Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    08-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poëzie en Filosofie

     

     

    In zijn ‘The Sacred Wood’, een bundel essays ‘On poetry and criticism’, heeft T.S.Eliot[1] het over een essay van Paul Valéry waarin deze stelt – in ‘1920’ – dat de tijd van filosofische poëzie voorbij is en dat nu ‘le poète moderne essaie de produire en nous un état et de porter cet état exceptionnel au point d’une jouissance parfaite’.

     

    Deze zin viel niet in goede aarde bij T.S.Eliot – doordrongen zoals ik altijd ben geweest van de poëzie van Eliot, bij mij evenmin - Eliot repliceerde hierop dat ‘the philosophy is essential to the structure and that the structure is essential to the poetic beauty of the parts’.

     

    In het gezelschap van Valéry en Eliot heb ik heel weinig in de pap te brokken, maar ik ook vind het maar mager als zou poëzie enkel als doel mogen hebben, ‘un état’, ‘a state’, een toestand te produceren.

    Eliot valt terug op de Divina Commedia, om na een lange omweg - te lang en te ingewikkeld om er hier over uit te weiden - er op uit te komen dat het filosofisch element bij Dante er niet  op gericht is een filosofie op te bouwen en te verkondigen maar dat het filosofisch element moet gezien worden as part of the ordered world. Dus niet als commentaar of reflexie maar als iets dat waargenomen als deel van een geordende wereld.

     

    Wat mijn gedicht ‘Op een avond’ betreft, verdedig ik mijn filosofische inslag, zoals Eliot de filosofische achtergrond van Dante verdedigt, in terms of something perceived en niet als een theorie die ik verkondigen wil.

    Het ‘dode leven’ in mijn gedicht dat ik van mij wil afzetten, is gericht naar de mens die niet nadenkt over wat leven en ‘het’ leven is en er maar op los leeft. Een staat van bestaan die ik doorbreken wil om voluit in het leven te stappen en als mens te zijn, waarvoor ik denk hier rond te lopen, zelfs al weet ik maar al te goed, dat er hier heel wat zijn voor wie het leven niet veel meer is dan het uitkijken naar een dagelijkse homp brood. Voor hen is het lezen of bedrijven van poëzie geen noodzaak, integendeel.

     

    Is dan de poëzie die ik bedrijven wil en die doorspekt is met flarden filosofie, minderwaardig ten overstaan van de poëzie die ik vandaag ontmoet en heb ik het - Eliot volgend in de mate van mijn mogelijkheden - helemaal verkeerd voor, en moet de poëzie van vandaag louter een spel van woorden zijn met de bedoeling een sfeer, een toestand op te roepen, waarbij de betekenis van het woord veronachtzaamd mag worden?



    [1] T.S.Eliot: ‘The Sacred Wood’, Methuen, London, 1928, herdruk 1960.

    08-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op een avond

     

     

    Op een avond neer gaan zitten

    en in gedachten en in woorden de bolster

    laten barsten die ons lichaam is en op te stijgen

    ongedwongen om achter ons te laten

     

    lijk de slang haar vel afschuift, het dode leven

    dat ons omwikkeld hield en de oneindigheid bezeten.

     

    We hebben het zo zelden toch geweten

    maar op een nacht de meidoorn wit gebloemd

    als met late sneeuw bedekt, of Eliot herlezen

    en verbaasd gekeken dat het mogelijk was.

     

    En blank van alle ogenblikken uitverkoren,

    omslingerend lijk het elektron de nucleus, dit nu

    van wat is en was en van wat nog komen zal

    in dit ons zo gevulde leven.

     

    Terwijl in droom het bloed zich samentrekt

    om wie we hebben bemind, in de grensloosheid

    van schoot in schoot ineengevlochten en

    verschroeid tot pulver van smaragden en robijnen.

     

    En niet nodig te begrijpen omdat het zo ruim is

    en zo doordringend, de siddering

    van het verbonden zijn van al wat is, gekend

    of niet gekend, het zijnde of het wordende

    of hoe we het ook noemen mogen.

     

    De nachten zijn koel hier in dit land.

     

    07-04-2012, 00:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Insijpeling

     

    Gewaagd wat ik schrijven ga.

     

    Een kort bericht in de Standaard: ‘Arabische les voor Letse douaniers’ stemt me tot nadenken. Volgens een woordvoerder van de Letse grenspolitie is dat noodzakelijk wegens het groeiend aantal asielzoekers uit Arabische landen die Engels-onkundig zijn.

    Het houdt me de ganse voormiddag bezig en het gebeurt wat me zelden is overkomen, ik was totaal vergeten dat het donderdag was. Hoe zo iets mogelijk is weet ik niet maar ik wijt het aan mijn blog. Het was nochtans een donderdag om de vergaderring in mijn club niet te vergeten.

     

    Ik vond het vreemd dat de asielzoekers ineens Letland hadden uitgekozen om hun geluk te beproeven. Waren er voldoende inwijkelingen in de landen van West-Europa of, werd de inwijking in West-Europa de laatste tijd te sterk bemoeilijk of, werd het tijd andere landen op te zoeken om er de Islam in te planten?

    Ik vrees het, ik vrees dat er een hoger plan bestaat om het Westen op een zeer vreedzame, maar zeer succesrijke wijze te islamiseren.

     

    Voor mij wijzen heel wat zaken in deze richting, hopende dat mijn vrees totaal ongegrond is. Deze is niet zo zeer de Islam op zich zelf, maar wel het feit dat er terzelfdertijd, een ondergrondse, fundamentalistische  beweging op gang zal komen – ze is er reeds  in West-Europa - die doorslaggevend wordt mettertijd en een dwang zal uitoefenen op de gematigde inwijkelingen, aanhangers van de Islam.

    Ik ben geen racist, ik ben een cultuur-ist, het is mijn cultureel erfgoed dat ik niet graag in de handen zou zien vallen van de fundamentalisten.

    Nu kan ik nog altijd schrijven wat ik wil, en wanneer ik wil; kan ik de muziek beluisteren die ik beluisteren wil, Bach en zijn Johannes Passie. Kan ik me onderdompelen in de sfeer van Pasen en de betekenis die ik geven wil aan de Verrijzenis van de Geest. Dit alles, maakt deel van mijn vrijheid te zijn wie ik ben, en ben ik te oud om de dreiging die er van uit gaat nog zelf te ondergaan, voor mijn kinderen en hun nakomelingen is deze dreiging niet irreëel. Integendeel ze komt dichter en dichter. De Arabische wereld ledigt zich in Europa. Het is een tsunami, en onze politiekers kijken toe, ze laten grootmoedig begaan want ze vrezen als racist bestempeld te worden.

    De insijpeling is al lang een feit, is niet meer te stoppen, de integratie is niet wat ze zou moeten zijn. Ik heb niet de indruk dat ze hier komen om Belg te worden of Europeaan en dat de stroming die op gang gekomen is louter een wegvluchten uit is geweest. Neen, ik zie het als een stille veroveringstocht van het Westen, dat een gemakkelijk binnen te dringen prooi is. De tijd helpende, kan het een overrompeling worden van onze westerse, op een christelijke basis gestoelde, cultuur. En de overrompeling zal niet geschieden door de gematigden, zij ook zullen worden overrompeld door het fundamentalisme dat inherent is aan de leer van Mohammed, zoals het fundamentalisme bij ons bestond toen we uit de middeleeuwen kwamen.

    Ik hoor nu al dat hier gekken rondlopen, die de Hoogdagen van de Kerk schrappen willen en deze vervangen door feestdagen die niet de minste binding hebben met onze traditie. En wie de traditie opzegt, zegt de cultuur op, de geschiedenis op.

    Ik vrees dus voor Bach; ik vrees dus voor mijn vrijheid te zeggen en te schrijven wat ik wil; ik vrees voor de groot levende God van het Universum die ik zal moeten afstaan aan de God van de Kaaba die vijfmaal daags moet aanbeden worden; ik vrees de Vermeersch-en van deze aarde die luidop hun atheïst-zijn prediken - zelfs al begrijp ik niet wat het nu nog betekent atheïst te zijn –dat ze zullen gehalsrecht worden.

     

    Ik vrees van de kaart geveegd te worden, onze eeuwenoude cultuur opgeslorpt met nog wat resten hier en daar, zoals het was met de Egyptenaren, de Grieken, de Romeinen, de Kelten enzoverder.

     

    Laat maar begaan, politiekers van Europa, de Barroso’s, de Verhofstadts, de Van Rompuys, binnen enkele generaties - die er in potentie al staan - zijn je Euro-problemen van de kaart geveegd. De insijpeling in West-Europa is al voltrokken, de finishing touch komt er aan.

    Politiekers in dit land, ga me niet vertellen dat je het niet hebt zien aankomen.

     

    06-04-2012, 01:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    05-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (28)

     

     De vlugheid waarmee de dagen en de nachten zich opvolgen is ontzettend, de vlugheid waarmee de seizoenen in elkaar verdwijnen, elkaar opslorpen is nimmer te begrijpen. De aarde stopt niet, ze slingert zich, wat er ook moge gebeuren, als een tol omheen de zon,  terwijl de zon zich wentelt in de greep van haar sterrenstelsel, meegezogen op zijn beurt met een enorme snelheid met de massa's sterrenstelsels. En de totaliteit van alle beweging,  gegrepen, omgezet in die ene beweging van de slinger van Foucault, opgehangen, zegt Umberto Eco, in een punt van het Universum, het ene stille punt.

     

    Het is het holistisch beeld van het Universum, dat uiteindelijk afstevenen zou, volgens Teilhard de Chardin, op het Omega-punt dat op het ogenblik waar we ons thans bevinden, elke verbeelding tart.

    Als God, om hem te noemen met de naam van de Septuaginta-vertalers - en dit gebeurde om de Grieken te behagen - de avond van de ’zesde’ dag, in gedachten de balans heeft gemaakt van al wat Hij gepland had te doen dan was zijn visie onmogelijk beperkt tot de aarde, Hij zag de aarde zelfs niet. Integendeel, het was de totaliteit van de Kosmos die Hij zag, ingekleed, gestapeld en geborgen, ineen verweven, uitgezet en gedragen in natuurwetten en evolutie-impulsen. Stephen Hawking noemt deze wetten: the mind of God.

    En het is uit de mind of God dat het levenszaad zal neerdwarrelen waaruit de mens zal opstaan, onvermijdelijk als deel van de mind of God. Of God geïntegreerd in het Universum, of misschien, het Universum zijnde het materieel aspect van God, zodat Hij duidelijk, ongelooflijk, overtroffen zichtbaar is voor zij die Hem willen zien. Het nieuwe paradigma dus waar Alain de Botton[1] op zoek naar is maar het niet zal vinden omdat hij de waarheid al in pacht heeft, zo lijkt het toch.

    In deze kosmisch-religieuze context zou hij het Genesis-verhaal kunnen herschrijven, ditmaal echter niet met de visie van een filosoof en schrijver die Elohim heeft gezien, de blik gecentreerd op de aarde, deze engheid van verbeelden wordt overboord gegooid, maar hij zou het verhaal – als er een verhaal nodig is - willen en kunnen herschrijven met de visie, komende uit de geest van God, de ‘God’ die een splinter van zijn geest overbracht in de mens opdat Hij zichzelf, hoe minimaal ook, gereflecteerd zou zien in de geest van de mens en waarvan Hij gezorgd heeft dat deze weerspiegeling zich beter en beter zou preciseren naarmate de tijd vorderen zou. Als hij dan God vervangt door het Ego van het Universum dan is het dit Ego dat, via zijn weerspiegeling in de mens, zijn eenzaamheid wil doorbreken.

    Dan is de positie van de aarde de plaats geweest en ook noodzakelijk geweest opdat de mens, die nu nog steeds ‘wordende’ is, er zicht zou hebben op die God en Hij of ‘Zijn Ego in zijn Universum’ niet sterven zou van verlatenheid.
     

    God is what mind becomes when it has passed beyond the scale of our comprehension.

    God is wat geest gewordt als deze het niveau van ons begrijpen overstijgt. Het zijn de woorden van Freeman Dyson[2].

    God is de uitdaging van de mens, is het doel van de mens, is de queeste van de mens. Hij daagt ons uit op zoek te gaan naar Hem, opdat het beeld, het absoluut allesomvattende beeld van zijn grootheid, groeien zou, zich preciseren zou in de mens.

    Het boek van Dyson dat hij nog maar eens uit zijn rek heeft gehaald - er moeten duizenden zulke boeken bestaan - is als het beluisteren van een cantate van Bach bij het buitengaan uit de kathedraal na een Gregoriaanse mis.

    Steven Weinberg daarentegen houdt er een andere mening op na, hij aarzelt niet te schrijven:

    The more the universe seems comprehensible, the more it seems pointless.

    Hoe begrijpelijker het Universum wordt des te duidelijker het ons toeschijnt als zinloos.

    Hij vermoedt dat Weinberg reeds spijt moet hebben over deze harde regel tekst. Want Weinberg ook heeft de nachtelijke vlucht gevolgd van Bede’s sparrow, komende vanuit de duisternis, doorheen de verlichte en verwarmde banketzaal van King Edwin om dan weer te verdwijnen in de nacht, en Weinberg vindt dat de verleiding te gaan geloven almost irresistible is.

    Als Weinberg evenwel religie gelijk stelt aan wat Bede vertelt, over de leer van de Kerk aan koning Edwin - wat voor hem in wezen niet zoveel kan afwijken van de God uit de tijd die Enrico Miret Magdalena noemt la época pregalileana - dan had hij toch van hem een ruimer idee verwacht.

    Trouwens waarom zou Weinberg zich inlaten met de kleine huismus van Bede als hij enkele pagina’s ervoor akkoord gaat met de verklaring van Phillip Johnson, namelijk:

     

    Naturalistic evolution is consisting with the existence of God only if by that term we mean no more than a first cause which retires from further activity after establishing the laws of nature and setting the natural mechanism in motion.

     

    Hij vindt dat de idee van Phillip Johnson, die hij ontmoet bij Weinberg, nu precies de idee is die hij heeft verwoord en die hij ook, wat vers 2, 2 uit Genesis betreft, gevonden heeft in de vertaling van Fabre-d’Olivet, waarin het beeld verschijnt van de Elohim die rusten gaat.

    Wat betekent, dat we nimmer meer hopen moeten op om het even welke interventie van Hem. Hij is rustende, Zijn werk wat, én het Universum én de mens betreft, is af, de finaliteit ervan is wordende, is komende.

    En om in te zien hoe de finaliteit komende is, hebben de laatste berichten over het bestaan d’innombrables planètes, die eventueel aardes zouden kunnen zijn, ons in grote verwarring gebracht.

     

    Echter, wij weten niet hoe ‘af’ het is. En weten evenmin of het dichten van het gat in de ozonlaag erin begrepen is, weten evenmin of de mens geen poging wordt zoals de mier er misschien een was, de bij, de dolfijn, het wat-weet-ik-nog er een was, en moet er nog gewacht worden, hier of elders in de Kosmos, op een ander fenomeen dat beter dan de mens op aarde, beantwoorden zal aan het prototype dat God, als spiegelbeeld van Hemzelf, zou kunnen beoogd hebben.

     

    Maar voor hem, Ugo, betekent het Universum het resultaat van Zijn optreden op de zevende dag. En het is in de echo ervan dat de kleur, de klank, de verwevenheid, de hoop van zijn Ugo-zijn, getekend ligt.

    Het is in die regio, in die zuivere verhelderende dimensie dat hij zoeken moet. Al weet hij dat hij die dimensie pas in zijn allerlaatste ogenblikken betreden zal en dat hem nu enkel, de verhullende smaak ervan aangeboden wordt. En dan schrijft Eliot:

     

    I said to my soul, be still,

    and let the dark come upon you

    wich shall be the darkness of God…

     

    Het is in die ‘duisternis van God’, de duisternis om de banketzaal van King Edwin, waar omheen the storms of winter rain and snow are raging, dat voor zij die zoeken blijven, het Licht zal schijnen.

     

    *

     



    [1] Alain de Botton: Religie voor atheïsten (Religion for Atheists) vertaald door

    Jelle Noorman, Atlas, 2011)

                     [2] Freeman Dyson: Infinite in all Directions

    05-04-2012, 00:10 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gianbattista Tiepolo

     

    Stefan Hertmans in zijn ‘Arcadia’ verwijst me naar Google om kennis te maken met het werk van Gianbattista Tiepolo, een Veneziaanse schilder uit de XVIII de eeuw die me voorheen totaal onbekend was. Zonder al te veel inspanning of verplaatsingen te moeten doen heb ik nu enig idee over zijn werk en persoon en heb ik beter het essay van Hertmans[1]:  ‘Roberto Calasso’s meesterlijke restitutie van Tiepolo’ kunnen herlezen.
    Tiepolo ‘de grote laatste schilder van de geheimen van een voor altijd verloren Arcadia’, zoals hij door Hertmans wordt genoemd. En het was 
    deze zin die bij mij was blijven hangen en naar een uitweg zocht.

    Ik vond dat ik schrijven mocht, dat Tiepolo schilderde, gezeten op een wolk, zoals het me maar al te dikwijls overkomt. Ik zeg dit niet omdat ik een even grote ‘Arcadische’ schrijver zou zijn als Tiepolo een schilder, verre van, maar we hebben iets gemeen, een soort van vierde dimensie, de dimensie van Le Thoronet, ( zie mijn vorige blogs) en ik begrijp waarom Calasso, die ik enkel ken via  het essay van Hertmans, Tiepolo’s werk omschrijft als doordrongen van ‘de oude metafysica van het offer’. Of er een dergelijke metafysica bestaat weet ik niet, maar het zal wel, maar voor mij,  is Tiepolo duidelijk een metafysicus en, als dusdanig een poëet. Hij zegt iets in meer dan het verhaal dat hij uitbeeldt, een verbondenheid, een verder reikende religiositeit. Hij situeert zich absoluut niet in ‘punt 1’ van het alles weten, maar zijn verbondenheid met de totaliteit van het zijn, houdt hij verborgen zodat hij onbegrepen overkomt.

     

    Ik begrijp, voor het eerst misschien, wat kunst wel is, nederigheid – en we weten wat Eliot zegt over humility - een uitzien naar een onbekende, een ver reikende, vermoede waarheid, waar dichters en schrijvers en filosofen en wetenschappers, rondwandelend in het Arcadia van Hertmans - het Voorgeborchte van Dantes Inferno, (canto IV) - over spraken met elkaar, namelijk dat kunst ‘iets’ in meer is, zijnde de binding met het onbekende, het onnoembare, het onuitspreekbare. 

    Als ik de goeroes van vandaag hoor dan is kunst vooral iets in min, heel wat in min. Om deze reden zijn de doeken van Tiepolo, van een ‘onaanraakbare mystiek’, de mystiek eigen aan de tekening van mossen en lichen op de stenen van romaanse kerken en abdijen en vergeef me als ik denk aan Le Thoronet, waarin verweven ligt het wondere van tijd en van zijn.

    Roland Barthes in een van mijn voorgaande blogs sprak over de wereld van een Japanse tuin en in zijn beschrijving verwees hij met een simpel vraagteken naar de denkende, creërende mens die de tuin had geconcipieerd, de mens verbonden met de natuur en met wat die natuur betekent. In het

    werk van Tiepolo ontmoet ik diezelfde mens, de mens die weet dat er iets hoger is, iets dat niet te bereiken is, iets dat we enkel aftasten kunnen met de voelhorens van de geest. 

    Ik ontmoet in zijn doeken de innerlijk fulgurerende spirit van de mens die tevoorschijn komt in de wijze waarop hij zijn onderwerp inleidt en verkondigt. Begrijpelijk dat hij in zijn eeuw, ongemoeid gelaten werd, even afgezonderd als onbegrepen om wat hij, verdoken, te vertellen had.

     

    Zeggen, dat ik Tiepolo gisteren niet kende, dat ik hem vandaag ook nog niet ken, maar ik weet nu dat zijn doeken bestaan, zoals ik weet dat de kwantum fysica bestaat. Het mooie, het sublieme ervan is dat ik, noch het werk van Tiepolo, noch de kwantum fysica kan binnendringen omdat beide een beeld zijn van het ongrijpbare, het onaanraakbare.

    Maar dit is dan mijn visie en niet noodzakelijk deze van Calosso en Hertmans.

     

    *

     

    Ik voeg er voor mezelf aan toe, dat wat ik in woorden geschilderd heb, namelijk dat het werk van Tiepolo me in de eerste plaats als metafysisch overkomt, geschreven werd vóór de muezzin van mijn tijd in Yemen, vóór het licht opkwam, vóór  het gekweel van de vogels te horen was, in een moment dat ik nu ervaar als een moment van bijna-genade.



    [1] Het boek van Stefan Hertmans ‘De mobilisatie van Arcadia’( De Bezige Bij, Amsterdam, 2011) is het weinige dat ik de tijd heb te lezen, het verlaat me amper. Ik weet nu wat ik erin vinden kan en het inspireert me. Nu en dan komen er flitsen terug, zo dingen die ik begrijp als andere die ik minder begrijp, of meen begrepen te hebben. Wat hij schrijft over Tiepolo, meen ik ook op mijn manier begrepen te hebben.

    04-04-2012, 03:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opgejaagd (2)

     

    Mijn blog van 2 april was de tekst die ik met de pen, in een moeilijk te lezen handschrift, heb neergezet in mijn dagboek. Opgejaagd door één woord in mijn hoofd, ‘begoocheling’.  Het gebeurde vroeg in de morgen, in de gonzende stilte van de kamer, in het krassen van de pen op het blad, en uit mijn pen vloeide, wat ik een fractie van tijd ervoor nog niet had gedacht. Dit is wat ik gisteren als blog heb overgenomen. Vandaag kom ik erop terug, om er nu aan toe te voegen:

     

    Is het geen begoocheling te denken dat wij het zijn die ons eigen leven volledig in de hand hebben, dat wij het zijn die beslissen dit te doen of dat te doen, of ook niet?

    Of kan het dat het helemaal omgekeerd zou zijn en, dat we worden geleefd van bij onze geboorte door de omstandigheden – en zelfs van ver vóór onze geboorte – dat alles al voorzien is en dat we beslissen wat beslist moet worden om uit te komen waar we uitgekomen zijn en nergens anders. Ons leven aldus niet veel meer zijnde dan een massa dromen van morgen tot avond, tot ver in de nacht?

    Dit is uiterst gewaagd dit, zelfs met een vraagteken, voorop te stellen, maar alles vloeide voort uit het woord begoocheling of de begoochelaars die we zijn, als we (cynisch) spreken – alsof het ons niet in het minst deren zou - over dood en leven en lichaam. Met de nadruk op het lichaam, alsof dit lichaam de zin van het leven zou zijn of het leven, levend naar een ‘rottend’ lichaam, of een lichaam vol ‘wormen’  toe; en we ons helemaal niet begoochelen als we denken het leven te leiden dat wij zelf, en niets of niemand anders dan wij, gewild hebben.

     

    Vandaag denk ik het anders. Veel is begoocheling als zou alles van ons en enkel van ons afhangen en het alleen de dromen zijn, die ons losbandig overvallen in de slaap, die van elders komen. Maar het is

    Vrouwe Fortuna (van Dante), die de touwtjes in de handen heeft, Zij beslist in grote mate over wat kan en niet kan zodat we  gerust besluiten mogen dat we geleefd worden, geleefd tot binnen onze cellen, tot binnen de atomen van ons lichaam.

     

    Het is, opgejaagd door het woord, een dronken beeld van de mens dat ik heb opgevoerd vandaag. Een uitvloeisel van wat ik hoorde hoe lichtzinnig gesproken wordt door de filosofie over leven en dood. Mijn lichtpunt is dat ik, in het artikel, ‘Van de eerste tot de laatste ademtocht’, over het boek van de Standaard-redacteur Joël De Ceulaer[1], dankbaar gelezen heb wat Spinoza, uitgestoten uit de Amsterdamse Joodse gemeenschap, voorhield – en wat ik altijd heb vooropgesteld - onszelf te zien als deel van de natuur. En, een man naar mijn hart, Herman De Dijn zegt erover, en ik neem het essentiële:

     

    ‘Als je je ziet als deel van de natuur, dan ben je een deel van iets groots, van iets allesomvattend, dan heb je een compleet nieuwe kijk op jezelf die tot een vorm van verrukking leidt. Tot het inzicht, ik ben een proces, ik maak deel uit van de natuur, van God, maar dat is prachtig’.

     

    Eindelijk las ik nog iets zinnigs in de Standaard der Letteren.

     



    [1] Joël De Ceulaer: ‘Denken als ambacht. De levenswijsheid van tien Vlaamse filosofen’, De Bezige Bij, Antwerpen, 272 blz.

    03-04-2012, 01:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opgejaagd

     

    Opgejaagd door mijn blog.

     

    Opgejaagd door het woord, zijnde mijn blog, vroeg wakker en gelezen van Sarah Vankersschaever[1],  wat ze vond van Gruwez’ dichtbundel ‘Wijvenheide’:

     

    ‘Het werk van een getalenteerd acteur die flexibel wipt van personage naar personage’ en, ‘een nietigheidsgedachte die zich een weg baant door zowat elk gedicht in de bundel’.

     

    Ze leert me ook dat de worm nog maar eens opduikt – er is ondertussen ook de crematie – als een variatie op ‘tot stof en as zult je wederkeren’.

    En dit is niet alles,  Vankersschaever gaat veel verder nog, maar het is aan u als je het wilt ontdekken om de bundel te lezen. Ik vind in elk geval dat wat ze geschreven heeft als recensent, even poëtisch is als het woord van Gruwez. En ook, na haar gelezen te hebben dat het me  duidelijk is dat ik maar blijf schrijven als iemand van halfweg de XXste eeuw, wat ook niet ideaal is. Maar wat de wormen betreft  verdedig ik me met te verwijzen naar mijn astronoom Lyttleton van gisteren, Velen zijn er die plaats genomen hebben in punt 1, ‘truth’, en er blijven wonen voor de rest van hun dagen.

     

    Maar, ik zou niet graag mijn werk, waar ik al mijn krachten heb aan opgeofferd, betiteld zien als ‘De mens in mineur’, of als ‘kwinkslagpoëzie’, al ben ik Gruwez niet. Toch zal ik de bundel opzoeken en lezen, omdat die van Luuk Gruwez komt en omdat ik weet hoe schitterend en accuraat hij weet te schrijven over de poëzie van sommige  van zijn collegae.

     

    Ben uit die recensie gestapt. Heb nog even hoger in het blad gekeken en even nog gelezen over ‘Tien filosofen en tien conclusies’ – het artikel ligt weg voor morgen of overmorgen - om eruit te halen dat het godsbegrip van Spinoza dicht aanleunt bij dat van de Chinezen en, van Ulbricht Libbrecht: God is gelijk aan de natuur. Wat ik beamen en verdedigen wil. Om dan verder te vallen op een zin uit die tekst waar (glimlachend) gezegd wordt: ‘wat je ook doet of presteert of onderneemt na je dood ben je een rottend lijk’.

     

    Cru gezegd is dit een crue waarheid, die hier, als variant op de worm, eveneens op de snede van het punt 1 geschoven ligt, waarmede ik dus niet akkoord ga, al mijn teksten staan hier lijnrecht  tegenover, want het is niet mijn ‘ik’ dat daar ligt, maar het omhulsel van mijn ‘ik’, en het is niet het rottend lijk dat de producten van de geest, die je eventueel achterlaten zou, gepresteerd heeft.

     

    Het is in dit punt, met deze gedachte, met dit paradigma, dat ik me situeer in deze wereld voor het ogenblik.

     



    [1] De Standaard der Letteren van 31 maart 2012.

    02-04-2012, 07:02 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moedeloosheid

     

    Moedeloosheid overvalt me. Het leven is plots een grote onzekerheid, een open vlakte zonder horizon, een woestijn, een dorheid.

    Vanwaar deze gedachten, terwijl ik gisteren nog aan het dromen was; terwijl ik de vorige dagen nog een eeuwigheid voor mij had; terwijl ik dacht mijn vijfde maand te beginnen, met nog zeven voor de boeg; terwijl ik dacht canto 34 van mijn A.vd.D. in te loggen met als laatste zin de laatste versregel van Dantes Hel?

    Vanwaar deze gevoelens, alles te laten voor wat het is, die moeë lichaam, deze moeë geest, zijn rust te gunnen. Geen woorden meer, geen gedachten meer, een totale leegheid van hart en ziel.

    Ademen om nog wat dagen in leven te blijven. Terwijl ik buiten loop, de zon voel in mijn hals, in mij witte haren, zie hoe alles in kleur komt, hoe een spinnen ei is opengebarsten met honderden minuscule spinnen tegen het raam, valt alles stil in mij, opgelost, vergeten, verlaten.

    Mijn boeken waardeloos, alle dingen die ik schreef of tekende, of de stukjes steen en wortels die ik samen kleefde onder glas, waardeloos, uitingen van de laatste stuiptrekkingen. En dan, wat me overviel toen ik neer zat om deze woorden te schrijven, begoocheling te denken dat mijn blog de remedie was die alles oplossen zou.

    De dag die naar zijn einde neigt: in het minivijvertje één rode vis nog opgedoken, een vergetelheid van de reiger, en als ik voor mijn klavier zit, een vage schaduw, een laatste ekster neergestreken op de tafel in de tuin waar ik een hoopje kaassnippers had neergelegd.

    Zeg ik, dat het al wat beter gaat?

     

    01-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aprilvis?

     

     

    We zijn geen uitverkorenen meer (dit geldt ook voor bepaalde volkeren die nog die mening zijn toegedaan) nu ik gehoord heb dat er in ons melkwegstelsel duizend en meer planeten zijn, ik durf het cijfer niet herhalen maar er zouden er meer zijn in het totale Universum, dan zandkorrels op het strand van Oostende, planeten waarop leven zou mogelijk zijn.

    Wat ik in een vorige blog reeds vertelde over een hadith van de profeet als over een paar versregels van Dante, als zou de godheid het Universum geschapen hebben opdat hij zich weerspiegeld  zou kunnen zien in de mens, is dus geen beslissing geweest toegespitst enkel en alleen op de aarde, maar ook toegespitst op alle planeten van de miljarden melkwegstelsels. Wat neerkomt op een enorme, massale, steeds maar toenemende schepping met toenemende mpogelijkheden om zichzelf te ervaren in de geest van zijn schepsels, in het bijzonder de mens.

    Waaruit dan blijken zou dat het materieel aspect van het Universum, met zijn negatieve als positieve kanten, slechts bijzaak is – zoals ons lichaam slechts bijzaak is – een hulpmiddel om te bereiken wat bereikt moet worden.

     

    Maar, beste lezer, hier tegenover  plaats ik wat ik terugvond in een dagboek, komende uit the Economist van lang geleden. Het zijn woorden van een Britse astronoom, professor Raymond Lyttleton die verklaarde dat:

    ‘a hypothesis is as a bead on a length of wire, one end being marked 0 (falsehood) and the other end 1 (truth). Never let your bead quite reach 0 or 1, or it will fall off the wire and out of the domain of rationality. Move it along the wire, this way or that, in the light of new evidence’.

     

    Ik anker me zeker niet vast in wat ik schreef over planeten en leven en reflectie. Alles is beweging, ook de kennis, ook de bewijsvoering. Maar mijn (soort) paradigma plaats ik toch op punt 0,55, en alhoewel ik zou willen gaan tot 0,65, zal ik toch maar wijselijk blijven bij mijn eerste notering.

     

    01-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    31-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lectuur

     

     

    Ik lees heel weinig de laatste tijd, nochtans loop ik rond met eenzelfde boek dat ik te traag lees. Maar het is geen roman, het is een bundel essays. En vandaag herlas ik het begin van een essay uit het boek:

     

    ‘Er bestaan essayboeken waarvoor je graag een hele kast romans weggeeft en essayisten die het uiteenzetten van ideeën vele malen spannender kunnen maken dan het vertellen van een of ander verhaal’.

     

    En of deze auteur gelijk heeft, het is trouwens met zijn boek dat ik rondloop in huis en tuin, zelfs al lees ik er niet in, maar het boek verlaat me praktisch niet.

    Ik herinner me een bejaarde dame – ik ben nu zo oud als zij toen was dus ik ook ben bejaard al zie ik me zo niet – het was de eigenares van de chalet die ik mocht huren van haar. Ze vroeg me eens welke boeken ik wel las, ik had het geluk toen te antwoorden dat ik alles las, maar geen romans.

    ‘Tu as raison – ik weet niet meer of ze me tutoyeerde – la vie est déjà assez roman comme ça’, wist ze me te antwoorden

     

    Waarin ze gelijk had, maar het belette me toch niet Pasternak te lezen en Solokov en Chateaubriand en Stendhal en vele andere, maar nu ik haar ouderdom heb bereikt heeft ze meer dan gelijk gekregen en is een bundel essays mijn bijbel.

    Ik kom hier zeker op terug. Maar vandaag wou ik wat anders doen dan schrijven. Mijn echtgenote had wat kaders gekocht met een centimeter diepte onder het glas, heb er enkele gevuld met verdorde takjes heide, die ik plukte op de hoogste top van Iona, the holy isle of Scotland, een versregel van Saint-John Perse, wat zaden die wat kleur dragen en een schelpje of twee met een stukje steen uit de bergen. Ik werkte eraan tot laat in de avond, en was er tevreden mee, zoals ik nu ook tevreden ben met mijn blog

    31-03-2012, 01:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boek of Blog

     

    En ‘s avonds, de zon een vuurbol tussen de bomen, van Fernand Pouillon , wiens ‘Pierres sauvages’ hij doorbladerd had in de grote rust van de namiddag, wil hij hernemen hier wat geschreven staat over de stenen van de abdij van Le Thoronet:

     

    ‘Tu aimes donc cette pierre?’

    Oui et je crois qu’elle me le rend. Dès le premier moment j’ai eu pour elle un respect que je n’ai même pas songé à discuter. Maintenant elle fait partie de moi-même, de notre œuvre, elle est l’abbaye’.

     

    Waarop wacht hij nog, dit is het ogenblik van handelen. Je houdt van het woord en het woord is je domein, het woord is al wat je nog rest, waarop wacht je om een akker vol te zaaien met woorden?

     

    Ja, waarop wacht ik nog denkt hij, het is volop lente, je boek moet verder groeien, stop met prioriteit te geven aan je blog. Weinigen lezen je stukjes proza.  Hoop dus niet dat deze, zoals het gebeurde bij de grote Saramago, ooit zullen verzameld worden, en gepubliceerd, maar weet dat je woorden je abdij is, je oeuvre.

     

    En wat meer is, Pouillon vond dat de abdij van Thoronet een vierde dimensie had, zo moet ook een boek een dimensie in meer hebben. Het verhaal is niet voldoende, het moet iets hebben dat ongeschreven bleef – iets zoals in de doeken van Tiepolo - een spiritualiteit die niet kan worden uitgedrukt maar geborgen op elke pagina, aanwezig is. Het boek moet ervan doordrenkt worden, het moet zich situeren buiten de knellende realiteit van vorm, en inhoud. Het moet op een traject liggen, het moet zich ophouden op een punt buiten het boek gelegen, een punt zoals dit waar de slinger van Foucault aan opgehangen is.

     

    Een roman schrijven, een van jou? Denk niet dat er nog plaats is voor een in meer, alles staat al opgetekend, al was het maar in de duizend boeken die je zag in de bibliotheek van het convent van Mafra. Wat je kunt is herhalen in een andere vorm, met andere woorden, wat bladvulling dus, maar geen voedsel voor de geest. Voedsel dat we meer en meer, nu de kunsten het laten afweten, nu het sacrale opgeofferd wordt, meer dan ooit nodig zullen hebben om te overleven.

    30-03-2012, 00:51 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bernard de Clairvaux

     

    Mijn blog is een ‘struggle for live’. Ik schrijf me leeg. Ik word van het ene onderwerp naar het andere gezogen en vind niet de tijd – heb ook een leven naast mijn schrijven - uit te werken wat ik wens uit te werken. En wat ik schrijf schijnt  minder en minder goed te zijn, vervelend te zijn, mijn bezoekers/lezers haken af. Alhoewel ik het aantal niet meer zo nauwgezet opvolg waren er gisteren amper acht. Toch kan ik er voor mezelf niet toe komen op te geven, of een dag over te slaan.

     

    Ik dacht vandaag iets te schrijven over mijn ontdekking van de schilder Tiepolo en dit via het Arcadia van Hertmans. Ik zocht Tiepolo, die ik helemaal niet kende, op in Google en was uiterst verrast, wat meer was ik vond me terug in zijn werk. Toch bleef ik hangen bij de passage van Bernard de Clairvaux in mijn blog van gisteren, een passage die eindigde met: ‘Ceins-toi de ton glaive, de ce glaive de l’esprit qui est le verbe de Dieu’.

     

    Bernard de Clairvaux, later heilig verklaard, was een van de belangrijkste figuren die het westen en dan vooral de Kerk heeft gekend. Hij was het, die met zijn familie ( vader, broers en neven), Robert de Molesnes en zijn metgezellen, die weggetrokken waren uit de te grote luxe - naar de maatstaven van Benedictus – van Cluny en begonnen waren aan de bouw van een nieuwe abdij in Citeaux, ter hulp is gekomen op het ogenblik dat de uitgewekenen op het punt stonden hun bouwen op te geven.

     

    Op deze wijze - hij was toen achttien -  startte het geestelijk leven van Bernardus dat uitgroeide tot het grootste religieuze avontuur van het Christendom hier in het westen, een avontuur dat aanving met de Heilige Benedictus van Monte Cassini, in de eerste helft van de VIde eeuw, en zijn hoogtepunt kende met de heilige Bernardus, stichter van de Cisterciënzersorde, stichter van de Tempeliersorde, vereerder en ontdekker van ‘Notre Dame’, prediker in Vézelay van de eerste Kruistocht.

    Uit de beweging die hij in gang heeft gezet pleegde de abt Suger, in Saint-Denis, de eerste gotiek en ontstonden kort erop de eerste gotische kathedralen.

    De passage die ik gisteren aanhaalde is zijn wapenschild en de geestelijke beweging die hij bezielde heeft het ettelijke eeuwen volgehouden. Vandaag is deze aan het doodbloeden en dan zeker  in het religieuze landschap hier bij ons. En niet alleen totaal aan het wegkwijnen maar staat thans op het punt, tenzij er een nieuwe Bernardus zou opduiken, overwoekerd te worden door een even, als ten tijde van de middeleeuwen, fanatiek – wat ze ook beweren moge -  religieus getinte golfbeweging.

     

    Ik heb me nog eens laten gaan en geschreven over wat ik bij het opstaan en het openen van mijn  laptop absoluut niet had gedacht. Het zij dan zo, het is met deze tekst dat u, lezer, het zult moeten stellen op 29 maart. Of later.

    29-03-2012, 00:20 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le Thoronet

     

     

    Is het me toegestaan, aangekomen in het punt in de tijd waar ik me thans bevind, een zekere weemoed te kennen - zoals Ernst Jünger in zijn ‘Auf den Marmorklippen’ – omdat ik bepaalde plaatsen die ik ooit bezocht en die zich, om een of andere reden, diep in mij hebben vastgehaakt, nu niet meer bezoeken zal?

    Al zijn deze plaatsen niet zo talrijk, een is er die er deel van uitmaakt, de Cisterciënzersabdij, ‘Le Thoronet’, gebouwd onder de Bernard de Clairvaux - zelf bouwer van de abdij van Citeaux - in de XIIde eeuw, gelegen nu, langs de autosnelweg A8, zijnde ongeveer halfweg tussen Aix-en-Provence en Cannes.

     

    We bezochten, mijn echtgenote en ik, deze abdij een tiental jaren geleden en het was een revelatie, een abdij als uit een blok gehouwen, stoer en in de zuiverste vroeg-romaanse stijl, zonder versieringen in de kapitelen, maar perfect qua afmeting en gevelindeling. Een abdij met een vierde dimensie – ook de doeken van Gianbatista Tiepolo, waaraan ik een blog wijden zal, hebben die vierde dimensie – een dimensie die ik zie als metafysisch.

    Wat opviel was de grote soberheid en inspirerende symmetrie van van gebouw en kerktoren en de perfectie wat de indeling  in ramen en deuren van de gevels betrof. Ik liet me zelfs verleiden de tekeningen te fotograferen die de tijd en de natuur had aangebracht in en op de stenen van de abdij, denkende de thematiek erin later te gebruiken in mijn tekeningen wat ik wellicht onbewust gedaan zal hebben.

     

    Waarom vertel ik dit, en waarom dit gevoel van weemoed? Er is vooreerst een knipsel uit Le Monde van 2003, totaal vergeeld, bijna verpulverd, dat me in de handen viel, een paar dagen terug, en er is het boek van Fernand Pouillon[1] over de bouw van Le Thoronet, dat ik las dankzij een vriend, Pierre H., architect - van wie ik de laatste tijd weinig, te weinig hoor - die het ontdekt had in de bibliotheek overgeërfd van zijn vader. Een moeilijk te lezen boek, wellicht omdat het geschreven was in zeer moeilijke omstandigheden.

     

    En dan is er nog een derde reden omdat ik bij Pouillon deze fameuze zin van de stichter van de ontelbare Cisterciënzers abdijen, Bernard de Clairvaux, terugvond, een zin die ik dacht te gebruiken als inleiding bij mijn ‘De Adem van de Dagen’:

     

    A l’œuvre donc, sache que le moment est venu pour toi de tailler dans le vif, étant admis que celui de la méditation l’ait précédé. Si jusqu’alors tu n’as remué que ton esprit, il faut maintenant que tu remues ta langue, il faut maintenant que tu remues ta main.

    Ceins-toi de ton glaive, de ce glaive de l’esprit qui est le verbe de Dieu.

     

    Maar, als een van jullie op de A8 van Aix-en-Provence naar Cannes, de aanduiding Le Thoronet ontmoet, verlaat dan even de snelweg en bezoek die abdij, cela vaut le déplacement. U moogt me zelfs een berichtje sturen van daaruit, of een kaartje.



    [1] Fernand Pouillon (1912-1986), een groot Frans architect, die in het gevang van Fresnes – om welke reden heeft hier geen belang- een boek - ’Les Pierres sauvages’. Ed. du Seuil, 1964, heruitgave van 1968 – schreef, over de de bouw van de meest zuivere Cisterciënzers abdij, Le Thoronet.

     

     

     

    28-03-2012, 01:30 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Licht dat breekt

     

     

    Het licht dat breekt. De vogels in de bomen, in de hagen, die ontwaken in een gekweel, in een ineenvloeien van klanken die hem bereiken nu hij is opgestaan om zijn dag in te schrijven, in te zegenen.

    Een herinnering die telkens opduikt. Zijn verre jeugd, een knaap die zich afgezonderd voelde, schemerachtig en bedeesd, in een jeugdgroep, de enige onder hen die geen uniform had, zijn moeder kon hem met moeite een Frans woordenboek betalen van 50 frank, maar zeker geen KSA-uniform. Hij was mee opgetrokken voor een paar dagen met de groep, in een verlaten kasteel hier dichtbij in Bellem. En het was toen dat hij voor het eerst, door het open raam de vogels hoorde in hun morgengebed, merels en lijsters, vinken en wielewalen, alle door elkaar, een symfonie. Hij had het nooit voorheen zo duidelijk gehoord, hij lag er middenin, hij werd er dronken van, dronken van de mengeling van klanken. En het was ook de dag - hij was toen twaalf of zo iets - dat hij ‘Eine kleine Nachtmusik’ had gehoord, zijn eerste bron van klassieke muziek, Mozart.

     

    Nu, de tijd van het schrijven, zijn de vogels stil gevallen, de vreugde om de komst van het licht is uitgezongen. Nu komt zijn gezang. Hij zoekt terug de zin op die hij gisteren gelezen had bij Karen Armstrong[1]:

     

    ‘As the Sacred Hadith had made God say: I was a hidden treasure and Iearned to be known. Then I created creatures in order to be known by them’.

     

    Een hadith van de profeet over Allah: ‘Ik zocht om bekend te worden, Ik schiep schepsels, ik schiep planten en bloemen, dieren en vogels, bomen en wolken en planeten en sterrenstelsels opdat ik in hen, zou gezien worden’.

    Hij had nog de ganse dag om erover na te denken.

     

    Op de middag zat hij in de zon aan tafel in een restaurant aan de Leie. Terwijl hij luisterde naar wat zijn vriend te vertellen had, dacht hij aan een eerste zin voor een gedicht. Maar de zin kwam niet. Al was er het eerste groen in de treurwilg, al was er het stille vloeien van water met een paar even stille meerkoeten, al was er op het einde van de vlakte weiden, een twijfel van groen in de canada’s omheen het kasteel van Ooidonck, die eerste zin die kwam maar niet, al was het heel duidelijk dat Hij die wou gezien worden  bewoog in al wat was in de wereld die hij zag en niet zag.

     

    En evenmin, na teveel tv, o.m. een BBC-programma over mathematics, over de hindoe die de nul bedacht en pi berekende en over de reeks van Fibonacci, maar ook na middernacht kwam de zin niet.

    Hoe arm men zich voelen kan voor het slapen gaan.



    [1] Karen Armstrong: A History of God, pag.273

    27-03-2012, 00:44 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (26)

     

    Er is een altijddurende wisselwerking tussen impulsen komende van ontmoetingen, van bevindingen, van herinneringen, van gebeurtenissen uit zijn jeugd, alles is met alles verweven, gefilterd door het heden en het heden gericht naar het komende, een rechte lijn getrokken in het tijdloze zijn van ogenblik tot ogenblik.

    Tijd schuift in tijd en woorden zijn het centrum van de gedachten die komen en vervagen, zich oplossen in nieuwe. Een wereld kruipt erin weg, en een wereld die verzwegen wordt, houdt zich erin verborgen.

    Als hij terugdenkt aan zijn ogenblikken met Anja, herinnert hij zich hun afdaling, komende van de cabane du Grand Mountet naar de vallei toe. Hun tocht, in de immensiteit van bergen en luchten en in een zee van licht, over de Zinal-gletsjer en dan vooral, nu nog, het kraken van de korrels ijs onder hun voeten. Herinnert hij zich, hoe hij haar verraste met de fles Hermitage die hij, eens de gletsjer verlaten, boven haalde van onder een rotsblok in het water. Een fles wijn die er neergelegd was, wat zij niet wist, twee dagen vroeger toen hij met Robert en Gustave op weg was naar de berghut.

    Maar vooral als hij denkt aan de dood van zijn vrouw, waar hij weinig details van kent omdat het voorviel tijdens zijn reis naar China en waarover zijn oudste dochter thuis, die alles beleefde, hem enkel de grote lijnen had verteld, dan overvalt hem een massa aan gedachten die zich concretiseert in de laatste kus die ze hem gaf, aan de luchthaven, en hij haar nakeek en verdwijnen zag in de bocht tussen andere wagens. Dit, toen ze voor altijd wegreed van hem, de dood binnen. Een gebeuren, kort in woorden, maar met een echo die niet uit te wissen is, die hem vervolgt, opduikend op de meest onverwachte ogenblikken.

    En als hij denkt aan de kinderen en vooral kleinkinderen, vloeit hierin een tederheid die niet te meten is, al was het maar – een moment dat hij zich nu ineens herinnert - het gevoel dat hij eens kende, in die bewuste maand augustus na haar dood, toen hij, zoals hem was gevraagd, de was ophing buiten, en hij die stukjes kleding, kousjes, broekjes, hemdjes in handen kreeg. Dit alles zit in de woorden kinderen en kleinkinderen en nog oneindig meer, wat te vatten is en niet te vatten, wat te vertellen is en wat te verzwijgen is.

     

    En hij zwijgt ook over wat er vandaag gebeurt in de wereld, wat absoluut niet betekent dat hij er zich niet bij betrokken voelt, als hij denkt aan wat de kleinkinderen en hun kinderen, die er eens zullen zijn, te wachten staat, of als hij geraakt wordt door het gebeuren in de wereld en hij zich vragen stelt over de invloed van andere, dreigende culturen die binnensijpelen, gewild wellicht, op kousenvoeten en hieruit voortvloeiend, de impact ervan op de toekomst én van onze Westerse levenswijze én van de Kerk die er meer dan bepalend voor was.

     

    En toch, ondanks al het negatieve dat hij meedraagt, het is een groot leven dat hij in zijn handen houdt, wat er ook moge gebeurd zijn, wat hij ook moge ondergaan hebben en wat hem ook nog moge te wachten staan; een groot leven is het als hij ziet hoe de dagen bewegen in een weelde van kleuren, rood en goud en bruin en geel, geaccentueerd door het licht en het grote geruis van de bomen en hij doordrongen is van het zijnde als van het nog komende.

    Zo opent zich elke nieuwe dag op de geuren van het bos en van de aarde, op de dingen die hij gepland heeft te doen, en doet of niet doet, en met een vlugheid die hem telkens verrast is er l’heure bleue als hij neerligt op de sofa voor de vlammen van de haard en het licht een tere, blauwe schijn krijgt in de schemering, waarvan de diepe betekenis, het stilvallen is van alle leven, dit voor de nacht hem overvalt met herinneringen aan wat was en aan wat had kunnen zijn.

    De nacht en het te grote bed, al gebeurt het dikwijls de laatste tijd, dat hij blijft liggen in een deken gewikkeld, op de sofa voor de open haard die stilaan uitdooft en met zijn boeken die fezelen over hem tot elkaar.

     

    26-03-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tien kleine visjes

     

    Zelden schrijf ik over wat er gebeurt in mijn dagelijks leven, wat ik doe of niet doe, wat me overkomt of waar ik aan ontsnap.

    Anderen, van wie ik de blog regelmatig bezoek doen dit regelmatig, niet alleen kort en bondig en leesbaar maar tezelfdertijd pittig en leerrijk en dan nog, geïllustreerd. Wat helemaal niet kan gezegd worden van die van mij, al heb ik ook al getracht er een tekening aan toe te voegen, maar het lukt me niet om een of andere reden.

    Maar vandaag heb ik iets te melden, in de tuin is de reiger gaan vliegen met de visjes uit het stukje vijver. Deze morgen lag die er triestig bij, ondanks de biezen en de irissen die hun kop opsteken, de dotterbloem die helgeel is open gebloeid en de bladeren van de waterlelie – waar Frederik Van Eeden zo van hield – die naar boven krullen. Maar de muziek is er uit, het spel van de naar elkaar toe en van elkaar weg zwemmende rode visjes is verbeelding geworden. Er rest me niets anders dan er voor de ‘n’-de maal andere te kopen die terug zullen moeten wennen vooraleer ze naar mij toe zwemmen als ik ze eten geef.

    Tien kleine visjes die verdwenen, een na een, spartelend, in de maag van de reiger, ik zal er maar geen drama van maken. Er zijn ergere dingen in het leven van elke dag. Gelukkig zitten er nog vele salamanders geborgen in de laag rottende bladeren op de bodem. En wie weet, wie weet, misschien ook nog minuscule rode visjes zonder moeder?

    Mijn andere dagboek-bedenkingen zijn ditmaal niet veel zaaks. Sinds enkele dagen is er af en toe een grote toevloed aan beelden in mijn gedachten. Iets is losgekomen, wat ik mijn boek noem houdt me meer bezig.

    Maar dit is evenmin een drama.

     

    25-03-2012, 06:41 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    24-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paul Davies

     

     

    Ik blader in Paul Davies’ God and the new Physics[1].  Een zin treft me, het is een zin van Niels Bohr : 

    Anyone who is not shocked by quantum theory has not understood it.

    Beweren dat ik begrepen heb wat de kwantumtheorie betekent zou ik zeker niet durven zeggen of schrijven, maar ik weet dat het toch mijn beeld van God radicaal heeft gewijzigd, in deze zin is het een enorm belangrijk iets, dat mijn perspectief van de dingen openscheurde, dat er muziek en mystiek in zat, dat het iets te maken moest hebben met de idee die hij zich trachtte te vormen over wat, in zijn materiële onzichtbare vorm, God wel zou kunnen zijn, en Hij alsdan wellicht niet verschillen zou in kwaliteit, wel in kwantiteit van de materiële vorm van de spirit van de denkende mens.

    Het is een gedachte die ik koester, ze biedt enorm veel mogelijkheden. Ze licht een tipje op van de donkere zware sluier, zelfs al weet ik, dat ik zelfs nog niet op de drempel sta en dat ik misschien nimmer verder komen zal dan dit ene tipje, maar het is toch iets dat beloftes inhoudt. En wat meer is, ik weet dat het in de goede richting wijst.

    Ooit las een vriend priester de mis in een soort kapel in de catacomben van Rome. Hij sprak toen in een korte homilie, voor de vuist, over God en hij sprak deze voor hem, als priester, toch vreemde woorden. Er is, zegde hij, een wand tussen God en de mens, een glazen wand maar deze is bedampt langs de kant van God.

    Ik schrijf dit midden in de nacht – het is de eerste maal dat ik er zo lang heb aan gewerkt om de gepaste blog te vinden, een slecht voorteken – midden in de levende, wondere natuur, die zijn tentakels heeft, gedrenkt in de kwantum fysica. Gedrenkt in de geheimenis van atoom en elektron en meer nog, van de deeltjes, de higgs die nog te ontdekken zijn, om wellicht eens die ontdekt op zoek te moeten gaan naar nog meer-dan-higgs deeltjes, en dit alles geplaatst tegenover het beeld dat God zou kunnen zijn op zijn wandelweg die ook die van ons is, gaande van het Alpha naar het Omega.

    En als ik verder blader, Davies in zijn Preface

    …no doubt many of my colleagues would strongly disagree with the conclusions I attempt to draw. I respect their opinions. This is simply one man’s perception of the universe; there are many others. My motivation for writing the book is that I am convinced there is more to the world than meets the eye.

    Er is heel wat meer in de wereld dan het oog zien kan en dit is het dat mijn queeste voedt en in beweging houdt.


    [1] Paul Davies: God and the New Physics. Ed. J.M.Dents and Sons, Ltd.London, 1983.

    24-03-2012, 02:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het nieuwe Leven

     

     

    Nu is de lucht geladen met deeltjes energie die leven zijn, nu ruisen de sappen in bomen en struiken en schieten de botten open met een knal, nu roeren de insecten diep geborgen in de opwarmende aarde. Het is de overgang, het in elkaar vloeien van winter in lente, van dood in nieuw opborrelend leven.

    Voor zijn dagboek gezeten, zijn hand klaar om te schrijven komt de rust en het aanvaarden van al wat is, of het nu morgen is of avond of nacht, of het nu de pijn is in zijn rug, of de zorg om zijn blog, het is het ogenblik dat hij reëel bestaat, gedoken in zichzelf, woorden vloeiend lijk het water uit de bron en hij weet precies welke, de bron amper zichtbaar van een plaats in Le Plat de la Lé, op de weg naar wat rest van de gletsjer op het einde van Zinal in de Val d’Anniviers. En dan plots, terwijl hij dit schrijft het beeld van het kerkhof van Rye, in het zuiden van Engeland, waar hij ooit wandelde onder de eeuwenoude yew tree en de namen trachtte te ontcijferen op de met mos en lichen overgroeide grafstenen.

    Wie roept deze beelden op, wie schuift deze precies nu binnen in de woorden die hij schrijft?

    *

    En, toen hij bij de vijver aankwam, het water een groot open, roerloze spiegel met enkele eenden erover, de bomen er omheen ook omgekeerd. Hij voelde de vochtige struiken aan zijn handen en betastte de zwellende botten en aan zijn voeten bloeide geel het hoefblad. Het was het ogenblik dat ze hem tegemoetkwam, haar blonde haren als met een aureool omgeven, haar licht dansende stap, haar glimlach en de vraag in haar ogen, haar handen voor zich uit om hem te omhelzen.

    Hij hield haar dicht tegen zich, alsof ze samen één lichaam waren. Hij kuste haar lippen fris en vochtig. Merels hingen in de bottende lijsterbes en over de beemden, waar de kanten in brand gestoken waren, dreef laag de rook, terwijl hij bewoog in haar parfum en zij zich vast ankerde in hem.

    Hij wou niet denken, hij wou haar enkel vasthouden, woordeloos vasthouden, zijn hand in haar hals zoekend naar haar warmte, in haar ogen was grijs het licht.

    Ik hou je, wou hij zeggen, ik hou je zoals ik nog niemand gehouden heb, maar hij zegde niets.

    Ze wandelden omheen de vijver voorbij de vissers die hen aankeken, met de lijn in de hand, glimlachend naar elkaar. Maar ze waren in een andere wereld dan deze van water en bomen en eenden en vissers en huizen en luchten.

     

                     Ugo

    23-03-2012, 05:03 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (25)

    22 maart

    De Adem van de Dagen (25)

     

    Epiloog.

    De dag is gekomen dat hij uit zijn dagboek de pagina’s gaat halen die hij ooit, voor een groot deel met de koorts op het lijf, geschreven heeft in kamer 292 van het Ziekenhuis. Pagina’s zo donker dat hij, in zijn diepste ik, de lange nasleep ervan, het negatieve ervan, blijft meedragen in al zijn woorden, in al zijn daden, zelfs al zou dit helemaal niet blijken.

    Hij heeft lang geaarzeld om die teksten over te nemen in zijn ‘Adem van de Dagen’, maar ze horen  bij de persoon die hij is, omdat ze horen bij zijn meest onaangename gedachten.

    Het is een eerder lange blog die nu volgt – u kunt de lectuur ervan overslaan, omdat het een schaduw-passage in zijn leven is – maar hij wordt hier binnengeschoven om duidelijk aan te tonen wat de politiek vermag in dit beroerde land van wetten, die zelfs al zijn ze totaal waardeloos geworden, de mens blijven achtervolgen. Daarom deze woorden: 

    Zoals Dante in zijn Inferno, canto XVII, een koord moet werpen om de gyrion te roepen, die hem daarna, samen met Vergilius, op  de rug van de gyrion gezeten - twee tempeliers achter elkaar op het paard - neerdalen zal in de diepste afgrond van de Hel, heeft ook hij, Ugo, een koord te werpen in de diepte van het geweten van enkelen. Echter, hij is niet zoals Pirandello ‘in cerca d’autore’, maar meer dan ooit een’ personaggio in cerca de giustizia’. 

    Vreemd is het dit te moeten vermelden maar toch is hij wat hij is, ‘un uomo in cerca de giustizia’, en zoals Dante en Van Gogh, weet hij, hoe de hang naar gerechtigheid, de mens tekenen en vooral in het gemoed vervolgen kan.

    Het verhaal van Ugo, geplaatst in een tijd waar de rechten van de mens aan de orde zijn, is een absurd verhaal, ‘ma qui tacer nol posso, e per le note de questa ‘nota scritta’, lettor, ti giuro’[1], zweert hij, zoals Dante, dat wat hij te vertellen heeft met zijn woorden, de waarheid is en hij deze waarheid niet zwijgen kan.

    Op het erf, staat sinds mensenheugenis, naast de oude vergroeide mispelaar, het ovenhuis dat voor hem meer is dan een gedicht. Een huisje dat met zijn afgemeten proporties en zijn visgraatmotief in de muren, een kunstwerk is van een onbekende meester.

    Het is voor hem een herinnering aan de bakoven van het ouderhuis en vooral een herinnering aan zijn moeder zaliger, een herinnering aan de vrijdagnamiddagen toen hij thuis kwam van school en de geur van versgebakken brood hem tegemoet kwam op straat. Is er iets heerlijker dan thuiskomen in de geur van versgebakken brood? Om deze reden is het, zoals het er staat, religie voor hem, is het een soort relikwie die hem bindt aan zijn moeder en zijn verre jeugd.

    Het ovenhuisje is een zegen, de boom, een tiental meters ernaast, een vloek. Zelden is een zo eigenaardig gegroeide boom gezien, kaarsrecht de hoogte in, met enkele stompjes van zijtakken en een uitgedunde kruin waar nog enkel kraaien en eksters komen rusten voor een tijdje.

    Hij zou de naam van die boom nimmer gekend hebben, indien hij niet op een avond in zijn ‘La Langue Hébraïque restituée’ van Fabre d’Olivet - gevonden in de geheime lade van de bij de aankoop van het huis, overgenomen Luikse bollenkast - gezocht had naar de precieze vertaling van vers 3, 19 van Genesis, en dat het gebeurde dat er bij het openen van het boek een smal strookje vergeeld papier op de vloer dwarrelde waarop, met vaste hand door de vorige eigenaar geschreven, te lezen stond:

    ‘Heb op de dag van de geboorte van mijn eerste kleinzoon, Johan, op 5 augustus van het jaar 1978, naast het ovenhuis, een Parrotia persica geplant die ik kocht bij Charles v. Herreweghe, het is een amberboom met hout als van ijzer, zei Charles me’.

    Wat hem hierin trof was het feit dat die datum precies de dag was in hem gegrift, dat die voor hem discriminerende wet werd gepubliceerd, een wet waarvan de inhoud, vandaag nog enkel gekend is door wie er door getroffen werd. Ze had, wat hem betrof, als uitwerking dat een derde van zijn pensioenspaargelden geconfisqueerd werd de dag dat hij de Bank der Banken verliet.

    En het gebeurde dat hij, mede door dit dwarrelend vergeeld strookje papier, hij die abnormaal vergroeide boom is gaan zien als een omen, als een teken dat hij schromelijk tekort werd gedaan in zijn rechten als burger van dit land.

    En het gebeurde ook – maar dit is dan het product van zijn verbeelding - dat hij op een morgen in de herfst vaststelde dat aan de voet van de boom, doorheen een half vergane zwam, tal van sprietjes klimop waren uitgekomen en op korte tijd de stam waren opgeklommen om maar te groeien en te blijven groeien altijd maar hoger en altijd maar meer in elkaar verstrengeld, zodat deze klimopmassa, omheen de stam, een soort huls had gevormd en dit tot in de kruin, met als effect dat de stam van de boom, van onder tot boven ingekleed, helemaal uit het zicht was verdwenen. Wat voor Ugo het teken was dat door een andere nieuwe wet, de vorige dode letter geworden was en het onrecht hem aangedaan, easily kon worden rechtgezet, als de Directie en de Gouverneur van de Instelling waar hij meer dan veertig jaar lang trouw had gewerkt, de wil hadden opgebracht de rechtzetting te doen.

    De feiten die hij nu vertelt vonden plaats in de periode dat hij intens werkte aan het schrijven van een soort verhaal over Dantes Inferno en hij aangekomen was aan die fameuze passage waar Vergilius een opgerolde koord in de afgrond van de Hel werpt. Het was in die dagen dat Ugo geveld werd door de hevigste koorts uit zijn bestaan en hij, na een week, in allerijl gevoerd werd naar de spoedopname van het ziekenhuis, gelegen langs de ringvaart. Een idee bleef hem overrompelen, hij dacht dat hij nimmer zijn Dante zou kunnen beëindigen, en dat hij een onafgewerkte versie, met tal van te verbeteren passages zou achterlaten.

    De koorts die maar niet week overspoelde hem met slingergedachten. Hij dacht aan Dante, hij dacht aan het feit dat Dante na negentien jaar verbanning - de tijd van zijn Commedia - van uit Ravenna, waar hij toen verbleef, naar Venetië was vertrokken om er te gaan onderhandelen, waarover heeft geen belang, wat wel belang heeft is het feit dat hij toen, niet via de zee maar langs de vlugste weg naar Ravenna is teruggekeerd, doorheen een moerassig gebied, waar hij malaria heeft opgedaan om korte tijd later, de morgen van 14 september 1321 te overlijden[2].

    Waar Ugo toen aan dacht, en er voortdurend werd mee geconfronteerd, ook omdat zijn Inferno-tekst onvoltooid bleef, was de vraag of Dantes Commedia al voltooid was toen hij vertrok uit Ravenna naar Venetië of, was het zo dat er nog een deel te schrijven viel, en dat hij, in dit laatste geval, deze laatste terzinen moet geschreven hebben, eens terug in zijn vertrouwde kamer en dit met de daver van de koorts op het lijf?

    Ugo geraakte ervan overtuigd te denken wat nog nimmer werd gezegd, dat de laatste verzen van Dante: ‘Aan de hoge fantasie ontbreekt hier kracht‘[3], in deze richting moeten geïnterpreteerd worden.

    Zijn respect voor Dante werd immens in die dagen, alsof het zijn broer was – een realiteit die hij zelf had ondergaan – die daar lag weg te kwijnen. Was het, dacht hij, de kracht, de scheppingskracht die Dante ontbrak omdat hij toen al besefte, dat hij op weg was naar: ‘L’Amor che move el sol e l’altre stelle’, op het precieze  ogenblik dat hij deze woorden schreef, en dat hij wist dat het met deze woorden was dat zijn leven, als zijn Commedia, zou worden afgesloten, zoals bij Van Gogh bij het schilderen van zijn Champs de Blé?

    En Ugo, ontredderd door de koorts,  bestormd door waanbeelden die hem bleven volgen, die maar bleven terugkeren, keer op keer zijn slaap onderbrekend. Gedachten die hij niet bijhouden kon, die hij dicteerde op een microrecorder, die hij bevend neerschreef in zijn meegebracht dagboek. Tekens, de verlenging van zijn wankelende geest, die achteraf herzien, niet de minste structuur bezaten en bijna on-ontcijferbaar waren.

    En het is toen, bij momenten zijn einde voelend naderen, dat zijn roep, zijn schreeuw om gerechtigheid sterker dan ooit op de voorgrond is gekomen, zich mengend met Dante, zich mengend met de beelden die Dante gebruikte, en hij bezeten bleef met de woorden van deze schreeuw, zodat hij zich volledig terugvond in de laatste terzinen van het Paradiso, waarvan hij zich bleef afvragen of Dante deze geschreven had, vóór zijn vertrek naar Venetië of na zijn terugkeer in Ravenna, toen hij al geveld lag met de kiemen van de malaria in zijn lichaam maar nog niet in zijn geest.

    En Ugo, op zijn bed in die kamer met het nummer dat hij nimmer vergeten zal, leest en herleest de verzen van Dante die op het punt is gekomen niet meer te weten hoe zijn woorden te formuleren:

    'Aldus de landmeter, zich inspannend om de cirkel te meten, vindt in zijn gedachten het principe niet dat hij nodig heeft. En zo bevond ik me in deze nieuwe toestand. Ik zocht uit te vinden hoe het beeld zich verenigde en zich aanpaste aan het beeld van de cirkel. Mijn eigen vleugels (inzicht) waren er niet toe in staat geweest indien een bliksemschicht mijn geest niet had getroffen waardoor mijn verlangen werd vervuld'. [4]

    De bliksemschicht van Victor Pavlovitch Strum in Vie et Destin van Vassili Grossman en van zovele anderen, van Einstein misschien, van Newton, en nu van Dante die plots wist hoe zijn Commedia af te sluiten en dus ook zijn leven.

    Waar zwierf Ugo heen met de woorden van Dante: ‘een bliksemschicht die mijn geest deed opspringen’, zijnde een soort memorandum dat hij met flarden zinnen aan het formuleren was, zijn opgerolde koord die hij uitwierp, zijn roep om gerechtigheid.

    Een gerechtigheid die hem moest herstellen in zijn grondwettelijke rechten opdat hij in alle vrede nog een stukje weg met Vergilius en met Dante tot het einde toe, zou kunnen verdergaan. En dit, in alle creativiteit, met de grootst mogelijke inzet van al zijn nog resterende krachten. En aldus niet meer, zoals deze morgen, zoals zovele morgens van de laatste jaren, hij teveel negatieve krachten heeft moeten inzetten om te denken en te schrijven hoe ongedaan te krijgen, het onrecht, tanto amara, che poco è più morte,[5] hem aangedaan.

    Want, zoals graaf Ugolino in de Hel blijft knagen aan het hoofd van aartsbisschop Ruggieri die hem met zijn kinderen de hongerdood liet sterven in de kerker[6], zo zit Ugo, van de dag van de confiscatie van zijn rechten te knagen aan de boom op zijn erf die symbool staat voor het onrecht hem aan gedaan. 

    Hoort dit wel thuis in zijn ‘Adem van de Dagen’?

    Wel, het is een uitvloeisel van de omstandigheden waarin een leven verloopt. Het is het omgekeerde van een periode van verliefdheid, die jaren duren kan, een leven lang duren kan. Bij Dante was het zijn verbanning uit zijn geboortestad, bij Ugo, het gevoel dat hij jaren meedroeg en verder dragen zal tot het einde van zijn dagen, als verstoten uit zijn grondwettelijke rechten. 

    Zonder zijn - in feite weinig betekenend – verhaal of boek over Dantes  Inferno, had hij wellicht zonder verzet zijn lot gedragen. Maar het lot van Dante beroerde hem evenzeer als zijn woorden, en in de ban van zijn aanslepende koortsaanvallen, en de dwaalgedachten die hem hierbij bestormden zijn een belangrijke passage geweest in zijn later leven. Ze waren van een totaal andere intensiteit dan de boeken die hij las of de personen die hij ontmoette en terzelfdertijd van een bitsigheid die hij onderging als een vernedering.

    Zijn roep om gerechtigheid van die periode is aldus voor Ugo een belangrijk gebeuren geworden dat een groot impact heeft gehad, al was het maar om het verlies van de mogelijkheden die het geconfisqueerde bedrag hem zou geboden hebben om de woning die hij had aangekocht en die zwaar op zijn budget had gewogen, op een degelijke wijze te gaan aanpassen aan de regels van de energie besparende tijden van nu. Hij had er bij de aankoop op gerekend, ook omdat een belofte van teruggave als de toestand zich wijzigen zou, ingeschreven stond in de analen van de Regentenraad van de toen nog Bank der banken.



    [1] Inferno, canto XVI, verzen 127-128:

    ‘Maar wie niet zwijgen kan en met de woorden van deze geschreven nota, zweer ik, geachte lezer’.

    [2] Frans Van Dooren in zijn ‘ Met Dante door Italië’ schrijft hierover: Over de oude pelgrimsroute van de Via Romea, keerde de dichter in 1321 terug van een diplomatieke missie naar Venetië. Onderweg, of misschien al in de lagunestad, werd hij zo ziek dat hij na zijn thuiskomst in Ravenna binnen een paar weken stierf, waarschijnlijk ten gevolge van een soort malaria die hij (het was in augustus) had opgelopen in de delta” (pagina 52).

     

                        [3] All’alta fantasia qui mancó possa;(Paradiso XXXIII :142)

    [4] Quel è ‘l geomètra che tutto s’affige / per misurar lo cherchio, e non ritrova, / pensando, quel pricipio ond’elli indige; / tale era io a quella vista nova:/ veder volea come si convenne / l’imago al cerchio e come vi s’indova; / ma non era da ciò le proprie penne; / se non che la mia mente fu percossa / da un fulgore in che sua voglia venne.

    (Paradiso XXXIII:133-141).

         [5] Zo bitter dat de dood weinig meer is.

         [6] Inferno, canto XXXIII

    22-03-2012, 00:08 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Equinox

     

    Lente-equinox

     

    Vandaag 20 maart (zijnde mijn blog van 21 maart) om 06,14: liep het middelpunt van de zonneschijf door het lentepunt, en begon, per definitie, de astronomische lente.

    Mijn’Sterrengids 2012’[1], vertelt me dat sinds 1896 het begin van de lente niet meer zo vroeg in het jaar is geweest. Wat  zijn invloed heeft op de berekening van het joods en het christelijk paasfeest. Wie hierover meer wil weten verwijs ik naar de bron.

    Maar het is ook de overgang in de zodiac van de soepelheid van de Vissen naar de planmatigheid van de Ram. Dus aan hen die op het snijpunt van 20 en 21 maart geboren zijn, een dubbelgelukkige verjaardag gewenst.

     

    Maar waarom roept dit equinox-evenement het beeld op van de ‘bronzen Zee’ en de twee kolommen bij de tempel van Solomon – ik denk dat Velikovsky van gisteren me nog parten speelt – en ik neem wat de Zee betreft, de Willibrordus-vertaling van 1975 over. Zo lezen we in I Koningen, hoofdstuk 7:

     

    23. Verder goot hij de Zee, tien el in doorsnee, helemaal rond en vijf el hoog; men kon haar met een koord van dertig el omspannen. 24. Onder de rand waren kolokwinten, tien op een el, ze omkransten de zee in twee rijen en waren tegelijk met haar gegoten. 25. De Zee stond op twaalf bronzen runderen, waarvan er drie gekeerd stonden naar het noorden, drie naar het westen, drie naar het zuiden, en drie naar het oosten; hun achtersten waren naar de binnenkant gekeerd. 26. De wand van de Zee was een handbreed dik, de rand was als die van een beker en had de vorm van een leliekelk; de inhoud van de zee bedroeg tweeduizend bat.

     

    Wat was de functie van de zee? Wilibrordus, - ook la Bible Osty -in een voetnoot maakt er zich van af met te zeggen dat de Zee er was ‘voor allerlei wassingen’, wat betekenen zou dat het water regelmatig moet vernieuwd worden, waar ik problemen mee heb.

    Het was Yahweh zelf, zo lezen we in de Bijbel, die de plannen van de tempel eigenhandig tekende en deze aan David overhandigde die deze doorgaf aan Solomon, zijn zoon, gesproten uit zijn overspel met Uria’s echtgenote, Betshabee.

    En Solomon liet de tempel bouwen op de Moriah-berg, dit ook staat er te lezen. Maar wat God bezielde, toen Hij voor de oostergevel twee bronzen zuilen plaatsen liet en in de zuid-oost hoek van de tempel deze bronzen Zee plaatsen liet, gevuld met water en gedragen door viermaal drie runderen en gevoerd op een sokkel met vier wielen, blijft voor ons het gissen.

     

    En toch weten we dat in Egypte, op de plaats aangeduid door de godheid, een paal werd geslagen die het middelpunt werd van een cirkel. De schaduw van de opkomende zon en van de ondergaande zon de dag van de equinox, duidde de oriëntatie aan van de tempel. Deze oriëntatie-ritus waarbij de tempel ingeschakeld werd in de structuur van de kosmos werd door alle volkeren van de Oudheid, en bij ons in het westen zeker tot ver in de middeleeuwen, toegepast.

    Ik ga hier nu niet een essay over schrijven, al heb ik het al eens gedaan maar er zijn voldoende getuigenissen in de overgebleven geschriften die duidelijk wijzen in deze richting.

    We kunnen dan ook stellen dat de twee kolommen voor de tempel van Solomon de equinox-punten van de opkomende en afgaande zon aanduidden.

     

    We denken dat de waterbassin, die in de nacht de sterrenhemel weerspiegelde eenzelfde functie had, namelijk de hemel binnenbrengen in de kring van de tempel.

    Raoul Berteaux[2] beweert zelfs ‘que ce grand plan d’eau pouvait très bien faire fonction de miroir permettant l’observation du ciel et le repérage des positions des astres’.

     

    Eens, toen we met de Lions-vrienden op bezoek waren in Maussane, werden op een gezegende zomernacht, bij een Provençaalse barbecue, op verzoek en ten bewijze van Berteaux, alle lichten gedoofd en hebben we  toen kunnen zien, hoe in het watervlak van de piscine, sterren en planeten zijn verschenen en de hemel boven ons en al wat in de kosmos is, neergekomen is in het watervlak van de tuin en tuin en huis aldus geheiligd werden. Zoals het (misschien) ook ten tijde van Solomons Tempel elke nacht gebeurde.

     

    *

     

    De mysterieuze foto van Vassili Grossman – mijn blog van 17 en 18 maart - is terecht. Hij kwam binnen via mijn e-mail in plaats van via Le Monde. Een uitnodiging op een debat-avond op 21 maart: ‘Vassili Grossman, un écrivain de combat’, in de Librairie Gallimard, 15 boulevard Raspeil in Parijs, met Myriam Anissimov. 

    Hoe ik terecht ben gekomen in het adressenbestand van Gallimard is me een raadsel, het opduiken van de foto van Grossman is er geen meer.

     



    [1] Stichting ‘De Koepel’ 3512 Nl Utrecht

    [2] Raoul Berteaux: ‘La Voie symbolique’, page 150

    21-03-2012, 06:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs