Un dimanche après-midi à la campagne
Parce que jai la taille de ce que je vois,
Et non pas la taille de ma stature.
Zondagnamiddag
en
de aarde verder keerde,
zonder
bewegen
alsof
de tijd gebogen was
alsof
de wereld stilte was,
ver
weg geschoven.
We
spraken maar
en
van de wijn
en
van het vele dat we aten,
toen
van schilderijen en hoe
de
tijden waren wat de kunst betrof
van
Hirst tot Koons
tot
De Keyzer en Raveel
en
Patrick Ysebaert vernoemd.
terug
van vele dagen.
We
spraken maar,
we
hadden Proust gelezen,
langzaam
zoals geschreven,
elke
zin hernomen en niet geweten
waar
hij heen wou gaan,
noch
vanwaar gekomen.
De
bomen om het huis,
catalpas
die in bloei nog stonden
als
sneeuw in het gras
ook
meegeluisterd,
al
was er niets dat ons storen kon,
ons
overhoop kon halen
noch
van het deeltje Higgs
dat
het van God zou zijn.
We
spraken maar,
van
Beethoven de kwartetten
opgesomd
en geluisterd in gedachten
hoe
de klanken waren
in
de boeken over hem.
Zo
ontvankelijk we waren,
en
later
tot
van de kaart de laatste woorden
die
we niet verhalen
omdat
ze van het leven waren.
Maar
van het gebeuren in de wereld
was
er niets om over te praten,
omdat
het zondag
laat
in de namiddag was
en
we vrienden waren
en
vele wegen ons bij elkaar
hadden
gebracht tot in Auvers-sur-Oise,
bij
Van Gogh.
We
spraken maar.
En
toen we gingen, de lijsterbes
traag
in vrucht, aan Pasternak gedacht
omdat
het Lara was.
Caeiro
aangehaald door Fernando Pessoa in zijn le livre de lintranquilité,
Christian Bourgeois, éditeur, 1992, traduit par Françoise Laye (vol II, pag 72) :
Jai la taille de ce que je vois.
Chaque fois que je médite cette phrase, avec lattention de tous mes nerfs,
elle me semble toujours davantage destinée à rebâtir astralement lunivers
En
wij eraan toegevoegd :
Wat is de kracht van de mens, gedachten te zaaien,
gezeten onder de bomen, een zondagnamiddag, als de tijd gerokken wordt tot een
niet-tijd en alles mogelijk is omdat zo weinig nodig is onder vrienden van
jaren en omdat de luchten open zijn van geest en vruchtbaarheid
|