Geschriften
Inhoud blog
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.
  • Hoe zal ik ze noemen?
  • Moment van Ontgoocheling

    Zoeken in blog



    22-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De God in het bos

     …/… 

    ‘Wel, er is God en God, Hij heeft vele gezichten, uiteindelijk is er slechts ene, de God in jou, en het is deze die je kunt ontmoeten in het bos en op andere plaatsen. Ik denk ook dat de man of de vrouw die het gedicht schreef genoeg had aan het gefluit van de vogels, omdat God voor hen nog is wat hij vroeger was voor ons, voor mij dan toch. Een zaak is zeker, als Hij ‘is’, dan is Hij ook in het bos, maar méér dan er zijn is Hij niet: Hij hoort niet, Hij ziet niet, Hij luistert niet, Hij is. Voor anderen, voor een Michel Onfray bijvoorbeeld, is Hij er helemaal niet. Is er het bos en zijn er de bomen maar meer is er niet. Wat wellicht voor velen het geval is. Er is geen God als je er niet aan denkt er een te ontmoeten in het bos

    Hij wachtte even. Het was stil in de kamer enkel de muziek en het bewegen van de vlammen. Ugo stond op om nog wat blokken hout op het vuur te leggen.

    ‘Er is dus geen God als je er niet aan denkt dat Hij er is‘

    ‘Zo is het. En als je er aan denkt dan is het die van jou en ben je alleen met hem. Het is dus meer een filosofische kwestie dan een religieuze. Het is je ingesteld zijn dat het je leert.’

    Raoul knikte: ‘ik heb nooit God gevoeld in een bos, mijn vader wel, dankzij dat gedichtje, vermoed ik, maar ik nooit, en jij Ugo, heb jij God gevoeld als je in dat bos aan het schrijven waart?

    ‘Het bos is één groot bewegen, een ‘panta rhei’- Heraclitus - het ‘al bewegende’. God IS die beweging, is de bloei in de lente, de vrucht in de herfst, het stil vallen in de winter. Ware dit bewegen er niet er zou geen leven zijn, geen energie, geen God. Dit is wat ik voel als ik in het bos ben, als ik door de velden wandel of als ik naar de sterren kijk. Deze morgen, heel vroeg, was er het sterrenbeeld van Orion, een prachtig bijna mathematisch beeld; een paar dagen terug was er Jupiter in conjunctie met de maan en vanavond, ik hoorde dat het een heldere, eerste vriesnacht wordt, zal je de pracht van Venus zien in het zuidwesten. Voor mij is dit allemaal een symbool van het goddelijke. Meer is God niet, en meer hoeft Hij niet te zijn. En het bos is een groot, tijdloos bewegend iets, krachtig en sterk geordend, perfect geordend, zoals het leven.

    ‘En dit perfect geordende noem jij God? vroeg Raoul.

    ‘Je kunt het ook het Onnoembare noemen. De Arabieren kennen hem negenennegentig eigenschappen toe, zoek daar eens een naam voor, anders dan Allah, God.’

    Ugo voelde dat hij nodeloos aan het uitweiden was, het effect van de twee glazen wijn die hij gedronken had en toch stopte hij niet – achteraf zou het hem spijten zo ver te zijn gegaan – en na een ogenblik stilte: ‘Ik vind dat die of dit Onnoembare van mij, meer aanwezig is in het bos, dan in de kerk of kathedraal, daar is het meer de mens die ik hoor. Maar als je God vindt in het woud en ik hoop het, dan is het die van jou en niet zo zeer die van mij.’

    Nu is het genoeg, dacht hij‘’ Mijn beste Raoul, ik hoop dat ik je niet gestoord heb, zelfs niet verrast, met mijn Godhistorie. Het zijn maar wat gedachten die zo opgestegen zijn uit het aroma van de wijn. Ik weet eigenlijk niets over God maar ik weet wel dat er iets moet zijn en dat het heel wat meer is dan het geruis van de bomen en hun stilte in de winter. Hun ingetogen stilte, dat het teken is van wat onzichtbaar aanwezig is. Onze vriend, de dichter wist dit, hij zegde niet dat het de God van de Kerk was die hij ontmoette, maar de God die hij kende, deze binnen in hem. Weinigen zijn die er aan denken omdat ze er geen behoefte aan hebben. Anderen worden door Hem verblind en zien enkel wat over Hem wordt verteld en geschreven staat. Het erge is dat er zijn die je verplichten te geloven in wat er geschreven staat en die God, Raoul, ontmoet je nooit in een bos.’

    Raoul luisterde, en toen Ugo zweeg, schonk hij de fles leeg in de glazen, als wou hij zeggen nu is het genoeg geweest, woorden te over.

    'Maar nu de fles leeg is, toch nog dit, ik ben geen theoloog, en de dichter wil dat ik met ‘Andacht’ het bos in ga, wel ik, ik doe het en als ik er ga om te schrijven dan weet ik dat ik er schrijf ge-enveloppeerd met het leven in het bos dat voor mij God is, echter niet, ik herhaal, de God uit de boeken.’

    ‘Ga je dit allemaal optekenen en uitschrijven?’, vroeg Raoul

    ‘Ja, het schrijven en het herschrijven tot ik de juiste woorden heb gevonden die nog altijd ontoereikend zullen zijn om te zeggen wat ik zeggen wil.’

    ‘Ugo, je bent een vreemde man, maar een man naar mijn hart, mag ik je vriend zijn?

    ‘Je bent het al, je bent het van het ogenblik van je kaart met je gedicht, van het ogenblik van je boek over Akhnaton, le fou du Dieu Aton. Het feit alleen dat je nu voor mij zit, omkranst met die twee tekenen of zijn het omen, en de fles Johannisberg die we samen gedronken hebben, bewijst heel veel. Er zijn nu dingen die ik zeggen wil maar die te vreemd zouden overkomen opdat ik ze zeggen zou, maar er moet tussen ons beiden, als mens tegenover mens, iets geweest zijn dat enkel de bomen in het bos begrepen hebben. Het is iets van hen, ik schrijvend, jij toekijkend. Het moet hen geraakt hebben, iets van het leven in hen dat deel is van de God, die ik, Ugo, ontmoet in het gedicht. Maar, mijn beste Raoul, de naam heeft geen belang, van belang is de lading van die naam, van belang is wat die naam betekent voor jou, hetzij een volheid, hetzij een leegte, het ‘Niets’. Hier is geen ontkomen aan, dit is waar je met leven moet, waarmede je de dag moet ingaan tot de nacht en de slaap je overvalt. De keuze is dus: ruim zitten met Hem in het vizier, wie Hij ook moge zijn of, beperkt zijn met enkel het Niets voor je uit.’

    ‘Het bos is voor mij de volheid, voor de aanhangers van het Niets is het een verzameling van bomen. Aan jou om je conclusies te trekken om te weten welke man, schrijver durf ik me niet noemen, ik ben.

     

    22-01-2017, 06:56 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mit deinem Gott bist du allein.

    .../...

    ‘Dus, Raoul, we moeten het bos betreden zoals een gelovige de kerk binnengaat, vroom en vooruitkijkend naar God.’

    ‘Zo is het Ugo en dan zegt onze dichter: ‘Mit deinem Gott bist du allein.’

    ‘Kijk, zegde Ugo, alles op zijn tijd, je bent hier niet in een kerk, noch in een kluizenaars cel, mag ik je een glas wijn aanbieden of verkies je thee of koffie?’

    ‘Als ik het etiket van de wijn zie is het een beloftevolle wijn, is het een wijn even geheimzinnig voor mij als het boek over Oedipus en Akhnaton.’

    ‘Het is een edele Johannisberg uit de Valais. Ik heb er met vrienden, gedurende een tiental jaren de wijnoogst gedaan bij Gustave C., een vriend die me ook de toppen van heel wat bergen liet kennen’, vertelde Ugo, terwijl hij de fles ontkurkte. Hij goot wat wijn in het glas en proefde even hoewel hij het parfum ervan had herkend en wist dat de wijn excellent was. ‘Dit’, zegde hij terwijl hij inschonk, ‘is ook een Akhnaton, een droom onder de wijnen van de Rhonevallei’.

    De kamer was als een schelp over hen, het licht gedempt, twee mannen met het glas geheven tegenover elkaar, beiden van jaren, beiden, niet zoals Dante, halfweg, maar al een eindje voorbij halfweg.

    ‘Dit is werkelijk een voortreffelijke, krachtige wijn, sterk geparfumeerd, ruikend naar lelies en vlier en honig en wat ruik ik er nog in?’

    ‘Edelweiss en gentianen’ zegde Ugo.

    De smaak van het ijs van de Rhonegletjer waar ik ooit was’, zegde Raoul.

    ‘De geur van arnica, van de sneeuw op de hoogste toppen,  zegde Ugo.

    ‘Heerlijk, heerlijk, man, dat ik je gevonden heb. Terwijl ik je wijn degusteer laat me ook eens genieten van wat je schreef de vorige dag in het bos toen ik op jou stond te kijken.’

    Ugo kon het niet weigeren, hij voelde hoe de wijn zich nestelde in zijn gedachten, voelde hoe wijn en woord hem openden. Hij zag de boeken in hun rek hoe ze toe keken, hoe ze fezelden onder elkaar over die twee mannen, met hun glas geheven en de fles tussen hen. Hij zocht de passage op zijn pc. Maar hij bedacht zich, ‘neen’, zegde hij, ‘ik ga je iets anders lezen, iets dat ik geschreven heb nadat ik je kaartje met de foto van de Dom en je gedicht erop, heb ontvangen, de tekst die je vraagt zit te ver om te zoeken.’

    Hij las wat hij had overgenomen van Brodsky, las hoe hij het bezoek had voorbereid en wat hij geschreven had over die ene regel in het gedicht ‘Mit deinem Gott bist du allein’. Hij las het traag en duidelijk met de nodige accenten; de kamer was vol met de vlammen in de haard en de muziek van John Field omheen de zwijgende man voor hem. Hij stopte.

    ‘Dus, zegde hij, je gaat schrijven over mij, je gaat dit samenzijn hier, uitschrijven in je boek’

    ‘Ja, ik denk het te doen. Ik weet niet hoe ver mijn boek zal uitlopen, maar het is zo wat het enige dat ik voorlopig weet te schrijven, het overige bestaat ook, maar in potentie.’

    ‘Je schrijft dan ook wat ik hier vandaag verteld heb, met naam en toenaam?’

    ‘Zo ver ga ik niet, maar wat verteld werd, ongeveer, ja. Ik verdraai het wat, zet het naar mijn hand. Maar wat ik me nog ga herinneren zal geschreven worden en zal je later kunnen lezen.’

    Wat me nu overkomt, ik, in een boek, in een roman? Mag ik?’ vroeg hij. Hij reikte naar de fles.

    ‘Graag, vul onze glazen nog eens.’

    ‘De muziek, is het Beethoven, is het Chopin?’

    Neen, geen van beiden, hun muziek is te ruim, slorpt te veel de aandacht op, het is John Field, een Engelsman in Rusland, een liefhebber van wodka of van whisky denk ik, maar het is muziek die de kamer meubileert zoals de oude Luikse bollenkast en de rekken met boeken.’

    ‘De muziek is zoals je woonkamer, ook zoals ik jou zie, stijlvol en sober, maar zo-even heb je iets gelezen over mit Gott bist du allein, herhaalt dat eens.’

    ‘Het was niet zo veel, het was nog maar een aftasten, maar of je nu in het bos bent of in de kerk of in de kathedraal, of rondloopt op het labyrint in een kathedraal, je bent altijd alleen met die God van jou, als je er een hebt. Zelfs als je er geen hebt, dan nog ben je alleen met de afwezigheid van God in jou.’ Hij zweeg even. ‘Ik denk, Raoul, dat er in ons leven een aanvulling nodig is, dat er een leemte is die we zoeken op te vullen. Iets dat is weg gesneden, zoals wat in de Bijbel verteld wordt: weg door de val van Adam en Eva. En we zoeken en blijven zoeken naar wat we missen, zijnde een duidelijke, tastbare binding met iets oneindigs dat ons besproeit en ons voedt. We hebben er een naam voor, maar we aarzelen die naam te gebruiken omdat het de naam is uit onze jeugd en omdat die naam voortdurend en nu nog, misbruikt wordt. En het is niet met je God, wie of wat Hij of Het ook moge zijn, dat je alleen bent, het is met je zoeken ernaar dat je alleen bent, waarbij, noch de Bijbel, noch de brieven van Paulus, noch de vele boeken die over dat zoeken geschreven werden en worden, beletten kunnen dat je alleen bent.’

    ‘Ugo’, zegde Raoul, ‘Jij bent de man die ingesteld is om hier over na te denken, jij filosofeert. Ik heb de woorden van vaders gedicht altijd genomen voor wat ze waren, heb er niets aan toegevoegd, heb er niets van weggenomen. Alleen de zin over het gezang van de vogels stoorde me, ik had daar graag het geruis van de bomen gehoord’.

    ‘Als de stem van God’ voegde Ugo er aan toe.

    ‘Ja, zo iets als de stem van Gods aanwezigheid, maar mijn alleen zijn met die God waar jij het over hebt, voelde ik niet, om de eenvoudige reden dat ik er niet over nadacht, ik had er geen behoefte aan zoals jij.’ En na een tijdje, ‘jij bespeelt het thema zoals John Field, of liever, zoals Beethoven.’

    Eerder zoals Mahler, dacht Ugo, maar hij zegde het niet. 

    …/…

    21-01-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Akhnaton

     

    Het was vijf voor half elf, Raoul kon nu alle minuten komen. Ugo dacht dat zijn leven zelden volledig is ingesteld geweest op het nu-ogenblik, eerder gericht, hetzij naar het voorbije, hetzij naar het komende, zoals deze morgen. Hij had dit pas gedacht of hij hoorde een wagen de binnenplaats oprijden en even later een deur toeslaan. Hij wachtte, tot er op het venster werd geklopt. Hij opende de deur, de man uit het bos stond voor hem, sportief gekleed, rijzig, glimlachend, met een pakje in de hand: ‘Hier ben ik dan mijn beste Ugo’, zegde hij ‘en mijn dank voor de uitnodiging’, en stak de hand uit.

    ‘Welkom,’ zegde Ugo, ‘welkom in mijn nederige woning’.

    ‘Nederig misschien, ja, maar dan een niet zó nederige oase, als ik zie waar je woont’. Hij schudde zijn hand en hield die een ietsje langer dan nodig, vast.

    Hij kwam binnen in de kamer, in de geur van brandend eikenhout, de muziek van John Field, de tafel met pc, met de facsimile van Eliot’s ‘Waste Land’, met zijn rood dagboek, en zeer opvallend wellicht de rekken boeken tegen de muur, de zware bollenkast en de donkere balken in het plafond. Hij moet alles in één oogopslag gezien hebben en zijn conclusies getrokken: ‘Kijk, de wereld van een kluizenaar’ zegde hij, ‘mag ik, vreemdeling, deze kluis wel betreden?’

    ‘Je bent hier al thuis’ zegde Ugo en hij meende het. ‘Weet je dat er zijn die zeggen over de kluizenaar, dat het een mens in het kwadraat is, hoewel dit me niet zo duidelijk is.’

    ‘Ja,’ antwoordde Raoul, ‘het kan dat de eenzaamheid van ons meer mens maakt, een in elkaar gedoken iemand dan, volledig aangewezen op zichzelf en sprekend met zich zelf, wel een dubbel persoon, maar iemand in het kwadraat dat is een vraagteken voor mij.

    ‘Ik las het onlangs en ik stelde me ook die vraag, hoe een mens in het kwadraat kan bestaan, maar het komt van een Nobelprijs winnaar en die zal het wel weten, vermoed ik.’

    ‘Weet’, zegde Raoul, en ik wil je dit vooraf vertellen, als ik het nog niet zou gezegd hebben, dat je me bij het kapelletje in het bos geïntrigeerd hebt met de wijze waarop je schreef en ik er blijvend mee bezig ben geweest, wachtend op dit ogenblik om je weer te zien, en dit is het resultaat hier, kijk, ik heb je een boek mee gebracht dat ik voor jou gevonden heb in een second hand bookshop in Keulen.’ En hij overhandigde hem het boek, in bruin papier gewikkeld. ‘Een boek met een voor mij vreemde titel, maar een titel die paste bij jou, jammer dat het een vertaling in het Duits is, maar toen ik het in mijn hand hield heb ik gedacht aan die schrijver in het bos, heb ik niet geaarzeld en het gekocht. Zelfs indien het je niet zou interesseren, laat het hier enkele dagen liggen naast je dagboek als een teken, een dankbaar teken, voor mij althans, van onze kennismaking.’

    Ze zaten tegenover elkaar aan de tafel. Ugo opende het pakje. ‘Een boek’, zegde hij, ‘heeft altijd iets magisch, het herbergt een wereld, beginnende met de titel die heel belangrijk is, het kan je weken volgen tot het zijn geheimen heeft prijs gegeven, en daarna raakt je het niet meer kwijt, blijft het natrillen in jou. Opgepast dus.’ Hij wikkelde het papier los en het boek kwam, het had een zwarte omslag met een afbeelding die hij kende:  ‘Akhnaton’ zegde hij, ‘de man die me achtervolgt. Hoe in godsnaam ben jij op de gedachte gekomen dit boek te kopen voor mij. Onlangs vond ik hier een kaart met de kop van Akhnaton en nu kom je hier bij mij binnen met ‘Oedipus und Echnaton, Mythos und Geschichte’, en, van wie? Van niemand minder dan Immanuel Velikovsky, hoe kan dit?’

    ‘Ja, hoe kan dit, het boek scheen me belangrijk toe, ik heb aan jou gedacht et voilà’.

    ‘Oedipus ken ik’, zegde Ugo, ‘het is van hem dat de blinde Tiresias zegt, dat hij van zijn kinderen én de vader én de broeder is, en van de vrouw die hem baarde én de zoon én de echtgenoot. Maar ik las ook heel wat over de farao Akhnaton, een zeer enigmatische figuur, misschien wel, na Tutankamon en Ramses II, de meest besprokene uit de Egyptische geschiedenis. Zo, wees ervan overtuigd, hoewel het Duits mij niet zo goed ligt, ik zal het met veel interesse lezen.’

    ‘Dan is het een schot in de roos. Ik vreesde nochtans dat die schrijver, hoe is zijn naam ook weer, een klank had die naar Von Däniken rook.

    ‘Raoul, mijn beste, nu moet je even luisteren. Ik ben lange tijd, een veel te lange tijd zelfs, Velikovsky-fan geweest, en hoewel zijn werk in de vergeethoek is geraakt, ligt hij bij mij nog altijd, en dit om diverse redenen, heel hoog in de schuif. Daarom, mijn waarde Raoul, zeg ik je, dat je binnen komt met een hoogvogel, als je weet wat een hoogvogel is.’

    ‘En of ik het weet, maar merkwaardig toch, als ik het naga, ik ben zonder het goed te beseffen dat winkeltje binnen gegaan, heb het boek zien liggen en onmiddellijk aan jou gedacht en ook aan de afspraak die we min of meer gemaakt hadden in het bos aan je schrijftafel en waaraan ik je, op mijn manier, met een zichtkaart, wou herinneren. En dan dook ineens dat gedicht op, weet dat ik hoogleraar Duits en Engels ben geweest, en dat vooral het Duits mijn stokpaardje geweest is. Ik vermoed dat het vooral mijn vader, die drukker was, die me de liefde voor het Duits heeft bijgebracht, maar het kan ook anders.’

    ‘Ja, Oedipus und Echnaton en dat gedicht, dat gedicht van je vader geeft me wel enige kopzorgen om de diepere zin ervan te begrijpen. Ik kan er wel inkomen, heb het trouwens al ergens geschreven dat het betreden van een bos, gelijk staat aan het betreden van een kerk of een kathedraal.’

    ‘Opgepast’, zegde Raoul, ‘Geh mit Andacht da hinein,. ‘Andacht’ is meer dan onze aandacht, Andacht’ betekent het bos betreden, niet zo zeer met aandacht, maar met vroomheid.’

    ‘Dus, Raoul, we moeten het bos betreden zoals een gelovige de kerk binnengaat, vroom en vooruit kijkend naar God.’

    ‘Zo is het Ugo en dan zegt onze dichter: ‘Mit deinem Gott bist du allein.’ 

    …/… 

     

    20-01-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De voorbereiding

     

    Die avond, voor de haard gezeten dacht hij, dat het huis paste bij hem, dat het weliswaar beter de jaren had getrotseerd dan hij het had gedaan en dat het voorzeker een langer leven was beschoren; dat het niet alleen was zoals hij, maar ook dacht zoals hij, iemand die een generatie achter was en geen inspanning deed om die generatie te overbruggen. Raoul zou het wel opmerken, maar er wellicht niets over zeggen, wel over denken.

    Hij kon het enkel aanvaarden zoals het huis het te aanvaarden had, zelfs al wist hij dat het dak nodig moest herbekeken worden – bij hevige regen sijpelde op twee plaatsen het water binnen - en ook gezorgd voor een betere isolatie, maar hij aarzelde een aannemer te vragen omdat hij vreesde het bedrag te horen dat hem zou gevraagd worden.

    En wat meer was, wegdromend, starend in de vlammen, hij hoopte nog altijd, al vreesde hij dat het een ijdele hoop geworden was, op het kapitaalgedeelte dat bij zijn op pensioenstelling, door een jaloerse, ‘socialistische’ minister hem en zijn collega’s, bij wet was ontnomen.

    Het was een zwarte vlek in zijn leven, a black hole, die soms elk creatief gevoel in hem opslorpte. Hij wou het kwijt voor altijd, maar het dook telkens op en zeker als het hard regende en waaide en hij naar boven moest om op zolder enkele potten te plaatsen om het insijpelende water op te vangen. Hij vond, hoe eigenaardig ook, een heel magere troost in het feit dat Dante erin geslaagd was, als banneling uit zijn geboortestad, Firenze – hij, Ugo d’Oorde was een banneling uit zijn grondwettelijke rechten – zijn Divina Commedia, het boek waar de ganse westelijke wereld naar opkeek, te schrijven. Wat zou er hem dus beletten, zelfs vertrekkende elke dag van uit dat ‘black hole’, zelfs al regende het binnen, zelfs al waren zijn ramen niet van dubbel glas, was de verwarming meer afgestemd op de open haard – en het stof ervan - en diende de waterpomp vervangen te worden, een boek te schrijven op een bittere ondergrond. Zo hij had het nu eens en voor altijd openlijk gezegd, hem was onrecht aangedaan, de wereld moest het weten, maar en dat wist hij stellig, hij zou er niet meer op terugkomen. 

    In de nacht was hij tussen wake en droom, bezig geweest met het gedicht op de kaart. Hij trachtte de ware betekenis van het ‘alleen zijn met God in het bos’ om te zetten in andere bewoordingen en dit bleef maar duren, obsessioneel, alsof hij hierover een examen had af te leggen. Hij ontwaakte vroeg in de morgen uit een rusteloze slaap en is opgestaan, de kilte van het huis in zijn leden, om de verwarming aan te zetten en de haard, waar het vuur nog nagloeide aan te wakkeren met wat klein hout tot de vlam er in sloeg.

    Hij dacht aan de bezoeker die hij verwachtte en dat het gedicht te berde zou komen. Zou hij hem in vertrouwen nemen en hem zo maar vertellen over zijn theorie van wat hij dacht over God, of zou hij beginnen met te luisteren naar wie God was voor zijn bezoeker? Hij kende zich zelf op dat gebied, hij wist dat hij maar al te graag teruggreep naar wat de kwantum fysica ons leerde, om dan uit te komen in het landschap van de metafysica en, God te zien als een veld van energie, meer nog, als de geest in het Universum. Neen, hij zou niet zo ver gaan, een afwachtende houding aannemen was het meest wenselijke.

    Wat voor gevolg had dat hij min of meer gespannen, zijn bezoeker afwachtte. Hij had gisteren al alles klaar gezet op een dienstblad, glazen voor in geval er wijn zou gedronken worden – hij had nog een fles ‘Porte de Novembre’ gevonden, een stevige Johannisberg uit de Valais – en tassen voor in geval van koffie of thee. Hij had terug ‘Nocturnes’ van John Field opgelegd en zette die aan op herhalen. De melodieuze pianoklanken mengden zich, als une musique d’ameublement, met de wind in de schouw en het stille laaien van de vlammen in de haard, een sfeer brengend die elk gesprek zou ondersteunen.

    ‘Mijn god’, dacht hij, ‘you are crazy, man, moet er geen kaars worden aangestoken? Het is alsof je, je geliefde gaat ontvangen, kan het niet wat eenvoudiger?’ ‘Natuurlijk kan het,’ antwoordde hij tot zich zelf, ‘maar het past bij mijn eenzaam leven hier in deze woning.’

    Dit waren de eerste uren van de dag geweest, echter, iets geschreven had hij niet, hij wachtte op het uur dat komen ging en wat het hem brengen zou.

     

    19-01-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    18-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Afspraak

     

    De regen met vlagen tegen het raam, de wind jagend om het huis, de bomen in de grijze luchten, kaler dan ze er ooit stonden, een beeld van de morgenleegte in hem. En als hij buiten komt, als het eekhoorntje wegspringt uit het gras en de ceder inklimt, als hij naar de brievenbus gaat, hopende op een brief, komende uit het gewelf van de dagen over hem, komende van om het even wie, denkt hij: met Brodsky, de eenzame: ‘The dreams you dream are not of girls half nude but of your name on an arriving letter.’

    Hij kent wel niet de eenzaamheid die Joseph Brodsky moet gekend hebben toen hij dit schreef – hij schreef ook, wellicht denkend aan wat er met hem zou kunnen gebeuren : ‘A morning milkman, seeing milk that’s soured / will be the first to guess that you have died here…’- maar hij kent wel het gevoel een brief te krijgen die noch factuur, noch publiciteit is, maar een teken van leven van een verre vriend, hoe verder af in de tijd hoe des te beter, al mag het ook van een vriend zijn, dichterbij.

    Hij opent de bus en bovenop een bundel publiciteit, ligt het verhoopte teken, een zichtkaart, een afbeelding van de Dom van Keulen, en op de rugzijde een gedicht, dat hij zonder bril niet duidelijk lezen kan, alleen de naam er onder, in krachtige letters geschreven, kan hij raden, ‘Hartelijke groeten: Raoul.’ Hij is verrast en enigszins in de war en terug binnen zoekt hij zijn bril en leest hij:

    Es ist der Wald wie eine Kirche / drum geh mit Andacht da hinein. / Die Vögel singen schöne Lieder / mit deinem Gott bist du allein.

    De kaart ving druppels regen op want enkele letters zijn uitgelopen, maar is een zeldzaam teken van vriendschap van iemand die hij amper kent en die hem behandelt alsof hij de vriend was waar hij op hoopte. Iemand, die hij wel al kende als persoon, maar die hij in bijzondere, beloftevolle omstandigheden beter had leren kennen, een paar weken geleden, bij het kapelletje in het bos. De kaart is als een warme groet en tezelfdertijd, zo begrijpt Ugo het toch, als een herinnering aan hun afspraak die hij beloofd had maar nog steeds niet heeft bevestigd. In het vooruitzicht ervan is het gedicht veel betekenend.

    Hij zal hem bellen, hem zelf uitnodigen hier in zijn nederige woning opdat hij beter kennen zou wie hij is en hoe hij leeft en werkt, maar, zou hij al terug zijn? Hij vindt zijn gegevens op het visitekaartje van Raoul en belt. Hij herkent de stem niet die antwoordt maar het is wel de Raoul die hij spreken wil. Hij zegt hem dat hij hem verbaasd en verrast heeft met het veelzeggend gedicht op de Dom-kaart die hij daar zo juist ontvangen heeft.

    ‘Och’ antwoordt de stem, ik was in de Dom van Keulen en ik dacht aan jou, de kaart was iets dat plots in mij opkwam en het gedicht, ik vond dat het paste bij jou. Ik weet er eigenlijk weinig over, het is mijn vader die tijdens een bezoek aan mijn broer, soldaat in Duitsland, bij een wandeling in het bos, het gedicht heeft gevonden op een plankje, vastgenageld op een boom en de tekst ervan heeft opgetekend. Ettelijke malen heeft hij het geciteerd zodat het me is bijgebleven als een herinnering aan hem.’

    ‘Het is een prachtig gedicht’ had Ugo geantwoord, ‘Een gedicht om over na te denken, zo iets dat Heine of Goethe of Hölderlin zou kunnen geschreven hebben’.

    ‘Ik denk het niet, ik heb er naar gezocht bij Goethe maar heb niets gevonden. Trouwens het kan ook van een boswachter of van een wandelaar geweest zijn, iemand zoals jij die schrijft in het bos’.

    ‘Maar dan niet in het Duits,' had hij geantwoord, 'maar omwille van het gedicht zelf, ben ik het die je wenst uit te nodigen bij mij thuis, maar dan niet treuzelen, niet zoals ik heb gedaan, wat denkt je van morgen in de voormiddag, rond half elf?’

    Raoul aarzelde niet, hij mocht hem verwachten, morgen om half elf.

    Als hij naar de kelder gaat om, in het vooruitzicht van zijn komst, een fles wijn te halen en klaar te zetten in de koelkast, wist Ugo dat hij de idee van het gedicht ooit al voor de helft behandeld had, met dit verschil dat hij het bos had vergeleken met een kathedraal in plaats van met een kerk en dat hij, als Raoul aandringen zou iets voor te lezen van wat hij al geschreven had, hij die passage vooraf kon opzoeken om aan te tonen wat het bos betekende voor hem. Echter of hij zich daar, met het beeld dat hij had van God, alleen voelde, was iets anders. Het was in elk geval een onderwerp dat te behandelen was om te weten waar ze beiden stonden, met God tussen hen in.

    En hij dacht, ‘Mit deinem Gott bist du allein’, en de betekenis ervan: als je in het bos bent, ben je alleen met je God, het is misschien wel zo voor een gelovige, maar bos of geen bos, we zijn altijd alleen met die God van ons. Zelfs als er geen God in ons te bespeuren valt dan nog zijn we alleen, maar dan met de afwezigheid van die God. 

     

    18-01-2017, 07:26 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nacht erna

     

    Lang had hij wakker gelegen die nacht. De droefheid die plots was opgedoken was er nog als een speer naar hem gericht. Hij kon die zo maar niet wegduwen. Het beeld van zijn dochter die bij hem kwam zitten terwijl hij schreef, het beeld van het kind dat ze toen was dat gezelschap wou, en hij, in-zich-zelf-gekeerd, opgeslorpt door zijn werk en elk vrij ogenblik gebruikend, vooral - en daar lag de reden - voor zijn boeken en zijn dagboek, de ogen gesloten voor wat er omging bij haar, vulden hem met de pijn dat hij niet correct was geweest tegenover haar en ervoor, tegenover zijn gezin. Hij kende dit schuldgevoel van vroeger, toen ze hier, na de dood van zijn ouders, in het dorp waren komen wonen. Hij had gehoopt volledig afstand te kunnen nemen van wat vroeger was, maar zo eenvoudig ging dit niet. Het verleden gloeide nog na, zoals het vuur in de haard, en een windje kon het aanwakkeren, kon toeslaan en hem, zoals nu, verweesd achterlaten. Joyce beschrijft deze toestand op een onnavolgbare wijze als hij het heeft over de zonde, the sin, die ons blijft achtervolgen.

    Vandaag, in die enkele, voor haar onschuldige woorden die ze sprak, heeft hij ineens een glimp ontvangen van hoe zijn jongste dochter zich moet gevoeld hebben als ze alleen was overgebleven met hem. En, hij had er geen oog voor gehad, voortdurend bekommerd als hij was om in feite, onbelangrijke zaken. Want wat hadden alle dagboeken die hij vulde en alle boeken die hij las, wat had dit alles hem opgebracht? Nada, niets.

    Hoe verschillend deze gevoelens waren van wat hij gedacht had, vroeg in de morgen, vóór Cathy had aangebeld. Hij had geluisterd naar een serenade waarin hij, in de violen, Antonin Dvorák meende te herkennen. Hij kon het opzoeken en zou het doen, maar hij had toen gedacht, wie ook het stuk moge geschreven hebben, hij is vertrokken uit het niets, met een pen en een wit blad, hierop is de compositie tot stand gekomen die de tijd heeft getrotseerd en nu, honderd jaar en meer erna, te horen is in de huiskamer van velen. Er had even goed niets kunnen zijn, de naam van Dvorák nooit meer uitgesproken, maar de muziek was er en hij kende de vreugde er naar te luisteren en te denken dat het van Dvorák kwam.

    Hij moet dus, als hij bereiken wil wat moet bereikt worden, elke dag een Dvorák zijn. Elk uur, elk moment van het uur dat hij zal neerzitten om te schrijven, moet hij zich hier op afstellen wil hij, aan Raoul en aan John kunnen tonen wie hij is en vooral wat hij vermag: geen zondagsschrijver zijn, maar iemand die leeft om te schrijven, te verbeelden en te denken. Een maker zijn, iemand die iets maakte wat nog niet was en er nooit zou gekomen zijn ware hij er niet geweest.

    En als hij het opzocht, had hij wel degelijk juist geraden, het was een serenade van Dvorák (1841-1904) die hij herkend had. Hij dacht dit is wat ik bereiken wil, herkend worden niet zo zeer door wat ik schrijf maar wel door de wijze waarop ik mijn zinnen vorm en/of hoe ik mijn woorden uitdraag in zinsverband, en aldus aan elke zin mijn merkteken meegeef. Een gevaarlijke opdracht die hij zich zelf oplegde, met Eliot, met Cervantes, met Antonin Dvorák als voorbeeld. Wel wist hij dat dit hoog gemikt was, dat hij hiermede geen van hen ging evenaren, maar hij hoopte en vertrouwde er op een poging te doen in deze richting.

    Hij schreef dit neer in zijn dagboek. Hij zou dit morgen vóór de zon opkwam overschrijven op zijn desktop en bij zijn bezoek aan Raoul, de al geschreven pagina’s van zijn boek meenemen en, ofwel een deel ervan, ofwel de totaliteit, voorlezen in het huis waarvan hij in zijn jeugd blijvend gedroomd had. 

     

    17-01-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Bezoek

     

    Dagen later: hij schrijft, naast hem ligt een boek dat hij in de morgen uit het rek heeft gehaald: ‘T.S.Eliot, The waste Land, a facsimile and transcript of the original drafts’, en dit simpelweg om naast hem, iemand en niet iets  te hebben als hij schrijft. Als hij het opent op de eerste pagina valt hij op een vroege krabbel van zijn jongste dochter Cathy. Hij weet dat zij het is geweest want hij heeft, in plaats van het gekrabbel weg te gommen, haar naam er onder geschreven.

    Eigenlijk heeft hij het boek genomen om nog eens de talrijke wijzigingen te zien die door Ezra Pound aan het manuscript ‘The waste Land’ werden aangebracht. Eliot heeft wel de grondtekst geschreven maar in overleg met Pound, werd deze ingrijpend ontdaan van wat ze dachten overtollig te zijn. Ugo denkt dat het ook zo gebeuren zal met zijn manuscript als het ooit in de handen zou komen van een uitgever. Hij doet er goed aan zich hierop voor te bereiden.

    Hij wil dit op tekenen, als er wordt aangebeld. Wie, denkt hij, wie komt er me storen? Hij opent de deur met nog een halve zin te schrijven in het hoofd, maar het is Cathy, zijn jongste dochter die daar staat in de regen en wind, met een glimlach. Hij verwachtte haar niet, eerder iemand anders.

    ‘Papa’, zegt ze. Hij is verrast, totaal verrast, maar blij haar te zien en neemt haar in zijn armen. ‘Wacht even’, zegt hij, ‘mijn zin’, en hij loopt terug naar zijn tekst om de zin uit te schrijven. ‘Iets dat ik niet kwijt wou’ zegt hij.

    Ze vertelt hem dat ze in de buurt moest zijn en dat ze even langs kwam. ‘Stoor ik je? Vraagt ze.

    ‘Mijn lief kind, hoe kun jij me ooit storen, je bent mijn verademing hier in dit huis, trouwens je bezoek was aangekondigd, ik zag daar juist de eerste handtekening die je geplaatst hebt in een boek, je waart toen vier of vijf jaar oud.’

    ‘Een synchronisme, waar Jung het over heeft?’

    ‘Ja, zo kun je het stellen, een gebeuren dat zich tezelfdertijd op twee plaatsen afspeelt, ik die je krabbel vind en jij die bijna op hetzelfde moment aanbelt aan de deur.’

    Ze komt binnen met hem, een jonge mooie vrouw, met regendroppels over haar gezicht en de haren in de war van de hevige wind buiten. Zegt ze hem terwijl ze haar mantel aflegt en neerzit naast hem: ‘Zo kwam ik dikwijls bij jou zitten als je in de kamer, in je rood dagboek aan het schrijven was. Ik zat daar dan en keek naar je handen en de tekens die je neerzette lijn na lijn, zonder op te zien. Weet je, gisteren was ik de ganse namiddag alleen in het huis, man weg, kinderen weg, helemaal alleen met de poes. Zalig en ik dacht aan die tijd van jou en mij in die grote kamer waar je bezig was. Hoe rustig je toen was en je schreef maar. Ooit heb je me gezegd, terwijl je maar verder schreef, dat je werkte aan een verhaal voor kinderen, een verhaal over een meisje en een koffer die op zolder stond, en ik, ik zat daar maar, stil, beweegloos, te kijken naar jou, me afvragend waarom je zoveel schrijven moest’

    Hij was ontroerd door haar woorden. ‘Life is often a great sadness’, dacht hij, droefheid om het voorbije, droefheid om wat was en nooit meer komen zou, hij en zij als kind nog, samen in de kamer, zoals nu.

    Hij voelde hoe zijn ogen vochtig werden: ‘Ik herinner het me, zelfs dat je eens bij mij bent komen zitten, je waart toen al een jonge vrouw, je vertelde me over je droom. Je wou later een simpel leven in een simpele woning, een klein boerenhofje, zegde je, verlaten in de velden met een ruime keuken en erin een vloer in rode tichels en een kat, je wou een kat maar geen hond. Als ik er nu aan terugdenk en nu je hier voor mij zit, is er een pijn in mij, omdat het veel meer had kunnen zijn. Ik denk er dikwijls aan, het is een verwijt aan mezelf, en als ik blijf schrijven dan is het om die pijn te verdrijven, al helpt het niet veel, maar ik denk dat het helpt.’

    ‘Papa, je bent een eenzaam man. Vorige zondag, toen we hier waren, hebben we allen gezien dat je er moe uitzag, droevig en bezorgd dachten we, maar je eten was lekker en we hebben toch een aangename dag gehad, maar je hoeft dit niet te herhalen. We komen je in het vervolg halen en brengen je terug.’

    ‘Mijn kind, ik voel me goed hier, ik schrijf en lees en ik ben bezig met tal van zaken. Ik was hier onlangs in het bos aan dat kapelletje en heb er kennis gemaakt met een man die op dat erf met een bijzondere naam, waar we zo dikwijls naar toe zijn gewandeld, is komen wonen. Hij hoopte me terug te zien, zegde hij. Een van de komende dagen ga ik er eens langs want ik ben nieuwsgierig om te weten hoe die droomwoning van ons er van binnen uitziet.’

    Hij vertelde dit op het ogenblik dat er telefoon was in de hall. Hij haastte zich om op te nemen. Het was Raoul, de man uit het bos die hem vroeg hoe het stond met zijn boek en of het hem paste eens langs te komen in de loop van de volgende week.

    ‘ik sprak hier juist met mijn dochter over onze ontmoeting en ik hoor je. Natuurlijk kom ik graag even langs, Ik bel je, ik heb je kaartje hier nog voor mij liggen.’

    ‘Goed, maar breng dan eens mee wat je al geschreven hebt, vooral dat in het bos van toen.

    ‘Ik zie wel, ik bel je in het begin van volgende week.’

    Ze had hun gesprek gevolgd. ‘Dat is vreemd’, zegde ze, ‘heel vreemd, dat die heer je belt op het ogenblik dat je hem hier vernoemt.’

    ‘Dit is nu eenmaal het leven, velen noemen het toeval, ik niet, je weet het. Ik wist dat hij me vroeg of laat bellen zou. Het is het lot, dat hierover beslist. Ik wist het al van het ogenblik dat we uit elkaar zijn gegaan, dat we ons, wederkerig, in het oog zouden houden, dat er bij beiden een soort eenzaamheid was die ons naar elkaar toehaalde.’

    ‘Ja maar, het is toch vreemd, vindt je niet. Je spreekt over hem en hij belt je. Je ziet mijn krabbel en ik sta voor je deur. Is er iemand die je in het oog houdt?

    ‘Het kan, mijn lief kind, het kan, het leven is, zoals je zegt, een vreemd iets.’

    Hij voelde een warmte in hem: ‘Het is goed dat je eens op het onverwachts bent langs gekomen, ik wist het niet, maar ik had er nood aan, zoals ik nood had aan de telefoon van die heer van daar straks. Wil je iets eten of drinken?’

    ‘Een tonic, heb je een tonic’?’

    ‘Dat heb ik’. Hij ging naar de keuken en kwam terug met een tonic en twee glazen.

    ‘En jij, wat ga jij drinken?

    ‘Wel, uitzonderlijk, want dit doe ik nooit, maar ik wens a drop of whisky, een vingerling groot. Hij haalde de fles Glenfiddich uit een hoek van de bollenkast en goot zich wat uit, niet veel: ‘juist genoeg om even de geur en de smaak vast te houden’ zegde hij.

    ‘Papa, wat lees je? Voeg ze, wijzend op het boek met blauw couvert naast hem.

    ‘Ik lees het niet, ik blader er maar in, het is een facsimile van de verbeteringen aangebracht in een lang gedicht van T.S.Eliot. Je hebt er ook in geschreven, kijk maar.’ Hij toonde haar de krabbel op de eerste pagina.

    ‘Ben ik dat, papa, heb ik dat gedaan? Stout kind dat ik was.

    ‘Helemaal niet, het is gemakkelijk te verwijderen, maar ik doe het niet, het ontroerde me vanmorgen toen ik het zag. Vele zaken ontroeren me, kleine dingen. Je bezoek bijvoorbeeld, maar dit is een groot ding.’

    Ze keek hem aan en legde haar hand op die van hem: ‘Ik zal trachten wat meer te komen.’

    ‘Doe het, want de maand november is een droeve maand, een akelige maand soms, ik houd er absoluut niet van. Ik vraag me af hoe de mensen in het noorden de wintermaanden doorbrengen, verlangend naar het licht. Maar bij mij is het niet zo zeer het licht, het is het weten dat de tijd voorbijschuift naar het eens onvermijdelijke en november staat hier symbool voor.’

    ‘Waar jij nu aan denkt, papa, schrijf eens een boek, het zal je bezig houden, je kunt het, ik weet het, en of het nu gepubliceerd wordt of niet, het heeft geen belang. Begin er aan, vandaag nog als ik de deur uit ben. Of, ben je er al aan begonnen, was je aan het schrijven toen ik binnen kwam?

    ‘Ja, ik was iets aan het schrijven over je moeder’. Hij had dit niet moeten zeggen. Haar gezicht veranderde, de glans verdween uit haar ogen. ‘Eigenlijk was ik aan het schrijven over de zondag dat je hier allen waart.’

    Er was een ogenblik stilte tussen hen.

    ‘Je schrijft je eenzaamheid weg, is het zo?’

    Ja, zo is het, ik heb besloten het te proberen. Ik denk dan aan Cervantes die na zijn Don Quijote, ziek als hij toen al was, in zijn oude dagen, met de voet in de stijgbeugel – con el pie en el estribo - zoals hij ooit zegde, nog novellen schreef’

    ‘Doe het papa, doe het. Schrijf je boek, is het over ons?

    ‘Het is over jullie en niet over jullie, het is over mij en niet over mij, het is over alles en niet over alles. Je ziet het wel, maar het moet nu gebeuren en vlug. Ik mag er niet mee dralen.

    ‘Oh, papa, je maakt me blij, je maakt me zo blij. Maar jij bent toch niet oud’.

    ‘Meen je dat, mijn lieve dochter, meen je dat?

    ‘Ja, papa, ik ken er heel wat die jonger zijn dan jij, maar er heel wat ouder uitzien.’

    ‘Kom hier, mijn kind, dat ik je omhels.’ 

     

    16-01-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs