 |
|
 |
|
|
 |
22-02-2015 |
Het web waarin we verweven zijn |
Na een nacht van dromen komt vlug de morgen en, terwijl de aarde zich keert naar het licht, lees je in de Vedanta[1]:
The Lord spoke: Now learn from me, the five causes of all actions: the body, the self, the senses, the functions, and the fifth of these, Providence: these five are the causes of every action, good or bad, that man sets himself to do, whether with body, or with speech, or with mind.
Je aarzelt bij Providence. Ooit las je in Psalm 139 dat wat was en is en nog komen zal, opgetekend werd door de Heer - in het Grote Boek. Of dit, vertaald naar de dagelijkse realiteit, dat al wat ons betreft opgetekend staat in het kosmische web, geweven door de gebeurtenissen die er waren deze van onze voorvaderen en die wij hebben verder geweven door onze handelingen, woorden en gedachten, in het zog van wat voorafging. Aan dit web, dat anderen Providence, lot, karma bestemming, noemen, ontkomen we niet.
Of dit web ook beïnvloed wordt door de toekomst, is niet duidelijk. Rupert Sheldrake waagt het hierop positief te antwoorden en wij wagen hem te volgen als we Teilhard de Chardin geloven die voor houdt dat we, vertrekkende van het Alpha op weg zijn naar het Omega; wat inhouden zou dat het Omega hierbij een functie hebben moet.
Dit zijn mooie woorden, gesofistikeerd wat de draagwijdte ervan betreft, en weinig troostend als we verkeren in een toestand waarbij the body, the senses and the functions, het laten afweten omdat ze en ik denk nu aan velen van mijn vrienden en kennissen - ondergaan wat in het web voor hen staat getekend: de kwaal die het licht verduistert, de kilte is die de zon niet overwint, de lucht verdunt die ze inademen. Elio Vittorini schrijft ergens, in zijn Conversazione in Sicilia dat hij die lijdt meer mens is dan de andere. Alsof het lijden het mensgebonden deel zou zijn van onze aanwezigheid hier op deze aarde en we niet anders kunnen dan dit te aanvaarden. Te aanvaarden uiteindelijk, omdat we geboren zijn uit het Licht en terugkeren zullen naar het Licht wat het allerbelangrijkste is - en als we nadenken over wie of wat we zijn, het leven maar een vergroeiïng betekent in het web waarin we gedompeld zijn en dat doorgegeven wordt aan zij die komen na ons. Wat houden we over, wij die schrijven, denkend aan T.S. Eliot:
My life is light, waiting for the death wind Like a feather on the back of my hand . (A Song for Simeon).
Dat de veer nog lang op ons hand mag blijven liggen en, voor zij bij wie de kwaal is opgedoken, dat ze met al hun krachten blijven hopen, dat het niet zo een vaart zal lopen, en ook en misschien in het bijzonder, dat het web, zoals het nu zich verder ontwikkelt, op het medische vlak, eerder vroeg dan laat, nog heel wat positieve verrassingen in petto houdt.
[1] Bhagavad-Gita, a book of Hindu scriptures, The Peter Pauper Press, Mount Vernon, New York, 1959
22-02-2015, 00:17 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-02-2015 |
Ademnood |
Ik stond op met het Andante uit het tweede piano concerto van Dimitri Sjostakovitsch, een van mijn favoriete nummers, een andante dat mag gehoord worden op mijn uitvaartdienst. Maar dan was er ook wat ik las op een nieuwe uitgave van een flesje Schweppes Tonic: blended to enhance the enjoyment of great spirits, met de vraag van mij, wijst dit op een verhoging van de vreugdes van de geest, of op een verhoging van het genot bij het drinken van geestrijke dranken? Ik zal maar het eerste nemen, het ligt immers in de lijn van mijn verwachtingen van elke dag. Vooral dan als ik in ademnood ben om te schrijven, wat ik gisteren heb ondervonden en wat het je kost aan inspanning om een gedicht te schrijven. De vele pogingen, zoekend naar de juiste vorm, het juiste woord, om aan te komen waar je niet dacht aan te komen, bij een bosje verloren sneeuwklokjes als de avond valt. Of wat het je kost ook om een blog te schrijven, niet op te geven, geen blanke dagen tussenin, maar een snoer van wat je kwijt kon dag na dag. Je doet maar alsof het schrijven je adem is, het kloppen van je hart, je levensweg. Wellicht is het om te bekoren of toch niet. Wellicht is het om te zijn en te bestaan, of toch niet. Wellicht is het omdat het moet, het niet anders kan, omdat je jezelf niet verliezen wilt in ledigheid. Je wacht op het eerste teken van de lente om open te bloeien, de eerste anemoon in het bos, het eerste speenkruid, als het er nog is, waaraan je twijfelt, zoals je twijfelt aan het bestaan nog hier of daar van een bloemenweide, met vlinders en kevers en het gegons van bijen, met distels en koekoeksbloem en smeerwortel en ereprijs en weegbree.
Tijdloos is de opeenvolging van dagen, eens voorbij, eens gesloten, eens opgeborgen voor de eeuwigheid. Je schrijft het maar, je hebt geen zin om het te herlezen, het schrijven zelf is al genoeg geweest. Zo wordt het een Steinmann op je wegen achtergelaten, een soort vergeet-me-nietje, of, ik ben hier langs geweest, mijn tent heeft hier gestaan, de sporen nog zichtbaar in het gras. Zo schrijf ik maar tot er niets meer resten zal van de woorden in mijn omgeving die nu nog worden aangevuld, maar waarvan de schaarsheid me wordt aangemeld in vele tekenen.
Ik denk, ademnood komt er aan.
21-02-2015, 02:37 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-02-2015 |
De Spiegelvijver |
De spiegel die de vijver is, de bomen er gegroeid, naar boven, naar beneden, naar binnen en naar buiten osmose van wat zichtbaar en onzichtbaar is.
Het evenbeeld als van het hart het kloppen is.
Als van de bomen het de sappen zijn die stijgen van uit de fijnste wortels tot in de luchten, roekeloos roerloos in alle stilte, tot er stilte is alom.
Al dacht je het niet te horen, je hoorde het, al dacht je ook, de wereld is me vreemd, en laat ons hier de tenten bouwen om er te zijn en te verblijven, zoals de vijver met havik en met sperwer, met alken neergestreken, geen eenzaamheid er was, geen verlatenheid geen verlies van waarden.
Alsof van alle tijden, dit de tijd hier was er te worden opgetild tot in de hoogste toppen waar je zitten blijft de lucht tot in je aderen, ademloos.
Je hebt van vele zaken nooit geweten wat je beroerde om van de vijver te zijn, je erin spiegelend..
Er te staan en er te wonen, opgenomen in wat van water is en aarde, van wolken en van luchten is, zwermen die van kraaien zijn, getekend in de bomen.
En je ingetogen spreken kunt: de spiegel die de vijver is, niet rakend, niet verstorend met je woorden omdat zo effen waar de zon in duikt. Terwijl op een plaats, sneeuwklokjes bij valavond als verrassing staan,
heel schuchter.
20-02-2015, 00:56 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-02-2015 |
Nederig en dankbaar |
Jacob Bronovsky, in zijn The Ascent of Man[1] leert me dat
When Pytagoras had proved the great theorem, he offered a hundred oxen to the Muses in thanks for their inspiration.
Bronovsky voegt er nog aan toe:
It is a gesture of pride and humility together, such as every scientist feels to this day when the numbers dovetail and say. This is a part of, a key to, the structure of nature herself.
Ik ook heb een geschenk te offeren in alle nederigheid aan de Muzen die me elke dag bezoeken en me elke dag in de mogelijkheid stellen een blog te schrijven, de ene wat beter dan de andere, maar dit ligt dan aan mij die niet volledig begrepen heeft wat de Muzen me duidelijk wilden maken. En de Muzen komen soms uit een onverwachte en toch verwachte hoek. Zo stuurde een vriend van vele jaren me deze morgen een mooie tekst, van een volgens hem onbekende schrijver deze kan even goed hijzelf geweest zijn ik licht er uit de volgende passage:
Vieillir en beauté, c'est vieillir avec son cur; Sans remords, sans regret, sans regarder l'heure. Aller de l'avant, arrêter d'avoir peur ; Car, à chaque âge, se rattache un bonheur. Vieillir en beauté, c'est vieillir avec son corps ; Le garder sain en dedans, beau en dehors. Ne jamais abdiquer devant un effort. L'âge n'a rien à voir avec la mort.
Ik kan alleen maar dankbaar zijn dat ik mijn dagen doorbrengen kan met creatief te zijn in wat van de wereld van het woord is et de ne jamais abdiquer devant un effort. En het is juist, de leeftijd heeft niets te maken met de dood. Ik schrijf wel over de dood maar zoals Cheng zegt, schrijven over de dood is schrijven over het leven en het zijn de Muzen die me geestelijk in leven houden. Het is enkel dit dat telt, en ik ben er zeer dankbaar om, ook omdat ik denk te schrijven in de richting van, en me zelfs reeds met de toppen van neus en voeten bevind in zijn domein, van de homo sapiens sapiens.
Waar kan ik beter vertoeven dan daar, in een toestand van nederigheid en dankbaarheid?
[1] Jacob Bronovsky: The Ascent of Man, Little, Brown & Company, Boston/Toronto, 1973, pag.115
19-02-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-02-2015 |
Leeg geschreven zijnde |
Bijna leeg geschreven zijnde, hoorde ik van een wijs man op de Nederlandse TV dat de natuur zelfregulerend is, dat planten en bomen weten hoe te groeien, hoe te bloeien, hoe vruchten te dragen. Wat wel correct zal zijn maar niet belet dat ze in heel wat gevallen de hulp nodig hebben van bijen, kevers, vliegen om bestoven en bevrucht te worden. Hoe die hulp er gekomen is of wie daar voor gezorgd heeft zegde die man niet, wel wees hij er op dat het zo was, dat flora en fauna het samen heel goed deden en er onder hen een eenheid van ingesteldheid bestond, zoals die nog bestaat op de strook grond van vier kilometer breed die Noord- en Zuid-Korea van elkaar verwijderd houdt. In feite kwam het er op neer, dat de mens hier totaal overbodig was, en niet alleen overbodig, maar dat hij zich gedroeg als een indringer, an intruder, die de orde die er bestond, zelf naar zijn hand wou zetten maar, en hier wringt het schoentje, hiervoor niet de wijsheid bezat die fauna en flora wel bezaten.
De mens een indringer? - Ja, want zelfs de strook grond tussen beide Koreas heeft hij, alvorens er te vertrekken, bezoedeld met landmijnen die er nu liggen te verkommeren.
Maar waar ik toe komen wil is het volgende. Als de Natuur zelfregulerend was en is op de meest perfecte wijze, waarom is dan de mens gekomen die deze grote, zelfregelende orde zou komen verstoren? Waarom heeft de Natuur er voor gezorgd, de aap die hij toen nog was, op een dag een impuls mee te geven, opdat hij er aan denken zou om de afdruk van zijn hand na te laten op de wanden van de grot waar hij verbleef en aldus buiten het bestel van de fauna te treden en om van dan af, in etappes, verder te groeien om uit te komen in de mens van nu, in al zijn variëteiten en soorten, met inbegrip van de Taliban in Afghanistan, de IS in Syrië en Iran, de strijdende legers in Oekraïne om van de rest niet te spreken, maar ook te groeien naar de mens als verdelger van de regenwouden op aarde?
Mijn antwoord hierop blijft een vraag, ofwel ging het fout met de mensaap die we uiteindelijk nog zijn; ofwel was het einddoel van de Natuur niet de flora en fauna, niet de aap noch de mensaap, maar was alles en dit is een diepzinnige gedachte - er van in den beginne op gericht, via flora en fauna, een homo sapiens te doen ontstaan die verder evolueren moet - en hij is volgens mij aan die totaal nieuwe stap in de evolutie begonnen - naar een homo sapiens sapiens.
Ik wil hier stoppen en eindigen met een andere vraag, indien dit zo zou zijn waarom zou de Natuur, een homo sapiens sapiens gekozen hebben als uitloper van de grote orde die er destijds voor hem heerste op aarde? Ik houd mijn antwoord een antwoord dat ik reeds geschreven heb en herhaaldelijk vernieuwd voor een verdere, latere blog.
Zo zien we tot wat, voor een schrijver van blogs, enkele zinnen, beluisterd op een zondagvoormiddag voor TV gezeten, in plaats van gezeten in de zondagsmis, kunnen leiden. Dit nog altijd en blijvend het gevolg zijnde van de Ecclesiasticus van enkele dagen terug.
And I gave my heart to seek and search out by wisdom, concerning all things; that are done under heaven: this sore travail hath god given to the sons of man to be exercised therewith.
18-02-2015, 00:02 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-02-2015 |
De Levensboom in ons geplant |
De levensboom in ons geplant verliest zijn bladeren, het grasperk is al vol gestrooid.
We hopen dat het niet vandaag zal zijn en ook nog morgen niet, dat we de tijd nog krijgen, zo dat dit gedicht maar niet het laatste is.
Hoewel eigenlijk, wie zal het deren of we veel of weinig schreven, want wat we zeggen konden was een herhalen maar van wat zovele malen al verkondigd werd, met trommels en met fluiten over de velden uitgebazuind.
Al denken we wat verder toch te zijn opgeschoten, iets, een bloemenkrans te hebben toegevoegd aan wat in oude boeken als waarheid staat gearticuleerd.
We kijken uit, reikhalzend elke dag, of er op de verweerde takken geen nieuwe botten zijn gekomen die zich met een plof als nieuwe woorden zullen openen,
nu we bijna leeg geschreven zijn.
17-02-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-02-2015 |
Er is geen keren aan |
Er is geen keren aan, het nu van toen, zelfs nog zo intens beleefd, is nimmer meer het nu van nu. Wat voorbij is, is voorbij, er is geen keren aan.
Maar de dagen van de Highlands, waar ook óns hart toen achterbleef, herinner je: Glen Coe waar we waren, de bergen over ons gebogen, de distelvink op tafel die uit je hand kwam eten, en dan Fort William en de winkel waar we een zelfde wollen trui er kochten die enkel nog op foto overbleef.
Herinner je, , Tiroran ons verlangen op Mull, uit de Michelin gehaald, het licht er gouden op het water was, een lange sliert, en verre eilanden, die ons lokten, en hoe vlug de wolken dreven, door hoge winden opgejaagd, herinner je.
De dagen van Iona en niets dat ons kon deren, de zee een zee van licht, het zout dat hangen bleef op onze winterlippen, zoals de meeuwen hangen bleven een korte wijl, je weet het wel je voelt het nog, hoe licht we waren toen, hoe aan elkaar geankerd tot ons eeuwigheid die we dachten toen er was.
En diep in het noorden, de oude dame niet ouder toen dan wij nu zijn, tussen turf en heide in haar eenzaamheid verloren, opgetogen.
Herinner je de regen ook, de wegen en do you know why Scotland is so beautiful?
En andere momenten: Dunkeld en de glinsterwaters van de Tay waar Schotland ons het eerst bekoorde. En Peebles en de 'Gruaud-Larose', herinner je.
Hoe anders we toen waren, hoe ver we nu zijn afgedwaald, vervreemd en opgeslorpt, dooreen gehaald.
Neen, er is geen keren aan.
Maar, wat keert zovele malen, zijn gevoelens van verbondenheid en woorden hoeven niet, en fotos evenmin, we houden wat te houden is
en een rijkdom is.
16-02-2015, 00:35 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |