 |
|
 |
|
|
 |
01-04-2012 |
Moedeloosheid |
Moedeloosheid
overvalt me. Het leven is plots een grote onzekerheid, een open vlakte zonder
horizon, een woestijn, een dorheid.
Vanwaar deze
gedachten, terwijl ik gisteren nog aan het dromen was; terwijl ik de vorige dagen
nog een eeuwigheid voor mij had; terwijl ik dacht mijn vijfde maand te
beginnen, met nog zeven voor de boeg; terwijl ik dacht canto 34 van mijn A.vd.D.
in te loggen met als laatste zin de laatste versregel van Dantes Hel?
Vanwaar deze
gevoelens, alles te laten voor wat het is, die moeë lichaam, deze moeë geest,
zijn rust te gunnen. Geen woorden meer, geen gedachten meer, een totale
leegheid van hart en ziel.
Ademen om nog wat
dagen in leven te blijven. Terwijl ik buiten loop, de zon voel in mijn hals, in
mij witte haren, zie hoe alles in kleur komt, hoe een spinnen ei is
opengebarsten met honderden minuscule spinnen tegen het raam, valt alles stil
in mij, opgelost, vergeten, verlaten.
Mijn boeken
waardeloos, alle dingen die ik schreef of tekende, of de stukjes steen en
wortels die ik samen kleefde onder glas, waardeloos, uitingen van de laatste
stuiptrekkingen. En dan, wat me overviel toen ik neer zat om deze woorden te
schrijven, begoocheling te denken dat mijn blog de remedie was die alles
oplossen zou.
De dag die naar
zijn einde neigt: in het minivijvertje één rode vis nog opgedoken, een
vergetelheid van de reiger, en als ik voor mijn klavier zit, een vage schaduw, een
laatste ekster neergestreken op de tafel in de tuin waar ik een hoopje
kaassnippers had neergelegd.
Zeg ik, dat het al
wat beter gaat?
01-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Aprilvis? |
We zijn geen uitverkorenen meer (dit geldt ook voor
bepaalde volkeren die nog die mening zijn toegedaan) nu ik gehoord heb dat er in
ons melkwegstelsel duizend en meer planeten zijn, ik durf het cijfer niet
herhalen maar er zouden er meer zijn in het totale Universum, dan zandkorrels
op het strand van Oostende, planeten waarop leven zou mogelijk zijn.
Wat ik in een vorige blog reeds vertelde over een hadith
van de profeet als over een paar versregels van Dante, als zou de godheid het
Universum geschapen hebben opdat hij zich weerspiegeld zou kunnen zien in de mens, is dus geen
beslissing geweest toegespitst enkel en alleen op de aarde, maar ook
toegespitst op alle planeten van de miljarden melkwegstelsels. Wat neerkomt op
een enorme, massale, steeds maar toenemende schepping met toenemende
mpogelijkheden om zichzelf te ervaren in de geest van zijn schepsels, in het
bijzonder de mens.
Waaruit dan blijken zou dat het materieel aspect van het
Universum, met zijn negatieve als positieve kanten, slechts bijzaak is zoals
ons lichaam slechts bijzaak is een hulpmiddel om te bereiken wat bereikt moet
worden.
Maar, beste lezer, hier tegenover plaats ik wat ik terugvond in een dagboek,
komende uit the Economist van lang
geleden. Het zijn woorden van een Britse astronoom, professor Raymond Lyttleton
die verklaarde dat:
a hypothesis is as a bead on a length of wire,
one end being marked 0 (falsehood) and the other end 1 (truth). Never let your
bead quite reach 0 or 1, or it will fall off the wire and out of the domain of
rationality. Move it along the wire, this way or that, in the light of new
evidence.
Ik anker me zeker niet vast in wat ik schreef over
planeten en leven en reflectie. Alles is beweging, ook de kennis, ook de
bewijsvoering. Maar mijn (soort) paradigma plaats ik toch op punt 0,55, en
alhoewel ik zou willen gaan tot 0,65, zal ik toch maar wijselijk blijven bij
mijn eerste notering.
01-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
31-03-2012 |
Lectuur |
Ik lees heel weinig de laatste tijd, nochtans loop ik
rond met eenzelfde boek dat ik te traag lees. Maar het is geen roman, het is
een bundel essays. En vandaag herlas ik het begin van een essay uit het boek:
Er bestaan
essayboeken waarvoor je graag een hele kast romans weggeeft en essayisten die
het uiteenzetten van ideeën vele malen spannender kunnen maken dan het
vertellen van een of ander verhaal.
En of deze auteur gelijk heeft, het is trouwens met zijn
boek dat ik rondloop in huis en tuin, zelfs al lees ik er niet in, maar het
boek verlaat me praktisch niet.
Ik herinner me een bejaarde dame ik ben nu zo oud als
zij toen was dus ik ook ben bejaard al zie ik me zo niet het was de eigenares
van de chalet die ik mocht huren van haar. Ze vroeg me eens welke boeken ik wel
las, ik had het geluk toen te antwoorden dat ik alles las, maar geen romans.
Tu as raison
ik weet niet meer of ze me tutoyeerde la
vie est déjà assez roman comme ça, wist ze me te antwoorden
Waarin ze gelijk had, maar het belette me toch niet Pasternak
te lezen en Solokov en Chateaubriand en Stendhal en vele andere, maar nu ik
haar ouderdom heb bereikt heeft ze meer dan gelijk gekregen en is een bundel
essays mijn bijbel.
Ik kom hier zeker op terug. Maar vandaag wou ik wat
anders doen dan schrijven. Mijn echtgenote had wat kaders gekocht met een
centimeter diepte onder het glas, heb er enkele gevuld met verdorde takjes
heide, die ik plukte op de hoogste top van Iona,
the holy isle of Scotland, een versregel van Saint-John Perse, wat zaden
die wat kleur dragen en een schelpje of twee met een stukje steen uit de bergen.
Ik werkte eraan tot laat in de avond, en was er tevreden mee, zoals ik nu ook
tevreden ben met mijn blog
31-03-2012, 01:07 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-03-2012 |
Boek of Blog |
En s avonds, de zon een vuurbol tussen de bomen, van Fernand
Pouillon , wiens Pierres sauvages
hij doorbladerd had in de grote rust van de namiddag, wil hij hernemen hier wat
geschreven staat over de stenen van de abdij van Le Thoronet:
Tu aimes donc cette pierre?
Oui et je crois quelle me le rend. Dès le premier
moment jai eu pour elle un respect que je nai même pas songé à discuter.
Maintenant elle fait partie de moi-même, de notre uvre, elle est labbaye.
Waarop wacht hij nog, dit is het ogenblik van handelen. Je
houdt van het woord en het woord is je domein, het woord is al wat je nog rest,
waarop wacht je om een akker vol te zaaien met woorden?
Ja, waarop wacht ik nog denkt hij, het is volop lente,
je boek moet verder groeien, stop met prioriteit te geven aan je blog. Weinigen
lezen je stukjes proza. Hoop dus niet
dat deze, zoals het gebeurde bij de grote Saramago, ooit zullen verzameld
worden, en gepubliceerd, maar weet dat je woorden je abdij is, je oeuvre.
En wat
meer is, Pouillon vond dat de abdij van Thoronet een vierde dimensie
had, zo moet ook een boek een dimensie in meer hebben. Het verhaal is niet
voldoende, het moet iets hebben dat ongeschreven bleef iets zoals in de
doeken van Tiepolo - een spiritualiteit die niet kan worden uitgedrukt maar
geborgen op elke pagina, aanwezig is. Het boek moet ervan doordrenkt worden,
het moet zich situeren buiten de knellende realiteit van vorm, en inhoud. Het
moet op een traject liggen, het moet zich ophouden op een punt buiten het boek
gelegen, een punt zoals dit waar de slinger van Foucault aan opgehangen is.
Een roman schrijven, een van jou? Denk niet dat er nog
plaats is voor een in meer, alles staat al opgetekend, al was het maar in de
duizend boeken die je zag in de bibliotheek van het convent van Mafra. Wat je
kunt is herhalen in een andere vorm, met andere woorden, wat bladvulling dus,
maar geen voedsel voor de geest. Voedsel dat we meer en meer, nu de kunsten het
laten afweten, nu het sacrale opgeofferd wordt, meer dan ooit nodig zullen
hebben om te overleven.
30-03-2012, 00:51 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-03-2012 |
Bernard de Clairvaux |
Mijn blog is een struggle
for live. Ik schrijf me leeg. Ik word van het ene onderwerp naar het
andere gezogen en vind niet de tijd heb ook een leven naast mijn schrijven - uit
te werken wat ik wens uit te werken. En wat ik schrijf schijnt minder en minder goed te zijn, vervelend te
zijn, mijn bezoekers/lezers haken af. Alhoewel ik het aantal niet meer zo
nauwgezet opvolg waren er gisteren amper acht. Toch kan ik er voor mezelf niet
toe komen op te geven, of een dag over te slaan.
Ik dacht vandaag iets te schrijven over mijn ontdekking
van de schilder Tiepolo en dit via het Arcadia van Hertmans. Ik zocht Tiepolo, die
ik helemaal niet kende, op in Google en was uiterst verrast, wat meer was ik
vond me terug in zijn werk. Toch bleef ik hangen bij de passage van Bernard de
Clairvaux in mijn blog van gisteren, een passage die eindigde met: Ceins-toi
de ton glaive, de ce glaive de lesprit qui est le verbe de Dieu.
Bernard de Clairvaux, later heilig verklaard, was een
van de belangrijkste figuren die het westen en dan vooral de Kerk heeft gekend.
Hij was het, die met zijn familie ( vader, broers en neven), Robert de Molesnes
en zijn metgezellen, die weggetrokken waren uit de te grote luxe - naar de
maatstaven van Benedictus van Cluny en begonnen waren aan de bouw van een
nieuwe abdij in Citeaux, ter hulp is gekomen op het ogenblik dat de
uitgewekenen op het punt stonden hun bouwen op te geven.
Op deze wijze - hij was toen achttien - startte het geestelijk leven van Bernardus dat
uitgroeide tot het grootste religieuze avontuur van het Christendom hier in het
westen, een avontuur dat aanving met de Heilige Benedictus van Monte Cassini,
in de eerste helft van de VIde
eeuw, en zijn hoogtepunt kende met de heilige Bernardus, stichter van de
Cisterciënzersorde, stichter van de Tempeliersorde, vereerder en ontdekker van
Notre Dame, prediker in Vézelay van de eerste Kruistocht.
Uit de beweging die hij in gang heeft gezet pleegde de
abt Suger, in Saint-Denis, de eerste gotiek en ontstonden kort erop de eerste
gotische kathedralen.
De passage die ik gisteren aanhaalde is zijn wapenschild
en de geestelijke beweging die hij bezielde heeft het ettelijke eeuwen volgehouden.
Vandaag is deze aan het doodbloeden en dan zeker in het religieuze landschap hier bij ons. En
niet alleen totaal aan het wegkwijnen maar staat thans op het punt, tenzij er
een nieuwe Bernardus zou opduiken, overwoekerd te worden door een even, als ten
tijde van de middeleeuwen, fanatiek wat ze ook beweren moge - religieus getinte golfbeweging.
Ik heb me nog eens laten gaan en geschreven over wat ik
bij het opstaan en het openen van mijn
laptop absoluut niet had gedacht. Het zij dan zo, het is met deze tekst
dat u, lezer, het zult moeten stellen op 29 maart. Of later.
29-03-2012, 00:20 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-03-2012 |
Le Thoronet |
Is het me toegestaan, aangekomen in het punt in de tijd waar ik me
thans bevind, een zekere weemoed te kennen - zoals Ernst Jünger in zijn Auf den Marmorklippen omdat ik
bepaalde plaatsen die ik ooit bezocht en die zich, om een of andere reden, diep
in mij hebben vastgehaakt, nu niet meer bezoeken zal?
Al zijn deze plaatsen niet zo talrijk, een is er die er deel van
uitmaakt, de Cisterciënzersabdij, Le Thoronet, gebouwd onder de Bernard de Clairvaux
- zelf bouwer van de abdij van Citeaux - in de XIIde eeuw, gelegen nu, langs de autosnelweg A8, zijnde ongeveer halfweg
tussen Aix-en-Provence en Cannes.
We bezochten, mijn echtgenote en ik, deze abdij een tiental jaren
geleden en het was een revelatie, een abdij als uit een blok gehouwen, stoer en in de zuiverste vroeg-romaanse stijl, zonder versieringen in
de kapitelen, maar perfect qua afmeting en gevelindeling. Een abdij met een
vierde dimensie ook de doeken van Gianbatista Tiepolo, waaraan ik een blog
wijden zal, hebben die vierde dimensie een dimensie die ik zie als
metafysisch.
Wat opviel was de grote soberheid en inspirerende symmetrie van van gebouw en kerktoren en de perfectie wat
de indeling in ramen en deuren van de
gevels betrof. Ik liet me zelfs verleiden de tekeningen te fotograferen die de
tijd en de natuur had aangebracht in en op de stenen van de abdij, denkende de
thematiek erin later te gebruiken in mijn tekeningen wat ik wellicht onbewust gedaan
zal hebben.
Waarom vertel ik dit, en waarom dit gevoel van weemoed? Er is vooreerst
een knipsel uit Le Monde van 2003, totaal vergeeld, bijna verpulverd, dat me in
de handen viel, een paar dagen terug, en er is het boek van Fernand Pouillon
over de bouw van Le
Thoronet, dat ik
las dankzij een vriend, Pierre H., architect - van wie ik de
laatste tijd weinig, te weinig hoor - die het ontdekt had in de bibliotheek overgeërfd
van zijn vader. Een moeilijk te lezen boek, wellicht omdat het geschreven was
in zeer moeilijke omstandigheden.
En dan is er nog een derde reden omdat ik bij Pouillon
deze fameuze zin van de stichter van de ontelbare Cisterciënzers abdijen, Bernard
de Clairvaux, terugvond, een zin die ik dacht te gebruiken als inleiding bij mijn
De Adem van de Dagen:
A luvre donc, sache que le moment est venu pour
toi de tailler dans le vif, étant admis que celui de la méditation lait
précédé. Si jusqualors tu nas remué que ton esprit, il faut maintenant que tu
remues ta langue, il faut maintenant que tu remues ta main.
Ceins-toi de ton glaive, de ce glaive de lesprit
qui est le verbe de Dieu.
Maar, als een
van jullie op de A8 van Aix-en-Provence naar Cannes, de aanduiding Le Thoronet
ontmoet, verlaat dan even de snelweg en bezoek die abdij, cela vaut le
déplacement. U moogt me zelfs een berichtje sturen van daaruit, of een kaartje.
28-03-2012, 01:30 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-03-2012 |
Het Licht dat breekt |
Het
licht dat breekt. De vogels in de bomen, in de hagen, die ontwaken in een
gekweel, in een ineenvloeien van klanken die hem bereiken nu hij is opgestaan
om zijn dag in te schrijven, in te zegenen.
Een
herinnering die telkens opduikt. Zijn verre jeugd, een knaap die zich
afgezonderd voelde, schemerachtig en bedeesd, in een jeugdgroep, de enige onder
hen die geen uniform had, zijn moeder kon hem met moeite een Frans woordenboek
betalen van 50 frank, maar zeker geen KSA-uniform. Hij was mee opgetrokken voor
een paar dagen met de groep, in een verlaten kasteel hier dichtbij in Bellem. En
het was toen dat hij voor het eerst, door het open raam de vogels hoorde in hun
morgengebed, merels en lijsters, vinken en wielewalen, alle door elkaar, een
symfonie. Hij had het nooit voorheen zo duidelijk gehoord, hij lag er middenin,
hij werd er dronken van, dronken van de mengeling van klanken. En het was ook
de dag - hij was toen twaalf of zo iets - dat hij Eine kleine Nachtmusik had gehoord, zijn eerste bron van klassieke
muziek, Mozart.
Nu,
de tijd van het schrijven, zijn de vogels stil gevallen, de vreugde om de komst
van het licht is uitgezongen. Nu komt zijn gezang. Hij zoekt terug de zin op
die hij gisteren gelezen had bij Karen Armstrong:
As the Sacred Hadith
had made God say: I was a hidden treasure and Iearned to be known. Then I
created creatures in order to be known by them.
Een
hadith van de profeet over Allah: Ik zocht om bekend te worden, Ik schiep
schepsels, ik schiep planten en bloemen, dieren en vogels, bomen en wolken en
planeten en sterrenstelsels opdat ik in hen, zou gezien worden.
Hij
had nog de ganse dag om erover na te denken.
Op
de middag zat hij in de zon aan tafel in een restaurant aan de Leie. Terwijl
hij luisterde naar wat zijn vriend te vertellen had, dacht hij aan een eerste
zin voor een gedicht. Maar de zin kwam niet. Al was er het eerste groen in de
treurwilg, al was er het stille vloeien van water met een paar even stille meerkoeten,
al was er op het einde van de vlakte weiden, een twijfel van groen in de canadas
omheen het kasteel van Ooidonck, die eerste zin die kwam maar niet, al was het
heel duidelijk dat Hij die wou gezien worden bewoog in al wat was in de wereld die hij zag
en niet zag.
En
evenmin, na teveel tv, o.m. een BBC-programma over mathematics, over de hindoe die de nul bedacht en pi berekende en over
de reeks van Fibonacci, maar ook na middernacht kwam de zin niet.
Hoe
arm men zich voelen kan voor het slapen gaan.
27-03-2012, 00:44 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-03-2012 |
De Adem van de Dagen (26) |
Er is een
altijddurende wisselwerking tussen impulsen komende van ontmoetingen, van
bevindingen, van herinneringen, van gebeurtenissen uit zijn jeugd, alles is met
alles verweven, gefilterd door het heden en het heden gericht naar het komende,
een rechte lijn getrokken in het tijdloze zijn van ogenblik tot ogenblik.
Tijd schuift
in tijd en woorden zijn het centrum van de gedachten die komen en vervagen,
zich oplossen in nieuwe. Een wereld kruipt erin weg, en een wereld die
verzwegen wordt, houdt zich erin verborgen.
Als hij
terugdenkt aan zijn ogenblikken met Anja, herinnert hij zich hun afdaling,
komende van de cabane du Grand Mountet
naar de vallei toe. Hun tocht, in de immensiteit van bergen en luchten en in
een zee van licht, over de Zinal-gletsjer en dan vooral, nu nog, het kraken van
de korrels ijs onder hun voeten. Herinnert hij zich, hoe hij haar verraste met
de fles Hermitage die hij, eens de gletsjer verlaten, boven haalde van onder
een rotsblok in het water. Een fles wijn die er neergelegd was, wat zij niet
wist, twee dagen vroeger toen hij met Robert en Gustave op weg was naar de
berghut.
Maar vooral
als hij denkt aan de dood van zijn vrouw, waar hij weinig details van kent
omdat het voorviel tijdens zijn reis naar China en waarover zijn oudste dochter
thuis, die alles beleefde, hem enkel de grote lijnen had verteld, dan overvalt
hem een massa aan gedachten die zich concretiseert in de laatste kus die ze hem
gaf, aan de luchthaven, en hij haar nakeek en verdwijnen zag in de bocht tussen
andere wagens. Dit, toen ze voor altijd wegreed van hem, de dood binnen. Een
gebeuren, kort in woorden, maar met een echo die niet uit te wissen is, die hem
vervolgt, opduikend op de meest onverwachte ogenblikken.
En als hij
denkt aan de kinderen en vooral kleinkinderen, vloeit hierin een tederheid die
niet te meten is, al was het maar een moment dat hij zich nu ineens herinnert
- het gevoel dat hij eens kende, in die bewuste maand augustus na haar dood,
toen hij, zoals hem was gevraagd, de was ophing buiten, en hij die stukjes
kleding, kousjes, broekjes, hemdjes in handen kreeg. Dit alles zit in de
woorden kinderen en kleinkinderen en nog oneindig meer, wat te vatten is en
niet te vatten, wat te vertellen is en wat te verzwijgen is.
En hij
zwijgt ook over wat er vandaag gebeurt in de wereld, wat absoluut niet betekent
dat hij er zich niet bij betrokken voelt, als hij denkt aan wat de
kleinkinderen en hun kinderen, die er eens zullen zijn, te wachten staat, of
als hij geraakt wordt door het gebeuren in de wereld en hij zich vragen stelt
over de invloed van andere, dreigende culturen die binnensijpelen, gewild
wellicht, op kousenvoeten en hieruit voortvloeiend, de impact ervan op de
toekomst én van onze Westerse levenswijze én van de Kerk die er meer dan
bepalend voor was.
En toch,
ondanks al het negatieve dat hij meedraagt, het is een groot leven dat hij in
zijn handen houdt, wat er ook moge gebeurd zijn, wat hij ook moge ondergaan
hebben en wat hem ook nog moge te wachten staan; een groot leven is het als hij
ziet hoe de dagen bewegen in een weelde van kleuren, rood en goud en bruin en
geel, geaccentueerd door het licht en het grote geruis van de bomen en hij
doordrongen is van het zijnde als van het nog komende.
Zo opent
zich elke nieuwe dag op de geuren van het bos en van de aarde, op de dingen die
hij gepland heeft te doen, en doet of niet doet, en met een vlugheid die hem
telkens verrast is er lheure bleue als
hij neerligt op de sofa voor de
vlammen van de haard en het licht een tere, blauwe schijn krijgt in de
schemering, waarvan de diepe betekenis, het stilvallen is van alle leven, dit voor
de nacht hem overvalt met herinneringen aan wat was en aan wat had kunnen zijn.
De nacht en
het te grote bed, al gebeurt het dikwijls de laatste tijd, dat hij blijft
liggen in een deken gewikkeld, op de sofa voor de open haard die stilaan
uitdooft en met zijn boeken die fezelen over hem tot elkaar.
26-03-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |