 |
|
 |
|
|
 |
29-04-2018 |
Als ik weg zal gaan. |
Na een lange tocht in de contreien van de geest, terug op aarde. Of ik me nog herken na al wat ik schreef en al wat ik nog in mij draag om te schrijven? Om eerlijk te zijn, ik heb er moeite mee. Ik zit aan de vijver en het is lente, ook in mij. De wind jaagt in de bomen en bloesems van de wilde kerselaar dwarrelen over mij, weg over de wereld. Ik weet zijn vruchten zwellen al, ik weet hoe, in zijn verste worteling de sappen bruisen en zijn gaan stijgen, en hoe het grote, zinderende leven zich toont aan ons, aan mij, die hier verlaten zit, vergroeid met al wat is en hier wortel schieten wou om nimmer nog hier weg te gaan: er te zijn zoals de bomen er zijn, het riet, de grassen, de netels en de bramen, de eeuwigheid. En ik toeziende hoe het leven woekert, en ik weet het, tot diep in mij.
Er is weinig nog dat moet. Wat ik ook nog toevoeg aan wat er al staat, het zal niet nieuw zijn, het zal een herhaling zijn van wat er al is, ik heb het beste van mezelf in woorden al opgestapeld. Ik kan er wel een laag uit terugnemen, traag, maar gestaag herlezen en herdenken en er nog aan toevoegen wat er misschien nog niet stond, maar ik kan ook, niet verder gaan en me stollen in wat er geschreven staat; ik kan zoals de lente - mijn lente – kijken wat er voort zal komen uit deze stolling van gedachten naar de zomer toe, en verder naar de herfst toe.
Hoewel er geen zekerheid is – enkel deze van de lente is er – of, wat is verder zal gaan, gekruid zal worden met engelenwortel en wilde selder, met marjolein en bovenal met thymus in de zon in bloei.
Waar zit ik hier dan, waarom niet aan de hand van grootmoeder in die holle weg naar het kapelletje in de velden, de bermen vol met vreemde geuren die er nu niet meer zijn, deze van de wilde thymus met bijen en vlinders, massa’s, en vliegen en kevers. Waar ben je beelden uit mijn jeugd en ik die hier maar zit te kijken hoe het is om me heen, met in mijn ooghoeken de glinster van het sprankellicht op het bed dat van het water is.
Ik zoveel kan denken, waar ik beweegloos zit. Ik me verplaatsen kan, een boogscheut verder, in de woning waar ik zat rechtover de vriend die ging, in de veranda, toen het laatst, winter was en het licht verschralen ging in de namiddag. Denk ik dat hij wacht op mij, ergens, ergens waar niets anders dan een ergens is; gedoken hij, trouw als vriend, wachtende, zoals de vader aan de hemelpoort die wachtte op zijn zoons om binnen te gaan.
Dit is van deze middag dat ik hier ben, hoog en boven alles uit; waar ik me teken, waar ik me schilder, me beeldhouw. Hoe het er aan toe gaat binnen in mij, en te verzwijgen, al hangt het wel in mijn hoofd, wat ik nog te doen heb, een allerlaatste stap die ik nog te zetten heb, de voet reeds opgeheven - in de stijgbeugel, zegde Cervantes - en ik nog wacht, even nog, om hem neer te zetten. Of, wat is er van het afscheid nemen en daarna, de plaats hier, waar ik zit, leeg van mij.
Misschien, je weet maar nooit, blijven de gedachten nog die ik hier vandaag, als fluisterwolken achterlaten wil, voor ik weg zal gaan.
29-04-2018, 07:09 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-04-2018 |
Het Woord dat Tao is |
Kon ik maar, dacht ik deze morgen – het licht als staal opgeblonken - kon ik maar mijn geschriften opbouwen zoals Johan Sebastian zijn suites? Het zouden hoogdagen zijn. Ik hoop dit voor elke dag als ik er aan begin, maar het hoeft ook niet, want wat indien het zo was, hoe zou ik me ooit nog overtreffen kunnen en het is precies op het zich overtreffen dat het aankomt.
Vanmorgen ook dacht ik aan Lao Tseu. Ik zag hem als de poëet die onder de bloeiende kerselaars, op zijn boek in slaap was gevallen en toen hij wakker werd, bedekt met bloesems, hij herlas wat hij geschreven had:
‘There was something undifferentiated and yet complete, which existed before Heaven and Earth. / Soundless and formless, it depends upon nothing external, operating in circular motion ceaselessly. / It may be considered the root (Mother) of all beings under heaven. / I don’t know its name, / And call it Tao.’[1]
En ik toen dacht dat Tao het begin van alles was, zoals het geschreven staat bij Johannes: ‘In den beginne was het Woord[2]’, een zin die alles overtreft wat er ooit geschreven werd en al wat nog geschreven zal worden.
En de Evangelist gaat verder in 2: ‘The same was in the beginning with God’, wat me over komt alsof er naast God, het Woord was (als tweede persoon van de Heilige Drievuldigheid).
Maar, ik houd me bij wat hij verder zegt in 3: ‘And the Word was God’, dat overeenstemt met wat Lao Tseu ons leert over Tao, al zegt deze zeker niet dat het God was. Maar Tao of het Woord of God het doet er niet toe, allen waren ze het Begin en er kan maar één Begin geweest zijn.
En wat de Drievuldigheid betreft, zie ik enkel het Universum, bestaande uit het zichtbare, het lichaam ervan, en uit het onzichtbare, de Geest ervan. En wij, de mens, als zoon/dochter van het zichtbare als van het onzichtbare.
Er was in den beginne ook geen Chaos. De ‘tohu wa bohu, van Genesis, leert ons Fabre d’Olivet in zijn ‘La Langue Hébraïque restituée’, was een ‘potentieel zijn’ en het woord, het eerste woord van de Bijbel ‘Bereshit’, vertaalt hij niet door ‘in den beginne (schiep God), maar door een ‘aanwezig zijn in potentie’.
Het begin van alles is aldus niet - nog altijd hoe de Hebreeuwse tekst gelezen moet volgens Fabre d’Olivet - het zichtbare dat geleidelijk ontstaat, maar, het onzichtbare van het nadenken of het plannen en dit gedurende zes dagen. Om pas de zevende dag uit te voeren wat gepland was. Een metafysische subtiliteit die ik graag vermeld, ook omdat het van Fabre komt.
Ik was, zo zie ik het nu na wat ik de laatste dagen schreef, verkeerd, in GENESIS I, het Woord te vervangen door het Zijnde. Heel wijs was dit niet. Ik zal er dan ook, later, wanneer weet ik nog niet, op terug komen.
[1] ‘The Book of Lao Tzi’, Foreign Language Press, Beijing, 1993, Chapter 25
[2] Johannes schreef: 1. In the beginning was the Word, and the Word was with God, and the Word was God. 2. The same was in the beginning with God. 3. All things were made by him; and without him was not any thing made that was made.
28-04-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-04-2018 |
GENESIS V |
Gelezen dan van Lao Tseu.
Van hem gehoord,
er iets Onbepaalds bestond
in den beginne dat, van al
wat komen zou de moeder was.
Tao wist hij het te noemen.
En wij denken gingen, ongestoord en onvervaard
dat het Onbepaalde even goed
het Woord kon zijn.
En in alle rust we zeggen konden
dat in den beginne Tao was,
orde die geen chaos was, geen tohu wa bohu
maar in potentie Universum was.
Maar een schepping was er niet
en ook niet nodig.
Zoals het water borrelt uit de bron
en beken vormt en beken stromen worden,
zo borrelt uit het Woord
wat in potentie reeds er is.
En dit is precies, zegt Fabre d’Olivet
wat ‘Bereshit’ betekent,
het eerste woord dat in de Bijbel staat:
het aanwezig in potentie zijn.
De kracht van die potentie,
zo bezeten en zo hevig was
dat, miljarden jaren later het nog te horen is,
zo wordt momenteel het toch gezegd.
En wij het verder horen zullen
tot in onze genen, waar het zich stapelen zal.
27-04-2018, 06:41 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-04-2018 |
Bezinning, Bezinking |
Ik ontwaakte met Jean-Philippe Rameau: het beste dat ik hoorde van hem[1][. Hij doet me een ogenblik denken aan Bach. Een ogenblik zelfs droomde ik weg; droomde ik de muziek voor mijn uitvaart, maar er is zo veel dat hiervoor kan gebruikt worden, dacht ik.
Maar dan – hoe gedachten schuiven kunnen - kwam ‘de onbehouwen steen’, kwam de Almendres . Ik weet nu dat het verhaal ervan wel degelijk driemaal voorkomt in de Bijbel, niet alleen in Exodus 20, 25 maar ook in Deuteronomium 27, 5, en in Joshua 8, 31. Ik vond dit terug in mijn Portugal-reisverslag van 1997, toen ik me vragen stelde bij ‘o Olmeneque dos Almendres’: het veld van 92 (het cijfer stond vermeld op een bord), dolmen, opgesteld in twee bijna-cirkels. Mijn geheugen had me dus niet in de steek gelaten.
Het veld is gelegen dicht bij Evora in de Alentejo regio, op de hellingen van de ‘Monte dos Almendres en gekend als ‘cromelegue dos Almendres’. Het is een van de belangrijkste Megalithische plaatsen van het Iberisch schiereiland, de ouderdom ervan wordt geraamd op 3000, sommige delen zelfs van 6000 jaar voor Chr.
Wat de Bijbel betreft en dan Deuteronomium 27, 5, luidt de tekst: ‘And there shalt thou build an altar to the Lord thy God of whole stones: thou shalt not lift any iron tool upon them.
Deze van Joshua 8, 31 is een verwijzing naar: ‘as it is written in the book of the law of Mozes, an altar of whole stones over which no man hath lift up any iron.
En dan iets totaal anders. Ik heb me, naarmate mijn tekst vorderde, heel de tijd ongemakkelijk gevoeld omwille van het Evangelie van Johannes, waarin ik die prachtige eerste zin: ‘in den beginne was het Woord’ heb verwaarloosd, en 'Woord' om een of andere eigenzinnige reden heb vervangen door het Zijnde. Het Woord nochtans poëtischer zijnde en in deze zin ruimer van inhoud en visie.
Ik heb getracht hieraan tegemoet te komen door in Genesis IV de zin van Johannes aan te halen, echter onvoldoende krachtig omdat ik geen afbreuk meer kon doen aan wat ik in het begin had gezegd. Ik heb getracht het op te lossen zoals ik het gedaan heb, maar ik denk nu dat ik ongelijk heb gehad te beginnen met het 'Zijnde' en niet met het 'Woord'.
En wel omdat het Woord ook de Tao was die er ook was om er te zijn van in den beginne en de moeder was van waar uit alles is ontstaan.
Het is me dus duidelijk dat Johannes, of de schrijven van het evangelie naar Johannes genoemd, ook geïnspireerd
GENESIS was door de idee van Lao Tseu, een idee die strookt met wat ik heb willen besluiten over wat er moet geweest zijn in de beginne, namelijk een soort van wil om te doen ontstaan wat is ontstaan en zoals het is ontstaan en een vervolg heeft gekend zoals het vervolg is geweest. Een ander kon niet.
Ook, ik vergiste me, naarmate ik vorder verdwijnt de drang om verder te gaan. Ik voelde me heel goed toen ik van de ene blog naar de andere ging, maar dit gevoel heeft zich opgelost, ik ben in een labyrint terecht gekomen waar ik blijf ronddolen. Ik heb nog één GENESIS die ik er wil aan toevoegen, daarna komen de overige of komen ze nimmer, maar als ze komen dan, gebundeld van I tot IX, want ik heb het gevoel dat het geen poëzie is die ik aan het schrijven ben, maar dat ik op weg ben om een metafysisch betoog te houden en me dus aan het herhalen ben, zelfs, et j’exagère pour me faire comprendre, dat ik aan het ijlen ben.
[1]Jean-Philippe Rameau: ‘Les Boréades: Entrée de Polymnie.
26-04-2018, 10:42 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-04-2018 |
GENESIS IV |
En eeuw na eeuw, en veel vlugger nu
het Zijnde hier, de duisternis verdrong.
Maar, geen overhaasting was vereist
en zeker niet, zoals zo dikwijls is gebeurd,
het zwaard gezwaaid
en sprokkelhout met stapels,
om Giordano Bruno te verbranden
en zovelen ook
die zochten wat hen dichter bracht
tot wat er woonde van het Zijnde diep in hen.
ik, een moeheid soms, een onvermogen,
uit te maken hoe ik het lezen moet.
Verwenst de mens die het geduld niet kent
als het Woord dat van Johannes was,
het Zijnde, zijnde,
oneindig lang gedreven bleef
om van af het allerkleinste,
tot atoom tot cel,
tot mens te bouwen, om aldus
terecht te komen waar Het wonen wou.
Een openbaring was het wel,
al werd het Woord, het Zijnde, God genoemd
en geen Heer noch Adonaï,
omdat de ‘Zeventig’ het zo, graag vertalen
wilden om de Grieken te behagen.
Een eerste naam aldus, een aanzet
voor de naam die ongeschreven blijven moest.
Zo is thans van alle namen
die we noemen, gekend de naam
die ons verdeelt in plaats van te verenen.
Zo beter hem niet uit te spreken en geen
triomf te roepen van het zeker weten.
Hoe zijn we ertoe gekomen,
Hij spreekt toch niet
met woorden en ziet toch niet met ogen.
Zijn taal is stilte tussen stiltes ingeschoven,
zijn blik zijn verre sterrenstelsels
die de NASA, dagelijks ons wil tonen.
Hij al wat is, ook kan bewonen.
Kom denken we de wereld is ons vreemd,
de toegankelijkheid van spiegelwaters
is zo broos, de biezen staan er rank,
de torren en de wieren, het eendenkroos,
verzameling van clusters elektronen.
Hoe goed het is te weten niet te weten
wat Hij ons verborgen houdt.
Maar geef geen naam
aan goden uit de mens geboren.
25-04-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-04-2018 |
GENESIS III. |
Het was ook de mens,
geïnspireerd door wat hij zag en hoorde
de stem toen die het hem vertelde,
in het verbazende Hebreeuws,
hij, de Boeken van de Bijbel, schrijven ging.
En wij er meer dan even toch,
bij stil gestaan want, bij Pessoa gelezen
dat je de grootte hebt
die van je kennis is en niet van je gestalte.
En ruimer dus gekeken,
en ook ons afgevraagd,
denkend nu aan Avebury,
waarom de Bijbel-mens
dan schrijven ging dat God van toen
hem opdracht gaf :
‘Als jij me een altaar bouwt
in onbehouwen steen het moet’.
Waarom dit opgetekend,
kwam misschien het onbehouwen-zijn
van wat men dacht in Avebury,
van wat men dacht in Stonehenge ook?
Maar, achteraf,
hoe onverstandig te verklaren
in plaats van doodgezwegen,
dat de eerste mens die Adam was
de allereerste zonde
binnen heeft gebracht;
het mag nog Paulus wezen
die het beweerde in wat hij
aan de Romeinen schreef.
Waarom dan later nog, veel later,
waarom dan deze zonde te behouden
en als ‘mysterieus’ te tekenen
in de ‘Veritatis Splendor’-encycliek?
Waarom dit doorgegeven nu we weten
dat het bij dood en leven
Adam niet kon wezen.
24-04-2018, 09:28 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-04-2018 |
Bezinning, vervolg |
Van je vrienden/kennissen/lezers zal je het gedaan krijgen: een groot Bijbelkenner – ik noemde hem reeds in vorige blogs - helpt me uit de nood. Ik was begonnen met het overlezen van ‘Genesis’, zoekend naar de zin van Jahweh, over het onbehouwen stenen altaar, maar hij citeert me klaar en duidelijk, Exodus 20, 25, en de tekst ervan:
‘Maar indien je me een stenen altaar zult maken, zo zult gij dit niet maken van gehouwen steen, zo gij uw houwijzer erover verheft, zo zult gij het ontheiligen.
Wat ik opzoek in mijn King James’ versie, waar ik lees:
‘And if thou wilt make me an altar of stone, thou shalt not build it of hewn stone: for if you lift up your tool upon it, thou hast polluted it.
Echter, ik zag het totaal verkeerd als ik schreef dat deze versregels vermeld staan in drie verschillende boeken van de Bijbel, of laat ik je zeggen dat ik misleid werd door de nota’s in de marge van de King James’ tekst.
Ik denk evenwel dat dit een van de oudste teksten uit de Bijbel moet zijn, die wijzen op iets dat destijds – is het prehistorisch-esoterisch geladen? - gangbaar was: het sacraal karakter toegekend aan onbehouwen stenen, dolmen of menhirs. Want in 1 Koningen en 1 Kronijken wordt er over het ‘onbehouwen zijn van stenen’, niet meer gesproken, integendeel:
In 1 Koningen 5, 17:
‘And the king commanded and they brought great stones, costly stones, and hewed stones, to lay the foundation of the house’.
Bij de bouw ervan, de tempel in Jerusalem, kwam alles klaar gemaakt op het bouwterrein want:
6, 7: ‘So that there was neither hammer nor axe, nor any tool of iron heard in the house, while it was in building.
En in 1 Kronijken 22.2 ‘
And David commanded to gather together the strangers that were in the land of Israel; and he set masons to hew wrought stones to build the house of God.’
Wie dit leest voelt onmiddellijk de enorme poëtische kracht van de Bijbel. Het is, voor mij, het Boek der boeken, onovertroffen, onevenaarbaar en dan denk ik zowel aan het Oude als aan het Nieuwe Testament.
Ik wil dit beklemtonen, ik wil duidelijk stellen, de waarde die ik hecht aan dit boek dat ik zie als een gezel, het boek dat ik zeker meenemen zou op mijn onbewoond eiland. Ik denk zelfs dat ik er geen ander zou aan toevoegen om zeker geen spijt te hebben over de keuze van een tweede boek.
Het is tezelfdertijd een bekentenis die ik doe omdat ik, met mijn Genesis-gedicht dat wordende is, onvermijdelijk afwijken zal van de Jahweh die erin optreedt.
Deze blog wijst ook op de struggle die ik ken om verder te gaan zoals ik zou willen dat mijn bundel verder verloopt. Het is in feite geen gebrek aan inspiratie, eerder een gebrek aan concentratie, aan het nemen van een beslissing die definitief moet zijn.
Dit geldt evenwel voor elke blog die ik schrijf, de inspiratie is er, maar het schrijven ervan verloopt soms heel stug.
Soms ook word ik er voor beloond.
23-04-2018, 06:41 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |