xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Over
Fernando Pessoa schrijft Saramago: dat het een man was die talen kende en
verzen maakte. Hij verdiende zijn brood en wijn met het aanbrengen van woorden
op de plaats van woorden, hij maakte verzen zoals verzen gemaakt worden, alsof
het voor het eerst zou zijn dat verzen werden gemaakt.
Hij
schrijft ook dat Pessoa een fenomeen was, nooit voorheen gezien in Portugal,
dat hij een nog grotere was dan Camões en, als hij zich bekeek in de spiegel,
hij dacht dat hij Ricardo Reis was, dat hij Alberto Caeiro was, dat hij Alveiro
de Campos was, dat hij Serrando Soarres was en nog enkele namen in meer, om
uiteindelijk te besluiten dat het thans tijd werd om Fernando Pessoa te zijn, el ridículo
Fernando te zijn en de meest
ridicule liefdesbrieven van de wereld te schrijven. Aldus Saramago.
En la flor de ledad,
op 47-jarige ouderdom stierf Pessoa. Van hem is geweten dat zijn laatste
woorden waren: dadme mis gafas, geef
me mijn bril.
Volgens
Saramago heeft niemand zich ooit de vraag gesteld wat ik betwijfel waarom
hij zijn bril verlangde. Het was niet om zichzelf te bekijken, er was trouwens,
zegt Saramago, geen spiegel in de kamer. En ook, no le dio el tiempo la parca, de schrikgodin liet hem de tijd niet.
Persoonlijk,
maar wie ben ik, wist Pessoa wel wie er aan het sterven was, maar denkend aan
wat ik las van hem, waag ik het vooruit te schuiven dat hij, in een laatste
helder ogenblik ons een afdruk van zijn schalksheid heeft willen achterlaten
door naar zijn bril te vragen.
Wat
ik niet denk is dat hij naar zijn bril vroeg om die mee te nemen in het andere
leven om er als een gebrilde man te verschijnen. Maar je weet maar nooit met
hem.
Ik
denk ook aan dadme mis gaffas,
alsof voor een schrijver als Pessoa, sterven de meest doodgewone zaak was.
Maar
van Fernando Pessoa vergeet ik niet dat ik een koffie dronk in het café waar
hij regelmatig kwam, en dat ik neerzat in de stoel, naast het beeld van hem
geplaatst ter hoogte van het café, in het midden van de rua Garrett in
Lisboa, en dit met zijn boek
in de hand dat nu gesloten voor mij ligt.
|