 |
|
 |
|
|
 |
25-12-2016 |
Kerstdag |
Is kerstdag de spildag van het jaar? We opteren ervoor, het is een dag met een ver dragende boodschap, de meest tot de verbeelding sprekende. Ik kan er zo maar niet aan voorbij, vooral als ik zie hoe de luchten zich openen op een begin van blauw met witte wolken die zich vormen, en het broze roze van het eerste licht de boodschap brengt die ons binnen voert in de dag der dagen.
Je hebt niets voorbereid, je wilt de dag ingaan zoals elke andere dag, je open rukken op wat essentieel is. Je hebt op je netvlies nog de foto’s die je zag van een punt, een onooglijk, minuscuul punt verloren in het meer dan ontzaglijke van de ruimte; het hangt daar, het wentelt en verplaatst zich, en ergens op dat punt zit jij te schrijven. Het geeft je ineens de macht te zeggen wat je ziet omheen jou en te vertellen over het ontstellende dat het Universum is. Twee werelden: aarde en Kosmos, verhoudingsgewijs niet te bepalen, niet te berekenen, maar desondanks bestaande, het stofdeeltje en het onberekenbare massale. En toch kunnen we er over uitweiden, hebben we de visie, het beeld ervan, hoe vernietigend ook, te afficheren op alle muren van de dagen van ons leven.
Wie heeft ons dit beeld meegegeven, dat zich over de eeuwen, verfijnd heeft dag na dag, en het ontzaglijke van de ruimte waarin we zijn opgenomen, nu is doorgedrongen tot ons landschap.
Meer dan ooit zijn we Kosmos geworden, zichtbaar en wezenlijk wat de stof van ons lichaam betreft. Maar er is meer, we zijn ook de geest die in die stof van ons lichaam aanwezig is, lichaam dat een deel, hoe miniem ook, de Kosmos is. En omgekeerd, de geest van de Kosmos die ook die van ons is. Niet te loochenen, maar te beleven. Dit is geen grootheidswaanzin, dit is kolossaal, eens we gaan denken over de dood.
Want kerstdag is ook de dag van onze geboorte; wij ook zijn geboren uit de Kosmos als zonen, als kinderen van de Kosmos; wij ook dragen alle kenmerken eigen aan de Kosmos of, gemakkelijker te begrijpen: de Kosmos heeft alle kenmerken van ons, homo sapiens, en is, in eerste instantie, geest.
Geest, de Onzichtbaar Aanwezige die er was vóór er iets was en die er nog zal zijn als er niets meer zal zijn, indien dat momentum nog ooit eens komen zou. Wat ook een vorm van bewijs is, waar we niet lichtzinnig mogen overheen gaan, dat de geest in ons, indien hij geïndividualiseerd zou zijn, ook verder leven zal als geest van ons. Wat onze onsterfelijkheid betekenen zou.
Kerstdag is aldus niet de dag van onze geboorte maar, wat meer spreekt tot ons, het bewijs van en aldus de dag van onze onsterfelijkheid.
Dit is waar we uitkomen als we, zoals het al zo dikwijls gebeurde, een stap gaan zetten buiten ons, en het licht - dat schijnbaar aarzelt deze morgen om zich in volle glorie te tonen - dat symbool staat voor deze onsterfelijkheid, onze maatstaf is.
Kerstdag is dan wel de spildag, is ook deze van de eeuwigheid.
25-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-12-2016 |
Kerstavond |
Ik ontken het niet dat dit een bijzondere dag is die, hoe dichter naar de avond toe, een inhoud krijgt die weinig andere avonden bezitten. De reden er voor mag dan nog enigszins weggedeemsterd zijn, de verwijzing naar een gebeuren in de tijd is gebleven en of dit nu plaats vond op die avond of op een andere dag of avond, de geboorte van het Kind Jezus is de aanleiding geweest tot een omwenteling in het gedachtengoed van een groot deel van de mensheid; het is een gebeuren dat een beschaving, die van het westen, heeft op gang gebracht, een beschaving die zeer diepgaande is geweest en grote gevolgen heeft gekend en zich nog steeds – hopelijk zijn het niet de laatste stuiptrekkingen geworden – weet recht te houden.
Het is dan ook kleinzielig, vernederend zelfs, en typerend voor de aard van mens die ze zijn, tegen wat symbool staat voor deze avond in te gaan, en wel omdat het een beginpunt is, waarop de mens zich heeft losgerukt van het materiële, om niet te zeggen het dierlijke, dat school in hem, dat hij beginnen kijken is naar het betere in hem en dat hij zich geplaatst heeft in een gemeenschap met vooruitzicht op een eeuwigheid.
Zich hiertegen verzetten, het symbolische geankerd in deze avond verwerpen, is zich plaatsen buiten deze gemeenschap, is het teken van een Einzelgänger, die zich zelf uitroept tot een alles weter, zonder enige band over te houden met de essentie van een beschaving waaruit hij is opgestaan.
Ik denk eens te meer aan Michel Onfray, onze filosoof van dagen terug, die ons elk magisch denken ontneemt, die ons laat verzinken in de kilte van beschouwingen die niet de minste band hebben met de innerlijkheid der dingen, met een wereld, die ons als mens werd toegekend, de wereld van wat onzichtbaar blijft, opdat we met verheven hoofd, beseffen zouden dat het leven dat we leiden, nood heeft aan verdieping, nood heeft aan een uitzwerven, al was het maar één dag, één avond in het jaar, in een totaal ander landschap, dit van het sacrale dat het wonder van het leven is.
Waar deze avond een duidelijk verhaal oproept, dat is blijven hangen al was het maar in zijn grote lijnen – ik ben telkens verrast als ik hoor hoe weinig er van over gebleven is – staat hij ook symbool voor wat ons het duurbaarste is, namelijk als mens te kunnen leven in peis en vrede, en elk teken dat dit symbool uitdraagt, het mag nog de duif van Noah zijn met het blad van een olijfboom in de bek[1], het mag nog een stalletje zijn met os en ezel en een kind in de kribbe – het bewijs van een rijke verbeelding – is aan te moedigen in plaats van te verwerpen.
De wereld heeft meer dan ooit nood aan symbolen die het goede, het verrijkende, het verhevene in de mens aanwakkeren, die hem wijzen op de afstand, hoe klein ook, die werd afgelegd, al was het met horten en stoten.
Ik zie het als een groot voorrecht te kunnen, te mogen zeggen wat de avond van 24 december voor mij betekent. Ik hoef niet, zoals ik heb gedaan, naar de middernachtmis te gaan om het verhaal te horen en ik weet ook hoe het verhaal van Maria – maar dan heel wat minder prozaïsch - geschreven staat in een ander boek dat hier ingang aan het vinden is. Ik hoef dit allemaal niet meer. Maar wel heb ik, meer dan ooit nood aan een uitzicht op een licht boven de horizont om mijn dag te beginnen. De zoveelste in mijn leven.
[1] Genesis 8, 11: And the dove came in to him in the evening; and, lo, in her mouth was an olive leaf pluckt off: so Noah knew that the waters were abated from off the earth.
24-12-2016, 10:45 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-12-2016 |
De magie van het precieze |
Ik word vandaag nog maar eens overhoop gehaald door een aantekening die ik terugvond in een van mijn dagboeken, een zin die ik destijds - zegge minstens dertig jaar terug - overnam uit een boek dat een vriend me aangeraden had te lezen: ‘Children of the Universe’, de Engelse vertaling van ‘Kinder des Weltalls’ van Hoimar von Ditfurth (1921-1987). Ik lees er dat:
‘Before1965 a second was officially defined as 1/315.569.259.747 of a year. Since 1965 a second has equalled the time it takes a caesium atom to vibrate back and forth exactly 9.192.631.770.0 times. This is the official definition of the second issued by the International Union of Weights and Measures at a general conference held in Paris in 1964.’
Of tot welke metingen de mens, de wetenschapper, in staat is. Hoe hij deze meting tot stand heeft gebracht kan ik me niet inbeelden, maar de gegevens staan er zwart op wit en, we gaan en blijven er aan voorbij gaan: een minuut zijnde 60 maal 9.192.631.770,0 trillingen van één cesium-atoom. En één jaar, het cijfer staat hier boven, niet één trilling minder of meer, trouwens zelfs indien er enkele miljarden minder of meer zouden zijn, dan nog is de preciesheid niet in te beelden, gezien het hier gaat om een logge bol die zich, als een tol, door de ruimte beweegt op zijn baan omheen de zon. En dit is niet zo eenvoudig als men beseft dat ook de zon, gegrepen in haar sterrenstelsel, en het ganse sterrenstelsel zelf in beweging is.
Het grote wonder dat het Universum is: ik kan er niet over zwijgen, ik kan niet de ogen sluiten en er aan voorbijgaan. Ik kan niet en ik wil niet. Want
dan zit ik nog met het aantal trillingen dat even precies geteld werd, en even precies doorloopt, het is geen menselijk hart dat opstootjes kent of in twijfel even vertraagd, absoluut niet, de preciesheid is de absolute regel zoals de preciesheid van de snelheid van het licht de regel is.
Ik zelf kan me onmogelijk inbeelden wat het vibreren of het trillen van een cesium-atoom wel betekent, evenmin hoe het aantal trillingen, meer dan negen miljard per seconde geteld kan worden. Ik kan evenmin aanvaarden dat, gezien zijn structuur - maar is er wel een structuur?- een atoom, om het even welke, of kleiner nog, het elektron of nog kleiner, het allerkleinste deeltje dat als Higg bekend staat en dat men zou gevonden hebben, het gevolg zou zijn van een toevalligheid, tot stand gekomen uit het niets, als de bouwsteen van het Heelal.
Wat een onvoorstelbare realiteit die beweegt om en in ons. Uiteindelijk wordt alles gedragen door de wereld van het atoom, door de trillingen van de particules in het atoom, of het woekerende, doch geordende leven in de natuur, onderhevig aan het woekerende, geordende leven in de Kosmos. Elektronen en nog onbepaalbare andere subatomaire deeltjes die wegschieten uit mijn lichaam en zich mengen met de massa particules omheen mij. Zodat alles in ons, ook Universum is. Onmiskenbaar ons lichaam deel van het materieel aspect van dit Universum en onze geest even onvermijdelijk bestaande uit die deeltjes Universum, even onvermijdelijk ermee en erin verweven.
1 seconde gelijk aan 9.192.631.770.0 trillingen van het cesium 133 atoom. Mens, waar ben je mee bezig?
23-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-12-2016 |
Wintersolstitium anders bekeken |
Er wordt aangenomen, en de feiten bevestigen het, dat hoewel de aarde, geen fractie van een el afwijkt van haar baan omheen de zon, van vandaag af, de dagen lengen gaan en, wat merkwaardig is, dat de opkomende zon, schijnbaar dan toch, op haar eindpunt gekomen is en van nu af, dag na dag terug wijkt naar het precieze oosten toe waar ze opkomen zal, drie maanden verder, op 22 maart. Een mechanisme onder hemellichamen dat vandaag geen mysterie meer is, maar dat in onze beginperiode van het mens-zijn met grote argus ogen om niet te zeggen met enorme be- en verwondering werd gade geslagen en onvermijdelijk, ja, waarom het verzwijgen, als goddelijk werd gezien.
Het goddelijke uit de wereld verdwenen zijnde, merken we het fenomenale van de feiten amper op, moeten we sterrengidsen raadplegen om er op attent gemaakt te worden, en dan nog, het licht een kwestie van schakelaar geworden, nemen we niet meer de tijd het op te merken, het komt en het gaat, het is een vaststaand feit, niets om er zich druk over te maken.
Dit is dan waar we aangekomen zijn, de zon die op dit uitzonderlijk ogenblik gezien van op de aarde, haar meest zuidelijke punt bereikt en wij, geblaseerd als we zijn, wij ploegen voort.
De mens uit de prehistorie die over dit gebeuren onvermijdelijk moet hebben nagedacht, zich hebben afgevraagd hoe het kon – en dan zeker de mens van het noorden – dat de zon lager en lager aan de hemel stond en de dagen korter en korter werden, tot er een schrander iemand is gekomen die aan de hand van een paal, geplaatst in de aarde, de schaduw van de paal op de grond heeft gevolgd en er op uit is gekomen, dat de schaduw van de paal altijd bleef verschuiven in een zelfde richting tot er een ogenblik kwam dat de schaduw begon terug te lopen naar de andere richting toe en dat het verschuiven van de schaduwlijn te maken had met het lengen of het korten van de dagen.
Het keerpunt van de schaduw dat overeenstemde met het beginnen lengen van de dagen - de terugkeer van het licht – moet aldus als cruciaal gezien geweest zijn, het punt naar waar vooruit gezien werd, meer dan naar elk ander punt, want het licht betekende leven, betekende vruchtbaarheid, betekende hernieuwing, betekende voor Akhnaton, Aton, God. Dit moet dan ook een uiterst belangrijk punt in de opvolging van de dagen zijn geweest, logischer wijze heel wat belangrijker dan het ‘heelstone’ moment, zo gegeerd door de aanhangers van Stonehenge, zijnde het punt van de langste dag of van waar af de dagen beginnen te korten.
Als er dus een punt te vieren viel was het, het punt van het wintersolstitium waar de zon deze morgen boven de horizont verschenen is en niet, het punt van het zomersolstitium, wanneer de weide omheen Stonehenge plat gelopen wordt.
Dit is dan toch onze visie hierop want het moet een magisch ogenblik zijn geweest. Vandaag worden we gebeden alle magische denken uit ons te verbannen door de ‘grote’ filosoof die naar verteld wordt, Michel Onfray zou zijn (mijn blog van 20 december).
Nochtans, mijn waarde vrienden lezers, dit solstitiumpunt IS magie, is het waard er een sermoen aan te wijden, opdat we blijvend en meer dan ooit doordrongen zouden worden en zijn van het magische karakter van het Universum waar we integraal, lichaam én geest, deel van zijn.
Het magische ervan gereflecteerd in ons. Aanbidden we de magie van het wintersolstitium.
22-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-12-2016 |
Vrienden van welk uur ook. |
Er gebeurt niet veel als je opstaat, als je de gordijnen openschuift op wat nog rest van de nacht, een paar sterren, planeten wellicht, en een kwijnende maan. Dit is waarmede je gaat neerzitten om zo getrouw mogelijk binnen te gaan in jezelf waar de nacht niet heeft gebracht waar je stiekem altijd voor op de loer ligt, een schitterende gedachte waar je je dag, en je blog mee vullen kunt.
En toch waag je het er op, verwacht je dat er tussen de plooien nog iets overblijft dat je aan te bieden hebt, dat je nemen kunt als een vaste waarde, inkaderen kunt en ophangen als het teken dat je levend bent opgestaan, verwonderd er nog te zijn, en in jou een plots gevoel van dankbaarheid vorm krijgt en bijna tastbaar wordt in alle besef gericht aan de God van Spinoza binnen in jou en in de totaliteit van alle ruimtes die er zijn.
Het is een gevoel van gebed om wat is, ook, als je terug denkt, aan een paar momenten van gisteren aan de vijver waar je neerzat in de zon, schrijvend natuurlijk, en je plots omringd werd door een hoop mannen die je vrienden noemt, vrienden die zo uit het niets, op een bepaalde dag, de ene wat vroeger dan de andere, in je leven zijn opgedoken en je nu, in je volle eenzaamheid, komen opzoeken: een Johan, een Frank een Philippe – allen in hun vak ‘des artistes’, zoals Houellebecq hen noemen zou – en later nog een Geert, een Marc en je bloedeigen vrouw. Allen op die ene gezegende plek aan die vijver, een namiddag met een nog ongewoon felle zon rakelings over de horizont, een baken van licht over het water.
Je hebt wel geen nieuwe ideeën opgedaan in de nacht, maar je hebt wel, nu je er voluit aan terugdenkt, hun warmte in jou opgeslagen, hun losheid van woord en lach en, van de ‘jonge’ vijftiger, Frank, de graveur van in elkaar verslingerde acanthus bladeren in ‘Art Deco stijl’, van zijn dromen en verwachtingen hebt gehoord, terwijl de zon als een rode bol verdween achter de struiken. Dit alles, meer zijnde dan de woorden waaraan je in de nacht had kunnen denken.
Dit beseft je pas nu: de waarde die de vriendschap is, de gevoelens die je binden aan anderen, die een verlenging zijn van je persoon, en omdat er een wederkerig aanvullen is: zij die je meenemen in hun dagen en jij die hen meedraagt tot in je geschriften waar ze voor lange tijd zullen aanwezig zijn, gegraveerd in woorden op een wit blad.
Je hoeft dus nimmer te wanhopen, zelfs al ben je er niet meer, de vijver draagt je aanwezigheid, je geest staat er geprint, in lichte, amper te merken trillingen in het water die je vrienden, als ze er komen, zullen ontcijferen als komende van jou.
Tot dit ook zal weggestorven zijn en er enkel nog zullen overblijven, met wat geluk, de trillingen van het woord op wat vergeelde bladen, maar dan enkel voor ingewijden.
21-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-12-2016 |
Simultaneïteit |
Ik ben er bijna, zo voel ik me als ik 20 schrijf, één tiental in meer en een stap verder en ik zit boven op de top van het jaar. Dit is nu het punt dat ik te bereiken heb, al weet ik dat het niet het eindpunt is, dat het maar een ingebeelde lijn is die overschreden wordt en de indruk laat dat daarna alles anders zal zijn, wat zeker niet het geval is. Eens de lijn overschreden zal ik hier nog zitten, vroeg in de morgen, om me de woorden uit de neus te halen en te denken aan hen die me lezen zullen, uitkijkend, zoals ik trouwens, over wat er zal geschreven staan.
Het mag jullie niet verbazen maar ook ik, als ik begin, stel me de vraag waar ik eindigen zal. De weg van woorden die ik bewandel, kan alle kanten op. En dit is het wonderbare ervan, ik bewandel een weg die ik zelf aan het aanleggen ben. Beide, de tekst en de weg ontstaan simultaan. En na mij wordt deze weg door anderen bewandeld en blijft hij liggen voor een tijdje. Dus niet zoals een pad in de bergen dat zich slingert naar de pas tussen twee valleien toe en dat de eeuwigheid – ik ken er die moeten dateren van het jaar 1100 - beschoren is. Neen, je weet dat de weg die je nam maar voor een dag is, dat je er morgen opnieuw moet op uit trekken om een nieuwe weg te zoeken in het landschap, dat dit is van de geest in jou.
En je blijft je afvragen wie of wat het is die dit landschap getrokken heeft, wie dit landschap heeft aangelegd opdat we er in wandelen zouden, zelfs erin verdwalen kunnen, zoals Dante, of er ontdekkingen doen die aan weinige gegeven zijn. Dit is dan het lot dat je wacht eens je dit open liggend, oneindig landschap bent in gegaan. Van dan af heb je vele mogelijkheden, kun je alle kanten op, maar de vraag blijft: Wie of wat is deze oneindigheid, en wie of wat is deze die hier loopt, die hier een spoor trekt?
We leven: ofwel volgen we, vertrouwend of niet, de vertrouwde paden, wetende dat we weinig op niets in te brengen hebben, en ontdoen we ons, zoals de filosoof(!) Michel Onfray het ons suggereert van elk magisch denken, dat zegt hij nog de intelligentie, a priori athee, verbiedt[1]; ofwel leven we in de diepte, met vragen die een oplossing willen. En die, als we er, al was het maar zoals Spinoza, over nadenken eigenlijk neerkomen op de vraag waarom twee plus twee vier is, wat geen vraag is maar een zekerheid. Zo ook ligt het antwoord klaar en duidelijk getekend als we trachten, even maar, heel even maar, te doorgronden wat de Natuur eigenlijk betekent. Hoe alles zich in de loop der millennia, gestructureerd heeft, zich ontwikkeld heeft tot een kluwen van moleculen en cellen, van atomen en elektronen, van quarks en fotonen, om er toe te komen, al was het maar, dat een boom - hoe hij ook tot boom is gekomen, wat al een wonder is - er gekomen is voorzien van het zaad voor nieuwe bomen.
Kan men zich even indenken hoe dit tot stand kan gekomen zijn, precies zoals de tekst van mijn blog er gekomen is bij mijn wandeling door het landschap van de geest en de weg, naarmate ik schreef, zich gebaand heeft. Gelijktijdig, zoals het gebeurde met eik en eikel, met kip en ei, een simultaneïteit in het ontstaan ervan, die ons zou moeten verbazen maar waaraan we de meest stupide vraag vast knopen, wie of wat er eerst was de kip of het ei.
Het wonder dat de Natuur is, Spinoza had er een uitleg voor, het kostte hem de verbanning uit de Joodse familie. Hoewel hij niet het beeld kon hebben dat wij nu hebben over de werking en de structuur van de Natuur, wist hij toch dat de Natuur één lichaam was bestaande uit stof en geest, Stof die het zichtbare was, Geest die het onzichtbare was. En hij permitteerde zich Lichaam en Geest samen God te noemen. Hij had even goed geen naam kunnen geven, misschien ware het beter geweest.
[1] Michel Onfray: ‘Con la inteligencia, evitamos los mitos y los cuentos para niños. No hay paraíso despuès de la muerte, ni alma salvada o condenada, no hay Dios que todo lo sabe y todo lo ve: bien dirigada, y segùn el orden lógico, la inteligencia, atea a priori, impide el pensamiento màgico’. ‘Tratado de ateología’, traducción de Luz Freire, Editorial Anagrama, 2006, pag 83
Met de intelligentie vermijden we mytes en vehalen voor kinderen. Er is geen paradijs na de dood, noch geredde of veroordeelde ziel, er is geen God die alles weet en alles ziet; goed gericht en een logische orde volgend, de intelligentie, a priori atheïstisch, verbiedt het magische denken.
20-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-12-2016 |
Het Groot Dictee en Kerst |
Er zijn van die dagen dat je, vroeg in de morgen, met je Van Dale in de hand gaat zoeken, naar woorden die je hoorde en waarvan je niet zeker bent welke precieze waarde ze vertegenwoordigen. Je kreeg er enkele om de oren die op je maag zijn blijven liggen omdat je ze voor de eerste maal hoorde als behorende tot de Nederlandse taal. Vooral een ervan, een woord beginnende met een ‘q’, niet gevolgd door een ‘u’: ‘qaly’. Je zag wel, nu al een tijd geleden, hoe de Jemeniet verslingerd was op ‘qat’, maar ‘qaly', als je het gaat opzoeken in ‘Van Dale’, XIde uitgave, vindt je niet.
Nochtans kwam het voor in het ‘Groot Dictee’ van 17 december[1], dat ditmaal een spanningsveld heeft mee gekregen dat is uitgegroeid tot een match tussen twee partijen waarin de balalaikaspeler het gehaald heeft. Het kan gebeuren en het gebeurde.
En wat meer is, balalaika was een van de woorden die ik juist geschreven had, niet dat ik de balalaika speel, maar ik zou er niet over gestruikeld zijn, zoals onze Nederlandse vriend, ondanks het feit dat hij heel wat meer woorden - vijftien om precies te zijn - correct geschreven had daar waar ik gestruikeld was.
Het is nu wel niet mijn bedoeling kladderadatsch te verkopen, zijnde te knoeien met woorden, noch een bakkelei te houden over het Dunglisch, noch te toosten met krambamboelie, noch te doen aan glossolalie om, aldus een conciliatie op gang te brengen om te voorkomen dat in het vervolg, een voorbeeld van de impardonnabele dociliteit van de Taalunie, alle au- en ei-woorden naar de papiermand zouden verwezen worden en uniform vervangen door respectievelijk ou- en ij-woorden, wat een virulente impact op de landstaal zou betekenen, zijnde een abhorratie van ons Nederlands.
Er zijn er die meester zijn in het goochelen met taal, die hun tijd ‘verdoen’ met het zoeken naar de meest exquisiete woorden om een tekst te schrijven met een moeilijkheidsgraad die alles overstijgt. Zijn het geen woordkunstenaars het zijn dan toch eerder vreemde eenden in de bijt. In elk geval, toch kijk je op, met een zekere bewondering, getint met een vleugje nostalgie, als iemand, zoals A.F.Th. van der Heyden, alle registers opentrekt om landgenoten die zich wagen te bedienen van een moerstaal in de aandacht te brengen.
A.F.Th van der Heyden - evenals schrijver dezes, al heeft die weinig in de pap te brokken - wil onze prachttaal behoeden voor elke dysthymie[2] en is er om deze reden, en er zijn er nog andere, mordicus tegen dat de Taalunie het Nederlands aan excavatie blootstelt.
Hiermede is niet alles gezegd over het Groot Dictee, zeker niet. Maar over het abhorreren of abhorratie gesproken, is er een die zich situeert op een totaal ander niveau, maar daarom niet minder sensibel, integendeel, over komt en zelfs fungeert als een doodssteek voor onze traditie, en wel als een Nederlandse televisiezender, de NPO, de mening is toegedaan dat de slogan ‘Kerst vieren we samen’, vandaag ineens moet gelezen worden ‘december vieren we samen’. Dit om anders ge-aarden ter wille te zijn, hierbij over het hoofd ziende, dat het nu de traditiegevoelig ge-aarde bevolking is die tegen de borst wordt gestoten.
Van nu af aan zal de afbraak wellicht niet meer stoppen.
[1] En wel in volgende, op taalgebied zeer merkwaardige zin, die ik hier bewaren wil: ‘Onze gevioleerde moerstaal kan nog QALY’S winnen via een didactische angehauchte opiniepeiler die alle korte ei’s door lange wil remplaceren, daarmee zelf enigmatisch metamorfoserend tot stuttende pijler van een mening. Aldus kan ten langen leste de te steile helling naar een uitgebeende stijl geslecht worden.
[2] Dysthymie: chronische, lichte, depressieve stoornis (Van Dale).
19-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |