Op 20 maart van het jaar 1978
schreef ik was ik het of was hij, Ugo Carl dOorde het? - Karel Lodewijk Mortier,
geboren te Oordegem, een dorpje van Oost-Vlaanderen, op 29 december van het
jaar 1927, zijnde precies één jaar na het overlijden van Rainer Maria Rilke die
begraven ligt aan de voet van het Romaanse kerkje in Rarogne, Valais,
Zwitserland:
Ik verbind me hierbij
tegenover mezelf en tegenover de hemel, elke dag van het jaar en van de jaren
die voor mij zich nog openen zullen, één pagina vol te schrijven met zinnige en
leesbare dingen.
Zij die deze dagboeken ooit
zouden doorbladeren, wil ik nu reeds op het hart drukken dat je geboren bent op
alle plaatsen waar je je ooit bewust bevond, dat je bent van al die plaatsen en
van al die bewuste ogenblikken, dat alles in en over elkaar ligt, het heden
gegroeid uit het voorbije en het
komende gegroeid uit het heden; realiteit en droom zich vermengend, zodat het
geschrevene, de kleur en de smaak heeft van melk in koffie, en koffie in melk, crèmekleurig.
De realiteit niet duidelijk afgelijnd, droom en verbeelding niet wazig-wit, maar
beide gevoileerd.
En een tweede bemerking, even
belangrijk en voortvloeiend uit de eerste, een dagboek begint niet met de
eerste regel van de eerste bladzijde, een dagboek begint met al wat er is aan
voorafgegaan, geschreven of niet geschreven, in gedachten opgeborgen en verder
evoluerend in gedachten, tot de dag dat het geschreven wordt.
Zo begint dit dagboek niet op
deze dag van 20 maart 1978 maar is het al lang geleden begonnen. Om maar te
zeggen dat mijn leven zijn wortels heeft én bij mijn ouders, grootouders en de
vele geslachten ervoor én, onvermijdelijk doorweven is met de stand van
planeten en sterren op het ogenblik van mijn geboorte, dit weet ik, al is er
hierover niets bewezen of kan er niets bewezen worden.
IK ben vandaag vijfendertig
jaar ouder maar nog steeds is mijn geest elke dag, elk bewust ogenblik of elk
moment dat ik geen machine ben - zoekende, en zal hij zoekende blijven. Mijn
dagboek en de blogs die dag aan dag verschijnen zijn er het bewijs van.
|