Als
ik herinner aan wat de Ecclesiasticus van mijn vorige blog wist te vertellen dan
moet hieruit blijken dat alles reeds gezegd of geschreven is en dat, wat ik elke
dag inbreng als blog, slechts een herhaling is in andere woorden en met andere
accenten, van wat veelvuldig opgeslagen ligt in de bibliotheken van de wereld,
ook in de Bibliotheca do Convento van
Mafra, waarover we na een bezoek José Saramago schreef een roman over het ontstaan en de bouw
ervan een gedicht hebben geschreven en waarbij ook Karl Popper even in onze
gedachten binnen kwam:
Je
weet nimmer wat je weet,
zoals
je nimmer wat je niet weet, weet.
Want
wat je weet is onvolledig
en
wat je nog niet vernam is toch
niet
al wat er te vernemen is.
Zelfs
de veertigduizend boeken
in
de bibliotheca do Convento de Mafra,
in
het Palâcio nacional
bergen
al het weten niet.
En
evenmin de duizendmaal
veertigduizend
boeken
in
alle bibliotheken van de wereld niet.
Want,
zo wist ons Popper te verklaren,
kennis
toegevoegd
stelt
telkens nieuwe vragen.
Zo
is ons meegegeven,
als
in onze genen ingeprent
dat
we blijvend zoeken zullen
om
te achterhalen
wat
niet met woorden is te verhalen.
Misschien,
maar zeker is het niet
kan
kennis een begin van wijsheid wezen
en
wijsheid onze zekerheid,
dit
pas weten we als het te laat zal zijn,
zodat
we blijvend nu riskeren
in
de boeken te verdwalen
die
mettertijd, zoals ook wij,
eens
zullen verschralen.
Boeken
drogen uit, boeken vergelen en wat erin met zorg en overleg werd opgetekend,
bij kaarslicht in de kloostercellen of op zolderkamers onder de lamp gezeten,
of buiten onder de bomen, is een voortzetting, is een verduidelijking, is een
aanvulling van al wat er aan voorafging; is het beeld van de creërende geest in
de mens.
De
geest die onze enige rijkdom is, zonder dewelke een armtierig leven ons
beschoren ware: een woning zonder haard, zonder inhoud, zonder al het geschrevene,
voortvloeiend uit de eerste ademstoot van de geest.
|