 |
|
 |
|
|
 |
14-06-2015 |
Is God fictie? |
Ik sta verbaasd dat er nog schrijvers zijn die een boek laten verschijnen, waarin God duidelijk wordt voorgesteld als zijnde een ‘iemand’ die het voor het zeggen heeft, die zou optreden als het hem bevalt, en zich terugtrekken als zijn tussenkomst het meest dringend is en ook, dat er op aarde niets is dat aan die god kan worden toegeschreven en, ga maar verder.
Waarom, antwoord ik hen, waarom niet, al was het maar één ogenblik, denken dat God, ‘misschien’ het Universum kan zijn, zoals het lichaam het universum is van de mens?
Ik, in elk geval kan leven met deze idee. Ik ben een deel van dat Universum en dus een deeltje van wat ik wel God wil noemen, ware die naam niet verankerd of, om het even welke andere naam, tot de of het Onnoembare toe. Maar kom me dan niet zeggen dat de mens op heden, nog steeds wat zijn geest betreft, onvolwassen is – wat ik aanvaard – om je er dan aan te wagen met zekerheid, als een spiritueel volwassen iemand, kond te doen dat God niet bestaat.
En, dit is eigenlijk alles wat ik er over kwijt wil, ware het niet dat ik een blog te schrijven heb.
Dus, toch in meer nog dit: ‘Waarom nog altijd spreken over de God die vanuit zijn observatiepost in de wolken, gesitueerd boven de aarde, die aarde zijnde het middelpunt van de kosmos. Heeft men nog steeds niet ingezien dat het precies die God is, waarover zij die er niet in geloven, spreken.
Persoonlijk vind ik het achterlijk, is het pregalileiaans, deze God uit te dagen, want natuurlijk heeft de schrijver gelijk dat wat we lezen over hem inbeelding is, maar dat beginnen we nu allemaal stilaan te weten, en even stilaan dat ‘de hedendaagse mens nog wat zijn geestelijk vermogen betreft onvolwassen is’, wat betekent dat het voorbarig is zich te wagen aan een te definitief afgelijnde voorstelling. Want, en ik twijfel er niet aan, dan is de waarheid die door om het even wie verkondigd wordt eveneens onvolwassen en is elke zekerheid die naar voor wordt geschoven slechts een pogen, zoals trouwens die van mij, om nader te komen tot wat ooit – indien dit ooit, ooit komen zou – als De Waarheid kan gebeiteld worden in het hardste marmer.
Ik ben dus niets verder gevorderd met een zogenaamde definitieve uitspraak over die fameuze God, waar al twee duizend jaar wordt over geredetwist en voor de zoveelste maal als fictie wordt vooropgesteld, wie ook die uitspraak moge brengen: niets, nada, nothing kan het me in de huidige context van het weten iets bij brengen.
We zien het niet, omdat we blind geslagen zijn door die God die moet aanbeden en uitgedragen worden onder een baldakijn over straten met lentebloesems bestrooid: de God van onze jeugd (zoals ik reeds schreef). Maar gelukkig dat Hij er was (er geweest is), wat we ook doen Hij zit in onze genen, en meer bij diegenen die hem afstoten dan bij diegenen die zijn aanwezigheid stilzwijgend, onder een hen eigen vorm, niet alleen dulden maar met de hoogste verwondering waarnemen.
En als Michel Onfray in zijn boek, ik kocht het en las het in Spanje, over de ‘ateologie’ die elk magisch denken verbiedt – impidiendo el pensamiente magico - dan had hij moeten beginnen met het lezen van de 'QED, Quantum Electrodynamics, the strange theory of light and matter’, van Richard Feynman. Pas na Feynman kun je eventueel beginnen denken wie God is en wat Hij is, en niet na de Bijbel te hebben gelezen.
André Malraux preconiseerde: le troisième millénaire sera métaphysique ou ne sera pas. En voor mij is het in het domein van de metafysica dat wetenschap en religie zich ontmoeten zullen. Komt die ontmoeting er niet dan vrees ik het ergste, want een beschaving zonder sacraliteit bloedt leeg, is ten dode opgeschreven.
Ik denk dan ook aan zij voor wie de God van oudsher, hun redding is, hun hoop en hun sterkte en die ik, zij het van ver, volgen blijf met een zeker heimwee omwille van het sacrale dat in onze hedendaagse maatschappij verloren loopt.
. Michel Onfray: ‘Tratado de ateología’, traducción de Luc Freire, Editorial Anagramma, Barcelon 2006.
. Richard Feynman ‘QED’, Penguin Books, 1985
14-06-2015, 07:47 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-06-2015 |
De Pruimentaart |
Terwijl de media zich buigen over het probleem Griekenland heb ik een taart gebakken. Veel zaaks is het niet, een taartvorm en erin gelegd een cirkel bladerdeeg, met wat bloem er over uitgestreken en een lepel olie (nodig of niet?) en dan de pruimen geopend zoals een chirurg het zou doen, of beter, de pit of steen eruit genomen, het vlees van de pruim in reepjes gesneden en zo goed mogelijk geschikt op de bladerdeeg, terwijl de oven opwarmt.
Meer is het niet maar je denkt aan Bernanos, je denkt aan die zin van hem uit zijn Journal d’un Curé de Campagne, de zin die je nimmer verlaat van le curé de Crecy: ‘les petites choses n’ont l’air de rien mais elles donnent la paix’. En je denkt ze brengen ons niet alleen de rust maar ze doen ons nadenken over de natuur.
Ik hield van mijn pruimen tien stenen over en elke steen houdt een pit en ik weet dat de smaak van de pit eerder licht bitter dan amandel is en ik weet vooral dat elke pit een pruimelaar in potentie is. Ik ben eens te meer geconfronteerd met het grote wonder van een pit die boom kan worden, die in zijn structuur, in de kleinste van zijn particules een boom is met bloesems in potentie, met stampers en meeldraden, en dat er na het bevruchten, een nieuwe pit met steen en vlees aanwezig is. Het wonder van het wonder, de moeder van alle wonderen, een pruimelaar in bloei, in het op elkaar inwerken van stuifmeel en stamper, dat meest precieze ogenblik van het bevruchten.
Mijn God, van het denken aan het wonder van het bevruchten, verlos me Heer. Maar ook verlos hen die dit niet zien. Zo zeg me Heer, wat er is van het zich verstrengelen van stamper en meeldraad. En ik, wat zal ik aanvangen met de tien stenen die overbleven?
Als er ooit in de ruime strook grond tussen Noord- en Zuid-Korea, een pruimelaar aanwezig was, dan moeten de vruchten uitgedragen geweest zijn over de ganse strook, dan moeten er vandaag duizenden pruimelaars over die strook verspreid, aanwezig zijn. De natuur heeft de mens niet nodig om haar werk te doen, de mens is er om waar te nemen en getuige te zijn van het wonder dat de natuur is..
13-06-2015, 05:15 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-06-2015 |
Herinnering |
Ik zit aan op een lunch, het Leie-landschap breed uitgestrekt voor mij. Ik zat hier regelmatig aan tafel met wijlen de zoon van Saverys hij had zegde hij me, dit landschap geërfd in zijn vingers van zijn vader.
Ik eet het landschap, ik eet de weiden met de koeien, de lijn van de canadabomen aan de einder en erachter het park van het kasteel. Il fut un temps toen we, een kleine groep vrienden samen, elke, maar dan ook elke zondagmorgen lopend hier aankwamen en even stopten aan een bocht van de Leie, met hetzelfde zomerse landschap van nu, of in de herfst toen het waaide, of in de winter met de sneeuw als een laken, of in de bottende lente met de reiger neergestreken.
De pijn van het herinneren, van wat is geweest en nu hangen blijft, ons beroeren blijft. Of het landschap dat opschuift in de tijd, onwezenlijk, onveranderlijk, het enige dat overblijven zal. En ons lichaam, onze ogen, onze handen onze aanwezigheid die vergaan zal, alleen de geest van ons die blijven zal, zoals de geest van Willy Saverys hier nog hangen bleef.
Ik zal gaan slapen met het landschap, met de glinstering van water, met de boten die hoog boven de weiden geruisloos voorbijschuiven. Ik zal ontwaken met het eerste licht en er over schrijven in mijn blog.
Het was een rijke maaltijd, alles was er: de reigers en de eenden, de meerkoeten, de weiden en het grote licht erover met de wolken om te schilderen, in lichte tonen van aquarel, is het niet Willy, jij die o zo graag het penseel hanteerde om de paarden van Waregem te tekenen, de hoeden van de heren en de dames. Op een dag heb je me in vertrouwen je schetsen getoond, we zaten buiten op je terras en we dronken een ‘duvel’, weet je nog?
Het grote leven dat stilte was en innigheid, samen te zijn in herinnering, ingetogen te zijn, woorden uitstrijkend lijk halen verf op een doek dat ineens is vol geschilderd.
12-06-2015, 04:56 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-06-2015 |
Ode aan een jaarverslag |
Ode aan een (anoniem gehouden) jaarverslag.
Geboren uit de geest van enkelen en de cijfers van zovelen, gedacht, geschreven en herschreven, dit is het jaarverslag.
Dat sommigen zullen lezen, en God vergeve het hen, in de morgen, lijk croissant of koekebrood, anderen in de valavond, met in hun glas, een klare van Filliers of, wat straffer is, een whisky Glenfarclas.
Terwijl velen onder ons met toewijding het lazen: openbaring, hoe in omfloerste termen, de financiën er te blinken staan en hoe het, als een Steinmann, over de mistige wankelbewegingen van de economie hier troont.
Een baken dus van hoop dat alles zich voltrekken zal zoals gesteld en aangeprezen door onze boude demiurgen om, zoals Saint-John Perse het wel wist: ‘d’éventer l’usure et la sécheresse au coeur des hommes investis’.
T.S.Eliot ook hebben we gelezen die schrijven durft: They all go in the dark’, en dan noemt hij ze: ‘The merchant bankers, the statemen and the rulers…, distinguished civil servants…, the Stock Exchange Gazette.
Maar, Dames en Heren van het Bestuur al tegaar, we komen er, het verslag hier voorgelegd is, het weze gezegd, als van Bach een bundeling van lichtkoralen.
Men hoort het niet, men schrijft het niet, maar met Johannes weten we, en dan nog in het Engels van de ‘King James’: ‘the light shineth in darkness and the darkness comprehended it not.
Wij, hebben het begrepen en wij, hebben het uitgedragen, een monstrans onder een baldakijn, zoals van oudsher, in straten bestrooid met lentebloesems en versnipperd zilverpapier.
Beelden uit mijn verre jeugd, om er stil bij te zijn en ook, er lang over na te denken.
11-06-2015, 05:33 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-06-2015 |
De gotische kathedraal (III) |
Maar nog is dit niet alles, want er is een ander element dat duidelijk wijst in de richting van het metafysische karakter van de kathedraal, het labyrint.
En niet naar Rome ga je maar naar het labyrint in de kathedraal van Amiens, (of naar het labyrint in Chartres, of dat in de collegiale van Saint-Quentin). Dit labyrint is gelegd, gebruik makend van tegels van een andere kleur, in de vloer van het schip. Het is een labyrint dat ons onvermijdelijk brengt naar het centrum. Men vertrekt in de richting van het noorden, dat ook de dood symboliseert, om te eindigen komende uit het zuiden, de richting van het licht dat van het nieuwe leven.
Naast het altaar, dat het religieuze centrum vertegenwoordigt, beschikt aldus de kathedraal nog over een tweede, het labyrint, gelegen in het gedeelte van de kerk voorbehouden aan het volk. De kathedraal is dus niet enkel een plaats van gebed, een plaats waar een eredienst gecelebreerd wordt, maar ze bezit tevens een metafysisch center dat de meester-bouwer heeft willen onderlijnen door het aanbrengen van een labyrint in de betegeling.
We weten aldus dat er achter de zichtbare realiteit der dingen, eveneens een onzichtbare realiteit aanwezig is, en dat het via dit onzichtbare, tegenwoordig in het licht, in het evenwicht en de harmonie van lijn, vorm en proporties, dat de mens wordt opgetild tot een voller gevoel van het ‘zijn’.
Ik realiseer me dat mijn woorden zich situeren op de rand van het metafysische Ik ga hier heel ver, me steunend vooral op wat de abt Suger van Saint-Denis bij Parijs, onomwonden had laten horen, dat zijn God, de God was van het licht en het leven, en dat het via het Licht was dat we Hem bereiken konden; dat Hij klaar stond niet om ons te beloeren met strenge blik vanuit de hoogte, maar de armen open om ons te ontvangen, zoals de Christusfiguur afgebeeld in de narthex, de voorhal van ‘La Madeleine’ in Vézelay.
De bouwers van onze kathedralen waren mensen met een visie, een visie over God die de ganse Kosmos in zijn handen hield, en hun kathedraal functioneerde als de athanor, de smeltoven van de alchemist om van de armoemens die hij was een totaal nieuwe te maken, een kosmisch ingeschakelde.
Het was geen gotische maar een kosmische kathedraal die ze bouwden, maar dit zijn we al lang vergeten, ook omdat we vergaten en het vandaag onnodig achten dieper te kijken op wat het bouwwerk van de kathedraalbouwers wel zou kunnen betekenen. Misschien zullen we het weten als ze leeg zullen staan, neergehaald misschien, of ontwijd achtergelaten, duizend jaren in rook opgegaan.
10-06-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-06-2015 |
De gotische kathedraal (II) |
En als we denken aan de onbehouwen stenen zoals deze van Stonehenge, dus niet ‘gepollueerd’ door de beitel, is het meer dan verbazend op drie verschillende plaatsen in de Bijbel te lezen : ‘Als je me een altaar bouwt dan zal je dit doen met onbehouwen steen’. Hij gelooft dat ook de meester-bouwer trachten zal, de krachten inherent aan de materie, de stenen, aan te wenden. Hij zal de gekruiste spitsboog uitvinden en, zoals Louis Charpentier schrijft in zijn ‘Le mystère de la Cathédrale de Chartres’[1], ‘de stenen laten vibreren zoals de gespannen snaren van een piano’.
Om dit te bereiken gaat hij vertrekken van een totaal andere bouwmethode wat ook een totaal andere ingesteldheid impliceert. Het gewelf duwt de muren niet meer naar beneden, zoals in de Romaanse kerk, doch het zijn nu de kolommen die de krachten van uit hun basis naar omhoog stuwen. In andere woorden het gewelf wordt zoals de hemel, het weegt niet meer op de mens doch zuigt de mens omhoog in de ruimte. Dit is de gotiek: de mens optillen en hem in contact brengen met de onzichtbare krachten in de kosmos. Dit te concipiëren is reeds een vorm van grote religiositeit. De ‘magnetische’ trillingen veroorzaakt door de kolommen die het gewelf letterlijk in de hoogte werpen, kruisen zich met de vibraties van de mens die er aanwezig is, versterken deze en brengen deze in harmonie met de krachten van de aarde onder hem en van de hemel boven hem.
Dit is het objectief van de meester-bouwer: de geest van de mens wakker schudden opdat hij ontwaken zou tot de nieuwe dimensie van een leven dat hem verheffen zou boven de alledaagsheid van zijn bestaan. Zoals Stonehenge vervult de kathedraal aldus de functie van athanor, de smeltoven van de alchemist.
09-06-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-06-2015 |
De gotische kathedraal (I) |
Er is een tijd geweest dat ik gepoogd heb de idee te achterhalen die aan de basis lag van de overschakeling van de romaanse mens naar de gotische mens, en dan meer specifiek de overgang van de romaanse kerk naar de gotische kathedraal, een gebeuren dat zich in een eerste fase vooral heeft gesitueerd in Picardie en in L’Isle de France.
Volgens mij was dit het begin van de Verlichting die pas later in de XVIIde, XVIIIde doorbreken zou; was het de overgang van het stoffelijke in de mens naar het spirituele in de mens. Eigenlijk was het zelfs geen geleidelijke overgang, zoals deze van de eerste Gsm naar deze van nu, maar een sprong in de tijd, hoger dan ooit gesprongen werd, en waaruit de eerste gotische kathedralen zouden oprijzen als een lichtbaken in het landschap, die ons als mens dichter tot de God van het Licht brengen zou.
ik hoorde dat het geloof in de reïncarnatie ingeboren is in de Hindoe-kinderen die sedert hun prilste jeugd, door families van bij ons worden opgevoed, zo dacht ik dat deze kosmische binding ingeboren was in de westerse mens en, in de persoon die ik toen was, al kan h
Ik zag hierin de mens bij wie de oude gewaden, deze van de angst dat het jaar duizend, waren afgelegd. Er was opnieuw een opening gekomen, God was niet meer een oordelende God maar een verlossende, een luisterende God, en de Maagd Maria, die ineens is opgedoken – een Isis gelijk - was de bemiddelaarster, zij die optrad tussen God en de mens.
Die idee is in mij is ontstaan van het ogenblik dat ik me herboren voelde in het spoor van de kathedraalbouwers en dat dit nieuwe leven een bezieling inhield die me in een totaal andere landschap afzette, het landschap van de ware aard van de mens, zijn verheffing naar het licht, zijn opgaan in de kosmische energievelden.
Zoals et dat deze idee is gegroeid uit mijn ontmoeting met de kathedralen die ik bezocht en me hebben geïnspireerd om er iets over te zeggen, zelfs indien dit misschien ongewoon en ver gezocht zou lijken, het zijn dan toch mijn woorden gevloeid uit mijn bezieling.
Ik besefte voluit dat de kathedraal een poging is geweest, de goddelijke ordening van de wereld symbolisch na te volgen, zoals dit het geval was voor de Egyptische tempels en de tempel van Salomon, en dit, door hun oriëntatie, hun meetkundige proporties, de harmonie van hun horizontale lijnstructuur gebaseerd op de toonladder van Pythagoras.
De Kathedraal is het ook door de plaats waar ze gebouwd werd doordat ze haar funderingen had in de aardstromen van die plaats en haar torens geprojecteerd in de magnetische velden omheen die plaats.
Er is echter nog meer, de kathedraal is aldus eveneens gebaseerd op de Keltische idee die we terugvinden in de dolmen en menhirs waarvan Stonehenge het meest schitterende voorbeeld is. In Stonehenge hadden de stenen hun eigen functie. In vibratie gebracht door de dolmen die er horizontaal bovenop werden geplaatst, beroerden deze vibraties de geest van de mens die erin rondwandelde, en bezat Stonehenge aldus de functie van de athanor die er op gericht was de mens te vergeestelijken, te wijzen op zijn binding met al wat hem omringde, het zichtbare en vooral het onzichtbare.
08-06-2015, 06:59 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |