Aldus
wat beelden, door Job of wie hij ook was, uit zijn boek, een roman gelijk,
geschreven bijna drie duizend jaar geleden, vertaald en hervertaald, gedrukt en
hergedrukt, tot bij ons gekomen en gelezen met ontzag, om versregels eruit
verder uit te dragen en te koppelen aan de zaden in de winterwouden die kiemen
zullen zoals de woorden die van Saint-John Perse waren.
Al
wat we schrijven, komt aldus van uit vroegere tijden, heeft een oorsprong en
een oorzaak die buiten ons ligt. We dragen een cultuur die zijn wortels en zijn
voedingsbodem heeft in wat anderen, ver voor ons, hebben doorgegeven, geroerd
als ze waren door het primum mobile,
die allereerste ademstoot die ze binnendringen wilden, die ze omhelzen wilden,
uitklaren wilden omdat ze wisten, niet alleen het gevolg ervan te zijn maar ook
deel ervan.
Wat
door hen omschreven werd in bewoordingen die we nu trachten aan te vullen met
nieuwe gegevens, nieuwe standpunten, al vrezen we dat, zoals de Ecclesiasticus
het waagt te schrijven, en Ernest Renan
het te vertalen wist dat:
Ce qui a été cest ce
qui sera; ce qui est arrivé, arriva encore. Rien de nouveau sous le soleil.
Quand on vous dit de quelque chose : venez voir cest du neuf, nen croyez
rien ; la chose dont il sagit a déjà existée dans les siècles qui nous ont précédés.
|