We ontdekken dat we van stof
zijn gemaakt en we blijven deze gedachte bevechten tot we er bijvallen.
is
een zin van Eugen Drewermann die ik haal uit zijn Wort des Heils, Wort der Heiligung, (Patmos Verlag 1989).
Het
is geen bevechten meer omdat in ons de overtuiging leeft dat we allesbehalve
stof zijn, dat we geboren zijn uit de geest en dat we keren zullen naar de
geest.
Omdat
we geloven dat de essentie van wat we zijn, niet meer als stof kan gezien
worden, maar eerder als een bundel energiegolven ingepakt in de energiegolven
van het Universum, en dat we aldus geen geloof meer hechten, dan toch niet
zoals Drewermann, aan vers 3: 19 uit Genesis.
En
we zijn niet alleen. Paul
Nothomb in zijn LHomme immortel, Edition Albin Michel van 1984 vertaalt dit
door: tu as été formé immortel et tu le
reviendras. En Fabre dOlivet, in zijn La
Langue Hébraïque restituée, vertaalt 3 : 19 door : tu retourneras à lélément spirituel,
principe de ton être.
Ge
zijt van stof en tot stof keer je terug, is een te
voor de hand liggende formule, Drewermann had dit kunnen vooropstellen, zoals
elk van ons dit had kunnen doen, een dergelijke zin hoefde geen veropenbaring.
Het is dus maar normaal dat we deze zin bekampen en we meer dan geneigd zijn
Nothomb en Fabre dOlivet meer credit te geven dan de oorspronkelijke vertaler(s)
van 3: 19, naar het Grieks of het Latijn.
Aldus
deze luttele woord-momenten die ik in mij draag en die weinigen zullen lezen.
Op
de plaats waar ik me bevind ten overstaan van de dag van mijn geboorte heb ik
meer dan ooit nood aan een andere visie. Ik weet alleen dat niets statisch is,
dat alles - maar dan ook alles in alles - in beweging is; dat deze beweging
gedragen wordt door de Geest, en wij opgenomen in de Geest en levend in de
Geest, en wellicht dat er niets anders is dan die Geest.
En
deze woorden, geschreven zijnde in de oneindigheid en tijdloosheid van de Geest
weet ik hoe eenzaam ik sta in deze wereld.
|