 |
|
 |
|
|
 |
13-12-2015 |
Het landschap van de geest |
Ik heb zelden een thema om er over te schrijven, alles komt en alles gaat, zoals een schaatser heen en weer glijdt over het ijs op de vijver zo dwarrelen mijn gedachten van het ene naar het andere, niet wetende waar ik eindigen zal noch langs welke wegen ik zal gaan. En dit is dan het enige thema dat ik heb om te bespelen, de vrijheid me te laten gaan op de ‘golven’ van de omstandigheden waarin ik me bevind.
Jullie die me regelmatig lezer – wat mijn sterkte is en mijn volharding beloont – weten hoe verrassend ik uit de hoek kan komen, welke gedachten me bezighouden en hoe ik voortdurend de neiging heb me op te tillen naar hogere regionen, om uit te komen waar ik misschien niet meer gevolgd word, omdat ik te hoog ben geklommen, de Matterhorn heb bestegen, in het berglandschap van de geest.
Ik volg hierin Spinoza die in het vijfde deel van zijn Ethica, hoge toppen scheert. Spinoza die me vergezelt de laatste dagen, samen met Dante die ik zo maar niet vergeten wil, samen met tal van andere die rondlopen in mijn gedachten.
Als ik dan een onder hen tracht te benaderen, dan wordt mijn benadering gevoed door heel wat gegevens die in osmose gaan. Zo komt het dat ik meen begrepen te hebben dat Spinoza als hij spreekt over gedachten of herinneringen dat hij niet goed weet waar die te vinden zijn, binnen of buiten het lichaam en heb ik de indruk dat hij ze situeert omheen het lichaam en niet, noch in de hersenen noch op een andere plaats in het lichaam.
Als ik de voordracht heb gevolgd van Professor Van Bellingen, dan was mijn aandacht gesplitst in wat de spreker vertelde en wat ik hoopte of meende dat wat hij aan het vertellen was, dat een spiegelbeeld was van Teilhards Noösfeer, de ruimte waar de geest zich ophoudt; ik dacht erover na dat ons lichaam, een enorm energie veld zijnde, het niet kon dat dit veld zich niet zou uitstrekken tot buiten het lichaam en dat het heel goed kon dat onze herinneringen en gedachten zich in dat veld buiten het lichaam bevonden.
Spinoza heeft dit niet aldus verwoord maar wat hij dacht en hoe hij het ook formuleerde, het ging in die richting, een verre echo weliswaar van wat ik er nu – de kwantum fysica me helpend - heb over geschreven. Daarom ook was die avond een groot gebeuren voor mij, heb ik dit gezegd aan de spreker, en heb ik gevoeld dat hij, ook redeneerde in deze richting.
Het is een vreemd (gek) iets hierover te willen uitweiden, maar over wat kan ik anders schrijven deze morgen, het licht als van glas en de meesjes dartel omheen de zaadbollen in de tuin. Het is dan toch in de diepte dat ik schrijf, en niet zoals er iemand is die er plezier in vindt zijn haat uit te spuwen tegen een boek dat de basis is van zijn en onze beschaving
Ik ben me er dus van bewust, dat de idee die ik hier op het ogenblik van het schrijven heb neergezet, ‘opgeraapt’ heb in het energieveld omheen mijn lichaam.
Op de vraag die telkens opkomt bij mij en wellicht bij allen, waar onze herinneringen zitten en hoe onze gedachten ontstaan, hoe sommige plots opduiken totaal vernieuwend en andere vergeten blijven, een vraag die ook de schrandere Spinoza zich heeft gesteld en een profetisch antwoord hierop heeft geformuleerd, krijgt aldus een weliswaar gevleugeld maar dan toch in het licht van de kwantum fysica, een aanvaardbaar en voor mij zeer interessant antwoord al was het maar omdat het ons aan het denken zet.
13-12-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-12-2015 |
Genomen uit een boek in wording |
Hij is als steenbok een man van de luchten, maar hij is ook op vele dagen van de aarde. Hij rijdt weg in de grijze regen die kil neervalt over de wereld en hij komt aan in de straten van de stad waarmee hij vertrouwd is en waar hij zich altijd goed heeft gevoeld als hij de straten die hij in en uit loopt, voorbij de winkels die hij kent. En dan is hij binnen waar de warmte is van boeken, muren en rekken vol en gestapeld op de tafels. De boeken zien hoe hij binnenkomt, de regen in zijn grijze haren maar in zijn ogen de glans van hun kaften. Hij denkt, hoe verbonden ik me voel met de mens die deze boeken geschreven heeft, in de trein, zoals hij zag van Louis Paul Boon, op zolderkamers onder de lamp gezeten, op stenen tafels buiten in de lente, of zoals Hugo Claus in zijn glorietijd, onder de bloeiende appelaars. Een ganse wereld die aan het schrijven is gegaan en de producten van de geest hier zo maar uitgestald om uit te kiezen.
Een boek roept hem, het ligt op de hoek van de tafel, onder zijn ogen, een zwarte glanzende kaft met gouden letters en de prachtigste titel die hij verhopen kan: ‘Belonging to the Universe, a new Thinking about God and Nature’[1]. Met er onder de voor hem magische naam van Fritjof Capra en twee andere namen die hij niet kent, maar die hij niet nodig heeft te kennen om het boek te betalen aan de blonde dame die hem immer zal blijven bekoren, al was het maar omdat de muziek, als hij het haar vraagt – zijn ogen een fractie in die van haar - een sonate van Cimarosa was.
Hij rijdt terug naar zijn woning in het laatste dorp van de wereld, denkend aan Rilke: ‘In diesem Dorfe steht das letzte Haus, so einsam wie das letzte Haus der Wellt’. Het regent niet meerals hij de stad uit rijdt, er is een brede band blauw in het westen met een roze rand die, o zo teder, de hemel oplicht, zo dat hij even stopt langs de weg en kijken blijft: ‘Und die das Dorf verlassen, wandern lang und viele sterben vieleicht unterwegs’, zegt het boek tot hem, – of is het Rilke naast hem? Thuis gekomen kan hij niet nalaten het boek te ontdoen van zijn omhulsel en er even in te bladeren terwijl hij rechtstaande een glas wijn drinkt en de lunch die hij haalde opwarmt in de microgolf. Hij leest:
‘What we find in our Bibles preceding the book of Exodus is actually a reflexion on the exodus experience, even the story of creation is told in the light of Israel’s great liberation.
De idee uit ‘Belonging to the Universe’ bevestigt wat hij lange tijd geleden had ontdekt, namelijk dat de Exodus centraal staat in de Bijbel en dat zonder dit gebeuren er misschien geen Bijbel en ook geen Bijbels volk zou geweest zijn of zich toch niet in een zelfde mate zou geconfirmeerd hebben. Maar, was het ook geen gerichte samenloop van omstandigheden dat hij dit boek en deze zin in dit boek, ontdekte precies de morgen dat hij zich voorgenomen had iets te gaan schrijven over het Exodus verhaal?
[1] Fritjof Capra and David Steindl-Rast, with Thomas Matus : ‘Belonging to the Universe, New Thinking About God and Nature’. Penguin Books 1992
12-12-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-12-2015 |
Max Wildiers |
Ik
vond, naar aanleiding van mijn blog van gisteren, twee passende paragrafen in
het boek van Gérard Bodifée : Zo
vrij is de mens : Max Wildiers, Kerngedachten uit zijn werk, uitgeverij
Pelckmans, 1996.
'
Want
de religieuze mens is hij die achter
deze zintuiglijke waarneembare wereld, een hogere geestelijke realiteit,
een werkzame aanwezigheid vermoedt, die hij zal trachten te begrijpen, ook al
weet hij dat hij haar nooit volkomen zal omvatten, en met wie hij zich
vereenzelvigen wil, al blijft hij zich bewust van zijn onmacht en begrenzing.'
Dit is dus geen Spinoza, deze zag geen hogere geestelijke
realiteit en geen werkzame aanwezigheid achter de zintuiglijk waarneembare
wereld, neen, voor hem was er niet dit, verscholen achter dat, voor hem was de 'aanwezigheid 'verscholen in het waarneembare: het ene niet bestaande zonder het andere.
Daarenboven geloof ik niet dat in deze omstandigheden, het
verscholene werkzaam was gebleven. Neen het is zoals ik gisteren schreef, de
Big Bang die verder bangt, zonder enige tussenkomst van wie of wat ook.
Echter, als ik er vandaag verder over nadenk kom ik onvermijdelijk
tot het besluit dat er vόόr de Big Bang Iets moet geweest zijn, een drang tot
realisatie van wat in geest aanwezig was. Wat dit Iets of deze drang was is de vraag die nimmer zal
worden opgelost. Beter is dus er niet meer over te spreken, enkel te
aanvaarden dat het, materieel gezien, iets heel minimaal van vorm moet geweest
zijn maar daarentegen iets maximaximaal van inhoud. En dat, wat ik, ook
schrijf, de muur overeind blijft, ik kan nimmer zien wat er achter ligt of
schuilt, enkel gissingen zijn toegelaten.
Dan is er die tweede paragraaf van Wildiers :
dat
de natuurwetenschappen bezig zijn heel ons wereldbeeld te veranderen en dat de
stille revolutie die thans gaande is, juist in de natuurwetenschappen haar
vertrekpunt heeft.
Ik verklaarde dit door te zeggen dat de kwantum fysica, de
fysica zoals we die altijd gekend hebben, heeft overgenomen. Dit betekent dat de
maatstaven van nu zich situeren in de diepte van de materie, op het randje van
de metafysica. En, dat de vondsten die hieruit zijn kunnen ontstaan, ons leven
dermate aan het wijzigen zijn dat vele waarden die vroeger hoog aangeschreven
stonden als schilderkunst en literatuur en, de wijze waarop deze bedreven werden,
naar een dieptepunt aan het afdalen zijn om misschien uiteindelijk volledig weg
te zinken in het moeras waar niemand zich nog heen waagt.
Het is misschien maar een wankele gedachte die verder uit te
diepen is. Maar ik kan er moeilijk omheen.
11-12-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-12-2015 |
De eeuwige Big Bang |
The Big Bang isnt just a big bang, it is a bigger Bang, a Bang that
bangs for ever, a sempiternal Bang.
Deze
steeds maar verder uitdijende bang is wat ons gaande houdt, is wat het leven,
is, wat de Kosmos is, de evolutie is die verder loopt op een wijze die
verbazend is. Buiten dit evoluerende is er niets, al denken velen dat er in
meer nog Iemand is. Ik denk zoals Spinoza, dat die Iemand die er is, zelf de geordende
beweging is die er is.
De
evolutie in de fysica die nu het niveau van de kwantum fysica heeft bereikt,
met al de kwantum-technische uitlopers ervan die we nu kennen, is er een
voorbeeld van en, zoals we niet weten waar de Kosmos ooit eindigen zal weten we
ook niet tot waar de kwantumfysica ons brengen zal. Echter, deze uitlopers zijn
het werk van de mens zo denken we toch die de beweging in de Kosmos volgt,
en de mens een deeltje Kosmos zijnde, kunnen we stellen dat het de Kosmos is
die de kwantum-technische wereld in stand houdt en uitbreidt via de mens.
Een
vreemde idee, zal je me zeggen, maar alles op de keper beschouwt is die idee te
verdedigen en voert ze ons in een totaal ander wereldbeeld dat we zo maar niet
als onbegrepen en dus als onjuist op zij mogen schuiven. Ik denk dat een
Spinoza die vandaag leven zou, deze idee verdedigen zou met al de
gevolgtrekkingen die er eigen aan zijn.
Hij
zou aldus kunnen stellen dat de, op basis van de kwantumfysica ontstane
middelen waarover we beschikken (iPod, gsm, televisie en zovele andere),
ontstaan zijn uit wat en hoe de Kosmos is, een uitloper er van is die alle via
de mens tot stand zijn gekomen en dat dit van uitloper naar uitloper verder zal
gaan.
Op
een ander gebied, dit van het spirituele, wordt er geaarzeld, zitten we op een
zijspoor als ik hoor en zie welke muziek er wordt uitgedragen op de festival
weiden, en erger, veel erger, dat er in de scholen geen aandacht meer is voor
de dissertatie, geen aandacht meer voor
literatuur, voor geschiedenis. Er is dus ogenschijnlijk een stilstand, een
terugloop, maar dit heeft dan niets te maken met de kwantumwereld, wel met de
ingesteldheid van de mens die buiten deze wereld staat en er zelfs geen oog
voor heeft. Een zelfde vaststelling geldt wat de kunst betreft, in elk geval zo
zie ik het toch, als ik vaststel wat vandaag als kunst wordt aanzien.
Het
is een boude uitspraak maar ik denk dat de kunstuitingen van de mens, op welk
gebied ook, een zijtak zijn van de bewegingen op het kwantumvlak - bewegingen
die zich vormen in een tijdloze omgeving, niet naar verder, maar in de diepte
en dat de kwantumwereld geen nood heeft
aan kunstuitingen. Een zijtak die de echo was van de geest van de mens van vόόr
de ontdekking van de kwantumfysica, gericht op en gedragen door de schoonheid
van de natuur die hij voortdurend imiteren wou. Vandaag schijnt deze
ingesteldheid af te zwakken, de noodzakelijkheid ervan is niet meer dermate
evident. We hebben nu vele andere en meer tijdopslorpende aspecten die ons
bezig houden. Zodat velen zich permitteren de sacraliteit die elke vorm vazn
kunst zoals we die altijd gekend en uitgedragen hebben, niet meer als
levensnoodzakelijk zien. Waar dit ons brengen zal blijft een vraagteken. Ik
denk verder en verder weg van de wereld waarin we, ik dan toch, geleefd hebben.
10-12-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-12-2015 |
De Mistwolk |
Er mag weinig gebeuren op een dag om in alle rust een blog te kunnen schrijven en zeker niet gekweld te worden door het technisch aspect van het inloggen, ce qui me tracasse ces jours-ci en mijn ritme van het schrijven en van mijn dagen in de war brengt.
Je kunt niet geloven hoe belangrijk het is, in een zelfde ritme je dagen te kunnen doorbrengen, niet alleen voor het ordenen van je gedachten maar ook voor het in contact blijven met de Muze die je omringt met haar zorg om jouw woorden.
Het gevolg is dan dat een blog meer is dan een nieuw beginnen, het is telkens een opnieuw inschakelen in het vorige bestand van zijn. Het benevelt je vreugde een nieuwe tekst op te voeren, het knaagt aan je moed om verder te gaan en wat erger is het sluit je toekomstbeeld af met een poort. Komt daarbij de dramatiek van een jonge man, de overbuur, van veertig, vader van twee kinderen die op een avond getroffen wordt in zijn woonkamer door een hartaanval en sterft, wellicht omdat de zorgen te laat zijn gekomen.
Dit ook is een element dat speelt, dit contact met de dood in de geburen en een man die verdwijnt uit zijn tuin of aan zijn garage waar je hem bezig zag of zijn groet als je hem ontmoette, en nu dit alles leeg van hem. Het werkt storend, het laat je een beginnend gevoel van neerslachtigheid die je te overwinnen hebt, maar waarvan je weet, als je naar het huis aan de overkant kijkt dat het niet meer is zoals het voorheen was en wiens haag niet meer zal geschoren worden zoals hij het deed, en je de kinderen niet meer zult zien buiten komen, zoals je ze vroeger buiten komen zag.
In de rust die mijn dagen was is er dus heel wat gebeurt dat heel nauw met mij verbonden was – er is ook wel de islam maar dat is verder van mijn bed af - en dat me overhoop heeft gehaald. Vooral dan het voorval met de dood, en de vraag die opkomt bij mij, of hij zich soms niet vergist heeft van woning die avond. In elk geval het weegt op mij en weet niet of ik dit gewicht nog weg krijg, of weg wil.
Dit is dan mij n gemoedstoestand deze morgen van 8 december als ik werk aan mijn blog die morgen verschijnen zal. Ik weet het, ik had kunnen wachten, tot van avond of van nacht maar de dag die zich opent, opent zich op heel wat zaken die me zullen bezig houden terwijl ik in mijn schelp wou onderduiken om er in stilte te vertoeven, niet in het Arcadia waar ik het gisteren over had, maar in mezelf verzonken, denkend hoe het verder moet in die mist die voor mij is opgedoken ineens en voor lange tijd vrees ik.
09-12-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-12-2015 |
Excuses |
Geachte lezer.
Het spijt me je geen betere presentatie van mijn blog te kunnen aanbieden. Windows 10 is de oorzaak ervan.
Ik moet terug naar Windows 7. Dit is de enige oplossing die me rest.
08-12-2015, 07:15 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Arcadia |
Hij is, in het licht van een wondere decemberdag, op de middag weggereden naar de vijver. Hij heeft er gezeten onder de luchten van altijd,in de adem van de laatste zon, en losweg gebladerd in Fritjof Capras Tao of Physics, het boek waarin Capra de kwantum fysica gaat bekijken in het licht van de Oosterse levensbeschouwing.
Hij las er;
The essence of Eastern world view is the awareness of the unity and mutual interrelation of all things and events, the experience of all phenomena in the world as the manifestations of a basic oneness. All things are seen interdependent and inseparable parts of the same ultimate reality.
Hoe dikwijls al heeft hij deze idee die hij nu hier terugvindt in Chapter 10 van Capras Tao, niet op zijn manier verwerkt en verkondigd, en hij leest ook nog:
We have reversed the idea that the independent elementary parts of the world are the fundamental reality. Rather we say that inseparable interconnectedness of the whole universe is the fundamental reality.
Maar hij had het niet nodig Capra te lezen om te weten dat de interdependency and interwoveness of all things and all events de realiteit is als men zich plaatst op het niveau van het aller minimaalste deeltje en, de totaliteit van wat we Universum noemen, gaan zien als een massaal energieveld van deeltjes, geladen met kennis en inspelend op elkaar en ook, dat mits wat verbeelding, in de zichtbare werkelijkheid, de onzichtbare werkelijkheid verborgen ligt, dat beide aldus in elkaar verweven liggen.
In meer is het duidelijk dat hij deze interwoveness van in den beginne op zijn manier heeft beleefd in zijn tekeningen van vroeger zelfs - en deze idee een hoofdgedachte vormde in de blogs die hij in de loop van de laatste vijf jaar geschreven heeft.
De vraag die hij zich hierbij altijd heeft gesteld: wijst deze interconnectedness ook in de richting van een voorafgaandelijke planning, zijnde een geprogrammeerde evolutie, ingebakken van in den beginne in deze gematerialiseerde geest die het Universum is?
Het zichtbare en het onzichtbare vermengd, aldus heeft hij zijn droom-woning aan de rand van het bos en heeft hij er alles ingericht omheen de haard en zijn boeken. En wat het bos betreft, er zorg voor dragend het ongeroerd te laten, verwilderd, ineengedrongen zoals het hoort dat een bos zou zijn. Heeft hij er middenin, de bijna volledig dichtgegroeide vijver gelaten, met salamanders en watertorren tussen biezen en waterlelies. Heeft hij enkel de omgevallen stenen bank rechtgezet waar hij neerzitten kan om te lezen of te schrijven. En erf en bos is zijn geestelijke wereld, gegrepen en gestold over en in de gebeurtenissen van elke dag, golfbewegingen op het watervlak van de gedachten die zijn blogs halen.
De schoonheid en het literaire ervan, is de vreugde die ik ken als ik dit schrijf in de hij-persoon, waarbij ik me plaats, opgestegen naar het Arcadia in het december-sterrenbeeld van Orion en zijn moederster Sirius, om er overmoedig zijnde de geest van allen die er aanwezig zijn, van Homeros tot Vergilius, van Dante tot Einstein, van de oosterling die Jezus was, tot de grote geesten van het westen en ook de kleinere, zoals die van mij, om er slechts enkele ogenblikken, de tijd van het schrijven, te vertoeven in de oneindigheid van het zijn.
N.B.
En om terug te gaan naar de vijver van mijn begin, de eigenaar ervan, Johan. heeft er deze namiddag van 7 december, 325 Kilogram rijenkarpers, spiegelkarpers, schubkarpers, goudgeelt in gezet met losse vrije hand. Niet om deze ooit te vissen, maar tot eer en glorie van zijn vijver die nu meer dan ooit een groot levende vijver is.
08-12-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-12-2015 |
Lucretius |
'Op zoek naar woorden en naar verzen waarmee ik / zon helder stralend licht kan spreiden voor jouw geest / dat jij de donkere zaken tot in hun kern kunt zien.'
Dit is heel mooi gezegd in zijn taal zal het nog wel mooier zijn - door Lucretius, en dit is ook waar ik elke dag voor sta: de dingen zeggen op een wijze dat ze niet alleen verlichten en verhelderen, maar ook een vonk van gevoel zijn voor de geest van zij die me lezen. Het is een hele opdracht om een tekst te schrijven die verheft in deze donkere dagen van dreiging en aanslag die stilaan als normaal worden aanzien, dan toch door een recensent van De Standaard die ons toespreekt geladen als hij is door een beschaving die wij, gelukkig, niet hebben gekend.
.
Elke morgen als mijn geest zich opent op wat ik schrijven ga, moet ik dit vergeten, of minstens ver van mij weg duwen, maar ik hoor en zie weinig zaken die me hierbij helpen. Ik vermag dus niets anders dan weg te duiken in mijn schelp, die oude woning die ik me heb ingebeeld, met de brede open haard, de Remington schrijfmachine voor mij op de tafel en naast mij een rek vol met boeken, tot boeken gespreid omheen de Remington. Dit zou moeten voldoende zijn om te blijven wie ik altijd ben geweest, gericht naar het licht en de dieptes van de geest.
.
Gevaarlijk, het ontwaken hieruit, gevaarlijk terug op te staan gegrepen door wat er gebeurt in de wereld en te trachten poëzie te bedrijven of wat literatuur. Maar er is geen keuze, de wereld moet me vreemd blijven. Ik heb geen rol meer te vervullen wat de toekomst betreft, ik heb voldoende, op mijn manier, verwittigingen rond gebazuind en gezegd wat ik te zeggen had, terecht of ten onrechte, ik zal er niet meer zijn om de uitslag ervan te kennen. Ik hoor wel proclameren, dat we behoefte zullen hebben aan werkkrachten, onder meer door een regent van de NBB, (de man van UNIZO), maar hij voegt er niet aan toe, welke werkkrachten hij binnen wil nemen, hij bazelt maar wat zoals zovelen, wat ik niet weet is of hij wel meent wat hij zegt en of hij niet denkt wat ik er over zeg. Zo, ik sta dus geen stap verder. En eens te meer ben ik hiermede in de kuil gevallen die ik voor altijd ontwijken wil.
.
IK schreef gisteren een vreemde zin die zo uit mijn pen is gevloeid en die ik achteraf behouden heb. Ik schreef: een simpele zin die als een steigerend paard de dageraad doorboort als je opstaat in de morgen. Het is lichtjes overdreven, ik weet het, maar voor mij is het belangrijk op te staan met een zin, of zoals vandaag, met enkele verzen van Lucretius. Gisteren was het Quasimodo, morgen, Gilliams misschien of Van Ostaijen die s morgens samen met Marc en mij de dingen groet.
Nota wat de voorstelling betreft.
Ik zie me verplicht voorlopig hoop ik, een eenvoudiger procedé te gebruiken voor het inloggen van mijn tekst, het is dit of niets, de deux maux il faut choisir le moindre!
07-12-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |