xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik
luisterde naar het optreden van de laureaten op 21 en 22 mei. Ik ben heel
gevoelig voor dergelijke zaken, de muziek ontroert me, hoe die wordt
geïnterpreteerd is eigenlijk bijzaak.
Het
is de muziek die bepalend is voor mijn oordeel. Ik denk dat elk van de laureaten
een maximale vertolking brengt en het is niet aan mij om er iets meer over te
zeggen al heb ik duidelijk een voorkeur voor een van de vier. Ligt het aan de
manier van spelen of ligt het aan de keuze van de muziek, ik weet het niet. Wel
is het zo dat mijn gedachten in de eerste plaats gaan naar de componist die de
muziek schreef en dat dit wellicht doorslaggevend is voor mijn voorkeur.
De
twee sonates van Prokofief, heerlijke muziek; de sonate van Brahms, prachtig, je
hebt Brahms liever maar dit is omwille van zijn symfonieën en je houdt van Prokofief
omdat je van zijn pianoconcerto houdt.
En
dan Sibelius vioolconcerto, origineel is de aanvang ervan, opduikend uit het
geruis van de nacht komen de eerste gezangen van de viool. Je kent het concerto,
je hoorde het vele malen en je denkt aan de maker ervan, hoe hij er aan gewerkt
heeft, dag en nacht. Eraan denkend, aan tafel bij ontbijt en avondmaal,
componerend in zijn gesprekken, componerend wandelend, luisterend naar de wind
in de bomen, kijkend naar de rimpeling van het water, klanken die opduiken op
de meest onverwachte ogenblikken, klanken ademend, componerend voor hij
inslaapt, opstaat uit bed terug om neer te schrijven wat het begin is van een
nieuwe beweging, een nieuw thema. Keer op keer, alle themas zich vermengend om
dan terug te vallen op zijn beginthema.
En
dan die wondere, ontroerende vraagstelling met het antwoord van het orkest en
het wederwoord van de solist(e) die het weet, die alles weet wat er te weten
is.
Je
zou willen schrijven zoals Sibelius componeerde met variatie in de themas, fijne
zilveren lichtstralen van woorden doorheen het gebladerte, opspringend tot golven
van licht, tot een dramatiek van licht. Maar een boek van klanken is nimmer een
boek van woorden.
Tchaikovsky
ligt je minder, je vindt het gemaakt, je wordt er niet door aangegrepen, maar
Sibelius is Sibelius, groots bij vele, vele momenten.
En
wat dan over het virtuoze concerto van Paganini, schitterend, en voor zoveel ik
er van ken, gespeeld door een jong maar groot virtuoos. Prachtige lyrische
passages, zuiver in klank gebracht. Ik denk dat Paganini meer aan de viool
heeft gedacht bij het componeren, terwijl Sibelius meer zijn gemoed liet
spreken.
Je hebt geen oordeel over het opgelegde werk, je
kent het niet, je weet niets over compositie, je leest heel weinig de
samenspraak orkest en solist, je bent a
poor man op dit gebied.
En toch, toch wil je een blog schrijven omdat je
het enig vindt uit te kijken naar wat de avond je brengt van acht tot twaalf
aan muziek waarvan je houdt.
Een week lang grote muziek van grote componisten
gebracht met hart en ziel door jonge, schitterende kunstenaars. Hun namen
zullen we later ontmoeten. Maar grote avonden met grote muzikale momenten. Het
feit dat het om een wedstrijd gaat verhoogt nog de waarde en brengt een kleur
die verborgen in een waas een achtergrond vormt van een zekere spanning.
|