 |
|
 |
|
|
 |
15-05-2012 |
Verjaring |
Het was op
15 mei 2010, dat ik met mijn dagelijkse geschriften/brieven begonnen ben. Hierin
geïnspireerd door José Saramago die (bijna) elke dag een blog liet verschijnen
die achteraf gebundeld werden in een boek met als titel O Caderno.
Ik las over
het boek in Le Monde en kocht het in mei 2010 in Spanje als El Cuaderno, en
na het boek te hebben gelezen en gehoord te hebben van Saramago dat hij hield van
zijn geschreven woorden, heb ik gedacht dat ik ook van mijn woorden hield en ben
ik ook begonnen, elke dag een bijzondere tekst te schrijven nog niet als blog
met de bedoeling dit te doen tot de dag van mijn verjaardag, zijnde 29
december.
Ik had evengoed
niet kunnen schrijven, niemand zou me enig verwijt hebben toegestuurd, behalve
ikzelf omdat ik het me, in een ogenblik van overmoed, had opgelegd.
Ben daarna
een paar weken gestopt tot ik vond dat ik verder moest en ben op 15 januari van
2011 herbegonnen met het schrijven van een on-ingelogde blog.
Pas op 16
juni 2011 (of was het 16 juli?) ben ik gestart met het inloggen van mijn
dagelijkse boodschap; dus er is nog een verjaardag op komst deze van één jaar
bloggen. Het spreken niet waard.
Achteraf
gezien, is het bijhouden van een blog of dagboek een normaal iets. Velen werken
eraan, laat in de nacht of vroeg in de morgen, en de verplichting elke dag te
schrijven legt niemand je op behalve jijzelf. Achteraf blijf je over met een
massa teksten, lijk iemand die marbels van diverse kleuren en diverse grootte.,
geslepen door de omstandigheden van de dag en de nacht bewaard onder een glazen
stolp.
Een verzameling,
zoals elke verzameling die ergens begint om nooit te worden onderbroken, tenware
het leven er anders over beschikken zou.
Het verschil
met de Portugese Nobelprijswinnaar is niet veel, alleen werden zijn woorden
gepubliceerd, wat hij ook moge geschreven hebben. Ik stel me tevreden met het
verspreiden van mijn teksten via internet, dit moet me volstaan en het
volstaat.
Ik zou het
Spaanse el cuaderno o caderno in het Portugees - kunnen
vertalen door schrift, zoals in het Frans waar het kon vertaald worden door
Le Cahier. Maar waar caderno en
cuaderno, een woord is met kleur en
draagkracht, (le cahier kan ook nog),
is het schrift te armtierig als titel voor een boek.
De vertaler
in het Nederlands, voelde dit ook aan, want
hij kwam uit op, De andere Kant,
zijnde de vertaling van el otro lado,
de woorden waarmee Saramago een van zijn dagen begint waarin hij zich afvraagt
hoe de dingen eruit zien als hij er niet naar kijkt.
De vraag die
ik me vandaag stel, en terecht, is een dubbele vraag. Houd ik het vol tot het
einde van het jaar, en als ik het einde van het jaar 2012 heb bereikt, wat erna,
doorgaan tot einde 2013?
Het zal wel.
15-05-2012, 00:55 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-05-2012 |
Schrijver zijnde |
Je
bent zeer persoonlijk, zegde een vriend me onlangs. Hij bedoelde, zo begreep
ik het toch, dat ik me te veel bloot geef en dan zeker in mijn visie over God
en wat er is over de eeuwigheid. Maar wat kan het nut zijn van deze geschriften
hier, als ik niet zou schrijven zoals ik denk en voel.
Ik heb, gezien mijn ouderdom, niets meer te
verbergen, niets meer te verbloemen. Heb ook niets meer te bereiken. Mijn blog
is het maximum aan publicatie dat ik bekomen kan en het is me ruim voldoende.
Het is dan ook het weinige dat een kans maakt van mij gelezen te worden.
Heb
al veel geschreven, stapels woorden, maar dan zonder al te veel structuur,
zonder lijn in wat ik schreef, zonder de vereiste spanning die nodig is opdat ik
tot het einde toe zou gelezen worden. Er steekt geen verhaal in mij, neem niet
de tijd om Wikipedia of Google af te schuimen, kennis op te doen, elementen te
verzamelen om een boek op te bouwen.
Ik
ben dus geen Stendhal, ik kan geen wondere, extravagante liefdesgeschiedenis verhalen,
zoals zijn Chartreuse de Parme en tezelfdertijd in zijn hoofdstukken de
afbeelding van de tweeëntwintig Tarotkaarten binnenbrengen,
waarmee hij Mark Twain navolgde in dezes Huckleberry Finn.
Wat
niet belet dat ik nog zou kunnen schrijven én over de liefde én over het
bedrijven van de liefde. En wel over het meest prangende moment als je
wegschiet in het diepste van het diepste, het warmste van het warmste, het
ogenblik, van het samen komen, het samen smelten, lichaam in lichaam en geest
in geest, in een kolkende beweging, wat
niet kan getoond, niet kan gebeeldhouwd, enkel gedacht, gevoeld, beleefd.
Enkel
het woord is bij machte dit wondere ogenblik dat is van alle geslachten en alle
tijden op te roepen en dicht heel dicht te benaderen.
De
magie van dergelijke ogenblikken ken ik. Zij die te gast waren in I Fiamminghi mogen
het weten.
14-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-05-2012 |
Reizen om te leren |
13 mei
Reizen om te leren
Het gebeurt, zoals gisteren, dat je in de
voormiddag op de autostrade rijdt die je van Firenze naar Pisa brengt, dat je
in Pisa, in de luchthaven, je laptop moet halen uit je handbagage, kwestie van
veiligheid en gelijk hebben ze en dat je amper drie uur later op de
autostrade rijdt van Charleroi, over Brussel naar Gent.
Het gebeurt ook, dat vrienden, die op het zelfde
ogenblik als jij, met de wagen vertrokken zijn uit I Fiamminghi in Toscane, om
het gemakkelijk te houden, zeven uur na je thuiskomst, je bellen om te zeggen
dat ze bijna thuis zijn, na een tocht van 1.300 Km.
*
Heb
ik nu een reis gemaakt om Firenze te zien, Siena, Pisa, Lucca, San Gimignano,
of heb ik me verplaatst om me geestelijk te voeden met het land en de luchten
van Toscane en, met de speelsheid van de Italiaanse taal?
Er
is geen twijfel mogelijk, ik weet nu dat de tijd van reizen om zo veel mogelijk
te zien - met alle ongemakken eraan verbonden - dat die tijd voorbij is. En het is geen zorg
meer voor mij. Mijn enige zorg is geweest een tekst te hebben voor mijn blog en
deze tijdig en zonder al te veel zoeken naar een internetverbinding, te kunnen
inloggen, wat me gelukt is.
Mijn
reis van een week is aldus de reis van mijn blog geworden en mijn grote vreugde
is geweest, te weten dat ik rondliep in het land van Dante; te weten dat hij
dacht aan het groene Toscane als hij schreef over die enige plek in de hel,
waar het goed is te vertoeven voor schrijvers
en geleerden en filosofen. Stefan Hertmans noemt dit het Arcadië. Ik weet nu
waar ik eindigen wil.
Wat
het andere betrof was ik ook een gelukkig man. Pas uit de slaap gekomen was
er het landschap in de mist, in de regen of in het goddelijke ik vind geen
ander woord morgenlicht, Ik dacht telkens aan mijn morgengebed van vroeger,
mijn muezzin, mijn God ik dank u voor deze nieuwe dag ik zou hier best
eens terug gaan aan denken bij het opstaan - en daarna was er het uitgebreide
en uitgelezen, en het is een woord letterlijk te nemen, ontbijt. Om daarna, in
de loop van de dag, kleine maaltijden te gaan gebruiken - al was het maar,
(Jan!) een piccione, een duif, zelfs
al was ze geroosterd - in een klein, simpel maar vriendelijk restaurant, samen
met vrienden aan tafel, hetzij op de middag, hetzij bij het vallen van de avond.
Om te beginnen telkens met een gewoon glas prosecco,
ook soms een Americano zoals het genoemd wordt in San Gimigniano, om in de
sfeer te zijn van grote dagen.
Dit
was en is Toscane, het land dat in mij werd gebrand.
Mijn
blogs van die dagen is wat er rest voor zij die er niet waren.
13-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-05-2012 |
Salvatore Quasimodo |
Wie is het die het gedicht voorlas van Salvatore Quasimodo, laat op de
avond, met Venus, de grote schitterende, even nog gegroet, en dan in de
schemerkamer, in de warmte van de haard:
Desiderio delle tue mani chiare
nella penombra della
fiamma
sapevano di rovere e di
rose
di morte. Antico inverno.
Cercavano il miglio gli
uccelli
ed erano subito di neve,
cosi le parole
un podi sole, una
raggiera dangelo
e poi la nebbia, e gli
alberi
e noi fatti daria al
mattino.
Verlangen van je klare handen in de schemer van de vlammen, ruikend naar
eik en naar rozen, naar de dood. Winter van oudsher.
Vogels zochten granen en plots waren ze van sneeuw, aldus de woorden,
een beetje zon, een engelenstraal en dan de nevel, en de bomen en wij van lucht
gemaakt in de morgen.
Het leven is herinnering: de wemelvlammen in de schemerkamer met wat
brandende kaarsen. De aarzelende stem en de woorden die hangen blijven, tastend
in ons, noi fatti daria, naar de
precieze betekenis.
Wij maar wat lucht, niet zoveel meer dan wat lucht,
dan wat woorden en voor niet zo lang nog. Wij, niet zoveel betekenend, un po di sole, een glinster in de nevel,
een engel die even de wolken openschuift voor ons, even maar, kijkend naar de
vogels die granen zoeken in de sneeuw en sneeuw geworden zijn in de nevel.
Verbeelding: de oude villa in de sneeuw, het land,
de ganse etruskische vlakte onaangeroerd sedert eeuwen, een grote golvende
sneeuwvlakte. En wij, de warmte van de haard in de rug, fatti daria zoals de bomen.
Quasimodo en zijn Antico inverno, zijn Antieke winter. Hoe dicht alles bij elkaar
ligt, lente en winter- in-gedachten. En nu vandaag hoe het kan dat hij hier in
deze vreemde woning bij het haardvuur, teruggrijpt naar wat Quasimodo- wie weet
waar, wanneer en onder welke omstandigheden - geschreven heeft.
En eens te meer zijn woorden, wat is overgebleven
van de levende Quasimodo, een moment, una
raggiera dangelo neer gekomen op de aarde, totaal onverwacht uit de
vlammen van de oude, wijde haard: een woord, een geur, een ritseling, de
beelden die vertellen over het schaapsvel bij de haard.
En wat al heel ver in de tijd lag, plots te
dichtbij opdat er niet, een begin van pijn zou zijn. Zoals het immer zijn zal
als hij terug zal denken aan dit Toscane hier.
12-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-05-2012 |
I Fiamminghi |
De morgen is mijn gebed als ik van
op het bordes over de heuvels kijk om me eens te meer te verliezen in het
landschap, me te verliezen en me terug te vinden in de vele kleuren van geel
over groen naar donkergroen, waar de schaduw is.
De morgen is mijn gebed, gaande
vanaf mijn prilste jeugd tot deze morgenstond, al wat was en is en nog komen
kan, samengenomen en uitgestrooid tot de lange lijn van de horizon en luchten.
Adembenemend de stilte, en wat er diepte aan geeft, de koekoeksroep, het kirren
van de tortelduiven op de draad, elkaar betastend bek op bek.
Kende vele morgens in mijn leven
maar kende nooit de morgens in Toscane. De Lord weze opgetogen met wat me hier
geboden wordt, in de hand gelegd, in de geest binnengeschoven alsof er niets
was dat nog gebeuren kon en niet doordrongen zou zijn van deze morgen.
*
We verblijven in een oude villa met
de allures van een kasteel: i Fiamminghi, gelegen middenin de magische driehoek
Firenzi, Pisa, Siena, in het dorpje Iano. (www.ifiamminghi.it).
Meer dan voortreffelijk. Het
uitzicht beschreef ik reeds, de aard van het licht, de kwaliteit van de luchten
zijn doorslaggevend en het uitzicht is enig.
Geen enkel negatief punt dat ik me
zou gewaardigen te vermelden, er zijn er geen trouwens.
Wat ik wel wil vermelden is het
ontbijt, het is niet te beschrijven noch met namen van gerechten, noch met foto
of tekening, het is een koninklijk ontbijt zoals er nimmer een werd opgediend:
Koffie uit de boon geperst, thé in alle variëteiten, honig en confituur, je
kunt ze niet bedenken of ze staan op tafel; broodsoorten allerlei, koeken
allerlei, fruit zoveel je maar wenst en dan elke morgen andere kaas- andere
vleessoorten, ongekend, nimmer ontmoet maar bemind.
Vergeet ik iets denkt het er dan
bij.
En deze morgen staat de tafel buiten
gedekt. Het is acht uur. Buon appetito.
Wat soms wankelt, zoals vandaag is
de internetverbinding.
11-05-2012, 08:45 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-05-2012 |
Morgen in Toscane |
Heb ik mijn morgens ooit beleefd
zoals de morgen van Toscane deze morgen was. De klank ervan een fuga, de kleur
een symfonie, en boven al een impromptu van licht en luchten, uitgebalanceerd
in rust en eeuwigheid. En wij, vanwaar we ook gekomen zijn en hoe ook
opgegroeid, er in opgenomen, er over neergelegd, gedompeld in al het groen dat
van de aarde is. En van de hemel, het wederkeren als de tijd gekomen is.
Of zoals bij Vittorini, die hij deze
morgen las, no speranza, quiete,
geen nood aan hoop maar ingesteld van kop tot teen op rust en
onvergankelijkheid - in gedachten weliswaar maar gedachten ook zijn van het
leven en geen sordo sogno, geen
dove droom, geen afstand doen, geen ophoping om dit of dat te willen, maar te
zijn wat je bent en waar je bent, effen en bloot en vol van al wat is.
Land van mijn hart, zo nieuw, zo
plots. Humility the only wisdom we can
hope to acquire: ik teken je niet, beschrijf je niet maar ik eet je, ik
versier je, ik glijd binnen langs alle poriën van de wegen die me openstaan. En
land, dat je me ontvangen moge in je warme schoot, verlost van alle ongemakken.
Niet, te zijn of niet te zijn,
maar zoals het landschap hier, wachtende en niet wachtende, niet hopende en
toch hopende op wat komen gaat.
Toscana
del mio cuore, hou me, hou me even en laat me
niet schetsen wat niet te schetsen is,
geen foto van wat te nemen is, want alles is ruimte hier van oost naar west,
van zenit naar nadir, niet af te lijnen, niet te omwallen met kaders, het mogen
nog kaders van goud.
Zoals de morgen deze morgen was, heb
ik geen nood aan Pisa en Firenze, niet aan Lucca, niet aan Siena. Geen nood aan
huizen en katgedralen nog zo mooi gebouwd, geordend, afgemeten op wat kosmisch
is of van Vitruvius is, omsingeld, omhangen met frescos van Jezus of Maria,
geen nood eraan. Geen nood om te zien wat is te zien, maar geef me de dorpen
van Villamagna, Castagno of Iano, geef me San Vivaldo, of Legal. Geef me maar
de slingerwegen langs wijngaarden en grijze velden met olijfbomen in bloei,
doorheen de bossen met reeën en vossen die wegen kruisen, en geef me maar - ik
noem het omdat zo lang al geleden - de groene grachten met ereprijs en wikke, met smeerwortel en pinksterbloem, klaproos en rode klaver en met de wilde roos
waarvan een dichter wist, of het nu Rilke was of Burns, ze bitter was om nooit
te vergeten.
Noem ze maar, alle bloemen uit de
velden van mijn jeugd, tot de stinkende gouwe toe, hier terug ontmoet in alle
eenvoud die hun grootheid is.
Waar kan ik sterven als het hier
niet zou zijn.
10-05-2012, 00:07 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-05-2012 |
Dante Alighieri |
Het was van vele dingen
het uur van Venus want daar waar de zon was ondergegaan, schitterde de
nieuwgekomene in een grote helderheid, gegrepen in haar baan omheen de zon, maar
geborgen gebleven achter een wolk van gassen, geankerd tussen de sterren en de
sterren geankerd in het Universum in een juiste, onverstoorbare orde, niet te
verschalken, niet te verbreken, niet om te keren of te verwisselen.
En plots, waar hij
stond in de nacht, een gestalte naast hem, in een lange mantel die tot op zijn
voeten viel, als uit de bomen neer gedaald, met gelaat en scherpe neus die hij
kende of meende te kennen:
Ik weet wat je denkt maar het is Amor que move el sol e le altre stelle,
Het is Amor die alles bewegen doet, alles is een enorm raderwerk zegde een
stem naast hem, die geen stem was, geen articulatie van woorden was. Hij
schrok.
E Alighieri, lei?
Si, sono Alighieri
Dante. Sono scendito per ringrazarlei. Ik ben nedergedaald om je te danken
voor wat je schreef over mij , omdat je geraden hebt waarom ik mijn Vita
Nuova plots heb verlaten.
Een stem die van
ver en van nergens kwam, geluidloos in de geluidloze takken van de bomen,
gedragen door vreemde winden op vreemde golven tot hem gekomen, gedachten en begrippen,
overgebracht van elektron tot elektron, komende uit de massa geest, drijvend
tussen de verre horizon en de sterrenhemel, over het landschap van duisternis .
Alighieri, vertel me over de wereld van nu,
vroeg hij.
Er valt niet veel
meer te vertellen over de wereld, hij is op een keerpunt gekomen, de geest is
stervende, wordt verjaagd uit boek en beeld, het sacrale in de mens wordt bedolven door het materiële, de hemel
is dicht, wat kan er erger nog gebeuren?
En toch Alighieri,
blijf ik hopen in de mens.
Doe maar, geloof
maar. Ik ben gekomen tot een stadium van alwetendheid.
Alwetendheid, ook
over God?
Over God is niets
te weten, Hij IS. En over het Zijnde valt niets te zeggen, het IS, zoals het
Universum is. En er is niets dat niet Is. Ook je vraag over God IS. En het
volstaat dat de vraag er is, opdat het zijnde zijn zou.
Het was middernacht,
hij keek naar de omheen Venus geschaarde sterren, waar hij deel van was. De
bomen over hem geneigd. Hij waagde het op zij te zien, hij waagde het verder te
denken, hij waagde het te denken dat het nog steeds Dante was naast hem. Je weet, zegde de stem,
je bent reeds waar je aankomen zult. En er is maar één plaats voor jou
weggelegd. Het Arcadia van de verloren schrijvers. Allen wachten er op jou, je
bent al aangekondigd, je staat al opgeschreven, alleen je naam is nog niet bijgezet,
maar we wachten en de tijd is niet.
De bomen zwegen.
Het land scheen naar hem toe te komen,
Ugo
09-05-2012, 07:57 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-05-2012 |
San Gimignano |
De duiven huizen in
de torens van San Gimignano, en in de straten wonen de toeristen, verrast over
het aantal, voelen we ons goed er bij te zijn. Goed dat we de muren voelen
kunnen, dat we zien hoe de mossen en de tijd de oude stenen getekend hebben en
hoe het grote licht van Toscane, het licht van het land van Dante me
overrompelt. Wat mij vooral bezig houdt is dat hij er wandelde, dat ik in zijn voetsporen
loop. En, schreef hij er niet aan zijn Commedia, hij was er mee bezig, met het
deel dat reeds geschreven stond en het deel dat in potentie in zijn geest
aanwezig was -, zoals mijn blog al in mijn geest in potentie aanwezig was als
stond er nog geen jota op papier.
Zo komen de grote
momenten op me af, onverwacht maar des te duurbaarder en neem ik met mij, hier
in deze straten, allen die me duurbaar zijn, de vrienden die me lezen en zij
die me niet lezen, maar ik houd ze dicht tegen mijn gedachten aangeleund, hen
omhelzend omdat het zo grandioos is in de straten waar Dante liep en woonde, al
was het maar om een congres, welke ook, bij te wonen en te zeggen wat hij te
zeggen had.
Zijn woorden nog
hangend in de openingen tussen de stenen, klevend in de genen van de sporen van dwergvarens
hier en daar, zoals zijn woorden binnendrongen in de genen van de mensen hier,
de kunstenaar op de hoek met zijn miniatuur-aquarels en wat hij me vertelde
over de levensbomen die hij tekende, maar niemand kocht en ik hem toen zegde :dat
hij Dante tekenen moest: Ulysses en zijn gezellen, zijn boot ondergedompeld in
de baren; of Paolo en Francesca, de innig verliefden; of Graaf Ugolino knagend
aan het hoofd van de bisschop.
Materie te over,
waardevoller voor allen die Dante lazen en meedragen in de vezels van hun hart
dan de levensboom of de minuscule velden zonnebloemen, of wat hij ook tekenen
mocht.
San Gimignano waar
we waren, de duiven huizen er in de torens, de toeristen in de straten en
verheugd dat we een van de velen waren. Maar dan wel met Dante in het bloed.
En dan toch
gevonden wat ik zocht in een verscholen boekenwinkel, de man met een brede
glimlacht toen ik binnenkwam en vroeg of hij Vittorini had. Elio ? antwoordde
hij.
Conversazione
in Sicila, antwoordde hij.
Si
heb ik geantwoord, Conversazione in
Sicilia.
Voor het slapengaan
lees ik van een man in een emotionele toestand, een toestand die ik ook heb
gekend, maar zeker niet vandaag:
La
vita in me come un sordo sogno, e non speranza, quiete.
Of het leven in mij als een doffe droom
en geen verwachten, rust.
Maar ik weet dat
hij vanuit het Noorden van Italië afreizen zal om zijn oude moeder te bezoeken
in Sicilia. En dit bezoek is grote literatuur.
Later, bijna
middernacht, staat de hemel vol sterren en planeten. Is er nu een afspraak
gemaakt met Dante of niet? ik wacht onder de bomen van eeuwen. Het land beneden
mij een donkere rust.
PS.
Ik hoorde van Koen,
mijn schoonzoon blij dat hij me las - dat Toscanië fout is, dat Toscane meer
dan voldoende is, waarvan akte.
08-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-05-2012 |
Zal ik je een brief |
Zal ik je een brief
schrijven van hieruit, een lange brief die uitloopt over de heuvels en de
dorpen verspreid, in een levend schilderij sober gehouden in kleur en tekening,
onder een voile van onvergankelijkheid. En waar ik sta, en waar ik adem met het
land en met de luchten, de regen in de bomen. Mijn stilte dat mijn leven is.
Of schrijf ik
slechts hoe ver het gevorderd is met mij, of hoe goed ik me voel, hoe vol van
dingen en van beseffen.
Of nog, zeg ik je over
wat het ontwaken is in de zang van lijsters en van merels, van verliefde en
verloren tortels in de hoge bomen, van de meesjes en de vinken die ik vermoed, van
het gekende en het ongekende en het licht in brede banden dat de kamer binnenvalt:
Light
enters the room like a gilded Pavlova
schreef ooit Ezra Pound , en ook: but
all that is folly to the world.
Ik weet dus wat
gedacht wordt over de dingen die ik hier verkondig alsof wat ik vertel het hoogste
was dat ik kon achterlaten.
Zo, je weet nu hoe
de dag begonnen is, maar je weet niet hoe uit de open deur van de eetkamer, de
geuren van vers gebakken broden en van donkere koffies me bekoren komen, geuren
lijk gedachten die niet te houden zijn en zich verspreiden nu, in vreemde
vormen over de bomen tot ver over de heuvels tot waar de zeeën zijn.
Ik schrijf je
morgen meer. Misschien vanavond nog, nu ik Dante verwacht, in een donkere
mantel gehuld, woorden schrijvend.
07-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-05-2012 |
Toscanië |
Toen Toscanië tot
ons kwam vandaag heb ik van vele zaken, de zang gehoord van grote winden in i pini, de pijnbomen, zoals Respighi
die hoorde in Rome. Er over geschoven, erin vermengd, de droomgolven van licht,
een gebed gelijk, schuivend lijk de wolken over de heuvels en de landerijen,
tot over de zeeën.
En als de avond
kwam hoe vlug niet de avonden komen hier doorheen een mist van zilver de gloed van de zon tot
rust gekomen.
Zo gebeurde, en een
stilte in overdaad, het kirren van de duiven in de tuinen, gesponnen, geweven ingekaderd
in het castello dei Fiamminghi waar we gasten waren.
En hoe we gasten
waren, verfijnd ontvangen in oude kamers met wijnen die we bij naam noemen
kunnen, een witte Vernaccia, Panizzi 2010 en een Le Corti 2008, een Chianti classico,
bij een maal van Annemie te heerlijk en te verrassend ingewikkeld om te
detailleren, daar zo exquis, zo puur, zo ingenieus voorgeschoteld op een
ondergrond van la cocina povera uitgewerkt en opgesmukt tot een maal
voor Vlaamse fijnproevers.
En hoe gebeurt het,
dat ik, en wie ben ik dat me zo iets overkomt. Onder de pijnbomen en de
eeuwenoude steeneiken, Frank ontmoet, de zoon van een overleden jeugdvriend. En
zeggen dat hij me kende, zeggen dat hij me bij naam te noemen wist, terwijl hij
voor mij een vreemde jonge man was, onbekend en onbemind.
Omwille van zijn
vader, omwille van de vele goede herinneringen aan zijn vader heb ik hem
omhelst met vochtige ogen. Hier in Montenaio, in dat verre en toch dichtbije
Toscanië, het land waarvan we dromen als het mistig is bij ons, koud en
ongezellig. Terwijl hier
06-05-2012, 00:04 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-05-2012 |
De Adem van de Dagen (34) |
E
quindi uscimmo a riveder le stelle.
Hij beseft dat er
in het Westen, ook onder invloed van de New
Physics een beweging is ontstaan in het religieuze denken die een raakvlak
heeft met de metafysica. Zo heeft de religieuze mens nood aan het onzichtbare
dat te zichtbaar werd en wordt voorgesteld. Die tijd is voorbij, de begrenzing
van het woord maakt plaats voor de ruimte van de geest. De mens overschrijdt
thans de drempel van een totaal nieuwe dimensie, deze van zijn oorsprong als
stof van de sterren.
De Bijbel, het
grote epos van de mens in zijn relatie tot zijn God, die woorden sprak en daden
stelde, is te hernieuwen in een epos van de mens in zijn zoektocht naar zijn integratie
in het kosmische gebeuren.
En hij weet zijn
verbondenheid intens. Als hij elke zondagochtend, langs de weg die hij samen
met enkele vrienden loopt, dezelfde boom groet - zijn hand even op de schors
houdt en dag boom zegt - dan gelooft hij dat de boom deze groet opneemt en
doorgeeft aan de andere bomen. En al weet hij wel dat velen dit geloof niet
delen toch denkt hij dat mens en boom iets gemeen hebben.
Hij kan er opnieuw
Paulus bij roepen die schrijft dat we een tempel Gods zijn en dat de geest van
God in ons woont. Zou hij dan ook niet wonen in die boom die hij groet en
zouden de contacten tussen mens en boom niet gebeuren precies langs het deeltje
God dat boom en mens bezielt en levend houdt?
Het is het doel van
zijn bestaan hier op aarde, wat is van God-Elohim in hem, te benaderen en af te
tasten, te omcirkelen en erin binnen te dringen. Het is zijn queeste naar de
negenennegentig namen van die God, neergeschreven (18 + 81, weliswaar in
Arabische cijfers) in de palm van ons beide handen. Namen die hij ziet, niet
als de negenennegentig eigenschappen van God/Allah, maar als zovele
mogelijkheden om Hem te omschrijven.
Hij weet dat deze
queeste doorlopen moet tot het allerlaatste ogenblik van zijn bestaan. Maar hij
beseft tezelfdertijd dat deze zoektocht niet altijd kan volgehouden worden, dat
er breekpunten zijn, momenten dat hij begaan is met andere zaken waarbij hij
amper de dag ziet opengaan en de dag ziet sluiten.
Maar het is
duidelijk : zijn beeld van God valt niet samen met het beeld dat Paulus ons
voorhoudt. Paulus schrijft trouwens, dat alleen de geest van God het wezen van
God kan kennen. Hij schrijft ook dat we niemand, behalve onszelf, kunnen
kennen.
Paulus echter is
een uitzondering hierop. Hij kent Jezus omdat God besloten had zijn zoon aan hem te openbaren. Wat betekenen
moet dat dankzij deze openbaring
Paulus in de mogelijkheid is te spreken over de Jezus van Jezus en niet, zoals
men logisch denken zou, over de Jezus van Paulus.
Waar deze
openbaring heeft plaatsgevonden en onder welke vorm zal wel niemand weten, want
Paulus aarzelt niet te bekennen dat hij, op de weg naar Damascus, na de roep
van de Heer te hebben gehoord, onmiddellijk,
zonder een mens te raadplegen naar Arabië vertrokken is, om pas drie jaar
later naar Jerusalem te komen waar hij Kefas (Petrus) en Jacobus, de broeder
van de Heer, zal ontmoeten.
Welke Jezus is hij
in Arabië gaan opzoeken. Is het zo dat hij drie jaar als postulant in het
klooster van Qumram zou verbleven hebben, zoals hij het las in The Dead Sea Scrolls Deception van Michael
Baigent en Richard Leigh?
Neen, zijn beeld
van God loopt niet parallel met dit van Paulus omdat zijn opvatting over God,
van binnen in hem vertrekt en niet vanuit de geschriften van Paulus. Hij kan
enkel zijn eigen weg bewandelen doorheen de diepste roerselen van zijn geest.
Aldus kunnen allen
die hem lezen de essentie vernemen van wat levend is binnen in hem. Zoals
anderen in de geschriften van Paulus alles kunnen vernemen over de essentie van
Jezus in Paulus.
*
Maar hij beseft,
aangekomen waar hij zich nu bevindt dat hij een (te) lange omweg heeft gemaakt,
met het godsbegrip als centraal punt, trachtend keer op keer het te belichten
in andere bewoordingen. Maar er zijn er wel die een even lang verhaal bouwen
rond het het. Vandaag voelt hij zich verlost van een zware last. Zoals Dante
zich verlost voelde toen hij zijn pelgrimstocht door de Hel beëindigde met: E quindi uscimmo a riveder le stelle, en toen kwamen we buiten en zagen we de
sterren terug. Ik ook, dacht Ugo, ik ook wil nu terug de de sterren weten
boven mijn hoofd.
05-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-05-2012 |
Frederico Garcia Lorca |
Van Frederico
Garcia Lorca die in Spanje beschouwd wordt als een van de grootste schrijvers
na Cervantes, vond ik in een boekje, uitgegeven in juni 2000 door het poëzie-atelier
van Grupo Anaya, s.a. Madrid, van Benjamin Prado: Siete maneras de decir manzana, of zeven mogelijkheden om over
poëzie te spreken maar Prado vervangt hier poëzie door manzana, appel een even vreemd als prachtig gedicht dat voor mij
de zuiverste poëtische expressie is. Een gedicht dat zijn kracht haalt uit de
eenvoud van de opgeroepen beelden, en dat, alhoewel het kinderlijk schijnt, toch
een zeer dramatische inslag kent, Frederico Garcia Lorca werd immers tijdens de
Spaanse burgeroorlog in augustus 1936 gevangen genomen door de aanhangers van
Franco en enkele dagen later gefusilleerd. Ik vrees zelfs dat zijn graf nog
steeds niet gelokaliseerd werd, maar ik zou me kunnen vergissen.
Ik breng u hier de
originele versie, de vertaling komt verder:
Por
las ramas del laurel
vi
dos palomas oscuras:
la
una era el sol,
la
otra la luna.
Vecinitas,
les dije,
¿Dónde
està mi sepultura?
En
mi cola dijo el sol
En
mi garganta dijo la luna.
Y
yo que estaba caminando
con
la tierra por la cintura
vi
dos aguilas de nieve
y
una muchacha desnuda.
La
una era la otra
y
la muchacha era niguna
Aguilitas,
les dije,
¿Dónde
està mi sepultura?
En
mi cola dijo el sol
En
mi garganta dijo la luna.
Por
las ramas del laurel
vi
dos palomas desnudas
la
una era la otra
y
las dos eran ninguna.
Terwijl Lorca ons
een poëtische mengeling nalaat van woord, beeld en klank, gaat de klank en kleurrijkheid
door de vertaling verloren omdat het woord meer aandacht krijgt dan het
verdient.
Ik dacht er het
volgende van over te houden:
Tussen de takken
van de laurier
zag ik twee donkere
duiven,
de ene was de zon,
de andere de maan.
Lieve buren zegde
ik tot hen:
Waar is mijn graf
gelegen?
In mijn staart
zegde de zon,
In mijn keel
zegde de maan.
En ik, reizend
met de aarde aan
mijn zijde
zag twee arenden
van sneeuw
en een meisje naakt.
De ene was de
andere
en het meisje was
geen ene.
Arendjes zegde
ik:
Waar is mijn graf
gelegen?
In mijn staart
zegde de zon,
In mijn keel
zegde de maan.
Tussen de takken
van de laurier
zag ik twee naakte
duiven.
De ene was de
andere
en de twee waren geen
ene.
Heb ik nu niet
gezondigd tegen het auteursrecht door dit gedicht hier over te nemen?
04-05-2012, 00:31 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-05-2012 |
TRACK, kunst in Gent |
Op 12 mei opent in
Gent de tentoonstelling TRACK, een kunstmanifestatie buiten de muren van het
museum, waaraan een dertigtal mondiaal gekende kunstenaars deelnemen.
In dit kader plant
de Chinese kunstenaar Tazu Rous hij heeft nog een viertal namen in meer - een
hotelkamer te bouwen rond de toren, met uurwerk, van het Sint-Pietersstation. Hij plant niet
alleen de bouw van een hotelkamer, hij wil er ook de ganse duur van de
tentoonstelling die loopt tot 16 september verblijven.
IK heb er helemaal
niets tegen, trouwens het ligt in zijn aard te bouwen, reeds in 2005, bouwde
hij een slaapkamer rond het bronzen Christusbeeld in het Sint-Anna park, hij is
dus een kunstenaar-bouwer die zich plagieert in Gent.
Het is natuurlijk
zo dat al degenen die de trein nemen in het Gentse station onvermijdelijk
geconfronteerd worden met het glazen veronderstel ik - kamercomplex omheen de
enorme klok in de toren die de achtergrond wordt van zijn bed in zijn
slaapkamer. Hopelijk verliest hij het uur niet uit het oog, hopelijk is het een
elektrische klok en niet een mechanische, hopelijk houdt hij het vier maanden uit.
Aan lef ontbreekt
het hem dus niet maar, zijn dergelijke manifestaties, kunst te noemen, en als
het kunst is - en dat zal wel, gezien het de bedoeling is van TRACK - zal het
ooit iemand beroeren in de ziel of, zal er naar opgekeken worden met een
glimlach?
Een andere kunstenaar,
Benjamin Verdonck een Antwerpenaar, realiseert in een grote boom in het
Vogelenzangpark een getrouwe replica van een van de bungalows in het park uit
de jaren vijftig. Hier wordt het maar een kopie te klein om te bewonen, wat jammer
is, maar niet voor de boom.
Wat niet belet dat
deze tentoonstelling een excellente gelegenheid is om het waardevolle en het
historische van bepaalde stadsgedeelten een betere bekendheid te geven. In elk
geval is het zo dat een deel van TRACK zich zal situeren in de hoogte.
Hoogstaande kunst
dus.
Wie hierover het
essentiële oprapen wil, surfe naar www.track.be.
03-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-05-2012 |
Literatuur |
Ik denk literatuur
te bedrijven als ik schrijf. Ik denk zelfs dat ik altijd, vanaf ik begonnen
ben met het bijhouden van een dagboek, literatuur heb bedreven.
Maar wat mijn
dagboek betreft is er een wijziging opgetreden. Het is niet veel meer nog dan
het neerschrijven van de gedachten die plots opduiken in mijn vingers,
gedachten die ik zo maar laat vloeien en ik er meer op uit ben
mijn blad te vullen in plaats van toe te zien dat wat ik schrijf, én duidelijk
leesbaar is, én inhoud heeft.
Ik vrees dat noch
aan het ene noch aan het andere wordt voldaan en dat eens opgepropt met
woorden, het materiële aspect van een volgeschreven blad, me volstaat. Ik ben dus in een
stadium terecht gekomen dat mijn dagboek, althans dit van de laatste dagen,
niet meer de waarde heeft die het had in den beginne.
Dit is een
vaststelling, die ik me maakte, heel vroeg deze morgen, vóór het gekweel van de
vogels in de tuin. Het is niet iets om fier over te zijn.
Misschien is het om
deze reden dat al mijn geestelijke krachten gebundeld liggen in mijn blog, en
is dit het enige literaire werk dat ik presteer.
Of het literair is,
zal er iemand opstaan om het me te zeggen?
02-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-05-2012 |
Moedeloosheid |
Moedeloosheid
overvalt me. Het leven is plots een grote onzekerheid, een open vlakte zonder
horizon, een woestijn, een dorheid.
Vanwaar deze
gedachten, terwijl ik gisteren nog aan het dromen was; terwijl ik de vorige
dagen nog een eeuwigheid voor mij had; terwijl ik dacht mijn vijfde maand te
beginnen, met nog zeven voor de boeg; terwijl ik dacht canto 34 van mijn
A.vd.D. in te loggen met als laatste zin de laatste versregel van Dantes Hel?
Vanwaar deze
gevoelens, alles te laten voor wat het is, die moeë lichaam, deze moeë geest,
zijn rust te gunnen. Geen woorden meer, geen gedachten meer, een totale
leegheid van hart en ziel.
Ademen om nog wat
dagen in leven te blijven. Terwijl ik buiten loop, de zon voel in mijn hals, in
mij witte haren, zie hoe alles in kleur komt, hoe een spinnen ei is opengebarsten
met honderden minuscule spinnen tegen het raam, valt alles stil in mij,
opgelost, vergeten, verlaten.
Mijn boeken
waardeloos, alle dingen die ik schreef of tekende, of de stukjes steen en
wortels die ik samen kleefde onder glas, waardeloos, uitingen van de laatste
stuiptrekkingen. En dan, wat me overviel toen ik neer zat om deze woorden te
schrijven, begoocheling te denken dat mijn blog de remedie was die alles
oplossen zou.
De dag die naar
zijn einde neigt: in het minivijvertje één rode vis nog opgedoken, een
vergetelheid van de reiger, en als ik voor mijn klavier zit, een vage schaduw,
een laatste ekster neergestreken op de tafel in de tuin waar ik een hoopje
kaassnippers had neergelegd.
Zeg ik, dat het al
wat beter gaat?
01-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-04-2012 |
Volendam |
Queens Day (Holiday
Netherlands)
zie ik bovenaan de dag van 30 april in mijn Dagboek van The
Economist. En ik denk aan die jonge man, bedolven onder de sneeuwlawine,
roerloos nu in een ziekenhuis in Londen. Ik denk aan de moeder die zal lachen
en lachend handen drukken.
Ik denk ook aan Volendam.
Het was in 1947 dat we, Luc De Landsheer (+) en ik, van uit ons dorp aan de
Schelde met de fiets, Nederland zijn binnengereden, om na zoveel dagen aan te
komen in Volendam, vraag me niet waarom we Volendam hadden uitgekozen. Maar we
waren er, we kampeerder er ergens op een boerenhof denk ik. Het was daar dat ik
Miet ik meen dat het Miet was kennen leerde, dat er tussen ons beide iets
had kunnen groeien dat zich achteraf beperkte tot wat over en weer geschrijf,
een uitwisseling van gedachten, van dromen. Hoe het stil gevallen is weet ik
niet meer, wellicht zoals alle briefwisseling stil valt. Weet ook niet meer of
we elkaar gekust hebben, ooit, geloof van niet, in die tijd was dit nog een
ernstige bezigheid.
Maar ik dacht eraan,
stel dat het nu gebeuren zou. Stel dat ze ook een blog zou bijhouden waarin ze
elke dag iets zou schrijven over haar, stel dat jij haar blog lezen zou en zij
dat van jou. Stel het maar.
Een gevaarlijke
business zou het worden, jij 20, zij 20 en elke dag iets vernemen van elkaar,
wat woorden, wat gevoelens. Vast stellen aan een woord, een zin dat zij je leest; zij, bemerken
dat jij haar leest, maar twijfelen nog.
Dangerous,
hoogst gevaarlijk. Een ondergronds gevoel dat groeien zou, waarvan de groei
niet meer te stoppen is. Een beeld dat zich vormt, verbazing over wat je dag
aan dag te weten komt, kleine dingen, kleine misschien zelfs uitgekozen
gebeurtenissen die je verneemt en die je gaat uitschrijven in gedachten. Die je
gaat ver-dromen tot realiteit. Beiden weten hoe ze elkaar kunnen benaderen,
onschuldig - als blogger smeekt je erom
dat iemand je zou zeggen dat je blog gelezen wordt het voelt aan als een
dagelijks rendez-vous in het woord, dat je niet meer kunt missen, het prille
begin van een amoureus parfum, het meest heerlijke parfum dat er is en elk
woord dat je leest dat je, zelfs al is het uit het dagelijkse leven, zelfs al
is het uit een andere wereld, een aanraking is, een aai, een blik die je
vertedert, die je openbreekt, zoals je een bolster breekt. En je bent twintig
of tweeëntwintig, of welke ouderdom ook: het wonder dat internet is biedt vele
mogelijkheden.
Veertig,
vijftig jaar, een leven later, je bent nog altijd samen en iemand vraagt je, zo
maar, waar je elkaar hebt leren kennen.
Vroeger zou je
gezegd hebben, in Volendam, tijdens het verlof. Nu, wel ons blog, Vrouwe
Fortuna, bracht ons samen, we waren elke dag benieuwd elkaars blog te lezen.
Tot er een e-mail kwam, tot er een ontmoeting kwam, zij komende uit Volendam, hij
uit een boerendorp in Vlaanderen. Wat ze gemeen hadden buiten hun verliefdheid,
waren de klompen die ze droegen in hun kinderjaren.
30-04-2012, 01:25 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-04-2012 |
Inspanning |
Ik vroeg gisteren
een lange inspanning aan mijn lezer, het was een nog langere voor mij om te schrijven
wat ik schreef.
Gaf het me enige
vreugde bij het inloggen, en eens ingelogd, keek ik er met vertrouwen op neer?
Twijfel is mijn
deel, twijfel mijn gegoochel met de naam van God, twijfel mijn gestamel, want
meer is het niet. En jij, je vraagt me of het wel nodig was dergelijke zaken te
verwoorden/verwerken.
Zijnde wie ik
geworden ben, was het nodig en blijft het nodig, want er is droefheid om wat me
werd aangeleerd in mijn jeugd en nu grote twijfel genereert dat het, hoe mooi
en geruststellend het ook moge geweest zijn, niets te maken had met het grote
enigma dat de naam van de Onnoembare omkleedt.
Er is ook grote
kommer, omdat de jeugd geen nood meer heeft aan wat van vroeger was, de
teloorgang van wat gekend staat als de christelijke beschaving is aan de gang, de
Kerk houdt schijnbaar de ogen gesloten voor wat zich aan het afspelen is, alsof
alles, door gebed en door de tussenkomst van de Heer, terug in zijn plooi zal vallen.
Waar ik niet in
geloof. Maar men zou kunnen beginnen met de nadruk te leggen op die meer
diepgaande woorden van een totaal andere gerichtheid die Jezus sprak: Het rijk
Gods zoek je niet, het bevindt zich binnen in jou.
Waaruit we, om te
beginnen, leren konden te leven zoals het hoort te leven: open voor het grote
mysterie dat het leven is; bewust dat je lichaam stof van de sterren is en je
geest, even onsterfelijk als de geest die van de kosmos is.
Maar of we hier ver
zullen mee komen, weet ik niet, misschien brengen de tijden ons zes eeuwen
terug.
Ondertussen vergat
ik dat gisteren, 28 april, in Hong Kong, de geboorte van Buddha werd gevierd.
Heb er hier niets over gelezen.
29-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-04-2012 |
De Adem van de Dagen (33) |
En deze morgen
heeft hij Proust gelezen waar deze het
heeft over het evangelie van Lucas, wanneer de dubbelpunten gelezen worden
die de tekst onderbreken. En, schrijft Proust, :
Avant chacun des morceaux presque en forme de cantiques
dont il (het evangelie) est parsemé heb ik de stilte beluisterd van de gelovige die deze teksten luidop las en
bij elk dubbelpunt de lezing even onderbrak om het volgende vers aan te
vatten; alsof het een psalm was die hem herinnerde aan de vroegere psalmen uit
de Bijbel, et plus dune fois, tandis que
je lisais, il mapporta le parfum dune rose que la brise entrant par une porte
ouverte avait répandu dans la salle haute où se tenait lassemblée et qui ne
sétait pas évaporé depuis dix-sept siècles.
En meer dan eens,
terwijl ik las, bracht hij me de geur van een roos die de wind, langs een open
deur had binnengebracht, in de hoge ruimte van de zaal waar de vergadering zich
ophield, een geur die na zeventien eeuwen (!) nog niet verdampt was.
Hij leest dit en
voelt de grote poëtische kracht van Proust, schuilend meer in de klank van het woord
dan in de betekenis ervan en groter nog is het gevoel dat hij onrecht heeft
aangedaan aan het Boek der boeken, dat hij nemen moet en lezen, traag, heel
traag zoals Wittgenstein wenst dat zijn zinnen gelezen worden.
Het goddelijke in
de Bijbel is ontstaan uit de innige verbondenheid van de mens met zijn God en
handelend over deze verbondenheid. Maar waarheden van toen zijn symbolen
geworden en dogmas fossielen. En de groei gaat verder. Nieuwe elementen
sluipen binnen en slingeren zich omheen de oude en niets kan de groei van het
nieuwe tegenhouden. De zoektocht van de mens, in zijn hunker naar het
Allesomvattende, geïnspireerd door de beelden van het Universum die hem thans
bereiken, situeert zich voorbij de dimensie van de God van de bijbel.
En het is hem
duidelijk, de oude banden zijn afgelegd, hij wenst zich niet meer te begeven in
het spoor van de theologen die vertrekken van gegevens waarvan het stramien
opgetekend ligt in boeken waaraan niet mag getornd worden.
Want de mens wil
zich losrukken uit deze bolster van waarheden op vergeelde bladen; wil voor
zich de oneindigheid waarvan hij, dankzij de geest in hem, een immens deel is,
en de geest, de zuivere essentie zijnde van het Universum, hij deel is van deze
essentie. Het is zijn vrijheid te zijn tussen hemel en aarde en hoe verder hij
de hemel binnendrijft hoe rijker, hoe voller, hoe meer geïntegreerd hij zich
voelt en ook hoe inniger zijn band is met al degenen die denken zoals hij.
Het is een leven
vullende harmonie van het kleine in het sublieme en het sublieme dat het kleine
vult en kleurt.
En zo kan hij ook met de pastoor van Crécy uit le Journal dun Curé de Campagne van Bernanos beamen : Les petites choses nont lair de rien mais
elles donnent la paix.
En kan hij eraan
toevoegen dat de kleine dingen van het leven niet alleen rust brengen in ons
maar dat het ook vingerwijzigingen zijn naar het oneindige. Dit te zien, dit
aan te voelen brengt ons in het spoor van de mens die wordende is.
En dan is er de
vraag, vanwaar deze ingesteldheid; ontstaat ze uit hemzelf, is ze inherent aan
ons mens-zijn en volstaat het buiten het alledaagse te treden opdat we terecht
zouden komen in een inspiratiebron die onze wereld van gedachten en gevoelens
bevloeit?
Het is dit magische
gevoel van creativiteit dat een uitwerking zoekt in al degenen die werken aan
een boek, een schilderij, een symfonie, die werken aan om het even welk
kunstwerk. We zijn gelukkig hiermee; het is het doel van ons mens-zijn. Het is
het openrukken van ons mens-zijn op het kosmische, het verhevene, dat de
creativiteit in zich draagt.
Als Schillebeeckx
die hij destijds las, dan schrijft dat God een evolutieve kosmos heeft gewild
om daarin de mogelijkheid voor te bereiden voor een menselijke vrijheid en dus
van liefhebben, dan zijn dit maar wat woorden. En had hij liever in plaats van
lief te hebben, gelezen en gehoopt te zullen lezen: en dus van creatief te
zijn.
Het creatieve dat aanwezig is in een kosmos in
volle evolutie, en het is in dit creatief-zijn dat onze toekomst ligt. dit is
het spoor dat voor ons open ligt.
Trouwens welke
kosmos zou de God die we aanroepen anders kunnen gewild hebben, een statische?
28-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-04-2012 |
Hoe het vergaat |
Hoe het vergaat met woorden.
Woorden zijn wispelturig, elke dag vergaat het verschillend met de
woorden. Soms staan ze er, klaar om genomen te worden, soms zitten ze verborgen
en weigeren ze zich te tonen zodat ik er hulpeloos bijzit, want woorden zijn
mijn adem.
Ook vandaag is het geen feestdag wat woorden betreft, gisteren ook
aarzelden ze, maar dan vond ik Pessoa die me ter hulp kwam.
Zo blijft de spanning tot het ogenblik dat ik mijn tekst goed genoeg
acht om hem in te loggen. En het is ook zo dat het belangrijkste deel van de
dag gericht is op mijn blog en dit nu al sedert half 2010. Het is begrijpelijk
dat ik eens op een muur stuit waarachter de woorden zich verbergen.
In meer wil ik ook werk maken van
dat fameuze boek van mij. Waarin ik me op het ogenblik op een dwaalspoor
bevind dit is de indruk die ik heb ik schrijf in het ijle weg. Ik ben bezig
met zaken die ik kwijt wil, omdat ze te lang al in mijn rondslingeren. Ik vraag
dus nog wat geduld vooraleer ik aan mijn verhaal als er tenminste een verhaal
gevonden wordt - kan beginnen.
Trouwens ik ben onkundig in het vak wat roman schrijven aangaat. Ik heb immers
de indruk dat de lezer verwacht dat ik iets te vertellen heb. Dat ik
bijvoorbeeld schrijf dat Ugo, een Four Roses is gaan drinken in een bar in de
stad, een literair café, typisch voor Europa, zegt George Steiner, dat hij er
een jonge vrouw ontmoet met wie hij een spel schaak begint, sippend aan zijn
bourbon, dat hij er haar ook een aanbied en dat ze daarna, ja, wat doet men na
schaak te hebben gespeeld, als je je laat gaan als schrijver, zonder enige
belemmering, à la Brusselmans, schrijven tot onder de lakens, met de nasmaak
nog de volgende morgen.
Ik zou dat wel kunnen. Wat Ugo betreft is mijn vrijheid totaal, maar het
schijnt me toe dat het er zo aan toegaat
in alle romans, dat elkeen dit uitschrijven kan of met veel sprekende details,
of met een zekere soberheid in de beschrijving van bepaalde handelingen, wat me
dan doet denken aan de wijze waarop Jacques Prévert dit probleem, als het er
een zou zijn, oploste:
Terwijl ik, voor het ogenblik, Ugo nog iets meer wil laten vertellen
over het Boek der Boeken zo lang het in Europa nog zal mogelijk zijn jij,
als lezer, hoeft het maar over te slaan als het je geen zier interesseert. Maar
voor mij is het belangrijker dat het schaken met een jonge vrouw en het drinken
van een Four Roses.
Later misschien.
27-04-2012, 00:53 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-04-2012 |
Fernando Pessoa |
Over
Fernando Pessoa schrijft Saramago: dat het een man was die talen kende en
verzen maakte. Hij verdiende zijn brood en wijn met het aanbrengen van woorden
op de plaats van woorden, hij maakte verzen zoals verzen gemaakt worden, alsof
het voor het eerst zou zijn dat verzen werden gemaakt.
Hij
schrijft ook dat Pessoa een fenomeen was, nooit voorheen gezien in Portugal,
dat hij een nog grotere was dan Camões en, als hij zich bekeek in de spiegel,
hij dacht dat hij Ricardo Reis was, dat hij Alberto Caeiro was, dat hij Alveiro
de Campos was, dat hij Serrando Soarres was en nog enkele namen in meer, om
uiteindelijk te besluiten dat het thans tijd werd om Fernando Pessoa te zijn, el ridículo
Fernando te zijn en de meest
ridicule liefdesbrieven van de wereld te schrijven. Aldus Saramago.
En la flor de ledad,
op 47-jarige ouderdom stierf Pessoa. Van hem is geweten dat zijn laatste
woorden waren: dadme mis gafas, geef
me mijn bril.
Volgens
Saramago heeft niemand zich ooit de vraag gesteld wat ik betwijfel waarom
hij zijn bril verlangde. Het was niet om zichzelf te bekijken, er was trouwens,
zegt Saramago, geen spiegel in de kamer. En ook, no le dio el tiempo la parca, de schrikgodin liet hem de tijd niet.
Persoonlijk,
maar wie ben ik, wist Pessoa wel wie er aan het sterven was, maar denkend aan
wat ik las van hem, waag ik het vooruit te schuiven dat hij, in een laatste
helder ogenblik ons een afdruk van zijn schalksheid heeft willen achterlaten
door naar zijn bril te vragen.
Wat
ik niet denk is dat hij naar zijn bril vroeg om die mee te nemen in het andere
leven om er als een gebrilde man te verschijnen. Maar je weet maar nooit met
hem.
Ik
denk ook aan dadme mis gaffas,
alsof voor een schrijver als Pessoa, sterven de meest doodgewone zaak was.
Maar
van Fernando Pessoa vergeet ik niet dat ik een koffie dronk in het café waar
hij regelmatig kwam, en dat ik neerzat in de stoel, naast het beeld van hem
geplaatst ter hoogte van het café, in het midden van de rua Garrett in
Lisboa, en dit met zijn boek
in de hand dat nu gesloten voor mij ligt.
26-04-2012, 00:04 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |