xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het was van vele dingen
het uur van Venus want daar waar de zon was ondergegaan, schitterde de
nieuwgekomene in een grote helderheid, gegrepen in haar baan omheen de zon, maar
geborgen gebleven achter een wolk van gassen, geankerd tussen de sterren en de
sterren geankerd in het Universum in een juiste, onverstoorbare orde, niet te
verschalken, niet te verbreken, niet om te keren of te verwisselen.
En plots, waar hij
stond in de nacht, een gestalte naast hem, in een lange mantel die tot op zijn
voeten viel, als uit de bomen neer gedaald, met gelaat en scherpe neus die hij
kende of meende te kennen:
Ik weet wat je denkt maar het is Amor que move el sol e le altre stelle,
Het is Amor die alles bewegen doet, alles is een enorm raderwerk zegde een
stem naast hem, die geen stem was, geen articulatie van woorden was. Hij
schrok.
E Alighieri, lei?
Si, sono Alighieri
Dante. Sono scendito per ringrazarlei. Ik ben nedergedaald om je te danken
voor wat je schreef over mij , omdat je geraden hebt waarom ik mijn Vita
Nuova plots heb verlaten.
Een stem die van
ver en van nergens kwam, geluidloos in de geluidloze takken van de bomen,
gedragen door vreemde winden op vreemde golven tot hem gekomen, gedachten en begrippen,
overgebracht van elektron tot elektron, komende uit de massa geest, drijvend
tussen de verre horizon en de sterrenhemel, over het landschap van duisternis .
Alighieri, vertel me over de wereld van nu,
vroeg hij.
Er valt niet veel
meer te vertellen over de wereld, hij is op een keerpunt gekomen, de geest is
stervende, wordt verjaagd uit boek en beeld, het sacrale in de mens wordt bedolven door het materiële, de hemel
is dicht, wat kan er erger nog gebeuren?
En toch Alighieri,
blijf ik hopen in de mens.
Doe maar, geloof
maar. Ik ben gekomen tot een stadium van alwetendheid.
Alwetendheid, ook
over God?
Over God is niets
te weten, Hij IS. En over het Zijnde valt niets te zeggen, het IS, zoals het
Universum is. En er is niets dat niet Is. Ook je vraag over God IS. En het
volstaat dat de vraag er is, opdat het zijnde zijn zou.
Het was middernacht,
hij keek naar de omheen Venus geschaarde sterren, waar hij deel van was. De
bomen over hem geneigd. Hij waagde het op zij te zien, hij waagde het verder te
denken, hij waagde het te denken dat het nog steeds Dante was naast hem. Je weet, zegde de stem,
je bent reeds waar je aankomen zult. En er is maar één plaats voor jou
weggelegd. Het Arcadia van de verloren schrijvers. Allen wachten er op jou, je
bent al aangekondigd, je staat al opgeschreven, alleen je naam is nog niet bijgezet,
maar we wachten en de tijd is niet.
De bomen zwegen.
Het land scheen naar hem toe te komen,
Ugo
|