 |
|
 |
|
|
 |
20-05-2012 |
Home de la Crête |
Grimisuat (Valais), Home de la
Crête.
Komende van Sion, de oude Romeinse
stad, heb ik een. afspraak om 16.00 uur, in de Home de la Crête. Ik weet dat
hij wacht op mij, maar ik weet niet hoe hij wacht, ik zag hem het laatst, jaren
geleden toen hij nog stevig te been was. Een wijs man, even wijs als eenvoudig,
een werker, een bergbeklimmer, een zoeker naar
chanterelles, pieds de mouton, agarics en bovenal een wijnbouwer, een man
verliefd op zijn wijngaard.
Een lang en statig gebouw, badend in
het licht, een lange gang met links de kamers en rechts een lange glazen wand
en uit de draai komend zie ik hem zitten op een bank, zie ik van hem wat rest
van hem, van de persoon die ik veertig, vijftig jaar geleden leerde kennen omdat alle
omstandigheden gericht waren op onze ontmoeting en kennismaking. En mijn ogen
springen vol tranen, ik houd het niet, ik omhels hem, ik kus hem op beide
wangen, ik kus het uitgedoofde gezicht met de uitgedoofde blik, Gustave Cotter
ik noem hem bij zijn volle naam fratello
mio, zoals ik hem altijd noemde: mijn broeder, mijn grote meer dan vriend. En ik
denk hoe is het mogelijk, hoe kan het dat ik je zo terug vind, ontheemd,
eenzaam, een sukkelmensje nog. Hij is ongeveer een jaar ouder dan ik, hij van
november 1926, ik van december 1927. Nu, weggehaald uit zijn gewone doen en
laten, een te grote last voor Germaine, zijn echtgenote, en neer geplant om
stilaan te sterven in een kamer die hij deelt met een andere persoon - omdat
hij het zo wilde - zijn bed gescheiden van het andere bed door een gordijn, een
kamer om in dood te gaan, zonder radio, zonder tv, zonder boek noch blad, enkel
een glas met een klein doosje met witte pillen.
Jackie, de schoonzoon is bij ons.
Hij haalt er een loopstoel bij. La tête zegt Gustave Mon problème nest pas
la tête, Mon problème ce sont les jambes, je nai plus de force dans les
jambes.
Hij heeft alle moeite om recht te
komen en de twee handvatten van de loopstoel vast te houden. Ik zie zijn
ongemak, ik zie de lange zonverlichte gang waar hij door moet, traag, trager
nog. Ik volg hem naar een andere plaats, waar de schoonzoon ons een glas witte
wijn brengt, wijn waar misschien druiven uit zijn wijngaard zijn verwerkt.
Het is het zoveelste glas wijn dat we
samen drinken, het laatste nu, het allerlaatste. Hij weet het en ik weet het. Maar
wie eerst zal gaan weet ik niet. Wat weet hij nog van de vele malen
dat we samen waren in Zinal, wat van de ontelbare bergtochten die we samen
hebben gedaan, alle cabanes hoog in
de bergen waar we sliepen, Moiry,
Tracuit, Grand Mountet, Cabane des Aiguilles rouges, alle toppen die we
samen hebben beklommen, Besso, Grand
Cornier, Couronne de Breyonnaz, Blanc de Moming, Pointe de Zinal en zovele
andere, alle met hem of samen met nog een andere vriend, Robert Panchard van
wie we geen nieuws meer hebben.
Ik vraag hem of hij zich dit nog
herinnert of dat nog, kleine details van grote tochten. Hij weet alles nog tot
in de minste details.
Zoek niet zegt hij, ik weet alles
nog van onze tochten, weet alles nog van onze dagen en avonden samen, weet nog
hoe je bij het losmaken van de koord na onze varappe komende la
Tête de Milon uitgegleden bent en driehonderd meter ver van sneeuwhelling
bent afgegleden en hoe we zagen, Robert en ik, dat je er bij wonder zonder
kleerscheuren bent vanaf gekomen.
Charles, je
sais tout de nos exploits. Je sais tout de nos randonnées dans les forêts à la
recherche de champignons, tout, depuis ton arrivée avec ta famille dans le
chalet à côté du mien, il y a à peu près cinquante ans.
Er is een begin van glimlach gekomen
op zijn moe gelaat. Ik zie de dofheid in zijn een oog - hij verloor een oog in
een ski-accident - de dofheid in zijn houding. Hij zit er verloren, wachtend op
wat nog komen moet. Hij weet het.
Hij zit neer op zijn plaats voor het
avondmaal. Er staan drie kleine bekertjes voor hem, een ervan met een
medicament dat hij neemt zonder opkijken.
Ik verlaat hem, voor ik de zaal
verlaat kijk ik nog even om. Ik keer terug naar hem, hij kijkt me in de ogen.
Daarna voert Jacky me naar de
wijngaard, de levende zingende wijngaard in volle groei, in volle zon, afdalend
naar de Rhone toe. Het licht tintelt in de jonge bladeren. Binnen enkele weken
staan de ranken in bloei. Erna komen de druiven, het rijpen van de druiven, de witte
en de rode. Daarna is er de pluk.
Ik denk niet dat Gustave er nog
enige interesse voor heeft, het heilige vuur is gedoofd in hem.
20-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-05-2012 |
Mariage en Valais |
Mariage en Valais,
dans la Chapelle Créta dAsse,
Aminona
Mon bien
aimé a parlé, il ma dit:
Lève-toi
mon amie, viens ma toute belle,
ma colombe
blottie dans le rocher,
cachée dans
la falaise, montre-moi ton visage,
fais-moi
entendre ta voix, car ta voix est douce
et ton
visage est beau.
Mon
bien-aimé est à moi, et moi je suis à lui.
Le jour du 18 mai 2012, le monde bascula: ce qui était de la terre
devint du ciel, ce qui était du ciel devint de la terre. Un grand vent se leva
qui effaça tout ce qui était des choses ici-bas. Et perchée haut dans la
montagne, dans cette grande lumière vibrante et claire, dans cette chapelle qui
était le symbole de Dieu, une voix se fit entendre:
Toi, Rita Ortega, prends-tu comme époux,
Nicolas Saint-Girons,
toi, Nicolas Saint-Girons, prends-tu
comme épouse, Rita Ortega, ceci, pour le reste de vos jours ici-bas.
Et dans ce temple où lhomme
sagenouille devant Dieu, sous les flammes de mille cierges, où des anges chantent dans
lesprit et les coeurs de ceux et de celles présents: les voix de Rita et de
Nicolas résonnaient: claires comme de leau de source et fermes comme un bloc de
granite:
Oui, je veux Nicolas comme époux,
Oui, je veux Rita comme épouse.
Et vint la réponse qui était de tous
les temps:
Rita et Nicolas, devant Dieu et le monde
des hommes, je vous déclare unis par le mariage.
Sachez que ce lien est un lien
sacré, stigmatisé par Dieu, est un lien éternel. Sachez que ce lien ne peut
être rompu que par la mort. Sachez que vous vous-êtes entrelacés, plus intimement
que dans un dessin Celtique, inséparablement unis: lune étant lautre et
lautre étant lune. Comme dans ce poème de Garcia Lorca: la una era la otra, y las dos eran ninguna ou, les deux que vous étiez ne sont plus, sont
effacés par le sacré du mariage qui vous
fait UN et indivisible.
Amen.
19-05-2012, 23:59 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-05-2012 |
Brief aan de geliefde |
Mijn lief,
Je waart de bergen in de regen,
de stroom, de trage wegen.
Je waart met witte ogen,
de meeuw ver afgedreven
en ik hield je, ik, zo opgetogen.
Ik
hoopte maar, nooit meer gezocht
naar
woorden, maar over mij gebogen,
mijn
lief, mijn groot vermogen,
de
regen zal niet blijven duren,
het
huis is daar, de haard is aangestoken,
het
bed, de innigheid.
Ik droomde maar,
zal ik reizen gaan met jou
naar Boedapest of Londen
of varen gaan
naar waar de zeeën op de rotsen slaan
ik, vergeten en verloren
me eender is het, als jij me maar.
Als jij me maar befluistert
Jij mijn levensadem bent,
In dagen zoals deze,
wij samen gaan, het leven in
voor alle tijden die nog komen.
Mijn liefste lief, zal ik je haren
drogen?
Gedicht geschreven in Crans-Montana,
in het appartement van de golfer Sergio Garcia.
18-05-2012, 07:18 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-05-2012 |
De Morgenstond en wat er van is. |
Ik schrijf
mijn blog van 16 mei en eindig met me af te vragen over wat mijn blog van
morgen 17 mei zal gaan.
En vroeg in
de morgen, de merel in de bomen, de meesjes, de vinken, de wielewalen
misschien in de achter tuin die het me vertellen:
Wat me
verbaast en niet in een geringe mate, zijn de politiekers, de machthebbers die Griekenland
naar een chaos, zonder weerga, hebben
gevoerd en nog steeds niet willen weten wat er gedaan moet om te redden wat nog
te redden valt. Waren ze dan zo intens bezig met hun partijpolitiek, zoals
zovele politiekers, en hoefden ze niet de minste zorg te hebben met het feit
dat ze verkozen werden om van Griekenland, en niet hun partij, een waardig en
financieel gezond land te maken. Zagen ze dan niet aankomen wat er gebeuren
ging, zagen ze dan niet hoe torenhoog hun openbare schuld aan het stijgen was,
of was het gemakkelijker het niet te zien?
Nu, het is
het Griekse volk dat zijn leiders heeft verkozen en het heeft ofwel verkeerd
gekozen, ofwel hebben zij die verkozen werden, hun plicht niet gedaan zoals van
hen werd verwacht.
Allen aan de
schandpaal dus, de enige maatregel die hier kracht van wet heeft.
En dan zij
die hier de scepter zwaaien en hoog van de toren blazen in het Europa van
Straatsburg of Brussel, onze Europese machthebbers-parlementariërs die van ons,
terecht verliefd op Toscane, zoals ik en de vele anderen die ik niet bij naam
noem al zou ik toch graag de Heer Barroso, die rondloopt als een pauw, willen
vernoemen, hebben die Heren in de loop der jaren niet gezien of niet willen/durven
zien - wat er zich in Griekenland aan het afspelen was, en in Spanje, en in
Italië, om maar te zwijgen van de andere landen, die nu miljarden Euros
alsof het nog Belgische franken waren - over hebben opdat Griekenland niet uit
de Euro zou stappen omdat ze vrezen, en terecht, dat dit nog een grotere
catastrofe zou veroorzaken.
Waarom, zeg
me waarom, hebben die Heren gewacht tot in 2009, 2010, om de Grieken op het
matje te roepen. Waarom, zeg me waarom? De welbespraakte, Verhofstadt, de even
goed besnaarde De Gucht en de talloze anderen van alle nationaliteiten, waarom
niet wat beter Griekenland, waarvan ze de oneerlijke praktijken kenden, in het
oog gehouden en tijdig, tijdig als het nog effect kon hebben, op de vingers
getikt?
Waar zaten
ze, zij de beschermers van Europa, de steunpilaren van de Euro? Wel, wellicht
te vet betaald en ingeslapen, niet nodig te denken, zoals zovelen het moeten
doen, aan de dag van morgen en overmorgen. Wat ze vooral deden was ons grondig
vervelen met hun woorden, hun geroep en getier, ja met de blaasjes die ze
maakten. In plaats van ons te verrukken met hun daden en hun rechtlijnige
richtlijnen die van de Euro een waardevolle munt konden maken en het niet
hebben gedaan omdat ze er ook maar geen snars van begrepen hebben hoe een Staat
als Europa moest geregeerd worden alle eigenheden van de deelstaten ten spijt.
Als de Euro
aan het wankelen is omdat Griekenland
niet meer te redden is, wat Frau Merkel of de nieuwgekomene, Monsieur Hollande,
met de flauwe stem en de weke ogen (en zonder haalbare ideeën wat erger is),
Griekenland in de Eurozone willen houden, dan vraag ik me af hoe ze dat zullen
doen en als ze het doen wat het ons kosten zal? In elk geval, als ik zie wat de Grieken te wachten staat, een soort van Guillotine op hun reeds pover maandloon of pensioen, dan stel ik er me veel, te vele vragen bij en heb ik medelijden met hen. En ook met hun en onze Europolitiekers die ik plaatsen zou waar ze horen te staan, met beschaamde kaken aub. In elk geval
zij niet en de Europarlementariërs niet, zullen de maatregelen aan den lijve ondervinden.
En niemand
steekt de vinger uit naar hen, ninguno, niet ene.
17-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-05-2012 |
Bezinning |
Heb in geen
weken gedacht aan het boek dat ik begonnen ben en toch verder schrijven wil.
Weet niet meer wat ik laatst geschreven heb, weet evenmin hoe het nu verder
moet, weet alleen dat ik nu andere wegen bewandelen wil.
Ik kom wel
niet, zoals Dante uit de verschrikkingen van de Hel, maar ik voel me toch zoals
Dante die aan zijn Purgatorio beginnen
gaat met ons te zeggen dat hij nu de zeilen heeft gehesen om kalmere waters te
gaan bevaren.
Ugo ook gaat
nu andere wegen bewandelen, wegen gegrepen uit het leven van elke dag, gegroeid
uit de omstandigheden die zich vormden, oneindig ver voor hem en totaal buiten
hem, die uitliepen in honderdduizend en nog meer haarfijne vertakkingen, steeds
maar verder en verder de toekomst in, tot een ervan, een van die tentakels hem
bereikt en beroert zodat hij zich thans bevindt waar hij zich bevindt met onder
meer een boek waaruit hij is opgestaan en waaruit hij niet meer los kan, al zou
hij het nog willen.
Zo zijn we
allen het product van de duizenden levens voor ons en omheen ons. Als ik er nu
binnenval met mijn woorden omwille van zijn verhaal, dan is het maar omdat het
leven me geleid heeft naar dit punt in mijn bestaan waarop ik schrijf wat ik
schrijf, blog en boek vermengend, het ene te opslorpend opdat het andere levensruimte
krijgen zou.
Het
verkeerde wat mij betreft is dat ik wil verder gaan waarmee ik begonnen ben. En
wat dan nog niet aan bod kwam is het feit dat ik ondertussen verder leef, met
nog vele andere zaken om mijn hoofd, zaken die ik de eerstkomende uren af te
wikkelen heb, zoals de gebeurtenissen die voor de deur staan, en ik beslissen
moet of ik de kracht nog heb af te reizen naar de Valais, om er het huwelijk
bij te wonen van mijn kleindochter, Rita. Een
beslissing die me psychisch meer belast dan fysisch.
Nogmaals,
alle gegevens bij elkaar genomen, in welke mate zijn onze beslissingen niet
louter afhankelijk van de omstandigheden die zonder ophouden op ons afstormen?
16-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-05-2012 |
Verjaring |
Het was op
15 mei 2010, dat ik met mijn dagelijkse geschriften/brieven begonnen ben. Hierin
geïnspireerd door José Saramago die (bijna) elke dag een blog liet verschijnen
die achteraf gebundeld werden in een boek met als titel O Caderno.
Ik las over
het boek in Le Monde en kocht het in mei 2010 in Spanje als El Cuaderno, en
na het boek te hebben gelezen en gehoord te hebben van Saramago dat hij hield van
zijn geschreven woorden, heb ik gedacht dat ik ook van mijn woorden hield en ben
ik ook begonnen, elke dag een bijzondere tekst te schrijven nog niet als blog
met de bedoeling dit te doen tot de dag van mijn verjaardag, zijnde 29
december.
Ik had evengoed
niet kunnen schrijven, niemand zou me enig verwijt hebben toegestuurd, behalve
ikzelf omdat ik het me, in een ogenblik van overmoed, had opgelegd.
Ben daarna
een paar weken gestopt tot ik vond dat ik verder moest en ben op 15 januari van
2011 herbegonnen met het schrijven van een on-ingelogde blog.
Pas op 16
juni 2011 (of was het 16 juli?) ben ik gestart met het inloggen van mijn
dagelijkse boodschap; dus er is nog een verjaardag op komst deze van één jaar
bloggen. Het spreken niet waard.
Achteraf
gezien, is het bijhouden van een blog of dagboek een normaal iets. Velen werken
eraan, laat in de nacht of vroeg in de morgen, en de verplichting elke dag te
schrijven legt niemand je op behalve jijzelf. Achteraf blijf je over met een
massa teksten, lijk iemand die marbels van diverse kleuren en diverse grootte.,
geslepen door de omstandigheden van de dag en de nacht bewaard onder een glazen
stolp.
Een verzameling,
zoals elke verzameling die ergens begint om nooit te worden onderbroken, tenware
het leven er anders over beschikken zou.
Het verschil
met de Portugese Nobelprijswinnaar is niet veel, alleen werden zijn woorden
gepubliceerd, wat hij ook moge geschreven hebben. Ik stel me tevreden met het
verspreiden van mijn teksten via internet, dit moet me volstaan en het
volstaat.
Ik zou het
Spaanse el cuaderno o caderno in het Portugees - kunnen
vertalen door schrift, zoals in het Frans waar het kon vertaald worden door
Le Cahier. Maar waar caderno en
cuaderno, een woord is met kleur en
draagkracht, (le cahier kan ook nog),
is het schrift te armtierig als titel voor een boek.
De vertaler
in het Nederlands, voelde dit ook aan, want
hij kwam uit op, De andere Kant,
zijnde de vertaling van el otro lado,
de woorden waarmee Saramago een van zijn dagen begint waarin hij zich afvraagt
hoe de dingen eruit zien als hij er niet naar kijkt.
De vraag die
ik me vandaag stel, en terecht, is een dubbele vraag. Houd ik het vol tot het
einde van het jaar, en als ik het einde van het jaar 2012 heb bereikt, wat erna,
doorgaan tot einde 2013?
Het zal wel.
15-05-2012, 00:55 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-05-2012 |
Schrijver zijnde |
Je
bent zeer persoonlijk, zegde een vriend me onlangs. Hij bedoelde, zo begreep
ik het toch, dat ik me te veel bloot geef en dan zeker in mijn visie over God
en wat er is over de eeuwigheid. Maar wat kan het nut zijn van deze geschriften
hier, als ik niet zou schrijven zoals ik denk en voel.
Ik heb, gezien mijn ouderdom, niets meer te
verbergen, niets meer te verbloemen. Heb ook niets meer te bereiken. Mijn blog
is het maximum aan publicatie dat ik bekomen kan en het is me ruim voldoende.
Het is dan ook het weinige dat een kans maakt van mij gelezen te worden.
Heb
al veel geschreven, stapels woorden, maar dan zonder al te veel structuur,
zonder lijn in wat ik schreef, zonder de vereiste spanning die nodig is opdat ik
tot het einde toe zou gelezen worden. Er steekt geen verhaal in mij, neem niet
de tijd om Wikipedia of Google af te schuimen, kennis op te doen, elementen te
verzamelen om een boek op te bouwen.
Ik
ben dus geen Stendhal, ik kan geen wondere, extravagante liefdesgeschiedenis verhalen,
zoals zijn Chartreuse de Parme en tezelfdertijd in zijn hoofdstukken de
afbeelding van de tweeëntwintig Tarotkaarten binnenbrengen,
waarmee hij Mark Twain navolgde in dezes Huckleberry Finn.
Wat
niet belet dat ik nog zou kunnen schrijven én over de liefde én over het
bedrijven van de liefde. En wel over het meest prangende moment als je
wegschiet in het diepste van het diepste, het warmste van het warmste, het
ogenblik, van het samen komen, het samen smelten, lichaam in lichaam en geest
in geest, in een kolkende beweging, wat
niet kan getoond, niet kan gebeeldhouwd, enkel gedacht, gevoeld, beleefd.
Enkel
het woord is bij machte dit wondere ogenblik dat is van alle geslachten en alle
tijden op te roepen en dicht heel dicht te benaderen.
De
magie van dergelijke ogenblikken ken ik. Zij die te gast waren in I Fiamminghi mogen
het weten.
14-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |