Stefan Hertmans heeft mijn grafschrift van Rilke niet gesmaakt. Ik geloof dat er niemand is van allen die er hun mening over uitgesproken hebben die mijn woorden aanvaarden zullen. Ze zijn te simpel, te verstaanbaar, ze passen niet bij de aard van de Rilkes gedichten.
Ik doe er dus best aan hen te geloven.
Echter had ik geweten dat het voorval van het zich prikken aan de doorn van een roos een apocrief gegeven was, ik zou er alsdan geen acht op geslagen hebben, nu werd ik misleid door het essay van 1988 van Hertmans waarin het apocriefe karakter van het bericht niet werd vermeld.
Maar wat heb je - en de nagedachtenis aan Rilke vooral - aan een grafschrift dat eigenlijk zelf een tegenspraak is, een spel, want dit is het, van woorden met dubbele betekenis als ‘Schlaf’ en ‘Lidern’.
Ik begrijp dat hij de Roos liefheeft zoals Frederik van Eeden de waterlelie lief had; dat hij de symboliek ervan, zoals van Eeden, in zijn hart en vooral in zijn geest droeg, maar er is ook het zuivere beeld ervan, meer dan de symboliek die de mens die er aan voorbijkomt en leest zoals de lijn er staat, het beeld van de roos tot zich roept meer nog omwille van de struik witte rozen over de zerk en dat, denk ik, de versregel omheen de roos enkel de bedoeling had te wijzen op de symboliek omheen de roos, maar dan ook niets meer dan dat.
Misschien heeft hij de Rilkekenners, ‘verwend’ als ze waren door de moeilijkheidsgraad van zijn gedichten, even op een verkeerde voet gezet door in de toestand waarin hij verkeerde, op het punt van het sterven, te willen verrassen – Pessoa vroeg zijn bril - met een paar regels poëzie, waarin hij de Rilke in hem wil laten kennen in de dubbele betekenis van enkele woorden.
Zoals ik verrast werd door het verzwijgen van het mogelijke ‘apocriefe’ in de prik van de doorn heeft hij de lezers van zijn gedichten willen verrassen door dicht bij de betekenis van elk woord te blijven en enkel te willen verduidelijken hoe roos en doorn een ‘Widerspruch’ zijn en in de tweede regel dat hij de eigenheid van zijn gedichten aan niemand te danken heeft.
Het is een opvatting die dan maar toe te voegen is aan de 26 opvattingen die er, zo las ergens, al bestaan.
Ik wil er graag een passage die ik als reactie op mijn blog ontving van Stefan Hertmans aan toevoegen:
‘Er is mijn levenslange fascinatie voor de manier waarop de roos een centrale rol speelt in de existentiële gedichten van Rilke. Naar een Perzisch dichter gaan telkens wanneer iemand de naam van de roos vernoemt, alle rozen in de oude boeken bloeien (iets wat terugkomt in Umberto Eco's Naam van de Roos: stat rosa pristina, nomine nuda tenemus** maar voor Rilke is dit nominalisme geen bron van melancholie aangaande het vergankelijke, mar juist bewijs van het levengevende karakter van het noemen van de roos. Een deels apocrief verhaal vertelt dat Rilke, die aan leukemie leed, zich ernstig aan een doorn verwondde, en uiteindelijk stierf door die verwonding, juist aan de bron van alle metaforen over bloei, verwachting en ontluiking.
Zijn grafschrift, op de zerk bij het stemmige kerkje in Raron in de Rhônevallei, is wereldberoemd geworden omwille van de semiotische densiteit.
En ik wil sluiten met de vraag of iemand oog heeft gehad voor het eenzame woord, ‘Lust’? Heeft Rilke hier gedacht aan Nietzsches:
Oh Mensch Gib Acht! Was spricht die tiefe Mitternacht? Ich schlief ich schlief -, Aus tiefer Traum bin ich erwacht:- Die Welt is tief, Und tiefer als der Tag gedacht. Tief ist ihr Weh-, Lust - tiefer noch als Herzeleid: Weh spricht: Vergeh Doch alle Lust will Ewigkeit -, Will tiefe, tiefe Ewigkeit!
**De Latijnse uitdrukking Stat rosa pristina nominane, nomina nuova tenemus ("de oerroos bestaat alleen in de naam, we bezitten alleen kale namen") is een variatie op regel I, 952 van het gedicht in hexameters De contemptu mundi van Bernard van Cluny , niet te verwarren met het gelijknamige prozawerk van kardinaal Lotario di Segni , de toekomstige paus Innocentius III. Het dankt zijn fortuin aan Umberto Eco , die er de laatste zin van zijn roman The Name of the Rose van maakte (Google).
PS.
De eerste sneeuw viel op zondag 3 december, om 12.00 uur: ik schrijvend over de Roos van Rainer Maria Rilke.
04-12-2023, 06:36 geschreven door Ugo d'Oorde 
|