Wat bezielt me om elke dag, zonder onderscheid, een
tekst neer te zetten en door te sturen of die nu gelezen wordt of niet. Het is,
noch min noch meer, ijdelheid en we weten wat de Ecclesiasticus er over kwijt
wil.
En toch ga ik verder, toch is er een drang in mij te
volharden, niet in te slapen voor de TV of met een boek in de hand, maar me te
dwingen mijn geest af te zoeken om toch maar iets te vertellen te hebben. Vandaag, zoals gisteren, zoals vele dagen ervoor, is er maar een onderwerp dat
me bezig houdt, de gedachte aan IETS in meer dat er is of zou zijn, en het is
het naderen van de dood dat alle gebeuren omheen mij minimaliseert en mijn
excuus is.
En dan zeg ik ook, Paul Davies van gisteren parafraserend:
My motivation for writing my
blogs is that I am convinced there is more to the world than meets the eye.
Het weten dat mijn leven een zin heeft: dichter te komen
tot wat achter de dingen schuilt en de
vage idee die opduikt dat ik maar een schakel ben naar de mens die op komst is,
de homo sapiens, sapiens, sapiens, die begrijpen zal en ervan doordrongen zal
zijn dat zijn bouwstenen niet verschillend zijn van al wat leeft en
ogenschijnlijk niet leeft en dat hij niet meer is dan een verzameling van een
massa bouwstenen maar dan wel Higgs-bouwstenen - die schijnbaar, maar dan slechts
tijdelijk, een eenheid vormen en als de ik, die dan meer een wij zal zijn, gecatalogeerd
staan.
In de mate dat die bouwstenen, hem toevertrouwd, misschien
aangevuld met wat hij er heeft aan toegevoegd, onsterfelijk zijn, is
onsterfelijkheid ook zijn deel, het enige dat hij beogen kan.
Om kort te zijn, het is me duidelijk dat de homo
sapiens die we maar zijn, zich onmogelijk kan uitspreken en zelfs het recht
niet heeft zich uit te spreken over het al dan niet bestaan van die of dat
IETS. Hij heeft nog enkele sapiens te wachten.
|