Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    31-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laatste dag van de maand

     

    De laatste dag van de maand, zoals er ooit een andere  laatste dag komen zal, deze van het leven, hier en op andere plaatsen; met ‘deze hier’, een hoogtepunt voor jou.

    Het is nog niet zo ver maar hij komt eraan, er wordt afgeteld, het is het enige dat je weet met grote zekerheid, een zekerheid die verdoezeld wordt door wat is van de belofte van elke nieuwe morgen, want de verwachting is dat hij komen zal in een droom van de nacht. Opgenomen en meegevoerd de luchten in naar Orion, het sterrenbeeld dat je lief is al ken je het niet als plaats om er te verblijven, maar de farao’s gingen er heen, wisten ze, en ze wisten heel wat, de reden waarom ze piramiden bouwden, denken we en een sfinx vooraf.

    Je schrijft het over die droom omdat het je nu zo verteld wordt, jijzelf raadde het niet, maar nu het er staat, staat het er heel goed, kun je je fiat geven en afsluiten hoe het laatste van jou verlopen zal, in stilte en in overeenkomst met het nieuwe waar je binnen wordt geloodst, of het zegevierend  zal zijn weet je niet, je kunt het hopen, maar beter niet verwachten, zodat je geen ontgoocheling wacht om de hoek.

    Wat je er ook over denkt, hoe je, je laatste dag ook tegemoet ziet, het is een bevreemdend iets, het afhaken, het loskomen van het leven dat je bezieling was. Bevreemdend de dingen achter te laten die na jou  blijven zullen: het licht dat keert in de morgen, de geluiden van de vogels in de haag, het rumoer van straat en wereld. Ook het middag- en het avondnieuws dat blijven zal, zoals het altijd is geweest, nu ontdaan van jou, dat verder lopen zal dag na dag gelezen. Je het niet meer horen zult, je het niet meer nodig hebt te weten, en al wat is dat blijven zal tot ver na jou, zoals alles gebleven is na mijn broer, toen hij zich heeft laten gaan het laatste uur dat hij uitgekozen had.

    Het is even zwelgen te weten dat alles verder lopen zal, de aarde om de zon, de zon een gloed in de morgen en een gloed in de avond en jij er niet meer bij, jij er niet meer neergezeten met een boek of een pen in de hand, je verspreidend in een landschap van woorden in en over jou, innerlijke klanken oprijzend uit dat gemoed van jou, dat afgebroken wordt, de zeilen los in de windloosheid van dagen en eeuwigheid over jou.

    Wie zul je nog even zijn in de schaduw van wat het leven was van jou voor anderen om je heen, hoe schuchter zul je er nog wandelen blijven tot je verdwenen bent, opgelost in de tijd die van de wereld blijven zal, jij eruit weggenomen tot de nacht erover van vergetelheid.

    Je dringt er niet op aan, je wenst geen beeltenis van jou achter te laten, wat woorden, ja, wat gedachten die er al waren ver voor jou, maar die je hebt opgeraapt waar ze te vinden waren en doorgegeven naar zij die komen zullen, of er al zijn, na jou.

    Wat ik nu geschreven heb schrijf je maar eenmaal. Het is iets unieks, een momentum. Maar, niet dat ik er mee slapen ga.

    31-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Ceder.

     

    De Libanese ceder die vroeger in de tuin stond is weggehaald, hij was te hoog gegroeid en betekende een gevaar voor het huis van de gebuur. Ik mis hem, ik mis hem zoals ik nog altijd een vriend mis die me meevoerde met hem.

    Ik weet hoe de ceder er stond in de lente, fier en blij, in kleuren uitgebalanceerd, nu, al zijn takken uitlopend in lichtende, geelgroene takuiteinden. Ik groette hem elke morgen als ik het raam opende. Veel zegde ik niet, mijn blik was voldoende en hij wist dat ik er was, dat we er samen waren. Ik meende te zien - of wilde zien - dat hij zelfs even bewoog in zijn takken, en ik dacht onvermijdelijk – een mens wordt opgesmukt met herinneringen – aan de verre, prachtig levende ceder in de hoek van de binnentuin van de abdij van Moissac, alsof beide bomen, zuster bomen waren, komende uit het zelfde zaad en hetzelfde licht. Deze van Moissac treurend nu, zoals ik als gevoelig man erom treur, hem nog altijd zie in gedachten, terwijl er nu een open ruimte is die reikt tot op de Oudenberg waar elke morgen de zon opstaat: een ander gesprek dat ik houd nu, met de oneindigheid.

    Verbeelding die ik opzoek als ik schrijven ga en ik bewogen wordt door de complexe wereld waarin we leven, want wat weten we over de vele mysterieuze golfbewegingen van welke aard ook die zich, dwars doorheen ons lichaam, dwars doorheen alle muren - en dit weten we met zekerheid - manifesteren en, in aanraking komen met de golfbewegingen - welke weten we evenmin - van ons lichaam, en meer nog met deze van onze gedachtewereld.

    En waarom precies, vraag je me, die ene bepaalde ceder, in Moissac, waar je nooit meer komen zult, je weet zelfs niet of hij er nog staat?

    Omdat, zeg ik dan, het de enige was en is, die me iets vertelde over de tijd dat er nog Gregoriaanse gezangen omheen hem geweven werden op vroege ochtenden, vóór het eerst licht, of op late avonden als de schemer nog even draalde vóór de duistere nacht begon.

    Hij dus een boom, een ceder was, verschillend van alle andere ceders, geïmpregneerd door deze gezangen, in een zekere zin erdoor geheiligd. En ik hem aldus bewaard heb als een relikwie, een aanhangsel van het goddelijke in de natuur.

    De ceder daar tussen de muren, in zijn eenzaamheid van ceder; en toen we er waren, op de grond onder hem, de cederappels met zaad geladen, wachtende op de vreemde man die deze meenemen zou naar andere oorden, waar een nieuwe ceder groeien zou, ontheemd weliswaar. De man had het beter niet gedaan.

    De ceder van de abdij van Moissac is ook van de zoveelste vriend die ging. Hij zat er even neer op een plooistoeltje en aquarelleerde hem in enkele lijnen en enkele vlakken kleur met een gleufje wit er tussen, met een stuk muur erbij en enkele kolonnes met kapitelen en, maar dat zag je niet, ze waren erin verscholen, de gezangen die, terwijl hij werkte, tot hem kwamen van uit de kloostermuren. Terwijl ik toekeek, terwijl ik in gedachten werkte aan een haiku, de zoveelste die ik poogde er over te schrijven.

    Ook nu nog, is een haiku niet ver af:

    De ceder was er
    nadien, in kleur getekend
    op een Schoeller blad.

    Als je, mijn vriend-lezer, er ooit komen zou, ga en groet de ceder, zeg hem dat een man op hoge leeftijd, vergaan van heimwee, over hem een haiku geschreven heeft, een morgen in de lente.

    30-03-2022, 01:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vijver die rust is
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

     

     

    Elke morgen resumeer ik, in een eerste zin, het vervolg op mijn leven. Al heeft het er schijnbaar weinig van, het is terwijl ik schrijf, zo voel ik het aan, ‘toda mi vida’ dat aan het woord komt bij het opstaan. Ik ben dan tegelijk  op vele wegen en op vele plaatsen; ik ben dan van hier en van ginds, van landschappen en van ingetogen zijn; ik ben dan, zoals altijd, met woorden gevuld, woorden die zeggen wat er te verhalen valt over mezelf en over de wereld en daarenboven, ikzelf ontvankelijk voor toestanden die er zijn en er beter niet waren.

    De weergalm van dat alles blijft komen en keren in golfbewegingen en straalt uit op de plaats waar ik ben. Zo gebeurt het dat, in de late namiddag, de vijver waar we zitten, stilte en bewegen is, zoals wij, rust en roerselen van hart en geest, en ook, inzicht en toevlucht er te vertoeven.

    en een stukje eeuwigheid te zijn, in ons neergekomen, omdat het goed is er te zijn onder vrienden, er neer te zitten, te denken aan en te spreken over kleine dingen die voorbij gaan en andere, die te zwaar zijn, te verzwijgen, omdat er geen plaats voor is, geen oordeel over te vellen is.

    En wat meer is, wat het sacrale benadert, er rond te lopen met open blik, innerlijk vertederd, de grassen te zien groeien en de bloemen die al opgekomen zijn op het punt zich te openen en bloeiend al, de witte dovennetel, boterbloem, en iris en begin van eendenkroos, duizendblad en koekoeksbloem en andere waarvan ik de naam vergeten ben, omwille van mijn jeugd die zo ver af al ligt - hoewel eigenlijk nog dichtbij - om het hart ervan terug te roepen toen ik in de wijde wereld waar ik woonde, in de weide liep achter de vlinders aan, nameloos kind en niets meer, verrukt om het vele.

    Maar we zijn hier wel, in peis en vrede vandaag. En ook hebben we gezien wat is van het licht naar de avond toe,  als de wind gaat liggen en het water zich effent tot een spiegel, met nog in de hoeken bloesemblaadjes, zoals het altijd moet geweest zijn, in de jaren ervoor, en de luchten soms regen waren die de aarde daar zo nodig heeft om uit te lopen in een tapijt van groen tot geelgroen in de bomen en tot in het diepste van wij die er zijn.

    Wij die luisteren. Het ruisen van de luchten stil gevallen  en kijken hoe het licht wordt opgeslorpt, wordt uitgedund en weg geveegd, donkerte die komt en gaan zal om als licht terug te keren.

    Zo is het ook dat nu de vijver inwerkt op wat ik schrijf, dat ik dit ogenblik niet zou zijn wat of wie ik ben, ware er de vijver niet, waren er de vrienden niet, jong nog en krachtig en vol beloften en ik hun woorden, hun tekens en houding overnemend en gemengd met die van mij. Menend hun ouderdom te houden, hun gelijke te zijn in jaren, ogenblikken, bij een glas wijn uitgelaten.

    De vijver zal er zijn tot ver na ons, onaangeroerd, gestold in de tijd en, denken we, iets blijft erover van wie we zijn en waren, al was het maar een tak gebogen, een korrel zaad er achtergelaten, veel hoeft het niet.

    Maar hoe het morgen zal zijn weten we nu nog niet: de avond lijk een tulp gesloten.

    29-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leven en het lot ons beschoren.

     

    Wat ik gisteren achterliet was pure waanzin, waren de gedachten van een zeer oud man die aan het zweven was, die veel, veel verder dan halverwege, bijna op het einde van de weg, gekomen, en een droom van hem meende te moeten uitschrijven, een angstdroom maar niets meer dan een droom in deze holle tijden, hol omdat ze uitgehold worden en ook omdat ik niet weet hoe ze gaan eindigen en, of ze nog gaan eindigen.

    Ook omdat ze mijn gedachten, als die er nog zouden zijn, overhoop halen en me blijven beroeren van morgen tot avond, tot nacht. In dit smalle licht in de duisternis, wie ben ik nog, welke waarden verdedig ik nog, waarvoor sta ik nog in de bres? Ik heb me nooit in mijn leven zo lamlendig gevoeld als nu, moedeloos, sprakeloos, zonder zin in iets, vooral dan zin om verder te gaan met dit schrijven hier, ware het niet voor jullie; voor mijzelf hoeft het niet meer. Ik ben de leegheid zelve.

    Hoe verhaal ik me in de wereld van nu; wie was ik die ik gisteren was en wie ben ik nu? Weinig meer dan een mengeling van negatieve dingen die over mij blijven hangen, die ik niet schikken kan naar de mindere toe om enkel deze, de minder negatieve, over te houden.

    Toch, toch is het van de resurrectie, van de opstanding dat ik de smaak kennen wil vooraleer hier af te sluiten, is waar ik naar toe schrijven wil om geen ontgoocheling te zijn. Ik heb voorlopig alleen het beeld van mijn zwaktes getoond, niet dat van mijn sterktes die onderhuids gebleven zijn, half versmacht maar wachtende op een moment van genade.

    Tot hier dus waar ik deze morgen, in de meer dan vroegte gekomen ben. Maar dan ook niet verder. Zoals ik corona achter mij heb gelaten wil ik ook het geval Poetin, dan toch in de mate van het hoogst mogelijke, achter mij laten.

    Heb dan in gedachten, geloof me, deze morgenschemeringen opgehangen aan een draad in het volle licht, de letters ervan zijn een na een losgekomen en weggewaaid met de wind. Enkel, hoe weet ik niet, de klank van het onuitgesprokene is nog gebleven, voor een tijd.

    Ik weet nu dat ik, waar ik ook sta, in welk gemoed ik ook verkeer, de wolken hoogst nodig heb, de nachten en de maan en de planeten en de sterrenstelsels, alle toekijkend  tot het bevruchtende eruit tot mij komt en mijn bezieling wordt.

    Een gebeuren dat me niet ontglippen mag. Ik omhels het, en ik vergrijp me eraan, keer op keer. Dit is wat mijn leven is, het overige zijn maar flarden van ongemakken die me bereiken en me benevelen met een onevenwichtigheid die me doet wankelen.

    Ademend en, de tijd geklemd houdend van het zaad dat kiemt, van de bloem die zich opent, van de vrucht die rijpt en de vrucht die valt.

    Het bewegen van het bewegingloze, of het ongeziene omgezet, om te begrijpen wat is van de dingen; het niet aanraken ervan omdat het niet aan te raken is dan alleen met wat inhoudelijk ingehouden woordenleemtes.

    Houden en niet houden, aftasten en niet aanraken, bespieden wat niet bespied kan worden, al weet je dat het er is, zijn machteloosheid verscholen in zijn woorden. En te mijmeren over wat er was en over wat er niet was en wat er nog aan toegevoegd kan worden, in nieuwe woorden en in andere tekens. Al wat van het leven is, al wat van de natuur is in ons, nu meer dan ooit in stilte en ruimte, overweldigt met geuren en kleurklanken die zijn én van het leven én, van de dood die niet wijkt en nimmer wijken zal.

    Impressies die van de wereld zijn om aan te tonen wat er te vinden is als je het woord even oplicht om te zien wat er onder ligt, de dronken dromen van onze aanwezigheid hier op aarde, die zich nimmer sluiten zullen.

    28-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De arme ouderling die ik ben.

     

    Als Zelenski zijn wil krijgt en er in alle steden - beginnen we met deze van het Westen - op donderdag 31 maart een betoging op gang komt, dan zou het er een moeten zijn gebaseerd op Westerse maatstaven, liefst hoogstaande, daarom, met enkel als klankborden de namen van grote Russische componisten,  schrijvers, geleerden of andere namen met betekenis.

    Het is een idee van deze nacht. Ik stelde me, meer dan eens de vraag, hoe een optocht in stilte - of eventueel onderlijnd door de muziek van een Russische componist - door de starten van de hoofdsteden, overkomen zou, welk effect zou dit hebben indien enkel gezwaaid zou worden met de namen erop van Strawinski, Rachmaninov, Shostakovich, Poesjkin, Tolstoj, Pasternak, Sholokhov en noem maar op, er zijn er genoeg, samen met één grote slogan in het Russisch: Niet Poetin, wel … gevolgd door een resem namen die de kern uit maken van de ziel en de geest van het Russische volk.

    Het zou het beeld zijn van de oorlog van het Westen tegen Poetin, het beeld van de rede tegen de kanonnen en de destructie van Poetin. De enige die we voeren kunnen deze van de geest, de geest die overwinnen kan.

    Waarom vermeldt Charles-Michel dit nooit, waarom spreekt Biden dit nooit uit, denken ze er niet aan zich te richten tot het Russische volk opdat doordringen zou tot hen dat we niet hun ondergang willen, zoals hun machthebbers beweren, maar dat ze deel uitmaken en blijven uitmaken van onze cultuur en we dit zo houden willen?

    Hoe kan ik deze boodschap verspreiden opdat ervan enig effect zou te zien zijn in de optochten - als deze zouden plaatsvinden - en opdat ze, hoe ook, hun weerklank zouden krijgen in Rusland zelf, maar dan niet als ‘faked propaganda’ maar als een sterk teken van de ingesteldheid van het Westen tegenover het Russische volk?

    Ik vraag het jullie: hoe dring ik door tot mensen zoals Alexander De Croo, zoals tot om het even wie met de nodige zeggingskracht hier  in het Westen.

    Hoe zeg het me. Opdat we oorlog kunnen voeren op onze wijze.

     

    27-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief aan mijn achterkleinkinderen.

     

    Het is mijn echtgenote die me er op wees dat ik enkel ‘zotte’ dingen schrijf die weinigen begrijpen/lezen, maar dat het tijd werd dat ik eens iets schreef voor mijn achterkleinkinderen die ik niet zal zien opgroeien zoals ik het wel willen zou.

    Wat ik gisteren schreef zijn maar schemergedachten, zijn maar mogelijkheden die mettertijd een verdere, ruimere uitstrijk zullen krijgen. Twintig, dertig, vijftig jaren verder zullen we de realiteit van wat ons lichaam is duidelijker onder ogen hebben. We zullen het gaan zien als een sterrenstelsel in het klein, een wolk van minieme deeltjes, innig met elkaar verbonden en even innig inwerkend op elkaar, een wolk gelijk, zonder duidelijke omlijning/grenzen. In een dergelijk beeld kunnen de  ‘energievelden’ waar ik met goochel, aanvaardbaarder opgenomen worden.

    Ik meen dus er te mogen op vooruitlopen en te schrijven wat ik schreef, nogmaals, hoe onwaarschijnlijk dit ook moge zijn. Vele zaken zijn onwaarschijnlijk als men zijn gedachten onbeperkt en onkritisch volgen blijft, als men laat gaan wat op jou afkomt, ongeacht wat het is en hoe het overkomen kan. Je maakt altijd gebruik van de vrijheid die je gelaten wordt als schrijver, er wel de nadruk op leggend dat het gedachten zijn van het ogenblik  en op andere ogenblikken gewijzigd kunnen worden, dat je de waarheid niet in spé hebt.

    Wat ik hen, mijn achterkleinkinderen, hiermede heb willen duidelijk maken is het feit, dat mijn wereld van kennis maar een deel -deeltje misschien - zal zijn van de wereld die zij zullen kennen in normale omstandigheden. Alleen weet ik niet, gezien de toestand waarin deze zich thans bevinden of deze omstandigheden normaal blijven zullen. Ik sluit mijn ogen en mijn verstand als ik dit schrijf, maar er lopen hier gekken rond, niet zoals ik, die spelen met gedachten maar anderen die spelen met de meest barbaarse wapens. Dit wijst ook op de wereld waarin ik schrijf, de angst om wat er te gebeuren staat, indien.

    Ja, indien om het even wat, alles kan aangegrepen worden als een dreiging in deze dagen. Het ergste is dat ik het ergste vrees.

    Ik schrijf dus met enerzijds de gedachten gelogeerd in wat van de Kosmos is en enkel van hem, en de gedachten uitkijkend naar wat van de mens is, een bepaald individu die is opgestaan onder ons.

    Alles is dus wankelbaar, onvoorzienbaar de toekomst die op ons afkomt en ons meeslepen zal in welke richting dit ook moge zijn. Mijn leven is er een van vrede geweest in het Westen, enkele minieme jeugdjaren uitgezonderd voor mij. Mijn vrees is groot dat je jeugd er ook door getekend gaat worden.

    Eerder doffe vooruitzichten voor een overgrootvader die aan zijn volgelingen denkt. En dit voor weinige keren dat ik openlijk en vrij aan jullie denk. Vergeef het me als ik het te onachtzaam zou geschreven hebben.

    26-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Energievelden.

     

    Er hebben altijd heel wat boeken op mij liggen wachten.  Nu ook van Stanislas Dehaene, zijn ‘Face à face avec son cerveau’, dat ik aarzel om te kopen omdat er, dagelijks, ook nog heel wat te schrijven én te herzien valt. Echter, het lezen biedt me nieuwe inzichten, leert me hoe anderen er in slagen hun schrijversproblemen op te vangen, maar ik zou nu vier uren per dag moeten werken om te doen wat ik gepland heb, en bij ondervinding weet ik dat vier uren intens bezig zijn gedurende een etmaal zeer uitputtend is voor mij. Ik heb dus weinig keuze. 

    Het feit hier is dat Stanislas Dehaene me zeer intrigeert omwille van een bepaalde reden, en ik hem toch opzoeken wil om zijn antwoord te kennen op een blijvende vraag van mij: waar zijn onze herinneringen opgeslagen, in of buiten onze hersenen?

    Ik vind dat het goed is dit te weten, omdat ik stelselmatig heb verklaard dat onze herinneringen in een wolk omheen ons lichaam drijven en ze ons, van tijd tot tijd, als ze het passend vinden, benaderen, zoals dit gisteren bij mij het geval was. Waarom het precies deze waren weet ik niet, maar ze waren er zo sterk dat ik, als gedwongen, ze genomen heb.

    Iemand zoals ik die elke morgen vertrekt met heel weinig bagage heeft er nood aan die ingevingen - want dit zijn ze - te volgen en  mee te nemen op zijn tocht.

    Ik sta dus voor mijn publiek op de planken, telkens aangekleed met wat ik in mijn leven heb gelezen, ontdaan van al wat ik niet gelezen heb en dit is ontmoedigend veel. Aldus ben ik aangewezen op de ideeën die in mij zijn ontstaan, ideeën zoals deze die ik hier verkondig ontstaan uit wat de Kosmos en bijna uitsluitend deze, me leerde.

    Heb ik het bij het rechte eind, of neem ik hiermede een te hoge vlucht of nog, zijn het maar wat zinsbegoochelingen, wie zegt het me, Stanislas Dehaene?

    Er is weinig, maar toch een kleine, en wellicht enige kans, dat mijn achterkleinkinderen deze woorden hier van mij, ooit lezen zullen, twintig jaar of meer, verder. Ze zullen geconfronteerd worden met ideeën die ontstonden ver voor hun tijd, in een periode dat de opgang in kennis met exponentiële snelheid vooruit schoof.  Wellicht zullen ze meer dan wij ingesteld zijn op het feit dat alleen het meest onwaarschijnlijke in de natuur waar kan zijn. Ik zie dus dat ze me volgen zullen en een beeld hebben waar hun overgrootvader mee bezig was. Een van ‘God’ verweesd man achtergelaten in de catacomben van het leven.

    Want het is een wereld in ‘vreemde’ wording die ik zal achterlaten, die ik, als de tijd me nog enkele seizoenen gunt, ondergaan zal, om daarna  met nog wat resten van resten over te blijven, een naam in een register als die zou overgebleven zijn.

    Maar je weet maar nooit. Wat ik deze morgen in de lente van 2022 hen zeggen wil is, - en ik denk stevig aan hen als ik dit schrijf - dat alles wat ik ben en was beschreven ligt, niet in mijn hoofd of hersenen, want dan kan het sterven, maar in de energievelden omheen mij, velden die me niet verlaten zullen.

    En dat, wat ik vandaag neerschrijf uit dit energieveld is opgerezen, louter voor hen.

     

    25-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe de dag zich schrijven zal.

     

    Het land is openheid, is bloei, is blijheid, een festijn dat aanvangt om niet meer op te houden voor een lange tijd. Erin ondergedompeld spat ik open in een veld elektronen, in lijnen en ovalen en cirkels. Kringelend, als  het leven dat weegt op het water van de vijver, heb ik alles lief wat ik ken en hoop te kennen. Tot de winden komen, de blauwe luchten, de wolken en de regenbogen; heb ik alles lief wat is en wat gezegend nu tevoorschijn komt.

    Kortstondig is de tijd van het ogenblik.

    Onbevangen wachtend op de beelden die zich uitstorten over mij, ineengedrongen in trillingen van ingetogenheid, waaruit ik niet meer ontsnappen wil omdat het is zoals het nooit is geweest. Behalve.

    Behalve toen ik, op de hoogte naar Kawkaban[1] toe, dacht aan jou die mijn geliefde is en ik, naar de diepte toe, je naam toen riep in een zevenvoudige echo naar mij terug gekeerd, alsof je me hoorde en je ogen een kreet om me nimmer te vergeten.

    Zo weet je nooit - zeker vandaag niet - hoe je dag zich schrijven zal, hoe je woorden eindigen zullen op wat je nalaten zult, jij, door de gewilde stilte binnen in jou, opgeslorpt, geborgen als je gebogen zit tussen de plooien van je herinneren. Hongerend naar het voorbije dat niet te stuiten is.

    Als je diep in jou gekeerd, overlopen zult hoe het was en hoe het leven zich ontwikkeld heeft. Het wijde land van je jeugd, de bossen en de velden je bedekkend met hun geuren en hun energieën die je o zo goed gebruiken kunt om je los te rukken van het beeld van de wereld over jou, de wereld die eeuwen oude relieken  tot stof verpulveren wil.

    Alles, een tijd maar blijvend, verstrengeld sedert dagen nu wat is van jou en van die gek en zijn gebeuren, aanwezig op de achtergrond van je gedachten. Je hem niet wegdenken kunt.

    Kortstondig is de tijd van elk ogenblik.

    Echter, niet nu. Nu ik als knaap nog altijd wandel aan de hand van grootmoeder, de hand die bleef, ik nog voelen kan, ik nog denken kan aan de hand die bleef; ik barrevoets in het mulle zand - waar is dat wegje nu gelegen? - van de holle weg, de bermen begroeid met de intense geur van tijm, van duizendblad, van kamille, in de zomers van toen, met onvermijdelijk hier ook, en meer dan op andere plaatsen, het gezoem van vliegen, van bijen, van vlinders lijk zeepbellen. Jij haar hand houdend, en toen ze een kaars aanstak in de kapel midden de velden en ze bidden ging opdat niet geschieden zou wat al gebeurd was. Jij, nu getekend door de jaren zoals zij toen getekend was, teruggegaan langs die holle weg die er nu niet meer is, ook geen thymus meer, geen gegons van bijen meer, naar die kapel en die brandende kaars van haar, de weg van vele tijden terug genomen, ootmoedig gebeden om niets meer te vragen, enkel om er nog te zijn. een laatste maal.

    Al weet je niet hoe je bidden zult na al die jaren.

     

    [1] Dorp in het vroegere, eeuwige Yemen. Voor Kamal Salibi, het Bijbel land. Nu een sukkelstaat, zoals er zovele zijn en wij machteloos toekijkend.

    24-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe de geest leeft in ons.

     

    Is het verkeerd als ik me blijf verdiepen in de wetenschap er te zijn, met de nadruk op mijn ‘hier-rondlopen-op-aarde’, mijn ‘hierzijn’?

    Er is geen alternatief, wil ik dit blijven kunnen dan moet ik meer vrijheid geven aan de Ugo in mij, de dromer, de uitloper, de fantast. Moet ik hem terughalen uit de catacomben van het verleden en hem laten optreden in tijd en ruimte, ademend als een jonge knaap onder de ruisende populieren van de laatste weide waar ik voor de laatste maal - zoals ik het me herinner - neergelegen heb in het gras tussen boterbloem en margeriet en koekoeksbloem, met de gonzende bijen over mij, de vlinders en de kevers, en wat verderaf de grazende koeien. Werelden geleden, toen ik pas was opgestaan uit mijn jeugd op weg naar mijn volwassenheid die er stilaan aankomt nu, tenware deze al voorbij zou zijn.

    Verlossing van het oude, het verweerde: waar het op aankomt in deze dagen als het licht door de staalgrijze luchten breekt, tere vlakken getekend op de planten in de tuin, lijk bundels gedachten, lijk samengesnoerde tuilen van verwachtingen die zich mogelijks realiseren zullen - de Nooteboom in mij die spreekt.

    Zo is elk opnieuw beginnen, het binnendringen in wat van vroeger was of het buitenkomen uit parken bomen die bossen zijn van uitgelaten leven, opstijgend uit humus en mossen, uit salomonszegel en dalkruid, uit geurende varens die hun sporen laten waaien tot op mijn woorden, tot in mijn hart.

    Me vermengend met al wie ik ooit was, waar ik ooit gekomen ben, zoals deze morgen, ik plots terug was op een plaats in de bergen, op weg in die oneindige sneeuwvlakte die we te kruisen hadden, komende van de cabane du Grand Mountet naar de voet van ‘la Pointe de Zinal’ en er aangekomen, treden moesten gehakt worden in de sneeuw en in het ijs om in de wand hoger te komen, waar ik hing, de voeten in de gehakte treden, de handen bevroren, en het niet meer houden kon, los ging laten verdoofd van de koude, tot Robert, de gids, zag dat het zonder ijsvijzen te gevaarlijk en te moeilijk het was hoger te klimmen.

    Plaatsen die ik meer dan ken, waar de vreugde er te zijn en de pijnen om er te komen zich oplosten, ondanks alles, in een immens geluk te zijn waar ik was, losgebroken van al wat me gevangen hield, unieke momenten van het zijn, zelfs en vooral als een inbreuk op wat is van het dagelijkse van het bestaan.

    Zo ook is een woord, een zin, een beeld, genoeg om weg te schieten in oorden en dingen die waren en waar je nu niet meer komen zult, die lijk speldenkoppen op een landkaart geprikt, te wachten liggen in je geheugen.

    Dit is dan wat ik heb bereikt, denkend aan de Ugo in mij en hem toch het woord niet latend terwijl de tijd is voorbij geschoven, hij, Ugo verborgen tussen de lijnen van  waar hij soms opduikt  uit een stolling van de geest, een kiem uit een zaadbol.

    En ik teruggaan moet tot mijn prille begin, en verder nog, oneindig verder nog, en toch zo dichtbij, tot wat in den beginne was, het zijn van het zijnde dat nog altijd wordend is, waaruit ik eveneens  gans in de beginne ben ontstaan toen er enkel aanwezig was, onder een of andere vorm van aanwezigheid, niets meer dan het allerprilste begin van wat wordend is.

    Ik, en jullie erin aanwezig in het eeuwig potentiële.

    23-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Filosofie

     

    Terugblikken op vroeger en, het vroegere evalueren en aanpassen waar het kan of moet, zodat het einde maar steeds verschoven wordt in het deeltje toekomst dat er nog is voor mij, nu ik, met een onzinnige belager  in mij en een nog onzinnigere in de verte, er, in feite, twee bressen te slaan heb in de muur waar ik voor sta.

    Nochtans stel ik vast, dat er nog heel wat te doen valt én, dat de tijd me ontglipt, me verrast me keer op keer door de akelige snelheid die hij kent om te gaan, zoals gisteren, op zijn manier van dag naar nacht. De slaap die ik zo nodig heb is er te veel aan, wat een onlogische uitspraak is; het is wat ik nog zou willen doen dat te veel is, dat ik herleiden moet tot wat haalbaar is, de enige manier om de tijd te temmen, de tijd zelf te verrassen.

    Of, hoe het leven, in al zijn vormen, in al zijn stellingnames,  lijk het raderwerk in een klok, me in elkaar heeft gestoken, ja, toegetakeld, het woord dat ik gisteren gebruikte preciezer gericht.

    Als ik tracht te concluderen, hoe ik me heb laten uit bloeien, niet alleen als schrijver van blogs, maar als mens die niets anders meer kan dan schrijven, met verwaarlozing van al het andere dat mijn hart - vandaag om te beginnen - verzadiging zou bijbrengen, berusting al was het maar om de 4.000 blogs van minstens 500 woorden die te lezen staan op mijn Blog-side, is dan het moment niet gekomen om het te doen?

    Het is me wat, woorden en nog woorden, zijnde mijn levensader, en als ik het naga tot in de diepte, heb ik in the mean time, nog niet genoeg geschreven over de naam die niet uit ons te branden is: de gedachte ‘God’, wie Hij is, en als Hij is, hoe Hij er is, hoe ik erover denk?

    Een zaak is zeker ik ben niet ‘pregalileiaans’, niet zoals zovelen die het gebleven zijn wat hun religieuze ingesteldheid betreft. Zoals ook de Kerk het gebleven is. Terwijl ondertussen door de Kwantum Fysica een totaal nieuwe Bijbel geschreven werd. Een Bijbel die ik tracht te lezen en te begrijpen. En hoe dieper ik erin wegglijd, hoe meer al wat me omringt in de natuur, en de processen in de natuur, een wonder wordt, een on-begrijpbaar, onvatbaar, onvoorstelbaar wonder. En hiermede is het meest bijzondere gezegd.

    Zo, als ik gefilosofeerd zou hebben dan ligt alles verweven met de idee God, met mijn visie over het leven en, met wat er is van het leven na de dood.  En dit laatste, dit allerbelangrijkste, gedragen door mijn visie op het wonder dat het leven is, en hier uit voortvloeiend, het wonder dat de dood moet zijn.

    Dit is de kern van mijn filosofie, een andere is er niet, een andere hoeft er niet. Vandaag niet en morgen niet.

    22-03-2022, 06:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toegetakeld.

     

    Ik kom niet los van Oekraïne, vooral dan bij volle maan, zoals deze nacht als ik denk dat er gevochten wordt bij maneschijn. Het zal er wel geen volle maan geweest zijn over de stukgeschoten steden in Oekraïne zelf, maar op andere nachten wel. Ik stel me dan vragen bij de gevoelens van jonge soldaten en andere met vrouw en kinderen thuis, waar kunnen die aan denken als het niet zou zijn er heelhuids van af te komen, als het niet zou zijn zich terug te trekken in alle stilte indien ze wisten waarheen te gaan achteraf.

    En dit alles en nog oneindig meer, omwille van de beslissing van een mensdier, een absurd geval van het 'Dasein'.

    Of, zijn ze al afgestompt, zien ze niet, of willen ze niet zien de miserie die ze veroorzaken onder de bevolking, de vrouwen, de kinderen, de ouderlingen? Voelen zij zich dan ook zo veilig, weten ze dan niet dat het ook hen kan overkomen, eerder vroeg dan laat.

    Oorlog voering in de maneschijn, wie denkt eraan ware hij Poetin niet, zoals ik hem noem, het mensdier, heb ik geen andere naam voor een gek en een leugenaar die durft te beweren dat het liefde is voor de evenmens als je de kogel opvangt die bestemd is voor je vriend. Wat weet hij ervan als hij er staat als een leugenaar wat al de rest dat hij vertelt betreft. Hij maakt me ziek  die man, zieker dan ik al ben, hij verwaarloost mijn gedachten, hij herleidt me tot een iemand die rondloopt met wraakgedachten en ik ben voorzeker niet de enige, en ik, ik heb geen nood aan dergelijke gedachten.

    Ik heb dus, en het spijt me, sedert hij zijn wil heeft doorgedreven, elke morgen een bres te slaan in de muur die hij opgetrokken heeft in mij naar het gewoon dagelijkse

    als ik begin te schrijven. En wie ben ik dan met het stof van de geslagen bres verspreid over mijn haren en mijn leden; hoe kom ik eruit tevoorschijn, met welke gedachten nog, als het me al heel wat moeite heeft gekost om de bres te slaan. Vooral dan bij volle maan, zoals het deze nacht het geval was, als ik het gordijn wegschoof hoe helder, even voorbij middernacht, de morgen al was. Een voorgevoel dat ik kende, de roep van de maan zelf die ik meende te horen, staande precies boven de nok van het huis van de gebuur, alsof ze er op speciale dagen, zoals deze, niet van afwijken wil.

    Ik het gordijn heb opengelaten op de nacht, met de maan vanwaar ik lag, precies in de rechter bovenhoek van het raam, maar verdwenen in het eerste morgenlicht.

    Maar de impressie van de maannacht is me bijgebleven, ik dacht dat het geen nacht was om te doden of huizen kapot te schieten, de straten vol steengruis en stukken glas. Hebben de Russische soldaten dit niet meer gedacht dan de Oekraïense het gedacht hebben?

    Absurd, schreef ik, wat er gebeurt in deze dagen, in deze tijden van heel wat hoogtepunten in een beschaving die nu aan het wankelen is geslagen. Het zijn gevoelens die me meer besmetten dan corona of covid of welke ziekte ook.

    Hopelijk besmet ik er jullie niet mee.

    Een zaak is zeker Poetin heeft me toegetakeld in mijn laatste dagen.

     

    21-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Je weet maar nooit.

     

    Ik schrijf in vreemde woorden over vreemde dingen, bevreemdend is het wel. Nochtans ik ben zeker niet Jorge Luis Borges, ik ben niet iemand om te zijn wie ik niet ben. Ik ken mezelf en enkel mezelf als ik schrijf, wanneer ook en hoe ook.

    Ik testte positief op corona. Ik vermoedde het al enkele dagen, het begon donderdag  - zo ziek en zo moe als, ja, als wat? - maar te moe om de trap op te gaan. Ik bereikte nu  toch al zaterdagvoormiddag, er is hoop op beterschap, maar ik kan het niet onbesproken laten omdat het me omsingeld en insluit, omdat het me neerhaalt, en het is voor enkele ogenblikken de robot in mij die overneemt.

    Deze heeft niet die preciesheid, is niet geschoold om alles af te werken zoals het hoort, hij laat zich te gemakkelijk verleiden, verschuift de dingen verder de dag in, de nacht die komt aankloppen in. Hij is echter niet geprogrammeerd en ik sukkel maar wat, zoek naar iets waar ik naar zoeken kan en vind niet altijd de weg, en als ik de weg vind dan is het niet altijd een lange uitgesponnen weg, eerder een weg die doodloopt.

    Noem het zoals je wilt, maar eigenlijk blijf ik de man behind the robot. Want de man achter de robot heeft niets gemeen met een robot, hij kan hem wel zien als een hulp die optreedt in zijn plaats, maar hij vertrouwt hem niet, hij kan hem niet vrij laten handelen want waar zal hij uitkomen, eens op hol geslagen?

    Laat hem zwijgen dus zodat ik me loswrikken kan en de man worden - vergeef me mijn verbeelden  - van eenvoud, en toch een grote man van wijde luchten, over uitgestrekte velden, van boterbloem en hazelaar, rabarberstruiken en, van zaden die ik strooide en van nieuwe planten die bloeien zullen mettertijd.

    Als een vreemde man in een vreemd lichaam schrijf ik over hem. Ik noem hem niet. Wie me leest en hem kent weet over wie het is dat ik schrijf. Ik zie hem als een gelukkig man, hij bezit alles wat hij nodig heeft, van vrouw tot dochters, tot vijvers en tot vrienden die hem lezen en hem brieven schrijven, over het groene van Ierland bijvoorbeeld. Hij hen dankbaar is.

    Hij bezit ook een wereld van boeken en muziek. Ondanks corona, eenzaam is hij niet. Hij denkt nog niet verder dan waar hij nu al staat, toch niet bij dit schrijven hier. Zelfs al weet je maar nooit.

    *

    Er aan toegevoegd om 11.24, uit de Sterrengids 2022: Zondag  20 maart (www.stip.media):

    15.33 Universal time, lente equinox, begin van de astronomische lente. De zon heeft nu de ecliptische lengte van 0° en hij staat recht boven de evenaar en overschrijdt de hemelequator van zuid naar noord. Dag (zon op) en nacht (zon onder) duren vandaag overal op aarde even lang, 12 uur.

     

     

    20-03-2022, 10:29 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sibelius.

     

    Ik heb niet herlezen wat ik gisteren heb laten gaan, ik was in een lethargische toestand, overrompeld door de koorts, griep of corona. Hoe vaart het met mij vandaag is de vraag die ik me blijf stellen, waar kom ik uit, mijn geest onstabiel, mijn geschrijf onzeker; hoe kom ik aan bij mijn laatste lijnen en wat laat ik na dat niet te maken zou hebben met het koortsig gevoel dat me nog niet verlaten heeft.

    Mijn morgen heeft geen goud in de mond, maar zorg en kwelling, mijn leeftijd helpend is er een vraag die oprijst, die ik dan toch terzijde liggen laat, het is voorbijgaand, het is nog niet wat ik denk dat het zou kunnen zijn, wel een voorbode. Waar ik het bij houden moet.

    Mijn God, hoe bloot ik me geef, hoe gul ik ben niet met het diepste van mijn gedachten, maar met de achtergrond ervan, mijn fysische gesteldheid die me omkneld houdt neigend naar het negatieve, mijn zuiverste ik gevangen in een wurggreep.

    Hoe verzet ik me opdat ik, het ellendig gevoel op zij schuivend, me verbergend achter een ondoorzichtig gordijn er zou staan, niet zoals gisteren, maar ondanks alles, vernieuwend en sprankelend in glanzende woorden de realiteit overstijgend.

    Tijdloos, vluchtig over wat nog komen moet en niet geweten hoe het kon, tot Sibelius in de snaren, hoog trillend in solo en verankerd in het gebed van het orkest, in koor opgevangen en doorgegeven: lente en herfst en tederheid die van lippen is en van handen neergelegd als bloemen op een koude grafsteen, stengels geknipt en samengehouden met een veelkleurig lint, in kleur van avonden in donkere lanen; dovend wat van gisteren was en ook wat van veel vroeger was, verwachting erin bloot gelegd, en vingers en strijkstok die snaren beroeren alsof het klanken waren van ebbe en vloed, afwisselend de klaroenen die we hoorden tot de sterren en verder nog.

    Wat weten we van wie Sibelius was als hij zijn vioolconcerto schreef, hoe hij neergezeten of staande, hoe hij in de morgen of laat in de nacht, de volle maan een klankbord of het donker ruisen van de bossen, schrijvend was, opsommend de geluiden die hem bereikten, deze zich mengend met de gevoelens in hem, die hij maar kennen zal als alles geschreven staat en de viool en het orkest het hem vertellen zal, hoe hoog en hoe ver hij geklommen is. Zichzelf uitdovend.

    Zoals ik het niet weet hoe ver ik gegaan ben met wat er al geschreven staat en ik wachten moet, denkend aan wat nog kommen kan, vandaag of morgen, als ik er nog ben, en zoals het gebeuren kan, soms, denkend aan wat er zijn zal als ik er niet meer ben, maar dan niet zoals Sibelius en zijn vioolconcerto dat er nog zal zijn.

    Wat me bereikte als verhaal, is wat voorbestemd was er te zijn en er achtergelaten te worden. Ik heb er niets aan gewijzigd, ik heb het genomen zoals het kwam, aarzelend eerst, daarna doordrijvend omdat er geen alternatief was dat me helpen kon.

    Mijn geest nog altijd door koorts beneveld.

     

    19-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koorts.

     

    Niet veel zijn de woorden die ik elke dag in jullie richting zend. Niets meer dan wat invallen opgeraapt en neergezet, alsof het flarden wolken waren over mij heen geschoven, ik, in een poging deze vast te grijpen en vast te nagelen terwijl ze al lucht geworden zijn.

    Dit is het gevoel dat ik heb in deze woelige tijden: mijn woorden in het licht van het vele dat gebeurt geschoven over veld en weiden, over bergen en zeeën, geaderd, aaneen gehouden met punt en komma,  uiteen gerafeld door de wind, lijk hooioppers van vroeger. Stiltes zonder al te veel betekenis, geschreven om er te zijn en er te blijven en niet altijd aanvaard, niet altijd binnen de grenzen gehouden van wat ons overvallen kan; de realiteit soms ver opzij gehouden om te stijgen lijk een luchtballon de wolken in, kleiner wordend, opgeslorpt door wat het heelal is.

    Zo mijn woorden, verlucht uitgebalanceerd jullie verbaadsd ze te ontvangen op de morgen of later als een verschijnsels van korte duur waar niemand achterstaat, de dag die niet vlug voorbij zal zijn, ingekrompen.

    En zeggen dat ik mijn woorden oneindig wil, groots, bakens van melk en honig. Soms schrijft me wel iemand dat het mooi is wat ik schrijf, ik ben er hem dankbaar voor, dat hij het wete.

    Het worden dan, heel kort, ranken boterbloemen, gele vlammen in de grachten langs de wegen waar ik liep, gewonnen of verloren in gedachten over wat van de dagen is. Of, deze morgrn, van een pimpelmeesje tegen het raam gevlogen, op de grond waar het ligt en opgeraapt om het te houden een tijdje, het kopje in gedeukt, stijf geworden pootjes, totaal naamloos, dat je enkel redden kunt en tot herleven roepen zult door het te vermelden, zodat het morgen nog gelezen zal, geweten dat het gebeurde en nog wellicht op vele plaatsen nog gebeuren zal.

    Klaar om uit te breken, de wolken te laten voor wat ze zijn en binnen te komen waar je komen wilt, geschuif van handen over perkament en papyrus, tekeningen van vroegere tijden, latent in goud en rode lak, zoals de wolken - je weet het -goud en rood zich spiegelen in wondervijvers voor de dag zich sluit, met de reiger wachtend op de oever in het gras, tussen riet en colablikje overgebleven.

    En de koorts die je lam slaat, terwijl je tracht te schrijven om nu te overleven.

    18-03-2022, 09:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verwondering.

     

    ‘Blijf verwonderd’ is de groet die ‘Klara’ me elke morgen  toewenst. Eigenlijk betekent het vandaag, laat je niet storen door de hoge energieprijzen of door de bommen in Oekraïne, maar ondanks al dit, al is het heel wat, blijf kijken en uitvinden wat verscholen is achter de dingen van elke dag.

    Goed dat we het weten, goed dat we er op ingaan, dat we vergeten of doen als of we het vergeten zijn  en normaal doorgaan met ons verwonderd zijn over al wat ons aangeboden wordt in het leven van elke dag. Kleine dingen die rust geven en grote die verbazing brengen, een grote variëteit in onze wereld van het erzijn.

    Het is het ‘plus est en vous’ van de Brugse heren van Gruuthuse; het is het ‘be mindful’ dat ik, samen met een vriend, Pierre Hollevoet, een (glorieuze) morgen las in het wapenschild van het Macbeth-castle in Cawdor, Schotland.

    En ik deze morgen van nu - van vele morgens uitverkoren - in mijn stilte, in mij geslotenheid, afgezonderd, vereenzaamd, terug wil naar de essentie, verwonderd over het simpele, maar ook het grootse van de orchidee naast mij waar ik schrijf– ze is méér dan zo maar een plant - die ik dacht aan het verdorren te zijn, plots botten heeft gevormd, bijna in één nacht want het is  pas nu dat ik het bemerk. O, zuivere verwondering voor het leven dat herneemt.

    Was het niet omdat ik dacht dat ze verdord was - en zij het wist dat ik dit dacht - dat ze terug tot leven is gekomen, of, heeft ze mijn gedachten gelezen en heeft ze gereageerd?

    Normaal gezien zou ik zo iets nooit schrijven, maar nu me gevraagd wordt verwonderd te blijven zoek ik hoe ver ik wel wil gaan in mijn verwondering?

    Maar er is meer, ik herinner me dat ik, korte tijd terug, haar met wat water en wat toewijding uit haar verschrompeling heb gehaald, haar toesprekend, haar aanmoedigend, haar duidend op de beste plaats naast mij, mijn geest zich aldus entend op het stipje geest in haar, identiek qua aard aan die in mij, en zij nu terug levend, opspringend zich loswringend uit haar slaap van maanden.

    Mij is het gegeven er over te mijmeren, open te bloeien in strakke woorden, terwijl zij me haar verwondering toont door zich terug te openen op het leven dat haar nooit verlaten heeft.

    Zo, ‘kleiner Mann’ met je orchidee, blijf verwonderd om de verwondering, verga niet in de dorheid als je bloed aan het verarmen is met de jaren die zich stapelen in je leden, in het beven van je handen als je schrijft, maar blijf in woorden open bloeien zoals de orchidee naast je. Zelfs als je weet dat erna, als haar tijd gekomen is en ze leeg gebloeid, wegzinken zal in haar slaap, blijf verwonderd, want in haar slaap is ze zich, lijk een ingesponnen vlinder, aan het voorbereiden op een volgende bloei zoals jij, als je de nacht ingaat, in je slaap nieuwe gedachten zich klaren zullen, die je de volgende dag, zoals de orchidee vandaag,  verwonderen zullen.

    Being mindful’ is niet voldoende dus, is een begin, een opening, een noodzaak, pas erna kan de verwondering komen, het binnen komen, het zich vermengen met wat is om zelf verwondering te zijn, verwonderd over het wonder van wat leeft en is: Klimt en Van Gogh en Turner, Eliot en Gilliams en Pasternak, Satie en Mozart en meer nog, veel meer nog, Johan Sebastian Bach.

    Verwonderd over het wonder dat verwondering is.

    17-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Russische volk

     

    Je kunt uit je bed opstaan met de maan voor het raam of,  ontwaken in de muziek van Bach. Beide zijn, in een zekere mate, inspirerend, de maan omwille van de poëzie er omheen geweven, Bach omwille van het sacrale in zijn klanken dat je graag zou willen overnemen in wat je schrijven gaat. Beide ook een compensatie voor al het niet inspirerende, het storende, het nefaste, dat je elke morgen overspoelt als je luistert naar het nieuws dat op jou afkomt.

    Maar toch is het Bach die je overhoudt, het is van uit hem dat je vertrekken wilt, dat je de zekerheid hebt te blijven op het niveau van je vorige geschriften; al mag het ook, in de tijden van nu, geïnspireerd door Rachmaninov of Prokofief, of Shostakovich, of welke Russische componist ook, al was het maar om aan te tonen hoe zeer we verknocht zijn aan  Russische ziel van hen en ook en vooral ook om ons op te stellen, klaar en duidelijk, tegenover de vloek die Poetin in zich draagt.

    Uiteindelijk is het onvermijdelijk, het is de waarheid die het halen zal. Poetin moet dit al weten, weten dat hij de geschiedenis zal ingaan als een grote leugenaar om misschien niet te bereiken, of slechts ten dele, wat hij beoogd had te bereiken; wat ook, de geschiedenis, later, zal oordelen over hem.

    Een feit is in elk geval zeker, we mogen de Russische literatuur en muziek nu niet laten vallen, integendeel, we moeten meer dan ook interesse tonen voor de waarde ervan, om duidelijk te stellen dat het Rusland voor ons, niet het Rusland van Poetin is, zelfs al houdt dit het gevaar in dat de bedoeling ervan verkeerd begrepen wordt. Maar het komt erop aan een boodschap uit te zenden opdat de tegen Poetin gekante bevolking in Rusland weten zou dat we in het Westen, aan hun zijde zijn blijven staan.

    Ik ignoreer hoe we dit verwoorden/verwezenlijken kunnen opdat het doordringen zou, zoals het moet, tot het Russische volk, maar het is en blijft een noodzaak iets aan te vangen in deze zin.

    Het toont aan hoe zeer ik me betrokken voel, hoe diep ik getroffen ben door wat er gebeurt in dit deel van het Westen, want wat er ook moge over gezegd worden, het Russische volk is ook dit van ons, van onze beschaving, van ons bloed, zo voel ik het tenminste aan. Als ik zie hoeveel boeken ik heb van hen, hoeveel stukken muziek ik ken van hen. Ik kan hen niet verloochenen ik kan hen enkel tot mij nemen en aan mijn hart drukken - ik herinner me het laatste boek dat ik herlas van de Nobelprijswinnaar Mikhail Sholokov: ‘The Don Flows Home to the Sea’, een boek over leven en dood van het volk aan de Don, in tijden van oorlog. Een oorlog in het begin van de XXste eeuw, niet zo ver af van deze van nu.

    Het is ook die van ons, is het niet met de oorlogswapens, het is met de wapens van de geest.

    Ik schrijf dit zo maar, ik waag me aan voorspellingen, zelfs aan voorspellingen die kunnen uitkomen. Het is simpelweg mijn boodschap van vandaag.

     

    16-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat loskomt uit het lege.

     

    Leeg. Zeg ik jullie hoe leeg ik me geschreven heb de jaren die voorbij zijn, of verzwijg ik het. Het is de zin waar ik ben mee opgestaan.  Ook en zeker omwille van het gebeuren in Oekraïne, het lost zich niet op en daarenboven het blokkeert alle wegen naar het effene, het stille in mij, van waaruit ik zou kunnen opstaan om me te openen in woorden.

    Groot te openen, omdat ik er, o zo dikwijls, nood aan heb te zijn wie ik was toen ik tekende, toen ik lijnen trok op een wit blad en vlakken opvulde met driehoekjes of met kleine cirkels geen behoefte hebbende aan woorden maar gedachteloos bezig zijn, uren lang met het tekenen van kleine ingebeelde  overblijfselen van planten en dieren op grote bladen Steiner papier die dagen, weken, maanden nodig hadden om uit te komen, eindelijk, als een landschap waarvan ik wist dat het niet af was, maar dat het veelzeggend was precies omdat het niet af was.

    Hoe kijk ik ernaar vandaag, hoe zie ik er in hoe ik geëvolueerd zou hebben had ik niet overgeschakeld op het woord dat me eigenlijk niets heeft opgebracht. Twee mislukkingen in elkaar verweven: een omdat ik er mee gestopt ben op het ogenblik dat ik openbloeien ging en een waar ik mee begonnen ben als het te laat was.

    Dit is mijn leven geweest van het ogenblik dat ik het creatieve, het zuiver kosmische voelde opwellen in mij, zijnde de ogenblikken dat ik levend was, niet gebonden aan, maar bevrijd van de alledaagsheid. Een stadium waar ik  nu telkens keren wil, weet wanneer ik het bereik en vooral wanneer ik het niet bereik, of bereiken zal.

    Wat me rest aan vreugdes nog is heel vluchtig, is het ogenblik of zijn de ogenblikken dat ik me wegschrijven kan, dat ik enkel, zoals ik vroeger de lijnen en de vlakken was, nu de woorden ben en niets dan woorden die even onafgewerkt gelaten worden, omdat ze aldus het diepst reiken kunnen bij wie me leest.

    Ik ben nu, 300 woorden verder dan de leegheid waarin ik ben begonnen. Het zal dus geen leegheid geweest zijn, het zal maar een indruk geweest zijn die ik gehad heb, een indruk die een lichte paniek voorspelde, een mogelijkheid vandaag niet aan te komen waar ik aankomen wou, maar eens te meer heb ik me onderschat.

    Geldt dit voor al wat ik al geschreven heb, is wat ik achterlaat van enige literaire waarde? Een vraag die me niet zou mogen bezighouden, het wijzigt niets aan wat ik me voorgenomen heb te doen en te blijven doen: elke morgen te vertrekken voor een nieuwe tocht, de bossen in, de velden in of, wat uitzonderlijk wordt, de bergen in, of neer te zitten op de rotsen met de zee onder mij.

    Ik heb nog altijd de mogelijkheden het te doen in gedachten, maar ik kom er minder en minder toe omdat het herinneringen opent die ik beter gesloten houdt voor betere ogenblikken dan deze van nu.

    Ook, niet wetende of die betere nog ooit komen zullen.

    15-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ondergedompeld in het morgenlicht

     

    Dit is, zoals zovele morgens, mijn binnenkomen in de wereld van woord en zingeving; dit is, even maar, de tijd vasthouden om op te stijgen tot in de hoogste luchten; dit is mijn ontmoeting met wat is en altijd zijn zal, mijn onderdompeling in het zijnde.

    Al weet ik niets erover, al is het een holte, ze is gevuld met dingen die ik niet zie maar die ik inadem langs de geest in mij. Die ik aftast keer op keer, als ik neerzit voor het maagdelijk blad van de dag dat nu bedekt gaat worden met woorden meer dan met daden. Zaaisel uitgestrooid met volle grepen, zoals de boer die vroeg in de morgen is opgestaan en met de zak zaad over de borst – ik denk aan de Vlasschaard van Streuvels – over de akker loopt en met brede zwaai van de arm de zaden uitstrooit, biddend dat ze kiemen mogen tot een rijke oogst.

    Zo mijn woorden neergezet, hopende dat ze gelezen worden, dat ze geoogst worden door velen - er zijn er amper nog een handvol - en uitgedragen.

    Het is mijn gebed, niet om iets te bekomen, er valt hier op deze aarde niets te bekomen, maar een gebed, eerder een betrachten om, al was het maar enkele ogenblikken,  meer te zijn en te worden, om, telkens door te dringen op een of andere wijze tot in de fijnste plooien van ons bestaan.

    En het dringt, nu ik gekomen ben op de drempel van waar ik heen zal gaan, vertrouwend, omhelzend van nu af aan, elk ogenblik dat ik bewust door breng in al wat is van het leven zoals het nog is voor mij, zeer beperkt in zijn lichamelijke bewegingen, maar nog ruim beweeglijk binnen de wanden van de geest.

    Uit deze morgens zal van nu af aan de dag opstaan en zich uitspreiden over mij, in de vele kleine dingen die ik zal doen, automatisch of bewust. Herdenkend wat ik deze morgen heb geschreven, over mijn gebed om meer te zijn, te kijken hoe alles beweegt en hoe vol alles is. Gemeten bewegingen van hand en geest, over de middag heen, tot het licht verzwakt en de avond komt, en ik, zoals vele avonden, vaststellen zal dat de dag is weggegleden, onopgemerkt voorbij, en ik mijn boeken sluiten kan.

    Het zal voldoende geweest zijn. Ik zal gedaan hebben wat mogelijk was te doen, en, tezelfdertijd heel wat niet gedaan hebben dat ik had kunnen doen, zoals het elke dag gebeurt, denkend dat het morgen beter zal gaan. Want dit is waar het telkens op neer komt, schrijven om mezelf te verbazen, zoals wat ik las alvorens af te sluiten: ‘Le poids d’un atome n’échappe pas à ton Seigneur, ni sur la terre, ni dans les cieux’ (sourate X, 61).

    Het gewicht van wat ik schrijf vandaag is zelfs geen atoom, is niet om de  maat te nemen maar, het is wat het is, zelfs als de dag die volgt niet geven zou wat de morgen me belooft.

    14-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Raadsels om op te lossen.

     

    Heb een woelige nacht gekend, even woelig als de vorige, nu ik hoorde dat hij, Poetin, huurmoordenaars wil inzetten tegen de overblijvende bevolking; geen mannen om te vechten maar om wetteloos te doden wat op hun weg komt.

    Maar, en hier wijk ik voor, er is ook voor mij deze morgen, deze schitterende morgen van licht en wind en groot beginnend leven, gelukkig, de Bijbel. Er is gelukkig de Shishak van de Bijbel waaraan ik denken ga die zich roerde - zeker niet zoals Poetin - rond de jaren 950 vóór Christus,  de tijd ook van de tempel en het paleis van Salomon en van de rijkdommen erin binnengebracht zoals beschreven in I Koningen, hoofdstuk 7. 

    En wij, we lezen verder in 1 Kings, hoofdstuk 14:

    25: And it came to pass, in the fifth year of king Rehoboam, the Shishak, king of Egypt, came up against Jerusalem. 26: And he took away the treasures of the house of the Lord, and the treasures of the king’s house; he even took away all the shields of gold which Solomon had made.

    En we lezen nog verder in II Kronijken, hoofdstuk 12:

    9: So Shishak king of Egypt came up against Jerusalem, and took away the treasures of the house of the Lord and the treasures of the king’s house, he took all: he carried away also the shields of gold which Solomon had made. 

    Dit zijn opgetekende feiten die we aanvaarden kunnen, de koning van Egypte die de stad Jerusalem spaart, in ruil voor al de schatten die zich bevinden in paleis en tempel. Echter, er komt geen Shishak voor op de lijst van farao’s van Egypte, hij moet dus gekend geweest zijn onder een andere naam.

    Welnu, geen haan zou er vandaag over kraaien ware het niet dat al deze, als buit meegenomen voorwerpen en stukken meubilair gebeiteld staan, tot in detail,  in de muren van de Amontempel in Karnak. En dit getekend als de buit meegenomen door Tutmoses III,

    De Shishak van de Bijbel was dus onweerlegbaar de farao Tutmoses III, de opvolger van Hatsjepsoet én, de vader van Akhnaton.

    Qu’on se le dise.

    Dit betekent onder meer dat er een gap is van zes eeuwen in de chronologie van Egypte, met alle gevolgen van dien, ook wat Akhnaton betreft, ook wat de identificatie van Oedipus betreft en zelfs wat betreft de identificatie van de Queen of Sheba.

    En toch zijn we, wat Israël aangaat, er geen stap verder mee. Er zijn in en omheen Jerusalem, geen resten gevonden, noch van een tempel noch van een woning/paleis van Solomon, De nog bestaande Klaagmuur in Jerusalem is wat overblijft van de tempel gebouwd in ‘het nieuwe Sion, door de Israëlieten na hun terugkeer uit ballingschap in de zesde eeuw vóór Chr.

    Waar was dan gelegen, het (oude) Jerusalem met de resten van Tempel en Paleis?

    Wie er in deze tijden van angst en bezinning meer wil over vernemen, leze met een kritische blik: én Emmanuel Velikovsky of Robert De Telder, én Kamal Salibi.

    Van Velikovsky: zijn ‘Ages in Chaos’, Sidgwick & Jackson, 1954/1977, London; van Robert De Telder (+ 2020, een vriend die me nauw aan het hart ligt)): ‘De Tijd der Tijden’, Scoutbooks.nl.

    Van Salibi: ‘Het ware land van Abraham’ Elsevier MCMLXXXV.

    Velikovsky en De Telder voor de ‘gap’ van zes eeuwen;, Salibi voor de plaats van Tempel en Paleis.

    Heb op het einde van zijn dagen, hij overleed in 2011, veelvuldig gecorrespondeerd met Salibi over de Shishak van de Bijbel, hij is nooit akkoord geweest met de naam van Tutmoses III. Hij bleef zich baseren op de gekende Egyptische Chronologie, voor hem was de Shishak van de Bijbel, Sjesjonk I die leefde rond 950 v.Chr.(ook de tijd van Tutmoses III) Hij is echter, bij mijn weten nooit gaan kijken naar de muur van de Amontempel in Karnak.

    Heb dit geschreven - en het kostte me heel wat opzoeking - om even terug te gaan tot wat er vroeger gebeurde in de wereld, vooral dan om even te vergeten wat er vandaag gebeurt in een totaal andere wereld.

    Want het kan verkeren.

    13-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijden van bezinning.

     

    De oorlog in Oekraïne  laat me niet los, hij bezit me, tot in het diepste van de nacht is hij aanwezig in mij, ik ben een gevangene ervan, kan me er niet van bevrijden, ook, en zeker niet in mijn geschriften. Hoe moet ik verder en met wat?

    Er is wel altijd ergens een oorlog geweest, maar deze die nu aan het woeden is overtreft me. Ik wil al het nieuws erover kennen, maar wat ik  verneem is schaars en enige zekerheid over de echtheid ervan heb ik niet. Echter, ik blijf  erover dromen tot in het absurde want ik ben aanwezig onder hen, ik sta met hen op de bres, ik sta met hen in de eerste linie, wel niet klaar om te helpen maar om raad te geven. Het is een obsessie en het blijft een nachtelijke obsessie, die verder loopt in de mazen van de dag.

    Het is zeker niet wat je verwacht van mij, wat ik verwacht van mij, maar het is deze morgen sterker dan mezelf. Ik heb het nieuws gehoord, de wurggreep om Kiev die duidelijk toeneemt, en het einde van het conflict dat verder en verder wegebt.

    Nogmaals, hoe moet het met mij - weten jullie het? - en met deze geschriften van mij?

    Een smeekbede. Ik voel me machteloos, ik voel me achtergelaten, mijn gedachten stervende, ikzelf verdwijnend in het massale van wat er aan het gebeuren is. Ik trachtte twee dagen al eraan te ontkomen, me weg te schrijven ver van alle onheil en ik slaagde erin, dan toch voor mezelf, maar wat ik verneem blijft te veel hangen, vandaag meer dan gisteren. Vandaag word ik overrompeld, omdat ik voel dat jullie ook overrompeld worden, dat onze gedachten over de waarheid van alles, overhoop worden gehaald met de zinnige als onzinnige woorden die er worden over uitgestort door onze vertegenwoordigers van het volk of door kenners van allerlei slag of aard.

    Mijn vraag blijft dus meer dan ooit, wat verlangen jullie van mij waaraan ik zou kunnen voldoen: kruip ik binnen in mezelf en sluit ik de ogen voor de buitenwereld, jullie vertellend over wie ik ben, hoe ik geworden ben wie ik ben, welke avonturen ik heb meegemaakt, waar en wanneer en hoe, en verder, zwijgen over de wereld en de mensen in die wereld?

    Kan ik, in afwachting, mijn gedichten van vroeger opzoeken en zuiveren van al het overtollige aan woorden en aan beelden, of is het zo dat de tijden die zijn, geen tijden zijn voor gedichten of voor enige vorm van poëzie?

    Jullie lezen me, jullie kennen dus die kwelling niet van het schrijven over gewone dingen als de levensomstandigheden van velen op je eigen netvlies blijven gebrand. En, anderzijds wil ik er ook niets aan toevoegen, er is immers al zoveel te zien en te dragen.

    Zo vergeef me deze morgen als alles me te sterk wordt en ik er onder bezwijk in mijn woorden die deze zijn van een oud man met  de voet al in de stijgbeugel - en el estribo - Cervantes volgend.

    Het is, in elk geval, het beeld dat ik meedraag van mezelf, weinig meer is er nog nodig.

    12-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een verlies dat een winst werd

     

    Ik had, een paar dagen terug, in de nacht een zin opgetekend op een stukje papier, een zin die, naar ik dacht, een gedicht kon worden. Maar de morgen was vol tegenstrijdigheden en andere kwellende zaken hebben zich opgevolgd, onverwacht en ongewenst, en de tijd is erover gegaan, de tijd van het vergeten, ook omdat elke dag Oekraïne er was, omdat Poetin er was en Poetin nu, weet je, is een gevaar, is een vloek.

    Zo is de zin achteloos dagen blijven liggen op de nachttafel bij een paar boeken. Pas deze morgen wou ik hem terugnemen maar vond het afgescheurde stukje papier niet meer. Onachtzaamheid is een van de gebreken waar ik aan lijd.

    Het was nochtans, dacht ik, een mooie, stevige zin en elke zin, is belangrijk voor iemand die schrijft. Hij is een weg vol beloften die je volgen kunt als je vertrekkensklaar staat, zo voelt hij toch aan, zodat ik hem nu zie als een verlies, als het teloorgaan van een vondst die ik meende gedaan te hebben, jammer dus. Maar er is nu ook, en daar gaat het om,  dat uit het verlies ervan, een andere weg zal opduiken even  waardevol om te bewandelen, een weg in het sterk bevreemdende land dat het schrijven is.

    Zo is er de verrassing van het morgenlicht; zie je van uit je kamer hoe het licht zich heeft uitgespreid over de huizen en de straten, terwijl het nog grijs was toen je, vroeg in de morgen, ging neer zitten, je ziet nu, omdat je het zo wilt zien, hoe rijkelijk het zich nestelt in de jonge, rood uitlopende  toppen van de haag. Het wordt je wereld van deze morgen, veel is het niet, maar het is voldoende om je te wikkelen in een gevoel van vergeten en bijna, bijna van stil geluk als je ziet hoe het licht zich hult in een gouden schijn omheen de simpele dingen van je bestaan. Ogenblikken  van een tederheid die je niet had verwacht.

    Zo, al heb je je zin verloren je hebt, nu je dag begint jezelf teruggevonden in het vroege licht.

    Pas uit de donkere slaap gekomen en opstijgend in mijn woorden, woorden die ik niet dacht te schrijven, maar die voortgekomen zijn uit het verlies van een zin die een gedicht had kunnen worden.

    Eigenlijk weet ik dat ik hem verloren heb opdat ik schrijven zou wat ik nu geschreven heb; eigenlijk was die zin maar een voorwendsel om te melden wat ik anders helemaal niet zou gedacht en opgetekend hebben.

    Of, beste lezer, hoe alles voortvloeit uit alles, vooral dan als je getroffen wordt door de lichtinval over je deeltje van de wereld, een wereld een naaldenprik groot, je gade slaat  vanuit de kamer waar je schrijft. Meer is er niet maar het is zelfs rijkelijk om een dag te beginnen. Het is, zoals ik het nu aanvoel, een gedicht over het morgenlicht.

    Mijn God, mijn toevlucht, schreef ik gisteren - en je weet wel wat ik denk van Hem - hoe besta ik, liefhebber van het woord en nog geen stipje in de overweldigende Kosmos die Hij is, ik verloren in de oneindige massa sterren die er zijn, en alles van mij hier samengebundeld in deze enkele woorden, mijn ganse bestaan in deze momenten van mijn schrijven, die zo voorbij zijn, om later, morgen misschien, terug te vinden, met erover en erin al wat al geweest is voor mij, en, in het vooruitzicht van het potentiële van al wat nog komen zal voor mij.

    Ik, even gestold in een zin die ik verloor. Tentoon, in wat hier geschreven staat. Het is niet veel, het is nimmer veel, een me openen in de morgen, niet zoals een bloem zich opent op het licht, maar op de geest die van de Kosmos is.

     

    PS. Ik vond later op de dag, in een boek van Nooteboom het stukje papier terug met de zin erop, moeilijk leesbaar :

    ‘Het is met het schrijven van ongerijmdheden dat men als dichter wordt gekroond en uitgestald’.

    Wat zou ik daar kunnen over geschreven hebben? Niet zo heel veel,  Ik was hem dus met reden kwijt gespeeld.

     

    11-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Landschappen.

     

    Het landschap van de geest ligt wijd open voor mij, zoals de landschappen die ik zie in ‘Coasts’, op BBC Four, landschappen op de westkust van  Engeland, genomen van uit de lucht: in deze dagen van diepe crisis in de beschaving, zijn voor mij alle middelen waardevol om een pagina te vullen.

    Het zijn ruimtes waar de geest uitwaaien kan, uitzwermen kan, eeuwen terug met het schuivend beeld van de oudste vuurtoren ergens langs de kust, met a patch work van vlakken en kleurschakeringen van groen en oker en bruin, van dorpen met oude kerken, met ruïnes van abdijen - een flits van een voorgevel die nog rechtstaat - verweerde, verwaaide bomen, het blauwe lint van een rivier.

    Als ik dergelijke landschappen zie, krimpt mijn hart, ik zal ze niet meer belopen, als ik zie hoe de zeewind speelt met de haren van de man, die ik met moeite begrijp, en zeker niet uit zijn mond de naam van de dorpen, ware het niet dat ze gedrukt verschijnen op het scherm, dan weet ik dat ik die wind niet meer voelen zal, dat mijn tijd van wind en zee voorbij is, zoals zoveel andere zaken voorbij zijn en zwaar zijn gaan wegen als herinnering.

    De tegenstelling is te groot, de ruimte waarin ik me dag aan dag beweeg, waarin ik van morgen tot avond word geprojecteerd, is in te sterk contrast met de kracht van de beelden, de zang van de winden, de slag van de golven, hoog opspringend tegen de meest grillige rotswanden met de meeuwen lijk grote vlokken sneeuw erover.

    En ik achteraf, zoals het telkens gebeurt voor mijn klavier gezeten, de beelden die me niet loslaten, die me blijven bestormen, golven die schuimend te pletter vallen op de rotsen met de meeuwen, hangend in de wind, krijsend tot boven het geluid van de zeeën.

    Ik kom er nooit meer aan die kusten, ik weet het. Maar ik bezit ze. Ik was er op andere  plaatsen waar de zee een furie was van geweld en eeuwigheid. Ik stond op het verste punt van Cap Griz Nez, ik liep langs de kusten van Iona, the holy isle, ik hoorde het geluid van de golven tegen de rotsen van San Juan en op oneindig veel andere plaatsen: de zee, de golven, de wind, de luchten en de trilling van het grote licht van morgens en middagen en de kleuren naar de avond toe. Ik draag dit alles in mij lijk een ver gezang dat tot mij komt, tot binnen de vezels van mijn ziel. Ik ben die wind, die golven, die rotsen, dat landschap. Ik ben dat licht. Ik houd het in mijn handen, gelukkig, alsof ik in één sprong, terug was op al die plaatsen die ik ken; gelukkig omdat  ik er over schrijven kan, en in woorden het herbeleven kan met de voelhorens van de geest.

    Mijn God, mijn toevlucht, hoe evolueer ik als ik in mij de oneindigheid levend weet van kusten en rotsen en velden en bossen, van huizen en dorpen, van verlaten ruïnes van kerken en abdijen; hoe evolueer ik, als het niet in de richting van het metafysische zou zijn, in de richting van wat was van in het begin der tijden, het Alfa op weg naar het Omega en ik, arme ziel, erin opgenomen, wandelend de weg die voor mij werd uitgestippeld, de armen uitgestrekt, aarzelend de dagen verwelkomend.

    10-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De eeuwigheid verworven.

     

    Hoe ontvang je me als ik op je deur klop vroeg in de morgen of laat op de avond, vreemde man die ik ben, die ik wil zijn, met vreemde gedachten die je nergens anders lezen zult, zeker niet in je dagblad,  zeker niet op je scherm, of toch misschien nu en dan, maar toch niet elke morgen of avond, of nacht. En, verras ik jullie of, is wat ik schrijf geen verrassing meer maar een herhaling van wat je al hoorde van mij?

    Ik tracht er rekening mee te houden, maar de zin die volgt heb ik nog nooit geschreven, namelijk dat voor altijd voorbij is het sprookje, dat het God is geweest, een man met een lange baard zoals hij werd voorgesteld die het Universum schiep.

    Er is nu, vóór het ‘in-den-beginne’, maar we noemen het niet God, we noemen het: een pre-Universum, een Universum in een zijn-toestand, een universum in potentie, en het is hieruit dat alles is ontstaan.

    Het moment van de Big Bang, is het ogenblik dat de zijn-toestand overging in een worden-toestand en het pre-Universum overging naar zijn materiële vorm, een vorm zoals we die (menen te) kennen vandaag.

    Brian Cox, van gisteren, heeft dit wel niet gezegd maar hij heeft het ook niet helemaal verzwegen want we kunnen het afleiden uit wat hij ons heeft willen aantonen.

    De Godvraag was al lang opgelost voor mij. Ik verkondig al een hele tijd mijn visie op een ‘Universum in potentie’ dat wachtte op de Big Bang om zich te materialiseren.

    Ik zag dit als  een veld Spirituele Energie, als een Kennis, een Weten, die of dat je van mij, gerust de naam God geven mag. Het stoort me helemaal niet. Alleen vrees ik dat, indien ik voortdurend het woord God in de mond zou hebben, onvermijdelijk gedacht zou worden dat ik nog altijd een aanhanger ben van de God met de baard van de Bijbel, de God van onze jeugdjaren.

    Maar het pre-universum was er als een God die alles weet en alles kan en, en dit is uiterst belangrijk, die zich oploste, zich metamorfoseerde in het Universum. Wat ik al zo dikwijls heb geschreven herhaal ik hier, als er een God was vooraleer alles begonnen is, dan was Hij er als een als een pre-universum.

    Nu is er het Universum dat het zichtbare beeld is van die God. Het innerlijke beeld ervan dragen we in ons. En wat die ‘ons’ betreft, we zijn er om dit beeld in ons, uit te spinnen, uit te spitten.

    Dit is de kern van alles; Dit betekent dat er uiteindelijk twee zaken zijn, in elkaar verweven, in elkaar versmolten: het uiterlijke Universum en er binnenin het innerlijke Universum. En wij de mens zijn er een miniatuur van.

    De mens, een Universum in miniatuur, is de stelling die ik wil uitdragen deze morgen, de wereld ver achter mij latend tot dit geschreven staat en verstuurd naar oost en west, naar zuid en noord, naar zenit en nadir.

    Met alle gevolgen wat elke filosofie over dood en leven betreft, nu we de eeuwigheid verworven hebben.

    09-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verpozing: het stukje filosoof dat ik ben.

     

    Ik heb nooit een filosofische vorming gekend, als dit uit mijn geschriften blijken zou dat ik die zou kunnen gehad hebben, weet dan, dat ik mezelf in die richting moet gevormd hebben. Dat het, het leven is geweest, de omstandigheden waarin ik opgroeide, de boeken die ik las, de gesprekken die ik had met anderen en vooral met mezelf, dat het dit alles was die de basis hebben gelegd van wie ik geworden ben, en, hieruit voortvloeiend, dat ik schrijf zoals ik schrijf, en al is dit uiterlijk niet veel, ik sta er, en mijn bezigheid is, schrijven alsof ik een filosofische achtergrond zou gehad hebben.

    En als jullie, zoals ik opmaak uit reacties, me hiervan verdenken uit de blogs die ik schrijf, dan flatteer je me ermee, je doet me blozen zelfs, wat op mijn ouderdom – ‘leeftijd’ leerde een goede vriend me – soms vreemd aan voelt; des te meer omdat je het opmaakt uit wat je leest van mij, zelfs al zijn het maar flarden tekst, vele te onzorgvuldig samengebracht die een herschrijving nodig hebben.

    Mijn leven is nochtans lange tijd gecentreerd geweest op wat ik las bij John Maynard Keynes, bij G.M. Verijn Stuart, bij R.S. Sayers en dezes Modern Banking & Central Bank Policy,

    Dit is waarmede ik in de aanvang in het leven stond, hoe ik mijn dagen vulde met de realiteit der dingen in welk kader ik optreden moest. Ik leefde hiervan maar je kon er ook van verdorren. Dus ben ik beginnen schrijven en over wat, over niets anders dan, het enige waarover geschreven kan worden, over God en eeuwigheid, over leven en sterven, over schoonheid en kunst,  het meest ruime aanbod van onderwerpen dat er is.

    En zondag 6 maart, hoorde ik op Canvas, en het was niet alleen een grote verpozing maar evenzeer een verbazing en een vreugde, een jonge wetenschapper - in elk geval ik zie hem al jaren als jong - professor Brian Cox over het ontstaan van het Universum. Hij wist, wat ik altijd heb beweerd, dat er vóór de Big Bang een veld van energie was, met rimpelingen, bewegend dus en dat hieruit het Universum is ontstaan. Brian Cox mag het noemen zoals hij het wilt, maar er was dus IETS vóór de Big Bang, hij ontkent het niet, integendeel hij baseert er zich op, IETS, zegt hij dat ineens Materie geworden is.

    Nieuw is dit niet, Prigogine was er maar al te zeker van, maar hij noemde het, le Pré-Univers, hij noemde het ‘le vide quantique’, hij noemde het een Universum in potentie, wat ik ook verkies,

    Pour moi, aldus Prigogine[1], la transition entre le pré-univers et l’univers est avant tout un problème de passage du vide qui contient déjà des particules en puissance, à des particules réelles.

    Wat neerkomt op een overgang van een ‘zijn’ naar een ‘worden’, de l’ être au devenir. Een Universum en alles erin begrepen, dat wordende is, dan ‘onaf’ is, de mens incluis.

    Onwetend over de wetten van de fysica, onwetend over de structuur van de materie, heb ik gesteld dat de wolk energie, Geest was, Kennis en Weten was. Een Geest die wist, hoe uit het gebeurde dat we kennen als de Big Bang deeltjes materie wist te doen ontstaan, deeltjes met een missie, het vormen van een Universum, EN, misschien, met het doel - maar dat zou het grootste wonder zijn - de mens voort te brengen, uiteindelijk als product van de Geest die er was vóór de Big Bang, vóór het begin van de tijd.

    Met dit, even maar voor ogen, wat is er dan van ons dat sterven zal.

    Brian Cox zegt hier niets over, hij verzwijgt het essentiële,  wat onvergeeflijk is. Want ik denk dat hij het weet maar het niet waagt openlijk te zeggen.

    Zo ik zeg het in zijn plaats. Ik kan het me permitteren als stukje filosoof.

     

    [1] Ilya Prigogine in gesprek met Edmond Blattchen op RTBF: ‘De l’être au devenir’, Liège, Alice Editions , 1997

    08-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IJsregen.

     

    Is het nodig dat ik jullie zeg dat ik elke morgen opsta met in gedachten de ontreddering van het Oekraïense volk; dat de beelden ervan me achtervolgen als een wind van ijsregen, (du grésil), zoals ik die gekend heb op bepaalde momenten in de Zwitserse Alpen?

    Niets is onaangenamer, het verrast je maar je vergeet het vlug, het is voorbijgaand, De ontreddering daarentegen stijgt met de dag, installeert zich, maakt het leven in Oekraïne onmogelijk.

    Ik heb telkens tijd nodig om eraan te ontkomen want die gedachten liggen gespreid over de ganse dag, zelfs over de openingen in de nacht die er onvermijdelijk meer zijn dan voorheen.

    Waar is mijn blijheid heen, waar mijn vreugde die ik ondanks alles vond ik het zoeken van woorden die zinnen waren, zinnen geladen met gedachten, met vormen, met kleuren en noten muziek soms, waar moet ik dit nu gaan zoeken of, zijn deze gevoelens van stil geluk voor altijd opgelost, voor de rest van mijn dagen verdwenen?

    Het zou kunnen dat niets meer zal zijn zoals het was, ik vrees ervoor dat schoonheid overschaduwd wordt, dat poëzie een donkerte wordt, een verkramping, een vlucht  in het bevreemdende dat het leven wordt, geen lentegevoel, geen zomergevoel, maar de naakte realiteit van de dood op de loer, en er enkel ons nog resten zal op zeldzame droommomenten, ons binnenwandelen en ons verblijven in wat Stefan Hertmans terecht zag als het Arcadia[1].

    Wil ik verder schrijven kunnen, zoals ik bezig was, dan is dit de plaats die ik zal moeten opzoeken wil ik me bevrijden kunnen van de vlagen ‘grésil’ over mij:.

    De wereld die deze is van Poetin, optredend als de God die zon en maan deed stil staan boven de legers van de Amorietische koningen, zoals verhaald in de Exodus hangt over ons. Hij, Poetin doet de tijd stil staan op de planeet Aarde. Of hij het weet, of het geen waanzinnige trek is van hem te fungeren als God, weet ik niet, maar het kan, heel goed zelfs.

    Je ziet het, je hoort het, ik kom er niet van los ondanks de vele pogingen die ik deed de voorbije dagen, ik sleep hem mee in mijn gedachten.

    Ik ben dus geen troost meer, geen Zen apostel meer die je dag opsplitst in blog gelezen of niet gelezen, zoals ik zie dat het moet geworden zijn.

    Voor mij klinkt het evenzo: mijn dag is ook, blog geschreven of blog nog te schrijven, of blog halverwege achtergelaten bij gebrek aan gedachten. Voor mij echter geldt enkel de voltooiing, halverwege is geen hulp, zeker geen doel.

    Ik zie wel hoe het verder moet, het komt erop aan een opening te vinden in het strijdgewoel, in het sterven of in het in leven blijven, maar hoe zullen we hen gedenken die nu gestorven zijn?

     

    [1] Stefan Hertmans: ‘De Mobilisatie van Arcadia’, bundel essays, De Bezige Bij , 2011

    07-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woorden van Janàcek

     

    Ik luister naar Leoš Janáček, naar zijn ‘Taras Bulba’. Ik luister naar de kleuren in de klanken, de ritmeveranderingen, het melodieuze als het strak gespannene, lang gedragen en uitgesponnen.

    Het is een terugvinden van wat in mij sedert jaren opgeslagen ligt, een grote, telkens verrassende rijkdom van het oneindige dat vastlag in de tijd en terug gekeerd is tot het dichtbije. Het is, indien het ooit zou kunnen, op deze wijze dat ik schrijven wil op ogenblikken die ook de ogenblikken waren van Janáček. Pas dan zou ik iets geschreven hebben dat blijven zou zoals zijn ‘Taras Bulba’ gebleven is: hoogstaand, tijd verwervend.

    En luister ik naar het applaus na de uitvoering, wie is het die het applaus krijgt , is het, het orkest en de dirigent, of is het, het eeuwige van Janáček? -

    OF, hoe we soms in de dag dromen gaan; hoe ons gemoed vol woorden schiet die we amper bijhouden kunnen, laat staan, tijdig neer zetten kunnen.

    Want in de dag van nu is alles in mij opgang en neergang. ik schrijf, omdat het noodzaak is voor mij. Ik moet mijn simpel logisch gesprek  met de aanwezigheid van alles wat ik ken, ooit ontmoette, zich ooit neerzette in mij, verwoorden kunnen. Opdat ik het uitdrage !

    Zo schrijf ik even goed voor hen die me lezen als voor hen die me nooit zullen lezen, die nooit weten zullen dat ik op deze wereld, gedoken in de stille massa, heb rondgelopen, ademend, zoals de wind in de bomen en omheen de muren van het huis.

    En dat er een middel bestaat om gedachten over te brengen in conventionele tekens is een van de vele wonderen die de mens voor zich zelf heeft bedacht. En de wijze waarop deze overdracht vandaag gebeurt is een even groot wonder, zelfs al verbaast het ons niet meer, zelfs al vinden we het van zelfsprekend en stellen we er ons, zelden of nooit, vragen bij.

    Mij verbaast het nog steeds, te weten dat wat ik schrijf een ogenblik erna gelezen kan worden, zelfs in Perth zoals in Oban, zoals in Wechelderzande.

    Wat er niet dikwijls staat is, de moeite die het vergde, de drang die er was, of wie hij was die het schreef en hoe hij zich voelde toen hij het schreef; hoe hij twijfelde en hoe hij triomfeerde soms als hij wist dat het goed was wat hij achter liet, en meer nog, waarom hij niet schreef wat hij verzwegen hield.

    Wat ik er ook vandaag, uitzonderlijk, aan overhoud is me ingegeven deze morgen door Janáček. Ik kan of wil er niet aan voorbij. Ik   ben van elke dag de woorden dankbaar die door mij vaste vorm krijgen. In vele gevallen, scheelde het slechts een haar of ze waren er helemaal niet. Het ware wel geen groot verlies geweest voor de lezer, wel een groot verlies voor mezelf, al overdrijf ik hiermee wellicht.

    En wat ik schrijf ligt open en bloot te wachten lijk een vers gezaaide akker, om gelezen te worden, wat jaren, eeuwen duren kan, maar het ligt er om te kiemen en ontdekt te worden, zoals het gouden muntstuik er lag, in de grond geborgen, op het erf van mijn grootvader tot de hond het boven haalde en grootvader – ik erfde zijn naam - het goudstuk wisselen kon voor een zak tarwe, diep in de oorlog.

    Vandaag ben ík de woorden die wachten diep in de aarde. Veel meer ben ik niet.

    06-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat wacht er óns achter de horizon?

     

    Wat ik aanhaalde gisteren komt van Dante, en hij kan het weten want hij zag het gebeuren in het (ondertussen afgeschafte) Voorgeborchte van de Hel, het Arcadia van Stefan Hertmans, de verblijfplaats van  de groten der aarde. Het zou voor ons onovertroffen zijn, erna, te vertoeven in een dergelijk gezelschap. Beeld je in rond te  wandelen in een levendige groene omgeving met een kasteel, zoals er zelden werden gebouwd op de achtergrond. Koutend over dingen waar er hier niet over gesproken wordt.

    Wie weet, wie weet, Dante als helderziende? De dood niet meer het bittere einde voor zij die vallen en, zoals ik hoorde, en het kan, de moeders in Rusland verwittigd worden door de Oekraïners dankzij de gsm die ze vinden, dat hun zoon gesneuveld  is en dat ze zijn lichaam mogen komen halen.

    Dante is de verbeelding, de gsm is de realiteit van de dood.

    Waarom verhaal ik dit, wat zet me ertoe aan dit hier te vertellen, en als ik het neerzet, waarop wachten de moeders van Moskou om uit hun huizen te komen en de straten te vullen.

    Onze wereld en dan zeker de mijne is ernst geworden, mijn laatste dagen - want ik weet dat het statistisch de laatste zijn - neigen meer en meer naar de winter dan naar de lente, een winter die elke verbeelding overtreffen kan tot zelfs het laatste van een beschaving.

    Het laat me niet los, alle vreugde die ik nog kende na mijn blog geschreven, is opgelost. Ik zie stuk geschoten huizen, kamers in puin. Ik vraag me af wie ik nog zou zijn als mijn wereld, mijn cel getroffen werd en alles, boeken, tekeningen, etsen en geschriften, zoals het zeker nu aan het gebeuren is in de steden van Oekraïne, één puinhoop zou worden.

    Zeg me niet dat het overdreven is wat ik schrijf, het is potentieel mogelijk, het hangt in de luchten omheen ons  en voor ons uit. Het overstelpt, zoals ik al zegde elk lentegevoel dat ik kennen zou. En wat meer is, het overtreft elk gebeuren, het overtreft elk gevoel van schoonheid dat ons overkomt bij het beluisteren van welke muziek ook, zelfs ‘Nuages’ van Django Reinhardt. Alles is vervreemd, vervormd, overschaduwd, tot zelfs de helderheid van het licht dat o zo krachtig had kunnen zijn deze morgen, zoals het soms was de vele dagen van mijn, van ons, leven.

    Dit ook moet me van het hart, dit is het enige dat ik deze morgen te vertellen heb. Ik word onder de voet gelopen, meer dan ik wensen of verlangen zou en ik kan me er niet van bevrijden, de wolken blijven hangen boven mijn hoofd.

    In het verleden hebben we - het Westen - wellicht wind gezaaid niet wetende dat we storm oogsten zouden.

    Een vriend uit Zwitserland stuurde me een mail, ik neem de tekst ervan hier over  zoals ik hem ontving:

    Le fondateur de Dubaï, le cheikh RASHID, a été interrogé sur l'avenir de son pays et a répondu : 

    ‘Mon grand-père a fait du chameau, mon père a fait du chameau, je roule en Mercedes, mon fils roule en Land Rover, et mon petit-fils va rouler en Land Rover... Mais mon arrière-petit-fils va encore devoir faire du chameau.’ Pourquoi cela, lui a-t-on demandé ?  

    Et sa réponse fut : ‘Les temps difficiles créent des hommes forts, les hommes forts créent des temps faciles. Les temps faciles créent des hommes faibles, les hommes faibles créent des temps difficiles. Beaucoup ne le comprendront pas, mais vous devez élever des guerriers, pas de parasites.

    Et ajoutez à cela la réalité historique que tous les grands empires se sont tous levés et ont péri en 240 ans ! 
    Les Perses, les Troyens, les Égyptiens, les Grecs, les Romains et, plus tard, les Britanniques... Ils n'ont pas été conquis par des ennemis extérieurs, ils ont pourri de l'intérieur.

    L’Europe a maintenant passé ce cap des 240 ans, et la pourriture commence à être visible et s'accélère. Nous avons dépassé les années Mercedes et Land Rover... Les chameaux sont à l'horizon.’

    Wat wacht er óns, achter de horizon, nu Poetin meester is van de kerncentrale Zaporizja in Oekraïne?

     

    05-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Parlando cose che il tacere è bello.

     

    Welke waarde heeft mijn woord nog in deze dagen; wie heeft het verlangen, de ruimte van gedachten nog, uit te kijken naar wat ik, vanuit mijn schelp, te zeggen heb en ik, daarenboven, zoek naar de moed neer te schrijven wat ik denk om het mede te delen?

    Misschien, beter ware het te zwijgen, machteloos als we zijn bij het opstaan en even machteloos bij het slapengaan, alle gedachten geofferd aan wat er gebeurt op dit eigenste ogenblik in het zo dichtbije land in het Oosten.

    Echter, ik blijf stemmen horen die me zeggen niet te versagen, me niet te laten verwarren door één man die als een God, zo voelt hij zich, is opgestaan en de wereld denkt te kunnen veroveren, almachtig als hij zich weet. Ik blijf stemmen horen, maar hoe beweeg ik, hoe schrijf ik, als ik voel dat het geen zin heeft, vandaag en wellicht morgen nog niet, te vertellen over wat leeft in de dieptes van mijn bestaan en  het, omwille van zovele gebeurtenissen, die de bovenhand nemen, en elk perspectief, elk vooruitzicht geblokkeerd  wordt,  het waardeloos toeschijnt verder te gaan.

    Zo deze morgen: wakker geworden en gewacht tot er het nieuws was op de radio om daarna te beginnen schrijven wat me te binnen viel. Heb zelfs het gordijn niet opengeschoven om te zien of de nu wassende maan er was boven het nok van de gebuur. En als ik het toch doe, de luchten nog gesloten, en vaag in het oosten - ik weet nu welke kant uit het gebeurt - een eerste belofte, een  blekere schijn, zoals de gevoelens in mij: een deel te veel en een ander deel te weinig.

    Het is een dag van het jaar 2022, een onschuldige dag die zich badend in het grote licht, bewegen zal naar de avond toe, naar de nacht toe. We hopen allen dat de soldaten van Poetin hun tanks zullen verlaten en verbroederen met hun broeders de Oekraïners, een droom van de voorbije nacht. Verwarring, nu mijn deel zijnde.

    Dit is wat ik deze morgen, onsamenhangend, zal geschreven hebben over onsamenhangende tijden. Mijn schrijven, het stille gebeuren in het leven van de mens die ik ben, denkend, nu ineens aan de titel van een boek waarmede ik me meer en meer vereenzelvig: ‘De stille man’, van Albert Van Hoogenbemt.

    Meer dan die stilte vermag ik voor het ogenblik niet, maar ik wacht op het verrijzen, op het me ontdoen van de wereld omheen mij en dieper dan ooit weg te kruipen in mijn schelp en er te blijven, me kerend en draaiend, me opofferend, me minimaliserend tot ik nog een punt ben, een onooglijk punt waar alles van mij geconcentreerd wordt opgeslagen en verzwegen, tot het ooit eens gebeuren zal dat al wat in dat punt geborgen is, ontploffen zal en wegschieten de hemel in tot waar het zich vermengen zal met alle geesten die er ooit waren hier op aarde, en ik wandelen zal met hen zoals Dante wandelde met Vergilius en Homerus, Ovidius en Horatius en Lucanus.

    Alle andere dichters en schrijvers die ik er ontmoeten zal  - parlando cose che il tacere è bello si com’era il parlar colà dov’era* - met hen te spreken over dingen waar het mooier is hier over te zwijgen. Allen gemetamorfoseerd in een andere stilte die van de eeuwigheid is.

    Hoe gek, hoe vreemd het soms is, schrijver te zijn en niet of maar half gehoord te worden. Er moeten er heel wat zijn in de wereld van nu.

     

    *Inferno: canto IV, 104-105

    04-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schamele, armtierige bedenkingen.

     

    Ik kam me uit, ik ledig me. Ik droom dat de soldaten van Poetin hem zeggen zullen, dit is gekheid wat we doen, vecht zelf je oorlog uit, wij, we stoppen ermee, we verlaten onze tanks en wandelen weg, de velden in. Maar dit zal niet gebeuren, dit zijn de utopische gedachten van een oud man, die denkt dat de helft van de bevolking in Rusland tegen de oorlog is en er op rekent dat de helft van de militairen aan het front dezelfde mening erop nahouden.

    Maar bezie me, ik moet ineens verlaten wat ik altijd heb aangekleefd en me verplaatsen in het absurde van een oorlog en van een enorme massa  vrouwen en kinderen die op de vlucht slaan, de grens over, welke ook. Ik heb het ooit meegemaakt in mei 1940 dat vluchtelingen, opgejaagd wild,  geslapen hebben op de grond in de living van het ouderhuis, gewikkeld in dekens. Kan het dat er voor hen ook stro werd gespreid in de kamer, vraag ik me nu af? Veel meer weet ik er niet meer van. En nu zie ik het terug gebeuren, maar er zijn er zo een massa dat er geen plaats genoeg is voor hen in de huizen, de herbergen.

    Het is maar al te gek waarover ik tracht te schrijven. Dit is niet mijn taak. Ik raak het aan evenwel omdat het me bezig houdt hoe mensen en dan kinderen vooral, de helse weg op moeten om het geweld te ontvluchten, have en goed en speelgoed en leerboeken achterlatend.

    En bidden zal niet helpen, eer is geen God die hun lot verlichten kan, een God die hoop is, toevlucht is, redding is. Ze kunnen hem wel aanroepen maar hen horen zal Hij niet.

    Het bevreemdende is dat de eventuele slachtoffers van het geweld, met nog een greintje leven in hen, hun geliefden oproepen kunnen en hen toespreken voor een laatste maal. Ze sterven niet meer alleen, ze sterven met hun moeder naast zich, hun vader, broer of zuster naast zich. Het verlicht wellicht het sterven, echter zo iets is ongehoord, is een totaal nieuwe toestand die er gekomen is: een laatste woord dat kan gesproken worden, het is geen schreeuw meer, het is een dood gaan in woorden.

    Denkt Poetin hier aan, denkt hij aan de vluchtelingen, denkt hij aan de stervenden met de gsm in de hand. Hij mooi geschoren - hij heeft misschien niets van baard, niets meer dan wat wol en ik denk eraan - het is een gekke gedachte - wat zou het betekenen indien de ‘bebaarden’ die hier rondlopen, ineens, uit medeleven met de slachtoffers van het conflict, hun baard zouden opofferen en op een morgen allen geschoren tevoorschijn zouden komen. Ik zou er zeker niets tegen hebben, ik zou het zien als een offergave, meer dan een gebed voor de goede zaak.

    Ik heb weinig te schrijven vandaag, ik ben overhoop gedacht wakker geworden, denkend hoe het vervolg zou kunnen zijn: eerder de inslag van een missiel met atoomkop dan een nieuwe poging om vrede te bereiken.

    Me steeds maar afvragend of de legerleiding van de Russen even gesteld is op oorlog dan hun oppermeester, Poetin, me afvragend of gans Rusland gek geworden is en Poetin zal blijven volgen?

    Zijn de Russen dan zo een oorlogsvolk, hebben ze nog niet genoeg eronder geleden, of weten ze niet, absoluut niet wat er aan het gebeuren is?

    03-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Leitmotiv'.

     

    Ruik ik de lente al, bloeit de wilde kerselaar al aan de vijver, onweerstaanbaar wat er ook gebeuren moge in de verre wereld; is er al de roep, de schreeuw van de Natuur met, hoe groot wordt  het, de echo ervan diep in mij, hopende tot in het merg van mijn gebeente?

    Ik reken erop, ik reken van nu af, op elk teken van de Natuur, van het leven en, waarom niet, op elk teken van het Leven erna, dat ik niet stop te zoeken, om er alles over te vernemen onder een of andere vaststaande vorm, zelfs het wankelbare kleef ik aan, houd ik in beraad in de schemering, als in de nacht, als in het licht van de morgen met de hemel in het oosten in een heerlijkheid van vuur.

    Dit is de kern van wat ik schrijven wil, vandaag en alle andere dagen, dit is van alle tekens die ik opsommen wil -een grote Shostakovich nu op de radio - of ze er nu zijn of er niet zijn. En wat ik enkel gissen kan van deze die er zijn, verscholen in het potentiële dat er is van in het begin der tijden, het immense onoverzichtelijke potentiële dat er was in den beginne en zich geleidelijk aan heeft uitgeklaard, wat niet betekent dat het volledig zou zijn opgebruikt als mogelijkheid. Verre van.

    Dan toch voor mij nog niet, voor ons nog niet. We blijven uitkijken. De hoop die we kennen verstilt niet, er is geen vergissing mogelijk in wat we veronderstellen het element Geest te zijn. Het is wat het IS, het vlot zelfs niet in de luchten, het is de luchten zelf, het is het innerlijke van alles,   het is wat de sappen in de planten wakker maakt in de lente, en de planten bloeien doet, onaanraakbaar, ondefinieerbaar, onzichtbaar maar alom  aanwezig, het is de totaliteit van het ‘Zijn’.

    We schrijven het, we herhalen het, het is ons Leitmotiv, raak het niet aan, maar zwerf er omheen als in de gangen van een spiraal, zoekend, aftastend van uit alle mogelijke hoeken, belicht het zoals je wilt, maar houdt het centraal in je gedachten als het centrale punt van die spiraal.

    Hoe ontvankelijk zijn we voor de wereld van het schemer-ongekende, van wat beschreven kan worden zonder het te raken op welke kant of zijde ook, zelfs niet op de oppervlakte ervan?

    Het eeuwig onaanraakbare dat er altijd moet geweest zijn, vóór de tijd begon en waaruit alles moet ontstaan zijn, wij, mens, incluis. In zo ver dat we denken gaan dat alles er is opdat wij er zouden kunnen zijn.

    Ik schreef dit al: een oneindigheid aan sterrenstelsels is nodig omdat, de geest van het Universum, waar Spinoza naar uitkeek, zich bewijzen wil, zich openlijk tonen wil, als de geest in de mens die we zijn.

    Dit ook herhalen we, dit ook is ons ‘Leitmotiv’.

     

    02-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zich te herinneren de dagen van geluk.

     

    Er is geen enkele zekerheid meer wat de tijd betreft, wat het gebeuren in de tijd betreft, alles wankelt of staat op het punt van het wankelen, ons schrijven wankelt. We houden het misschien nog enkele dagen vol, maar het kan dat het daarna zinloos wordt nog een jota te schrijven, het kan  en het ziet er meer en meer naar uit dat het zo zal zijn.

    En daarna, daarna de verblinding van het hier-zijn: denken dat we leven terwijl we evengoed, in potentie, morsdood kunnen zijn als er ergens op een knop wordt geduwd en seconden later alles wat is wordt weggeveegd tot wat stof. Wat onmogelijk werd geacht steekt ineens de kop op. Het is in elk geval met de blik gekeerd op dit potentiële dat we leven gaan de komende dagen.

    Ik kan niet anders dan schrijven met dit apocalyptisch beeld in mijn achterhoofd. Heeft het dan nog zin verder te gaan alsof het waanzinnige ervan onmogelijk zijn kan?

    Een vriend lezer vindt enkele ogenblikken soelaas, in het beluisteren van wat wel een soelaas kan zijn voor hem en voor ons, die nog wachten kunnen op het vervolg van de dagen, maar wellicht niet voor zij die zich schuilen in de metro van Kiev en enkel voor het ogenblik, als toekomst het einde van de tunnel zien, zijnde een donkere holte van onzekerheid.

    En precies dan, schrijft mijn vriend, stuurt Klara een mij welbekend lied de ether in: Canta la cicaleta, van de vroeg-barokke Romeinse componist Stefano Landi (1587-1639) en het is Marco Beasley, (°1957) Napolitaan met Engelse roots, die het zingt met begeleiding van L’ Arpeggiata, een internationaal ensemble, gespecialiseerd in “oude muziek”, van de Oostenrijkse harpiste Christina Pluhar (Graz, °1965) - https://youtu.be/Pj8hZDTQrkw, en ik voeg eraan toe voor zolang dit nog te beluisteren valt.

    En hij gaat verder en ik neem zijn woorden dankbaar over:

    ‘En terwijl hier in Zarlardinge de zon opgaat en de nevels boven de Binchebeekvallei kleur krijgen, denk ik aan de mensen in Kiev. Zij zien geen lichtende dageraad, enkel een metrotunnel die zich oplost in duisternis want aan het einde is geen licht te bespeuren. En wie of wat kan in die omstandigheden troost bieden? De herinnering aan een mooie zomeravond op het land toen de krekels hun paradijselijk bestaan bezongen en van geen ophouden wisten? Ik weet het niet. Wel wenste ik hen toe dat ze, zoals ik, al was het maar voor even, de hemelse stem van Marco Beasley konden horen… Schoonheid kan de mensen in Oekraïne niet redden. Maar misschien – hoe kortstondig ook - een glimp van geluk bezorgen. En jij?’*

    Ik dacht, terwijl ik dit schreef, aan Francesca en Paolo die Dante ontmoette in canto V van zijn Inferno. Francesca en Paolo die in de Hel waren gesukkeld omdat de liefde die ze voelden voor elkaar een verboden liefde was, Paolo de broeder zijnde van de echtgenoot van Francesca.  En wist ze sprekend met Dante :

    … Nessun maggior dolore / che ricordarsi del tempo felice / nelle miseria ... : (canto V : 121-123)

    Geen groter smart dan je de dagen van geluk te herinneren in dagen van miserie.

    Wij zelf zijn nog niet toe aan die ‘miserie’, maar het zou kunnen dat ze al aan de achterdeur staat.

     

    * Mijn viend bezit ook de tekst van het lied ‘Canta la cicaleta’ met de vertaling, die ik jullie kan bezorgen.

     

    01-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs