xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Opgejaagd door mijn blog.
Opgejaagd door het woord, zijnde mijn blog, vroeg wakker
en gelezen van Sarah Vankersschaever,
wat ze vond van Gruwez dichtbundel Wijvenheide:
Het werk van
een getalenteerd acteur die flexibel wipt van personage naar personage en,
een nietigheidsgedachte die zich een weg
baant door zowat elk gedicht in de bundel.
Ze leert me ook dat de worm nog maar eens opduikt
er is ondertussen ook de crematie als een variatie op tot stof en as zult je
wederkeren.
En dit is niet alles, Vankersschaever gaat veel verder nog, maar het
is aan u als je het wilt ontdekken om de bundel te lezen. Ik vind in elk geval dat wat ze geschreven
heeft als recensent, even poëtisch is als het woord van Gruwez. En
ook, na haar gelezen te hebben dat het me duidelijk is dat ik maar blijf
schrijven als iemand van halfweg de XXste eeuw, wat ook niet
ideaal is. Maar wat de wormen betreft verdedig ik me met te verwijzen naar mijn
astronoom Lyttleton van gisteren, Velen zijn er die plaats genomen hebben in
punt 1, truth, en er blijven wonen
voor de rest van hun dagen.
Maar, ik zou niet graag mijn werk, waar ik al mijn
krachten heb aan opgeofferd, betiteld zien als De mens in mineur, of als kwinkslagpoëzie, al ben ik Gruwez niet. Toch zal ik de bundel opzoeken en lezen, omdat die
van Luuk Gruwez komt en omdat ik weet hoe schitterend en accuraat hij weet te
schrijven over de poëzie van sommige van
zijn collegae.
Ben uit die recensie gestapt. Heb nog even hoger in
het blad gekeken en even nog gelezen over Tien
filosofen en tien conclusies het artikel ligt weg voor morgen
of overmorgen - om eruit te halen dat
het godsbegrip van Spinoza dicht aanleunt bij dat van de Chinezen en, van
Ulbricht Libbrecht: God is gelijk aan de
natuur. Wat ik beamen en verdedigen wil. Om dan verder te vallen op een zin uit die
tekst waar (glimlachend) gezegd wordt: wat
je ook doet of presteert of onderneemt na je dood ben je een rottend lijk.
Cru gezegd is dit een crue waarheid, die hier, als
variant op de worm, eveneens op de snede van het punt 1 geschoven ligt, waarmede ik dus niet
akkoord ga, al mijn teksten staan hier lijnrecht tegenover, want het is niet mijn ik dat
daar ligt, maar het omhulsel van mijn ik, en het is niet het rottend lijk dat
de producten van de geest, die je eventueel achterlaten zou, gepresteerd heeft.
Het is in dit punt, met deze gedachte, met dit paradigma, dat ik me situeer in deze wereld voor
het ogenblik.
|