Hij neemt Paul Davies God and the new Physics
mee in de tuin. Een zin van Niels Bohr die
hem treft:
Anyone who is not shocked
by quantum theory has not understood it .
Hij zou niet durven beweren dat hij zonder meer begreep welke betekenis
schuil ging achter quantum theory
maar met de suizende bomen over hem voelde hij toch aan dat het een enorm iets
was, dat het zijn perspectief openscheurde, dat er muziek en mystiek in zat,
dat het iets te maken moest hebben met de idee die hij zich trachtte te vormen
over wat in zijn materiële vorm God wel
zou kunnen zijn, alhoewel Hij alsdan niet verschillen zou in kwaliteit, wel
in kwantiteit van de geest van de denkende mens en, zelfs niet in kwaliteit zou
verschillen van de geest aanwezig in de minste van de wezens en de minste van
de dingen.
Hij voelde zich goed, hij vond dat hij een tipje van de donkere zware
sluier had opgelicht, al wist hij wel dat hij nog niet ver stond en dat hij
misschien nimmer verder komen zou dan dit ene tipje, maar het was iets.
En wat meer is, hij wist dat het in de goede richting ging, de richting
van wat hij het liefst omschreef als het Onnoembare.
Dit schrijvend, gezeten midden in de natuur, midden in de energie van de
natuur, de eeuwige geheime stilte van de aarde, in dit ene punt van de wereld,
het punt waar omheen alles draaide en keerde, wat hij begreep als zijnde de
ene, eeuwige beweging van het Alpha naar het Omega.
En als hij het boek sluit en terug opent op de Preface van Davies:
no doubt many of my
colleagues would strongly disagree with the conclusions I attempt to draw. I
respect their opinions. This is simply one mans perception of the
universe ; there are many others. My motivation for writing the
book is that I am convinced there is more to the world than meets the eye.
Dat er meer is dan wat zijn oog kan zien is hem heel duidelijk.
|