xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wie is het die het gedicht voorlas van Salvatore Quasimodo, laat op de
avond, met Venus, de grote schitterende, even nog gegroet, en dan in de
schemerkamer, in de warmte van de haard:
Desiderio delle tue mani chiare
nella penombra della
fiamma
sapevano di rovere e di
rose
di morte. Antico inverno.
Cercavano il miglio gli
uccelli
ed erano subito di neve,
cosi le parole
un podi sole, una
raggiera dangelo
e poi la nebbia, e gli
alberi
e noi fatti daria al
mattino.
Verlangen van je klare handen in de schemer van de vlammen, ruikend naar
eik en naar rozen, naar de dood. Winter van oudsher.
Vogels zochten granen en plots waren ze van sneeuw, aldus de woorden,
een beetje zon, een engelenstraal en dan de nevel, en de bomen en wij van lucht
gemaakt in de morgen.
Het leven is herinnering: de wemelvlammen in de schemerkamer met wat
brandende kaarsen. De aarzelende stem en de woorden die hangen blijven, tastend
in ons, noi fatti daria, naar de
precieze betekenis.
Wij maar wat lucht, niet zoveel meer dan wat lucht,
dan wat woorden en voor niet zo lang nog. Wij, niet zoveel betekenend, un po di sole, een glinster in de nevel,
een engel die even de wolken openschuift voor ons, even maar, kijkend naar de
vogels die granen zoeken in de sneeuw en sneeuw geworden zijn in de nevel.
Verbeelding: de oude villa in de sneeuw, het land,
de ganse etruskische vlakte onaangeroerd sedert eeuwen, een grote golvende
sneeuwvlakte. En wij, de warmte van de haard in de rug, fatti daria zoals de bomen.
Quasimodo en zijn Antico inverno, zijn Antieke winter. Hoe dicht alles bij elkaar
ligt, lente en winter- in-gedachten. En nu vandaag hoe het kan dat hij hier in
deze vreemde woning bij het haardvuur, teruggrijpt naar wat Quasimodo- wie weet
waar, wanneer en onder welke omstandigheden - geschreven heeft.
En eens te meer zijn woorden, wat is overgebleven
van de levende Quasimodo, een moment, una
raggiera dangelo neer gekomen op de aarde, totaal onverwacht uit de
vlammen van de oude, wijde haard: een woord, een geur, een ritseling, de
beelden die vertellen over het schaapsvel bij de haard.
En wat al heel ver in de tijd lag, plots te
dichtbij opdat er niet, een begin van pijn zou zijn. Zoals het immer zijn zal
als hij terug zal denken aan dit Toscane hier.
|