren waar we vroeger waren, betoverd en omringd met Bach’s koralen.
Tegenwoordig zijn er boeken die verder reiken, om bij te dromen en aldus te vernemen dat we ut een grote geest geboren zijn.
01-07-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-06-2015 |
Halverwege het jaar |
Halverwege het jaar heeft Ugo nagedacht over wat hij gerealiseerd had in de voorbije zes maanden en hij vond dat dit onvoldoende was, dat hij maar wat teksten had bij elkaar geschreven maar geen samenhangende bundel van gedachten die in elkaar verweven, een valabele boodschap droegen, of dan toch als één groot bewegend geschrift konden gezien en nagelaten worden.
Halverwege het jaar trappelt hij nog steeds waar hij trappelde in het begin van het jaar, in niets wijzer, in niets eenvoudiger of minder elitair, maar even complex qua inhoud en de blik nog steeds gericht op het oneindig oneindige dat zelfs niet in te beelden is.
Halverwege het jaar is zijn behoefte tot schrijven nog immer aanwezig, zelfs nog sterker en, in de tijd kijkend die nog voor hem ligt, nog meer dringend geworden, hem uitnodigend om eindelijk er toe te komen te verkondigen wat diep in hem aan het gisten blijft.
Halverwege het jaar is zijn honger nog niet gestild, hunkert hij nog steeds, zoals Mahler in zijn vijfde symfonie, het niet-te- bereikene te bereiken, de plaats waar hij uiteindelijk onvermijdelijk aankomen zal, buiten adem, leeg geroofd aan woordinhoud, uitgedroogd zoals een wortel in de woestijn.
Halverwege het jaar kan het evenwel ook, dat bij bliksem en donderslag, een wonder zich voltrekken zal, dat hij zal opstaan, verrijkt met een nieuwe goudader, geladen met totaal verse geestessappen en, uitgelaten - alhoewel gewond door de jaren - vertrekkende van uit de voedingsbodem van het oude, de tweede helft van het jaar opstijgen zal uit de lotusbloemen, een feniks gelijk.
Ik zelf heb dit nimmer gezegd of geschreven, wat echter niet betekent dat bij mij de wil zou ontbreken waar te maken wat hij in zijn vaandel voert.
30-06-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-06-2015 |
Blog 2, of aanvullende blog nu over de Grexit. |
Euro/Grexit, problemen die me worden toegeschoven en die ik niet, als oud-ambtenaar van de NBB, terzijde kan leggen:
Vertelt me daar een Marianne Thyssens dat Griekenland 400 miljard € ontving/ontleende van de Eurolanden. We hebben geen notie meer van de omvang van een dergelijk bedrag, het gegoochel met ‘miljarden Euro’s’ is al te zeer ingeburgerd. We weten echter met zekerheid dat in het geval van een uittrede van Griekenland uit de Euro er een financieel-economische revolutie zal ontstaan en dan zeker onder de banken. Bij benadering zal dit de Duitse Schatkist/banken de bagatel van 100 miljard € kosten, om niet te spreken over de andere Eurolanden en de ECB.
De idee die ik lanceerde in mijn blog van 17 juni – het in pool brengen van de Openbare Schuld van de Eurolanden – wordt, ineens veel minder revolutionair vergeleken bij de revolutie die een mogelijke Grexit, zou teweeg brengen.
In geval van het in pool brengen van de Openbare Schuld zal dit ook, maar dan gespreid over de jaren, 100 miljard € kosten aan de Duitse Schatkist, misschien zelfs meer - idem wat sommige andere Eurolanden betreft - maar in plaats van een revolutie zal de poolmethode een boost geven aan de economie van de Eurolanden en zonder twijfel de zo noodzakelijke rust brengen omheen de Euro.
Ik weet voldoende dat het in pool brengen van de Schuld een basis gegeven is, waar omheen andere beslissingen dienen genomen. Ik vermoed, al is het geen zekerheid, dat de in dienst van Europa staande ambtenaren, voldoende verstand bezitten om nu, de maatregelen uit te vaardigen waarmede men bij de lancering van de Euro had moeten beginnen.
29-06-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Geduld |
Gisteren draalde ik tot verdwalens toe in ongenaakbare regionen, zocht ik naar het ego-punt, het ‘ik ben’-punt van alle dingen, zo gekende al ongekende, om een blik te krijgen op het Ego van de totaliteit van alle dingen, alle gebeuren en alle zijn. Weinigen zullen me gevolgd hebben in mijn filosofische religieus getinte wandeling.
Vandaag ter verpozing, ook voor mij, wat ik al lang had moeten nagaan. Ooit heb ik gemeend me een Duits spreekwoord te mogen toe-eigenen: ‘Mein Geduld hat Ursach’, wat grammaticaal moet zijn: Meine Geduld hat Ursach’. Ik wist dat ik die ‘Mein’-versie enkel kon gevonden hebben bij Ernst Jünger in zijn ‘Auf den Marmorklippen’. Ik besteedde er van morgen een lange tijd aan om terug Jünger te doorbladeren en ik vond eindelijk deze spreuk terug. Gesproken staat ze er zoals in mijn eerste tekst ‘Mein Geduld’, maar geschreven is het heel wat anders. Ik licht ze nu, in haar context, uit het boek:
Es hiesz, dasz Pater Lampros einem alten altburgundischen Geschleht entstamme, doch sprach er niemals über die Vergangenheit. Aus seiner Weltzeit hatte er einen Siegelring zurückbehalten, in dessen roten Karneol ein Greifenflügel eingegraben war, darunter die Worte ‘meyn geduld hat ursach’ als wappenspruch. Auch darin verrieten sich die beiden Pole seines Wesens – Bescheidenheit und Stolz.[1]
Hiermede is mijn probleem, Mein of Meine, opgelost met dien verstand dat telkens ik in het verleden deze spreuk heb aangehaald, het best ware deze in het vervolg te wijzigen zoals Ernst Jünger me deze aanreikte, in die prachtige, van nu af correct aan te halen, nimmer te vergeten wijsheid: ‘meyn geduld hat ursach’.
Alhoewel we in deze tijden nood hebben aan andere zaken dan geduld, medeleven in de eerste plaats, veroordelen en zeker, vooruitzien op wat ons aan het overspoelen is.
[1]‘Auf den Marmorklippen’, Ullstein, Auflage Mai 1990, pag 62.
29-06-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |