 |
|
 |
|
|
 |
26-11-2023 |
Woorden die overblijven. |
De bomen waar de zon opkomt hebben in een paar dagen tijd hun blad verloren, ik had zelfs niet bemerkt dat de bladeren geel geworden waren, maar vanmorgen als ik de gordijnen openschoof heb ik gezien hoe ze er getekend staan.
Ik teken het op, ik heb trouwens niets anders te doen dan al schrijvend de tijd te grijpen opdat ogenblikken eruit me niet ontglippen zouden, later, als er nog een later komt. Zo ontwijken we het lege in het leven, het niets doen in het leven terwijl het licht zwellen gaat, terwijl de wolken schuiven, de bladeren vallen en vergaan tot humus in de aarde, blijven we, zoals de aarde, in volle beweging.
Zoeken we een uitweg om tijdig ergens aan te komen en er te verblijven nog voor een korte tijd, juist toereikend om onszelf te zijn en niet iemand anders, iemand die ons wordt opgedrongen, zoals het gebeurt soms in een droom, alsof we niet genoeg zouden hebben aan de persoon die we zijn.
Maar niets wijzigt zich, wat we ook schrijven.
Ik weet dat ik er uit te voorschijn kom als iemand die zich met ongewone, te ingewikkelde zaken bezig houdt. Zaken die weinig te maken hebben met het dagelijkse van ons bestaan; zaken die in de luchten geboren zijn en de grond niet raken die aldus zwevend zijn en met een zilveren rand de woorden omhullen. Bladzijden geschriften op te hangen aan de muren om er nu en dan eens naar op te zien, verbaasd om het licht erover.
Zo, we zijn er nu terug, diep weggedoken in wie we waren en meer nog, weggedoken in wie we droomden te zijn om in een ruim gebaar te overschouwen de woorden die we schreven, genageld op de poort van onze beperktheid om preciezer dan precies trachten te weten wat er is van de mens, geconfronteerd met het Onnoembare dat van de Kosmos is, niet wetende of er nog iets moet aan toegevoegd of iets weggelaten.
Of, te zien, te horen en te zwijgen. Er niet meer op terug te komen, er geen punt van te maken om hetzelfde te zeggen in andere verbanden.
Zo zullen we in elk geval - alles wel overwogen - ooit eens geschreven hebben waaraan vandaag niets meer kan worden toegevoegd en zullen overblijven, woorden, en woorden over woorden.
26-11-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-11-2023 |
Erbarme dich. |
‘Erbarme dich, mein Gott:
Johann Sebastian Bach vroeg in de morgen, bij het opstaan, komende uit een diepe slaap: ‘erbarme dich, mein Gott’ om mijn dag te beginnen om kleur te geven aan wat mijn dag zal zijn, dan toch de eerste uren ervan.
Maar ik ben Petrus niet die Jezus driemaal verloochend heeft en nu zijn spijt uitdrukt. Ik ben een klein mens die opkijkt naar wat mijn leven was in goede en kwade dagen en ik kan niet anders dan danken Hem/Haar/Het die me zo lang al in het leven hield, die mijn dagen opfleurt met het kunnen schrijven van een blog waarin ik me uitleef, de ene dag wat voller dan de andere, de ene dag wat meer levend dan de andere, maar de volle dagen zijn mijn redding, ik kijk er naar op, en ik wil ze steeds voller.
Zo, ik vraag om geen erbarmen, ik neem wat ik heb wetende dat het heel wat anders zou kunnen zijn.
Trouwens ik heb, zoals Bach wellicht wel, niemand die ik meedraag met mij in mijn dagen en in mijn handelingen, iemand tot wie ik me richten kan om iets te bekomen. Ik ben op mezelf aangewezen, volledig op mezelf om te gaan waar ik nog gaan kan en te doen wat ik nog vermag te doen. Wat evenwel niet belet dat ik me dankbaar voel te verkeren in de toestand waarin ik verkeer tegenover wat ik het Leven noem, het ‘erzijn’ op deze aarde, een innerlijk gevoel van rijkdom dat zo iets bestaat, dat ik meedraag en dat ik nog meer voel als ik luisteren mag naar Bach en zijn ‘Erbarme dich’.
En het is niet alleen dat specifiek lied uit zijn Matthäus-Passion* dat ik aanvoel als een rijkdom, er zijn ettelijke van deze gevoelens als ik luister, een dag lang naar de muziek van KLARA. En ook, er is niet alleen de muziek, er is zoals vandaag het licht over het gras en in de luchten, in het half geteisterd bloemenveld in de tuin, en in de vijgenboom, ontdaan van zijn bladeren, met de vele onrijpe vijgen zuiver getekend die overblijven op de takken als onvervulde beloften.
Er is zoveel om zich over te verheugen als ik blijf binnen de grenzen van het huis, de enige plaats waar ik nog volwaardig komen kan.
Voorlopig nog ten volle bewust.
*
Erbarme dich, mein Gott, Um meiner zähren Willen. Schaue hier, Herz und Auge Weint vor dir bitterlich Erbarme dich, erbarme dich.
25-11-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-11-2023 |
Félix Timmermans |
Terwijl ik me aan het verliezen was in canto XXIX van Dantes Paradiso, mijmerde een vriend, over het feest op 22 november van de Heilige Cecilia. Hij associeerde die aan: “Ik zag Cecilia komen”, de novelle van Felix Timmermans uit 1938, die hij ooit las.
Hij schrijft erover:
‘Ik herinner mij het verhaal als een zachte idylle, waarin de onbaatzuchtige tere liefde van de ik-persoon voor het ziekelijk meisje Cecilia op een poëtische manier wordt beschreven. Als Cecilia op jonge leeftijd sterft, leeft de ik-persoon alleen nog in verlangen naar haar, zoals uitgedrukt in de slotalinea’:
“Ik zie reeds uit naar het uur dat voor mij ook de gewijde kaars zal aangestoken worden, en God mijn ogen toe zal doen.
Dan vliegt mijn ziel weg naar de klaarte van uw ziel. Dan zult gij nader komen met bloemen in uw haar en bloemen in uw hand. Dan zullen wij één lied en éne stilte zijn.”
Mooi van de vriend zich dit te herinneren, mooier nog van Felix Timmermans dit te schrijven.
Al heb ik Timmermans gelezen, zijn ‘Pallieter’ en ‘Boerenpsalm’, ik heb er nooit iets over geschreven. Ten onrechte voel ik nu, maar ik heb ook niets gezegd over Stijn Streuvels of Ernest Claes of Gérard Walschap of Johan Daisne, of Willem Elsschot alsof ze te min waren voor mij wat zeker niet het geval is of was, wel over ‘De stille man’ van Van Hoogenbemt zegde ik iets, wel over ‘Mister Chips’ van James Hilton. Wel over Hemingway, over Steinbeck, over Knut Hamsun, over tal van andere schrijvers die mijn jonge jaren hebben bevolkt. Het is het lot van veel boeken niet meer vermeld te worden alsof ze nooit hadden bestaan. Jammer, en er zijn er vele die ik vergeten ben, Vlaamse schrijvers, Nederlandse, Engelse, Amerikaanse, Franse
En nu Timmermans die opduikt en onvermijdelijk denk ik aan zijn ‘Zeer schone uren van Symforosa begijntjen’. Zou ik het niet moeten herlezen, vandaag of morgen om terug met de voeten op de grond te komen, zoals in mijn vroege jaren, zoals mijn vriend die terug denkt in zijn herinneringen als lid van het Ceciliakoor van Nederboelare, aan de jaarlijks terugkomende feestavond van het Ceciliakoor en waar na de wijnen hulde werd gebracht aan de patroonheilige, minder ‘int vroede’ dan ‘int zotte’ en ’int amoureuze’.
Ik ook wil nu ‘int vroede’* hulde brengen aan Félix Timmermans en hem gaan opzoeken in zijn geschrift van ‘oogst-september 1917’ en wat ik me er nog van herinner: het begijntje Symforosa, de druivelaar én, Martienus.
Of is het Pallieter die ik herlezen moet?
*in ernst
24-11-2023, 05:56 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-11-2023 |
Paradiso XXIX: 13-15 |
Alighieri Dante, een groot denker en poëet stelde zich, zeven eeuwen geleden, de vraag waarom er een Universum was en verwerkte een meer dan schitterend en tevens ‘ontstellend’ antwoord in zijn Paradiso, canto XXIX, 13-15:
Non per avere a sé di bene acquisto Ch’esser non puó, ma perché suo splendore Potesse, risplendendo, dir : ‘subsisto’
Vrij omgezet lees ik hier – eigenlijk verbaast het me - dat Hij zijn Universum geschapen heeft, niet omdat hij er beter zou van zijn, want dit kan niet, maar omdat hij zichzelf zou zien als reëel bestaande. Dante zegt hier dus dat Hij, God, het Universum zelf is.
Het Universum, volgens de hemelsgrote Dante, is dus lichaam en geest die een eenheid zijn, de mens is er een miniatuur-afbeelding van; Wel ik ben er zelfs verbaasd over want dit is wat hij zegde – hij liet het zeggen door Beatrice! – in zijn drie versregels.
We leven dus binnen in het lichaam van de God van Dante, we zijn dus het wezenlijke lichaam van die God. Dit is hoe ik die drie versregels lees, een andere interpretatie heb ik niet en ik ken geen straffere uitspraak, ze overstijgt me, overdondert me.
Wat schrijf ik nog na deze ontdekking want dit is het, een ontdekking, want ik heb die verzen vroeger nog gelezen, had heel wat moeite om ze te ontcijferen, misleid als ik was door de voetnoot van de ‘man’ van Dantes ‘Paradiso’, Lodovico Magugliani (Superbur Classici):
‘Dio non creó gli angeli per aggiungere a sé dei bene, il che sarebbe impossibile, essendo Dio perfetissimo.’
Magugliani heeft het over het scheppen van engelen wat hier hoegenaamd niet het geval is.
Ik ga niet verder vandaag, de morgen én Dante een te grote verrassing zijnde.
23-11-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-11-2023 |
Wat komen we hier doen? |
Ik vrees dat ik me aan het verliezen ben in begoochelingen als ik zeg dat het leven een betrachting is en ‘moet zijn’ dichter en dichter te komen tot de ziel van de Kosmos, dit is na al wat ik dacht en schreef de reden waarom we hier zijn zoals we er zijn, materie drager van een geest.
En toch schijnt het me niet zo dwaas toe. Het Universum is een feit en wij zijn erin geïntegreerd, lichamelijk en spiritueel; we zijn Kosmos en ik denk dat de bewustwording dat we het zijn stilaan aan het doordringen is, de studie van de kleinste deeltjes ervan – de kwantumfysica – is er het bewijs van.
Waar gaan we uitkomen, of wat levert een diepere integratie ons op, is het een beter antwoord op de vraag waarom we hier zijn?
Een antwoord dat we vandaag nog niet instaat zijn te formuleren maar, en hier komt het op neer, we zijn op weg om het ooit te begrijpen.
En ik geloof in dit op-weg-zijn, het is mijn credo. En voor de world-soul geen nood als hij hier op aarde er niet in slaagt te bekomen wat hij op het oog heeft is hij bezig misschien op andere plaatsen in zijn Universum, en wie weet hoeveel er zijn; misschien slaagde hij er al in op een of andere planeet.
En waarom niet?
Ik heb het gevoel dat ik in mijn laatste blogs aan het verdrinken ben in mijn bedenkingen, ik redeneer al zwevend sedert ik beweerde dat het Universum er is opdat de mens er zou kunnen zijn wat een zeer boude opstelling is die onvermijdelijk een enorme impact moet hebben op onze gedachtewereld en ons oplaadt met een rol die we hier zouden te vervullen hebben.
De vraag blijft welke die rol zou kunnen zijn?
22-11-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-11-2023 |
World-soul. |
Freeman Dyson (1923-2020) in zijn ‘Infinite in all directions’ (Penguin books 1988) heeft een begin van antwoord op de vragen die ik gisteren stelde:
‘I do not make any clear distinction between mind and God. God is what mind becomes when it has passed beyond the scale of our comprehension. God maybe considered to be either a world-soul or a collection of world-souls. We are the chief inlets of God on this planet at the present stage of his development.’
Dyson gaat verder met te zeggen: We may later grow with him as he grows or we may be left behind’,
Ik denk dat de God-gedachte zoals Dyson die ziet, enkel groeien kan in ons, zodat de impact van de kosmische evolutie op de mens altijd moet gaan in de richting van een groeiend begrip van wat schuilt in het woord God en dat God de mens geschapen/doen ontstaan heeft omdat het, het hoogste was dat Hij ooit bereiken kon: zijn Geest weerspiegeld zien in de geest van de mens.
We hadden (misschien) honderdduizend jaren nodig om het stadium van homo sapiens te bereiken. Laat ons stellen dat de progressie van de mens exponentieel vlugger zal gaan, wat er op neer komen zou dat we nog enkele duizenden jaar – ik zeg zo maar iets - nodig zullen hebben om dichter te komen tot de idee God, de tijd niet bestaande voor God.
Ik verlaat hiermee het domein van de metafysica om me op te stellen in dat van de psychofysica om te bekennen dat mijn oordeel, zoals dit van Dyson, een ingeving is die van ver komt en op zeer losse schroeven staat.
In het domein van God zijn vele gissingen mogelijk, ik houd het voorlopig bij het deeltje ‘world-soul’ dat we zijn, het deeltje dat - onvermijdelijk? – een deel gaat worden.
21-11-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-11-2023 |
Zeg me. |
Zeg me, om welke reden ook, er een boek zou geschreven worden als er, bijvoorbeeld, alleen apen zouden zijn om het te lezen; en zeg me welke, met enkel apen, het nut zou zijn van een Universum?
Duidelijk, geen van beide heeft zin.
Wel zou het zin hebben een boek te schrijven en een Universum te doen ontstaan als er in the mean time voor gezorgd wordt dat die apen kunnen lezen én een oordeel kunnen uitspreken over het Universum dat er is.
En dit is wat er gebeurde, de apen evolueerden tot Neanderthalers en deze tot homo sapiens, die lezen kan en zich een oordeel kan vormen over wat hij ziet, zelfs over wat er niet te zien is.
Dit betekent - en ik herhaal me - dat de homo sapiens die in volle evolutie verkeert naar homo sapiens, sapiens, de spil is van het Universum waar omheen alles draait en keert; hij is ontegensprekelijk het centrale punt hier op aarde of op welke andere plaats ook, van het ogenblik dat hij in gesprek gaat met het Universum dat zich voor zijn ogen en zijn inzicht ontplooit.
Inzicht waarin vooropstaat het feit dat het Universum er is opdat hij er zou kunnen zijn en, rekening houdend met de tijd die het gevergd heeft opdat hij er zou staan, de duur ervan wijst op het fenomenale van de wil die er achter aanwezig is.
De ontzaglijkheid ervan, de verfijning, de wereld erin van de ontelbaar vele deeltjes ervan, het leven van die deeltjes en de immense kennis die ze moeten bezeten hebben om hem te doen ontstaan zoals hij is, materie en geest. De geest die alleszeggend is.
Waarom is dit zo, waarom zijn we hier en wat wordt er van ons, homo sapiens verwacht en, door Wie of Wat.
De fysicus Philip W. Anderson die ik ontmoet in het kwantumboek van Frank Verstraete en Co stelt zich op (pagina257 en volgende) tegen de gebruikers van de SSC - Superconducting Super Collider – ‘die zich richten op de zeer kleine en de zeer energetische sub-substructuren van de wereld waarin we leven. Van de meeste van deze structuren hebben we echter al een zeer goede kennis. Niets van wat door de SSC wordt ontdekt, zal in de toekomst de manier waarop we werken of denken over de wereld veranderen en het zal ook de kernfysica niet veranderen … Terwijl er meer dan genoeg ontzettend boeiende, fundamentele vragen zijn waar wetenschappers een antwoord op hopen te vinden en waar mensen zoals ik (Anderson) hun handen vol mee hebben.’
Anderson noemt enkele van zijn vragen:
‘Hoe is het leven ontstaan? Wat is de oorsprong van het menselijk ras? Hoe werken onze hersenen?’
Maar hij stelt niet de vragen die ik me stel: waarom was het nodig dat wij hier waren, wat wordt er van ons verwacht en wel als deel van de Geest eigen aan het Universum?
20-11-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |