xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik was sterk
onder de indruk van de prestatie van Andrey Baranov na zijn Prokofief en vooral
na zijn uitvoering van Shostakovich Eerste Vioolconcerto, opus 77.
Het is een
van de mooiste vioolconcerti die ik ken en ik stel me de vraag, hoe zou Baranov
eruit gekomen zijn had hij zoals de anderen het concerto van Sibelius, Paganini
of Tchaikovsky gekozen.
Nu ik maak
geen rangschikking van de prestatie van de tien kandidaten die ik al hoorde, er
is een jury hiervoor, alleen waag ik het te zeggen dat het optreden van Baranov
hoogstaande was, en als het hoogstaande was dat het te wijten was aan de
immense kwaliteiten van het concerto dat hij gekozen had.
Het
vioolconcerto en dan dat uitzonderlijke, onevenaarbare derde deel is alles, verdriet, afscheid en herop
standing, is een bundel wonderlijke klanken dat ik zou willen aanbieden aan zij
die naar mijn uitvaart zouden komen.
Zullen zij
die me lezen en, als ik het niet zou gedaan hebben, iets te regelen hebben, er
rekening willen mee houden, het derde deel van het vioolconcerto van
Shostakovich, van het tromgeroffel af, tot zo ver mogelijk te willen laten
vloeien over mijn lijkkist.
Dit is wat
ik dacht, vandaag 25 mei, toen ik het her beluisterde op Canvas, met het venster open op het gezang
van de merels en de lijsters en de vinken
en de mezen en van de wind in de bomen.
*
Ik las Testimony, the memoirs of Dmitri
Shostakovich van Solomon Volkov (Faber & Faber, paperbacks 1981,
London-Boston). Niet dat hierin veel verteld wordt over zijn werk in het
algemeen, wel over de angst die hij kende muziek te componeren dat niet in de
lijn lag van wat van de componisten gevraagd werd.
Zo werd in
1948, op het Congres van de Componisten, zijn werk samen met dit van Prokofief
en Katchaturian veroordeeld als anti-people
formalisme and decadence (zijn eerste vioolconcerto dateert van 1947-48). En
werd de partituur van zijn negende symfonie als totaal waardeloos van op het
podium de zaal ingegeooid.
|