xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Roland
Barthes leert
me dat de Haiku zo maar niet een gedicht is van drie lijnen en zeventien
lettergrepen verdeeld over vijf, zeven en vijf.
Ik tracht
hem te volgen, want zijn taal is niet zo toegankelijk. Ik tracht te begrijpen, vooral
wat de haiku niet is.
La
brièveté du haiku nest pas formelle, le haiku nest pas une pensée riche
réduite à une forme brève, mais un événement bref qui trouve dun coup sa forme
juste.
Aldus Barthes. En ik die
dacht dat de haiku een soort gedicht was naar Westerse normen, maar dit is het
duidelijk niet. Het is niet, een grote gedachte, in een gecondenseerde vorm
gegoten, maar het handelt over een simpel gebeuren dat in zijn juiste, meest beperkte
vorm wordt opgetekend. En deze beperking is het voorwerp van een grote zorg. Het
is net het tegengestelde van wat ik dacht dat de haiku was.
Ooit
was ik in Moissac. Ik stond er op de binnentuin van de Cisterciënzers-abdij, in
de hoek een eeuwenoude ceder. De overdekte, open wandelgang met kolommen, alle kapitelen
ervan versierd met verhalen uit de Bijbel, de prachtigste gebeeldhouwde die ik
ooit zag. Ik trachtte in een haiku de beelden te vermengen met de ceder die,
wat de geschiedenis van de abdij betrof, heel wat moet hebben meegemaakt.
Ceder in gepeins,
Bijbel op kapitelen
Ingekapt: Moissac.
Mijn
haiku was voldoende om te zeggen wat ik meende te mogen zeggen, maar wat ik te zeggen
had was voor een gedicht van bij ons, niet voor een haiku. Of wat ik eigenlijk
zeggen wou, in een gedicht van enkele lijnen:
De
oude ceder, en wij
eronder
door gegaan.
Gedacht
de slag van hamers
nog
te horen,
de frimason, zoals van ouds genoemd,
nog
voor zijn blok gezeten,
denkend
aan zijn bijbeltekst:
Moissac.
Als
ik dan toch, in een haiku, iets zeggen wou over de ceder en de kapitelen op de
binnentuin van de abdij, dan bijvoorbeeld dit, met als titel: Moissac.
Zijn tijd gekomen,
een cederappel rolde
tot onder Adam.
Of nog
Adam en Eva
zagen een cederappel
vallen in het gras.
Een
simpel gebeuren, met Adam en Eva afgebeeld op een kapiteel die hadden kunnen
zien hoe een cederappel voor hun voeten viel. Een klein gebeuren voor misschien
een haalbare haiku.
En
een haiku die Barthes overnam uit het Japans:
Je vis
la première neige,
ce
matin-là joubliai
de laver
mon visage.
En
of dit andere gedicht, door Barthes aangehaald, een haiku is, denk ik niet,
weet zelfs niet of het geen tekst van Barthes zelf is.
Het
heeft meer dan het toegelaten aantal lettergrepen, maar als het een vertaling
is kan het liggen aan de passage naar het Frans. Het betreft een Zen-tuin met rotsblokken,
zo maar neergezet in het zand, dat er maagdelijk bij ligt met voren als lijnen
getekend:
Nulle
fleur, nul pas
Où est
lhomme?
dans le
transport des rochers,
dans la
trace du râteau,
dans le
travail de lécriture.
Heb
ik nu alles gezegd wat Barthes heeft neergeschreven, zeker niet, nog een tiende
niet. Maar voor mij volstaat het te weten, dat een haiku een gebeuren is, met
een gebeuren als onderwerp.
Ik
vermoed dat Herman Van Rompuy dit ook zal geweten hebben.
|