Heb lang stilgelegen op de sofa vanavond,
luisterend naar uittreksels uit de vele Requiems op BBC four die ooit geschreven
werden, van de Flemish composer, Ockeghem tot Benjamin Brittens War Requiem.
Maar ik had ook nog een blog te
schrijven.
Onder meer zeggen dat, als ik
gisteren geschreven heb over de Bijbel, dit niet betekent dat ik geloof in al
wat erin te lezen staat. Wetende echter hoe moeilijk het soms is iets zinnigs
te schrijven heb ik alleen gedacht aan het feit dat er vele zinnige passages
voorkomen in de boeken van de bijbel. En dat ik om deze reden in bewondering
sta voor wat de schrijvers ervan, minstens twee duizend jaar geleden, hebben
neergezet.
Onder meer ook antwoorden aan
de vriend die me bezocht vandaag en me sprak over Spinoza die evenmin geloofde
in de Bijbel, en door Albert Einstein hoog geprezen werd. Einstein geloofde in
de God van Spinoza, de God die zichzelf openbaart in de harmonie van het Heelal
en, dat alles wat Is een verschijning is van God, ook de mens. Spinoza zegt nog niet dat zijn
schepping de materiële vorm is van God, maar hij was er toch heel dicht bij.
Onder meer ook zeggen wat een
andere vriend me mailde, nl. dat het werk van Proust, Sur la Lecture, opgenomen werd in zijn A la Recherche du Temps perdu.
Maar er is meer, daarna,
neergezeten aan mijn werktafel met de
regen en de wind om het huis; dacht ik aan een gedicht van Salvatore Quasimodo
dat plots opdook uit de nacht. Een gedicht dat ik ooit eens onderaan een
tekening heb overgeschreven en waarvan ik me nu nog de eerste regels herinner
in het weinige Italiaans dat ik ken:
Desiderio delle tue mani chiare
nella penombra della fiamma
sapevano di rovere e di rose,
di morte ...
of,
Het
verlangen van je blanke handen in de schemer van de vlammen, ruikend naar
eikenhout en naar rozen, ruikend naar de dood ...
En ik weet dat in dit ene
ogenblik, in deze enkele lijnen, een belangrijk ogenblik in mijn leven gestold
ligt, vermengd met het ogenblik van nu en duidelijk wetende dat dit ogenblik
immer aanwezig zal blijven in het nog komende.
Ik, zoals Quasimodo het verder
zegt, fatto daria, van lucht
gemaakt.
11-11-2013, 01:05 geschreven door Ugo d'Oorde 
|